Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

William Huntington

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

William Huntington

Bedelaar en uitdeler

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Deze Godsgezant was een buitengewone visser der mensen, die ons respect meer dan waard is. Deze woorden werden gesproken door J.C. Philpot met het oog op de betekenis van William Huntington, die, nadat hij bedelaar bij God geworden was, zelf menigerlei genade mocht uitdelen aan geestelijke bedelaars.

William Huntington wordt als William Hunt op 2 februari 1745 geboren te Cranbrook in Engeland. Eigenlijk is hij de zoon van Barnabas Rusell, een welgestelde boer en werkgever van Williams vader. Williams moeder diende er in de huishouding. Desondanks accepteert vader Hunt dit kind als zijn zoon. Waarschijnlijk is deze situatie er de oorzaak van dat William pas op vijfjarige leeftijd gedoopt wordt in de Anglicaanse Kerk. William groeit op in armoede en gaat reeds als achtjarige de deur uit om voor zichzelf te zorgen. Zo komt hij in dienst bij dominee Frittenden, waar hij Susan Fever ontmoet. Door middel van een zwangerschap proberen William en Susan een huwelijk te forceren. Het gevolg is echter geen huwelijk, maar financiële verplichtingen. Wanneer William deze niet kan volbrengen, verandert hij uit veiligheidsoverweging zijn naam in Huntington. Hij leidt een zwerversbestaan en wordt ernstig ziek. In deze periode wordt de eerste onrust in zijn hart geboren.

Vijf heilige plaatsen
Thomas Wright wijst in zijn boek Het leven van William Huntington op vijf plaatsen die van geestelijke betekenis zijn geweest voor de bekering van William en zijn weg tot het predikantschap. De eerste plaats is Mortlake. William is inmiddels getrouwd met Mary Short. Hun eerste kind sterft, en William gaat nadenken over zijn eigen geestelijke staat en de eeuwigheid. Als tuinman aan het werk, verneemt hij een stem die hem oproept Mortlake en zijn goddeloze vrienden daar te verlaten. Hij verneemt hierin Gods roepstem en voelt zich als Abraham, die geroepen werd uit Ur.
De tweede plaats is Kingston. William begint de Bijbel te lezen en gaat naar de Anglicaanse Kerk. Zijn omgeving merkt dat hij verandert. Met de vrolijkheid van zijn collegas doet hij niet meer mee. Onder het lezen van Johannes 14 wordt William ontdekt aan zijn zondige lusten. Hij roept het uit tot zijn vrouw: „Molly, het is afgelopen met mij; ik ben verloren, voor mij is er geen genade meer mogelijk. Huntington bidt nu veel. De onrust in zijn hart wijkt echter nog niet.
In Sunburry vindt hij werk als tuinman. Kerkelijk wordt Huntington hier een zoeker. Hij krijgt moeite met het gedrag en de prediking van sommige predikanten in de Anglicaanse Kerk. Hij gaat de belijdenis van de kerk bestuderen en raakt bezet met het vraagstuk van de uitverkiezing. Als hij erover tobt of een zondaar als hij een verkorene zou kunnen zijn, komt er plotseling een groot licht, en een stem die tot hem zegt: „Houd op met uw vormelijke gebeden en bid waarachtig tot Jezus Christus. Ziet ge niet hoe Hij met ontferming bewogen is over degenen die als zondaars tot Hem komen? Als Huntington daarop biddend zich verootmoedigt, ervaart hij dat de Heilige Geest met kracht in zijn ziel komt. Hij gaat nu kerken bij de Dissenters, in dit geval de methodisten, die hij vroeger juist zo verafschuwd had. Hij ontvangt daar veel onderwijs uit het Woord van God, dat voedsel is voor zijn ziel.
De vierde plaats van betekenis is Ewell. Hier krijgt Huntington voor het eerst gelegenheid doordeweeks in de samenkomst voor te gaan in de gebeden, de Bijbel uit te leggen en ten slotte ook te preken. Zijn buurvrouw Ann Webb is de eerste die onder zijn prediking tot bekering komt.
Ten slotte is er de plaats Thames Ditton. Hier begint hij met het preken op de zondagen. Doordeweeks heeft hij werk als kolensjouwer. Dit zal hem voor altijd zijn bijnaam opleveren: Huntington de kolensjouwer. Een verzoek om voorganger te worden in een baptistengemeente wijst hij af vanwege hun visie op de doop. Hij wordt voorganger in een methodistenkerk in Woking. Van tijd tot tijd zoekt Huntington de genoemde plaatsen weer op, om erbij bepaald te worden hoe de Heere daar in zijn leven was gaan werken. Hij doet letterlijk wat Psalm 77 daarvan zegt: k Zal gedenken hoe voor dezen, ons de Heere heeft gunst bewezen.

Providence Chapel
In zekere nacht hoort Huntington in een droom een stem die tot hem zegt: „Profeteer aangaande de dikke takken. Hij ontdekt later dat dit staat in Ezechiël 31 vers 3. Hij ervaart dit als Gods roepstem om te gaan preken in Londen. Het aantal hoorders daar neemt gestaag toe. Dit vraagt om een eigen kerkgebouw. Huntington leeft van de zorg van de Heere, Die ook hierin zal voorzien. Hij wordt daarin niet beschaamd en zo wordt de Providence Chapel (Voorzienigheidskapel) gebouwd. Huntington ondervindt veel zegen in de prediking. Het aantal hoorders neemt toe, zodat een uitbreiding tot 2000 zitplaatsen nodig is. Achter de kerk is een kleine kamer, waar Huntington veel verblijft voor het bestuderen van het Woord van God. In deze ruimte, door hem de kajuit genoemd, ontvangt hij veel persoonlijke geestelijke zegeningen.
Er komt echter ook bestrijding. Huntingtons vrouw, die zijn geestelijke ontwikkeling en bekendheid niet kan verwerken, raakt aan de drank verslaafd. Zijn huwelijk komt onder grote spanning te staan. Juist in die tijd heeft Huntington veel contact met de weduwe van de burgemeester van Londen, lady Sanderson. Zij vergezelt hem veel op zijn preektochten. Huntington laadt daarmee op zijn minst de schijn des kwaads op zich. Raadgevingen aan zijn adres slaat hij in de wind. Als zijn vrouw sterft, trouwt hij met lady Sanderson.
Vervolgens wordt de Providence Chapel door brand verwoest. Als zijn vrouw in paniek raakt, spreekt Huntington de voor hem karakteristieke woorden: „Blijf rustig, wij zijn niet failliet en onze God evenmin. Na zes maanden is de nieuwe Providence Chapel een feit. De Heere beschaamt het vertrouwen van Zijn dienstknecht niet.

Levenseinde
In het jaar 1813 blaast Huntington op 68-jarige leeftijd zijn laatste adem uit. Hij heeft zijn levenseinde aan zien komen. Tegen een gemeentelid zegt hij: „O, hoe verlang ik mijn gezegende Verlosser te zien. Wat een gezegend vooruitzicht staat mij nu te wachten. Om met Hem te verkeren, naar wie nu al veertig jaar mijn hoop is uitgegaan.
In de laatste kerkdienst, op 6 juni 1813, spreekt hij tot de gemeente: „Gij zult de kolensjouwer niet lang meer bij u hebben en wanneer ik heengegaan zal zijn, zal er geen ander in mijn plaats komen. Ik zal mijn licht met mij nemen. Zijn aanhangers zien hierin zijn profetisch spreken over de neergang van de kerk na zijn sterven. Anderzijds moet gezegd dat hierin de ootmoed ontbreekt die een dienstknecht van God past.
In volkomen vrede sterft Huntington. Op zijn graf staat een grafschrift dat hij zelf heeft gedicteerd aan zijn vrouw. Hier rust de kolensjouwer, van God bemind, maar gehaat door de mens. De alwetende Rechter zal dit op de dag des oordeels bekrachtigen en bevestigen tot ontsteltenis van duizenden. Want Engeland en zijn hoofdstad zal weten dat een profeet onder hen heeft verkeerd.

Prediker
Als we een aantal typeringen willen geven van Huntington, mag allereerst gezegd worden dat hij een prediker bij uitstek was. Niet dat hij een overweldigende redenaarsstijl hanteerde. Hij preekte juist rustig, systematisch en analytisch. Ook trof men geen diepgaande exegese aan. Hij was immers prediker zonder theologische scholing. De kracht van zijn prediking lag in de toepassing van het Woord richting de hoorders. Een predikant die eens onder zijn gehoor zat, verwoordde het als volgt: „Men voelde dat deze boerendominee grotelijks van de andere predikers in Londen verschilde en in vele opzichten zelfs boven hen uitstak. Geen van hen verkondigde zo vrijmoedig de genade Gods in haar alles overtreffende heerlijkheid. Geen van hen was in staat met zulk een tederheid als hij woorden te rechter tijd te spreken.
Huntington bestreed in zijn preken ook allerlei dwalingen die hij tegenkwam. Hij nam daarbij geen blad voor zijn mond. Zijn populariteit als prediker leverde hem niet alleen vrienden maar ook de nodige vijanden op. Overigens was Huntington niet snel van zijn stuk wanneer men zijn preek bekritiseerde. Tegen een criticus zei hij ooit: „Iedere dwaas kan een preek of horloge stuk maken; het is de kunst er één in elkaar te zetten.

Pastor
Huntington bedreef geen pastoraat zoals dat in onze tijd gebeurt. Hij had geen lijst met gemeenteleden die ingeschreven stonden. Voor zulk pastoraat zou hij ook nauwelijks tijd hebben gehad, daar hij voortdurend op verschillende plaatsen preekte. Het pastoraat dat hij bedreef, gebeurde per brief. Men schat dat Huntington zon 1200 brieven moet hebben geschreven. Verschillende daarvan zijn gebundeld uitgegeven, zoals De briefwisseling tussen Noctua Aurita en Philomena in het koningsdal.
De brieven werden gevuld met pastorale en geestelijke raadgevingen. Hij schreef daarbij aan jong en oud. Aan een klein meisje schreef hij: „Mijn lieve kleine meid, toen ik in Bolney was, hoorde ik van je moeder dat je had afgesproken je kameraadje Lois met Kerstmis te komen bezoeken en je vakantie bij mij door te brengen. Ik heb veel verwachting van mijn kleine Betsy en ik hoop dat zij nog eens zal worden als dat meisje, dat in haar gevangenschap de vrouw van Naäman verzorgde. De Heere maakte haar een kleine profetes. Lieve Betsy, jij hebt een klein vogeltje bij je. Het kooitje waar het in woont, is jouw hart en de Heere heeft het daar gezet om het jou te laten zeggen wanneer jij iets verkeerds doet. De mensen noemen dat je geweten. Dat vogeltje maakt dat jij bloost en hakkelt en je schaamt wanneer je iets doet dat niet goed is. Soms houdt het je uit de slaap. Maar kleine meisjes zien er altijd fris, aardig en knap uit wanneer zij zorgen voor dat vogeltje uit het paradijs en er goed op letten en het gehoorzamen. Veel innerlijke vrede, zachte slaap en tijden van zalige rust kun je daardoor krijgen. Vaarwel kleine meid. Je liefhebbende vriend en leermeester William Huntington.

Biddende bedelaar
Huntington kende een intens gebedsleven, verbonden met zijn leven uit de voorzienige hand van God. Hij verwachtte op het gebed grote dingen van de Heere. Die verwachting werd niet beschaamd. Was Huntington vroeger een arme bedelaar geweest, in geestelijk opzicht wist hij voor het aardse en geestelijke leven zich een bedelaar aan de troon van Gods genade, die nooit met lege handen werd weggestuurd. Hij heeft hierover een tweetal boeken geschreven. Over het gebedsleven Het Koninkrijk der hemelen ingenomen door gebed en over het leven uit Gods hand God de Kassier der armen. Huntington had zon vertrouwen in de zorg van de Heere, dat, ook als hijzelf nauwelijks geld had en hij iemand ontmoette die in de nood zat, hij het laatste wat hij had weggaf. De Heere zorgde immers voor hem. Zo vervulde de Heere in het leven van Zijn kind het Schriftwoord: Het gebed van de rechtvaardige vermag veel.

Wet en Evangelie
De tegenstand tegen de prediking van Huntington werd met name veroorzaakt door zijn visie op de verhouding tussen wet en evangelie, de wet en de rechtvaardiging uit het geloof. Ook heden ten dage wordt Huntington nog weleens onder kritiek gesteld vanwege dit strijdpunt. De eerste vraag waar het om gaat is of de wet op eigen kracht een mens kan brengen bij Christus. Huntington maakt dan duidelijk dat dit niet het geval is. Hij doet dat onder andere in een uitvoerige preek over Romeinen 3 vers 31: Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre, maar wij bevestigen de wet. Daarin stelt hij duidelijk dat de wet er is voor de kennis van de zonde. Ze kan echter niet de zonde onderwerpen; ze kan geen genade schenken; ze kan niet levend maken. De wet kan niemand rechtvaardigen en ze brengt ook op eigen kracht niet tot Christus. Want, zo zegt Huntington, het Woord zegt: Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem trekke.
Tot zo ver kunnen we met Huntington helemaal mee. De wet kan immers alleen in de hand van Christus een mens tot bekering leiden. In genoemde preek spreekt Huntington echter ook over de vraag of de wet voor Gods kind volstaat als leefregel der dankbaarheid. Hier spreekt hij op een wijze die vragen oproept. Hij wil niet weten van de wet alleen als leefregel voor Gods kind. Dat is naar zijn besef weer bezig gaan „met eigen werk, en dat is in strijd met het geloof dat van genade leeft. Huntington heeft er geen oog voor dat de wet voor Gods kind een liefderegel is, die ze niet willen houden om zelf te presteren, maar om in liefde hun Heere te dienen zoals Hij dat vraagt. Hij vindt dan ook dat predikers niet Gods kinderen de wet van Mozes voortdurend moeten voorhouden. Daarmee breng je hen opnieuw onder het oordeel, zo vindt hij. Alleen al vanuit de Heidelbergse Catechismus moeten we zeggen dat Huntington hier de zaken niet zuiver ziet. Dat neemt niet weg dat het verwijt dat hij preekt dat een kind van God er maar op los kan leven ook niet strookt met de werkelijkheid.
William Huntington was een man met zonden en gebreken, in zijn leven en op het punt van de wet in de leer. Desondanks heeft God deze man gebruikt tot zegen van velen in het Engeland van Huntingtons dagen. Met inachtneming van het bovenstaande kan het lezen van zijn geschriften en preken ook vandaag tot zegen zijn.


Tijdgenoten
Wofgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Stadhouder Willem V (1748-1806)
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Napoleon Bonaparte (1769-1821)
Theodorus van der Groe (1705-1784)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 september 2005

Terdege | 101 Pagina's

William Huntington

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 september 2005

Terdege | 101 Pagina's