Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus opstanding

4 minuten leestijd

„Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden." 1 Petrus 1 vers 3

De tekstwoorden zijn uit de brief van Petrus aan de vreemdelingen in Azië. Verdrevenen om de naam van Jezus. Zij worden door Petrus niet beklaagd. Hij wijst hen op de geschonken genade. Zij delen in de genadeweldaad van de uitverkiezing. Petrus geeft de eer daarvan aan God als de eerste Persoon in het Goddelijk Wezen. Hij begint in vers 3 met: „Gelooft zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, om alle eer te geven aan de drie-enige God.
De bron waaruit de genadeweldaden vloeien, wijst de apostel aan: Het is door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

Welk een rijk evangelie. Petrus wijst de verstrooide vreemdelingen op de ontvangen weldaad. Dat is wedergeboren te zijn tot een levende hoop, op grond van Christus opstanding. Petrus wijst op de weldaden die Christus met zijn voldoening aan Gods recht heeft verworven.
In de lofprijzing aan God de Vader gebruikt Petrus de volle naam van de Middelaar: Onze Heere Jezus Christus. Alleen in Hem en door Hem kan God met hel- en vloekwaardigen gemeenschap hebben. Ook die verstrooide christenen waren in Adam wegens erf- en dadelijke zonden de drievoudige dood onderworpen. Nu roemt en prijst Petrus de Heere voor Zijn genade. De soevereine genadedaad op grond van het lijden en sterven van de Heere Jezus wordt toegeschreven aan God de Vader, Die ons naar Zijn grote barmhartigheid heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

Petrus wijst op het genadewonder: Van een Adamskind tot een kind van God gemaakt te zijn. Christus moest daarvoor naar de aarde afdalen, om in Zijn lijdens- en stervensweg de levendmaking, de rechtvaardigmaking en de heiligmaking voor Zijn volk te verwerven. Vanuit de staat van zijn verhoging past Christus door Zijn Geest die weldaad toe.
Gods kinderen kunnen niet één weldaad op zichzelf toepassen, al weten zij hoe de Heere het Zijn volk schenkt. De naamchristen eigent de weldaden zichzelf toe, zonder dat er een schenkende daad aan voorafgegaan is. Gods kinderen verliezen alle hoop en verwachting van zichzelf, om door het genadewerk van de Heilige Geest een levende hoop op God te ontvangen. Zij weten met Petrus in Wie zij roemen mogen.
Door Christus dood en opstanding bewijst God aan ellendigen Zijn grote barmhartigheid.

God is in Zichzelf bewogen geweest, wat al het onze uitsluit.
Wanneer we in onze geestelijke doodstaat liggen, is er geen betrekking op God, want wij zijn Gods beeld kwijt. Maar dat staat God niet in de weg.
Dordtse Leerregels: „Hij opent het hart dat gesloten is. Hij vermurwt dat hard is, Hij besnijdt dat onbesneden is, in de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden in en maakt dat de wil die dood was levend wordt, die boos was goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt die wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen. En dat alles uit Christus opstanding uit de dood.
De zelfopenbaring van Christus is ons nodig. Hem met het zaligmakend geloof te eigenen en verenigd te worden met Hem als de volkomen Zaligmaker.

Petrus bemoedigt die verstrooide vreemdelingen in Azië. Zij waren bedroefd door de vele verzoekingen. Zij worden gewezen op het nut van de beproevingen (vers 7): „Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid in de openbaring van Jezus Christus. Om in die weg meerdere vastheid en geloofszekerheid te verkrijgen door de toepassing van de Heilige Geest. Te bouwen op het enige fundament: de gekruiste en opgestane Christus. De Heere beware ervoor om op ons gevoel te rusten. Christus alleen is de ankergrond. Zijn belofte aan de strijdende Kerk zal vervuld worden: „Ik leef en gij zult leven.
Deelt u in de genade van de wedergeboorte? Die is door Christus dood en opstanding voor zijn volk verworven. Door de toepassende bediening van de Heilige Geest krijgen Gods kinderen er deel aan. De troost voor Gods geoefende volk is: „Dat niet alleen mijn ziel na dit leven van stonde aan tot Christus, haar Hoofd, zal opgenomen worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met mijn ziel verenigd en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden. (Heid. Catechismus)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 maart 2005

Terdege | 100 Pagina's

Christus opstanding

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 maart 2005

Terdege | 100 Pagina's