Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hanenpoten van ds. J.T. Doornenbal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hanenpoten van ds. J.T. Doornenbal

Samensteller Lulof Daluisen: "Vooral zijn humor sprak me aan...."

7 minuten leestijd

Jarenlang wist de wonderlijke, weemoedige pastor van Oene, ds. J.T. Doornenbal, Veluwse kerkbodelezers te boeien met melancholieke én humoristische stukjes. Na zijn overlijden in 1975 werden die pennenvruchten verzameld en gepubliceerd. Dit najaar verschijnt er een nieuwe bundel. „De laatste, meldt samensteller Lulof Dalhuisen.@naam:Tekst: Jeannette Wilbrink-Donkersteeg

Lulof Dalhuisen voegde daar nog eens drie delen aan toe. Het slot verschijnt nu in een sfeervol omslag. De titel is in dubbel opzicht toepasselijk. Dalhuisen: „Het onkruid dat hanenpoten wordt genoemd, staat nog altijd rond de kerk. Het is heel moeilijk uit te roeien en ds. Doornenbal klaagde er vaak over.
De predikant gebruikte het woord echter ook in verband met zijn eigen handschrift. Als hij (in 1953) weer eens tekeergaat tegen de letterzetter die fouten in de kerkbode maakt, schrijft hij: „Ik ben dan ook benieuwd wat hij ervan gemaakt heeft. En ditmaal bijzonder, nu ik een groot deel van deze kopij in de trein geschreven heb, waardoor mijn hanenpoten er nog interessanter uitzien dan gewoonlijk. Hanenpoten ditmaal in de zin van een bepaald soort letters, want dit woord schijnt in verschillende betekenissen voor te komen, waarmee ik op mijn levensweg te doen krijg en waar ik niet van af schijn te kunnen komen! Een mens blijft hardleers. Letterzetters daargelaten!
Aangezien deze passage in een eerdere bundel is opgenomen, staat hij niet in het nu verschenen deel, maar het onkruid zelf duikt er wel opnieuw in op. „Het was deze week een schokkende ontdekking dat de meeste en ergste hanenpoten het dichtst bij de kerk groeien, onder de piramiden langs de haag om het kerkhof. Ik hoop nu maar niet dat dáár symboliek in schuilt (...)

Herrie
Het ligt voor de hand dat de meeste krenten inmiddels uit de pap zijn gevist. Mensen die graag iets van ds. Doornenbal lezen, zullen echter ook in Hanenpoten geïnteresseerd zijn. De kerkbodestukjes bieden niet zoveel nieuws meer, maar er is aan dit boek wel een aantal boeiende en niet eerder gepubliceerde lezenswaardigheden toegevoegd, zoals een dagboekfragment van ds. Doornenbal, een kerstverhaal van zijn hand en een brief van A. Roland Holst aan de predikant.
Dalhuisen: „Voor mijn gevoel was het afgelopen met de boeken. Maar er bleef zoveel vraag naar dat ik toch nog maar een laatste deel gemaakt heb. Bovendien heb ik na het overlijden van Stijntje mooie fotos, brieven en stukken uit dagboeken gekregen. Dalhuisen toont een foto van ds. Doornenbal, terwijl die in gesprek is met een rooms-katholieke geestelijke. „Stijntje heeft hierbij geschreven dat ze in Luxemburg op zoek waren naar een klooster. Ds. Doornenbal besloot aan deze pastoor de weg te vragen en even later bulderde hij van het lachen. Het bewuste klooster bleek niet in Luxemburg, maar in Frankrijk te staan...
In het kerstverhaal kun je ds. Doornenbal ook helemaal herkennen. Het gaat over een predikant die vindt dat er van zijn preek weer niets terechtgekomen is. Ik heb al verschillende predikanten horen zeggen: Als ik een moeilijke zondag heb gehad, pak ik Doornenbal, omdat die het ook vaak moeilijk had met preken.
De stukjes die ds. Doornenbal in de kerkbode schreef, blijven echter ook in dit laatste deel de hoofdmoot vormen. Niet alles is even boeiend voor iedereen, maar Dalhuisen heeft bewust berichten gekozen die over allerlei plaatsen in den lande gaan. „Het is geen Oener boek.
Zo kun je lezen dat ds. Lugtigheid zegt dat hij in zijn nieuwe gemeente wel honderd jaar kan worden, dat de heer Van Harten een proefpreek heeft gehouden en dat de pastorie van Kesteren wordt vervangen. Er is echter ook het oude, vertrouwde soort stukjes, vol van verlangen, humor of zelfspot. Themas rond de schoonheid van de schepping, de sfeer in oude kerkgebouwen, en gewoon gemopper, keerden immers telkens terug in de kerkbodekolommen onder het kopje Oene.Uiteraard krijgt de „drukfoutenduivel, dat geniepige ding er weer van langs, evenals de herrie in sommige kerken: „Niet zonder blijdschap was ik erheen getogen, maar heel die opgewektheid verdween als sneeuw voor de zon, zodra ik op de kansel kwam. Een oorverdovend lawaai steeg op uit heel de grote schare, waarin iedereen verkouden scheen en het nodig vond dit zeer nadrukkelijk te demonstreren en waartegen ik vergeefs probeerde in te schreeuwen. Nu heb ik talloze malen een vast besluit gemaakt liever mijn tong af te bijten dan nog ooit weer uit te gaan varen tegen hoestende en slapende mensen, zoals ik placht te doen, toen ik jonger was. Maar het vlees blijft zwak en wordt van het kwade licht verrast en nadat ik een tijd had doorgezwoegd, met al de moed van de wanhoop en geprobeerd had mijn tong in toom te houden, werd het mij toch op een ogenblik weer te machtig en werd de preek over de liefelijke openbaring van Christus aan Petrus plotseling onderbroken door liefelijks van heel andere aard. Ongeveer in de geest van: gemeente, schei alstublieft uit met dat geblaf, het lijkt hier wel een Jodenkerk, ik kan er met geen zes luidsprekers boven uitschreeuwen. Als u niet ophoudt, doe ik het en kom nooit weer - dat zult u wel niet erg vinden, maar probeer dan nu althans nog even uw mond te houden!Wat deze kerkbodestukjes overigens ook (meer en meer) boeiend maakt, is het beeld dat ze geven van de tijd waarin ze geschreven werden, namelijk eind jaren 40 tot begin jaren 70. Wie door de weemoed van de dominee zelf nog niet werd aangestoken, wordt dat wellicht wel door wat hij laat zien van een nu verdwenen Nederland. Een land met ruimte, zonder luchtvervuiling, zonder terreurdreiging, zonder snelwegen. En zonder files op de Veluwe.
N.a.v. Hanenpoten, door ds. J.T. Doornenbal. Gemeentenieuws van Oene in de Hervormde Kerkbode, samengesteld door Lulof Dalhuisen; uitg. De Banier, Utrecht, 2005; 272 blz.; € 17,90; ISBN: 90-336-0589-9.


Dertienhonderdvijftig kerkbodes
Lulof Dalhuisen werd geboren in 1946, het jaar waarin ds. J.T. Doornenbal naar Oene kwam. „Op de avond van de doopaangifte preekte hij hier op beroep... Toen hij dertien was, bespeelde Dalhuisen „met het zweet in de handen voor het eerst tijdens een dienst het kerkorgel van Oene. Sinds 1960 is hij er organist, en inmiddels is hij dat ook al jaren in Emst en in Epe. Dalhuisen werkt als beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid bij de gemeente Epe en is bovendien ambtenaar van de burgerlijke stand.
In zijn jeugd kende hij ds. Doornenbal alleen op afstand, vertelt hij. „Voor mijn gevoel hield hij zelf altijd wat afstand, en ik was natuurlijk nog erg jong. Hoewel ik bij hem op catechisatie heb gezeten, leerde ik hem pas later door zijn stukjes echt kennen. Wat mij vooral aansprak, was zijn humor. Toen ik hoorde dat Stijntje van Dijk bezig was met een vierde boek, maar dat dat vanwege haar gezondheid niet goed lukte, heb ik uitgeverij De Banier laten weten dat ik het wel wilde overnemen. Ik werk graag aan iets waarvan ook anderen kunnen genieten. Dat is een soort drang in me. Mijn vader bezat zon dertig kerkbodes, al gauw had ik er driehonderd bij. Inmiddels is de verzameling met 1350 kerkbodes bijna compleet. Ik mis er nog tien, maar het kan best zijn dat er in die nummers niets van ds. Doornenbal stond. Als ik het over moest doen, zou ik liever alle stukjes in chronologische volgorde opnemen. Dat is nu niet gebeurd, doordat Jacob Overeem al op deze manier begonnen was.


„Ik hoorde zelf op een ogenblik een juffrouw naast me fluisteren: Wor is wakker, dominee, ze kijken allemaal naar u! Ik zat namelijk met mijn mond wijd open te snurken, tegen een boom, gevolg van een fietstocht van drie dagen, met allemaal glimlachende gezichten om me heen en verspeelde kennelijk het recht nog ooit weer te mopperen over de slapers onder mn eigen preek.
(23 augustus 1952, n.a.v. de jaarlijkse zendingsdag)(KADER 2)
„Voor mij is deze dienst onvergetelijk, in de middeleeuwse kathedraal van het schilderachtige stadje aan de oude Zuiderzee. Onvergelijkelijk is de stemming in zon middagdienst. Het licht van de voorjaarszon viel gedempt door de hoge pilaren in het ruim van de kerk, over de witte mutsen der vrouwen in het middenschip, terwijl het koor in het halfduister achter de gordijnen lag. Aangrijpend het preluderen van het machtige orgel (naar men zegt het mooiste van het land) met hoge fluittonen of de gebroken klanken van de vox humana, als een echte menselijke stem opklinkend tussen de hoge gewelven. De ontroerde gemeente zong daarna uit de 72e psalm van de koningen der zee, die komen tot de Vorst van Sion, Hem smekend om de vreê.
(19 april 1947, na een dienst in Elburg)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 2005

Terdege | 116 Pagina's

De hanenpoten van ds. J.T. Doornenbal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 2005

Terdege | 116 Pagina's