Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In galop met Tinkers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In galop met Tinkers

Miranda Nouwens: "Meeries zijn wel eens nukkig, maar met ruinen kun je lezen en schrijven"

5 minuten leestijd

Miranda en Leon Nouwens wonen aan de rand van de staatsbossen in het Drentse Exioo. Naast drie honden houden ze al jaren Tinkers, waarmee ze zo vaak mogelijk uit rijden gaan. Tinkers waren tot voor kort een relatief onbekend paardenras, maar stapje voor stapje worden ze populairder.

De Roma hebben de Tinkers min of meer op de kaart gezet. Het zijn op en top werkpaarden, wat blijkt uit hun 'sokken': ze hebben veel haar aan de benen. De Tinker staat bekend om zijn onderkoelde karakter. Het dier is nauwelijks uit zijn evenwicht te brengen. Het bleek een ideaal rijpaard en trekpaard voor woonwagens. Voordat het zover was, zwierven de Roma eeuwenlang te voet vanuit India door Europa, tot in Engeland toe. Hun schamele bezittingen, waaronder een tent van lappen, zeulden ze met zich mee. In de tweede helft van de 18e eeuw streken ze steeds vaker neer in de buurt van boerderijen, waar ze in de zomerdag wat bijverdienden. De boeren hielden vanzelfsprekend werkpaarden. Het zijn deze koudbloed- paarden die door de Roma werden ontwikkeld tot een uniek type paard. De Roma werden mobiel. Hun levensstandaard ging omhoog en hun bezittingen namen toe. Voortaan verplaatsten ze zich met paard en wagen. Al gauw werd de wagen overhuifd met doek of canvas. De voorloper van de woonwagen en... de caravan.

Winterhard
Hoewel de oorsprong van de Tinkers niet in Ierland ligt, worden ze wel Ierse Tinkers genoemd. Het waren grotendeels straatarme, zwervende Ieren die de oversteek naar Engeland waagden, om een graantje van de welvaart daar mee te pakken. Deze Ieren kwamen in contact met de Tinkers, die ze in groten getale meenamen terug naar Ierland. Daar werden ze ingezet als trekpaarden voor de woonwagens van Ierse zwervers. Miranda en Leon Nouwens hebben gekozen voor grofgebouwde Tinkers, „omdat ze altijd betrouwbaar zijn", licht Miranda toe. „We hebben drie ruinen, Robin, Brad en Owen, de jongste, die een Ierse naam draagt. Ruinen zijn makkelijker van karakter dan merries. Die willen nog wel eens nukkig en chagrijnig zijn en hebben soms streken. Ruinen zijn bijzonder evenwichtig en rustig. Je kunt ermee lezen en schrijven." De Tinker is een echt werkpaard, stevig gebouwd. Hij heeft veel haar, weinig schoft, een zware achterhand en dito benen, somt Miranda op. „Ze zijn flink behaard aan benen en hoofd en hebben zelfs een baard en een snor. Bovendien zijn ze gesierd met overdadige manengroei en een dikke staart. De dieren zijn winterhard en staan het hele jaar buiten. De meeste zijn bont, gevlekt, maar eigenlijk komen alle kleuren voor. Er zijn diverse types grovere paarden, maar tegenwoordig worden ze ook wel gefokt naar het type rijpaard, dat wat fijner is gebouwd."

Schaapherder met kudde
Tinkers zijn geen dieren die je de hele dag moet laten niksen in de wei. Ze moeten, net als ieder paard, veel beweging hebben. „Bij ons komen ze wel aan hun trekken. Leon en ik maken regelmatig lange buitenritten door het bos en langs de hei. Ze kunnen hun energie wel kwijt. Tijdens de buitenritten krijgen ze veel aandacht, dat hebben .,' ze graag. Het zijn echte kriiiiff^ls. Vaak rijden we op de terugweg langs de hei. 's Zomers ontmoeten we daar geregeld de herder met zijn kudde. Heel romantisch. Het gebied rond Exloo is ook in trek bij toeristen en vaak willen ze de Tinkers aaien en een praatje maken met de herder. Aandacht krijgen ze natuurlijk ook tijdens de verzorging. ledere week borstel ik ze zorgvuldig. Soms vlecht ik de manen in een bepaald patroon, voordat we uit rijden gaan. De dieren vinden het heerlijk als je met ze bezig bent. 's Zomers staan de Tinkers van Miranda en Leon in de wei, die een hectare groot is. Dan is er genoeg gras voor de paarden. In de winter voert het echtpaar alleen een beetje hooi bij want ze worden snel te dik. „Ik verwen ze met appels en wortels, dat is net snoepgoed voor ze. Verder krijgen ze jaarlijks een injectie tegen wormen. Onze Tinkers hebben geen hoefijzers, omdat ze altijd op zachte ondergronden lopen. Daardoor slijten de hoeven niet. Toch komt de hoefsmid zo'n beetje elke tien weken langs om ze te bekappen. He.t"k,tppen beperkt zich in dit geval tot het afsnijden van de buitenste rand van de hoef. Dit moet bij alle vier de hoeven exact hetzelfde gebeuren, anders krijgen de dieren problemen met de gewrichten als gevolg van ongelijke slijtage." De Tinkers zijn volgens Miranda nauwelijks gevoelig voor ziektes. „Het enige wat wel veel voorkomt, en dat geldt voor alle paarden met veel haar, is mok. Dit is een soort schimmel aan de benen. Als de benen nat worden, gaat het haar een beetje broeien. Hierdoor kan de huid smetten en krijg je schilfers. Dit kan grotendeels voorkomen worden door de benen droog te houden. De paarden moeten altijd droog kunnen staan, dus op een hoger gelegen deel van het land."

Sympathiek ras
Het optuigen van een Tinker blijkt geen enkel probleem. Het paard blijft heel rustig en goed stil staan. „Een jong paard, van omstreeks vier jaar, leert binnen twee maanden het hoofdstel met bit te dragen. Daarna kun je ermee het bos in. Een Tinker moet minimaal vier jaar zijn om ermee te kunnen rijden. Beter nog is vijfjaar. Onze jongste was met vier jaar nog heel speels, daarom zijn wij pas begonnen met beleren op z'n vijfde. Je moet een paard altijd de kans geven om helemaal uit te groeien. Per keer rijden we ongeveer twee uur. Als het warm weer is, spuiten we ze even af. Bij regen laten we de paarden opdrogen in de schuilstal achter het huis. Daarna gaan ze terug naar de wei. Het gebeurt wel eens dat het 's winters keihard vriest of dagenlang regent. Dan halen we ze 's avonds naar huis en gaan ze in de schuilstal. Daar ligt veel stro en liggen ze lekker warm. De volgende ochtend brengen we ze weer naar buiten. Tinkers zijn nauwelijks ergens van onder de indruk. Niet van onweer of harde geluiden. Ze slaan ook niet op hol want daar worden ze moe van! Eigenlijk zijn ze onverstoorbaar. Een sympathiek ras dat zich gewillig laat aaien."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 2005

Terdege | 109 Pagina's

In galop met Tinkers

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 januari 2005

Terdege | 109 Pagina's