Bidden om een kind
Regelmatig komt het ter sprake: het kruis van kinderloosheid. Toen ik over Hanna schreef, heb ik aangrijpende reacties gehad. Soms antwoord ik per brief. Nu weer via Terdege, omdat ik denk dat meerderen met het volgende antwoord gebaat zijn. Ik hoop het althans.
Ik herhaal niet wat ik reeds over dit onderwerp heb geschreven. Ik wil het nu in het bijzonder hebben over het gebed om kinderen. En laten we dan maar gelijk met de deur in huis vallen: in de regel bidt een pas getrouwd stel niet om de kinderzegen, omdat men gewoon kinderen verwacht! Zo gaat dat onder ons. We rekenen er min of meer op. Als kinderen na verloop van tijd uitblijven, gaat het dringen en geven we het een plaats in ons gebed. Deze handelwijze moest ons voor God verootmoedigen.
Maar vervolgens kunnen we de vraag stellen naar het hoe van het bidden om een kind. Wat is het dan vaak een bidden van een (in God) teleurgesteld hart. Wat wordt er dan gauw overredend en dwingend gebeden, wat opstandig al en zenuwachtig. Als mens kan ik het allemaal heel goed begrijpen. Maar het gebed ademt dan geen geloof, geen vertrouwen. We staan dan eigenlijk op onze rechten, trekken een lip in het gebed en hebben al helemaal geen oog voor dat ene, volmaakte gebed: Uw wil geschiede!
Al weet de Heere wat er van Zijn maaksel staat te wachten, toch is het Hem aangenaam als we deze verkeerde gebedshouding voor Hem belijden en Hem vragen ons bidden te leren.
Dat is het eerste wat ik graag wilde zeggen.
Ten tweede haast ik mij te zeggen dat het goed is als we ook de nood en het kruis van de kinderloosheid voor de Heere brengen, elke dag. Zegt Psalm 10 immers niet dat Hij de moeite en het verdriet aanschouwt? Maar dezelfde Psalm houdt ons ook voor om die moeite in Gods hand te geven. Dat wil zoveel zeggen als: het leren over te geven aan Hem. En aangezien we ook dat van onszelf niet kunnen of willen, mogen we vragen of Hij het van ons overneemt! Want God wil met onze moeite aan het werk. Zijn handen zijn werkhanden! Hij wil ons door Woord en Geest bij de oorzaak van alle moeite bepalen. Dat is de zonde. Wij hebben niets te eisen daarom. Dan leren we het bidden echter niet af, maar juist aan! Dan leren we om genade bidden. En ook of Hij ons uit genade zou willen verblijden met een kind.
Maar - en deze opmerking dan ten derde - een gelovig gebed laat God ook vrij! Er komt een zekere rust en overgave en een berusting in Zijn beleid. We weten dat Hij het gebed wel altijd hoort, maar niet altijd verhoort. Dan komen we in een spanningsveld terecht: Aan de ene kant worden we geroepen Hem al onze begeerten bekend te maken. Aan de andere kant leren we buigen voor Gods soevereine wil. En dan maar aanhouden totdat! Totdat het wonder gebeurt, en we als Hanna destijds een lief kindje in onze armen mogen sluiten. Of totdat de Heere het ons duidelijk maakt dat kinderen voor ons niet zijn weggelegd.
Dat kan de Heere duidelijk maken op twee manieren. God spreekt door middel van Woord en Geest. Let wel: als een antwoord op het gebed! Dan maakt God ons duidelijk wat Hij Mozes duidelijk maakte, toen die steeds bad om het beloofde land binnen te mogen gaan: Het zij u genoeg; spreek niet meer tot Mij van deze zaak (Deut. 3:26).
Maar Hij kan het ook in de weg van Zijn voorzienigheid duidelijk maken, bijvoorbeeld als het krijgen van kinderen om een lichamelijke reden niet (meer) kan. Maar als God zó antwoordt, schenkt Hij er altijd troost en overgave bij. En kracht om je kruis te dragen.
Ten vierde en ten slotte: Het is en het blijft een kruis. Een kruis dat menigeen draagt en ook nog op oudere leeftijd als schrijnend wordt ervaren. En daarom is het zo noodzakelijk en profijtelijk dat we eens voor het eerst en altijd weer opnieuw bij de oorzaak van alle ellende terechtkomen. Om der zonde wil zijn er zoveel kruisen in de wereld als er mensen zijn. Nu is er ook een volk dat soms getroost zijn kruis mag dragen. Om Christus wille, Die het zwaarste kruis droeg en... ongetroost! Een kruis dat je in eigen kracht moet dragen, is zwaarder dan het kruis dat door de medelijdende Hogepriester wordt meegedragen. En in het geloof leren we dat er niets bij geval geschiedt en alles een doel heeft en dat God het Zijn kind na dezen doet verstaan, als op alle raadselen een antwoord wordt gegeven en God alle tranen van de ogen zal afwissen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 maart 2006
Terdege | 92 Pagina's