De bouwput wordt veiliger
Arbeidsinspecteur Hubert Dietz: „Je legt geen werk stil als een gevaarlijke situatie direct kan worden weggenomen"
Jaarlijks komen tussen de twintig en de dertig bouwvakkers om het leven bij ongevallen op hun werk. De Arbeidsinspectie noteert ongeveer 800 andere ernstige ongelukken. De dienst controleert, waarschuwt en reageert op klachten. „We zien vooruitgang en komen steeds minder malafide bouwers tegen.
Om de achttien verdiepingen tellende toekomstige woontoren kun je moeilijk heen. Kanters 100 jaar staat er in een enorm bord op de gevel, die gedeeltelijk aan het zicht is onttrokken door de groene netten waarmee het steigerwerk is ingepakt. We bevinden ons in Carnisselanden, een van de grote Vinex-wijken, bedoeld om aan de stijgende vraag naar huizen in de stedelijke gebieden te voldoen. In de Barendrechtse nieuwbouwlocatie vinden vooral woningzoekenden uit de regio Rotterdam onderdak.
Aannemer Kanters bouwt er 171 appartementen, vrijwel allemaal bestemd voor de verkoop. De bouwer is verder verantwoordelijk voor een grote nieuwe bibliotheek en een 2800 vierkante meter tellend winkelcentrum. Dat wordt aangesloten op een al bestaand koopcentrum in de snel groeiende satellietstad, die haar inwonertal vanaf 1990 zag verdubbelen tot boven de 40.000.
Op de begane grond kosten de luxe woningen enkele honderdduizenden euros, de aanschaf van een van de penthouses in de top van de woontoren vergt een veelvoud van dat bedrag. De bezitters van deze dure verblijven kunnen echter wel rekenen op een panoramisch uitzicht over een bonte mengeling van water, bedrijvigheid en spoor- en snelwegen. De Maasstad is heel dichtbij.
Even slikken
Bijna dagelijks bezoekt hij voor zijn werkgever, de Arbeidsinspectie, een aantal bouwplaatsen. Voor grotere werken wordt twee tot drie uur uitgetrokken, een woning-in-aanbouw heeft Hubert Dietz heel wat sneller gezien. „Daarvan kun je er wel zeven per dag doen. De inspecteur van het team Rotterdam is met elf collegas verantwoordelijk voor een gebied dat in het westen wordt begrensd door vliegveld Zestienhoven, in het noorden door Vianen. De omvangrijke regio strekt zich in het zuiden uit tot en met de Zeeuwse eilanden en in het oosten tot aan Breda.
Dietz kent Kanters. Eerdere ervaringen geven hem vertrouwen in een goede afloop, al bracht hij niet eerder een bezoek aan dit deel van Carnisselanden. Voor uitvoerder B. Groenemeijer is het toch even slikken als de inspecteur zich legitimeert. Niet dat hij wat te verbergen heeft, maar zoals altijd komt de inspectie onaangekondigd en had Groenemeijer andere werkzaamheden in gedachten. Hij hoeft niet per se mee over de bouw, maar het kan hem wel tijd schelen. „In principe probeer je met de aannemer mee te denken. Je legt geen werk stil als de gevaarlijke situatie direct kan worden weggenomen, zo verklaart Dietz zijn werkwijze.
Groenemeijer, samen met twee andere uitvoerders verantwoordelijk voor de bouw van het miljoenencomplex, waaraan iedere werkdag een kleine honderd bouwvakkers werken, voert ons langs de steigers, door de toekomstige bibliotheek- en winkelruimtes en naar de top van de woontoren.
Verrotte steigerplanken
De bouwplaats oogt ordelijk. Hier en daar worden al steigers weggehaald, het leeuwendeel van de appartementen moet in oktober worden opgeleverd. Tussen de vele autos aan de rand van de bouwplaats bevinden zich de eerste busjes van afwerkbedrijven. Groenemeijer: „We lopen bijna twee weken voor op het schema, maar de praktijk leert dat je die tijd zo weer verliest. Het winkelcentrum moet voor het eind van het jaar klaar zijn. Het is altijd aanpoten.
De inspecteur let op de constructie van de steigers, leuningen en verrotte steiger- en kantplanken. Kantplanken moeten voorkomen dat brokjes steen naar beneden vallen. „Kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben. Verder kijkt hij met een kennersoog naar beweegbare afsluitingen van de bouwlift en controleert hij de nodige afdekkingen van hoeken en gaten. Aan valgevaar, doodsoorzaak nummer één, kan wat hem betreft nooit genoeg aandacht worden besteed. Trapliftgaten en laad- en losplaatsen van bouwliften zijn berucht.
Ook de fysieke belasting van de bouwvakkers wordt nagegaan. Zo wil Dietz precies weten in hoeverre de zware kozijnen met behulp van een kraan op hun plaats worden gebracht, waardoor werknemers niet worden overbelast.
Naast de woontoren staat een ongeveer 70 meter hoge bouwkraan. Hoewel de kraanmachinist met behulp van een eigen lift naar boven kan, maakt hij toch gebruik van de binnentrap. Groenemeijer grijnst breed. „Dat doen die mannen meestal. Anders raken ze het gevoel met de kraan kwijt, zeggen ze. De kraan wiegt heen en weer. „Bij een flinke bries ga je bovenin een meter om. Vanaf windkracht 5 wordt het werk met de kraan gestaakt. Boven op het dak staat een toilet. Dat scheelt niet alleen drukte in de lift. Een plasje beneden vergt al gauw twintig minuten werktijd.
Steiger zonder leuning
Pal naast de balustrade op de derde verdieping boven de winkels staat een rolsteiger. Dietz informeert belangstellend naar de herkomst van de steiger, die aan één kant niet van leuningen is voorzien. Volgens Groenemeijer is het meer dan zes meter hoge gevaarte niet in gebruik. Dat is onvoldoende, meent Dietz. „Iemand zou hem per ongeluk kunnen gebruiken. De steiger moet zo snel mogelijk weg of beveiligd worden. De uitvoerder krijgt een dag de tijd. De waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd. Altijd wordt in een nacontrole bezien of ook daadwerkelijk aan de wensen van de inspectie is voldaan.
Een tweede euvel ontdekt de inspecteur op de begane grond, waar een trapgat en een vloersparing niet zijn beveiligd met respectievelijk een leuning en een afdekking. Er werken op die plek nog geen mensen, maar dat gaat binnenkort wel gebeuren. Dietz is onverbiddelijk. „Direct maatregelen treffen. Blok 5, noteert hij in zijn kladblokje.
De tweede waarschuwing blijkt ook de laatste van het bezoek te zijn. De inspecteur is na afloop niet ontevreden. „Het ziet er hier goed uit. Als je een boete op moet leggen, dien je ook een verklaring van de werknemer op te nemen en ben je veel meer tijd kwijt.
Dietz geeft niet alleen waarschuwingen, ook met of zonder boete stilleggen van het werk behoort tot zijn mogelijkheden. „Als er willens en wetens sprake is van overtredingen, kunnen we proces-verbaal opmaken. Dan moet de betrokkene voor de economische politierechter verschijnen. De boetes zijn aan normbedragen gekoppeld. Afhankelijk van de grootte van een bedrijf krijgt de aannemer bij valgevaar een bedrag van 2250 euro voor de kiezen.
Ook de werknemer gaat niet altijd vrijuit. Voor het niet-dragen van een helm op een plaats waar dat echt nodig is, wordt een bouwvakker 113 euro opgelegd. Zijn baas betaalt 900 euro, tenzij hij kan aantonen dat hij de werknemers voldoende heeft geïnstrueerd en gewaarschuwd.
Boren in betonnen cascos
De inspectie grijpt volgens Dietz steeds vaker in als duidelijke gezondheidsvoorschriften op de bouw ontbreken. „Zoals het onbeschermd slijpen van beton, waarbij voor de gezondheid schadelijke stof vrijkomt. En bij het boren in betonnen cascos. Het geluid komt dan soms ver boven de 85 decibel. Dan moet je echt oorbeschermers dragen. Niet alleen degene die boort, maar ook de metselaar in het kamertje ernaast. Als gevolg van de WAO-discussie letten we steeds meer op de verschillende gezondheidsaspecten.
Slijpen en boren is vandaag niet aan de orde bij Kanters. Het is zelfs vrij stil op de bouwplaats. Alleen een metselaar zet haastig zijn helm op als hij Dietz opmerkt. Die maakt zich niet druk. „Hij staat niet op een plaats waar gevaar is voor vallende voorwerpen.
Bij ongevallen met dodelijke afloop of ongelukken met blijvend letsel wordt de Arbeidsinspectie op de hoogte gebracht. Ook in het geval van een ziekenhuisopname wordt een rapport opgemaakt. In de praktijk gebeurt het zelden dat een werkgever niet (mede)aansprakelijk is. „De wet eist dat hij er alles aan gedaan heeft om een ongeval te voorkomen.
Voor bouwvakkers is de inspectie soms zelfs een welkome gast, zegt Dietz. „Ze kunnen bij ons, al dan niet anoniem, een klacht indienen. Het gebeurt wel dat bij een bezoek aan een bouwplaats de mannen direct naar je toe komen met de vraag of ze met bepaalde, vaak fysiek zware, werkzaamheden kunnen stoppen.
„Ziekten eisen meer slachtoffers
Het aantal ongevallen met dodelijke afloop in de bouw -de sector heeft de twijfelachtige eer de lijst aan te voeren- blijft al jaren gelijk. Toch wordt het gaandeweg beter, meent voorlichter Magda de Vetten van de Arbeidsinspectie. „We komen steeds minder malafide bouwers tegen. Je ziet meer hekwerken, steeds meer bouwvakkers met helm, steeds meer mensen die aangelijnd werken. Verkijk je niet op ongevallen, waarschuwt ze. „Ziekten zijn grotere killers. We hebben in Nederland jaarlijks 300 doden door het werken met asbest. Taalproblemen zijn volgens haar (nog) geen grote bron van ongevallen. „Het komt voor, maar het gaat om uitzonderingen. Er is geen trend.
Zorgen over buitenlanders
Veiligheidsfunctionaris Frans Engelen: „De overheid moet buitenlandse werknemers verplichten enige basiskennis van het Nederlands te leren
Regelmatig struint hij over twintig tot vijfentwintig bouwplaatsen in het zuiden van Nederland. Er gebeuren de laatste jaren relatief weinig ongelukken, constateert Frans Engelen. Hij is niet ontevreden. De veiligheidsfunctionaris bij Volker Wessels ziet echter donkere wolken aan de horizon. „Steeds meer bouwvakkers spreken en verstaan geen Nederlands. Dat kan leiden tot levensgevaarlijke situaties.
Engelen is veiligheidsfunctionaris in de regio Zuid van Volker Wessels, het op één na grootste bouwconcern van Nederland. Bij het internationaal opererende bedrijf werken ruim 16.000 werknemers. Drie- tot vierduizend van hen zijn in dienst van de Nederlandse bouw- en vastgoedpoot.
Met zijn jarenlange ervaring is de Limburger –zijn zachte g verraadt al snel zijn afkomst- ervan overtuigd dat „een honderd procent veilige bouwplaats niet bestaat. Drie jaar geleden werd deze opvatting op een afschuwelijke wijze onderstreept toen hij zelf getuige was van een ernstig ongeval. Voor zijn ogen viel een grote bouwkraan in het Brabantse Cuijk om. Twee mensen kwamen daarbij om het leven. Alle veiligheidsprocedures verschrompelden in één klap.
Toch is de veiligheidsfunctionaris achteraf blij dat collegas conform de regels onmiddellijk in actie kwamen, hulpdiensten belden en de vereiste veiligheidsvoorschriften in acht namen. „Zij zijn later gecomplimenteerd voor hun doortastende optreden. Het voorkomt dat je op dat onderdeel later verwijten krijgt.
Onderzoek wees uit dat een constructeur bij zijn berekeningen een fout had gemaakt. Engelen en zijn collegas liepen lange tijd rond met de vraag hoe je zoiets kunt voorkomen. Navraag bij Aboma+Keboma, het instituut dat zich met certificering en keuringen bezighoudt, wees tot zijn verbazing uit dat voor dergelijke gevallen vrijwel niks was geregeld. „Toen zijn we daarmee zelf aan de slag gegaan.
Het voorval is gelukkig een uitzondering. De laatste jaren hebben zich bij Volker Wessels Zuid geen ongevallen met dodelijke afloop voorgedaan. In 2004 en 2005 bleef het aantal incidenten in de regio Zuid ongeveer gelijk, na een aanzienlijke daling in de jaren daarvoor.
„De bouw is de laatste 10 tot 15 jaar zeker veiliger geworden. Hoewel dat niet altijd precies in cijfers valt uit te drukken, meent Engelen. Dat is volgens hem niet het minst te danken aan de strenge procedures en voorschriften waaraan de branche niet alleen onderworpen is, maar die de sector zichzelf ook oplegt. Grote bouwondernemingen werken met de zogenaamde VCA-certificering, die onder meer door Aboma+Keboma wordt verstrekt. „Dat kun je vergelijken met wat een ISO-certificaat voor een product betekent. In de VCA worden procedures ten aanzien van de veiligheid vastgelegd, worden mensen daarin onderwezen en zijn alle medewerkers verplicht binnen drie maanden na indiensttreding een cursus te volgen.
Polen
Ondanks alle afspraken blijft het menselijk handelen uiteindelijk bepalend. De uitvoerder, de eerstverantwoordelijke, heeft te maken met tijdsdruk en veel administratieve rompslomp. „Ik wil niet zeggen dat veiligheid op de derde plaats komt, maar in de drukte wordt er wel eens wat vergeten. Ook hebben de bouwvakkers hun eigen verantwoordelijkheid. Engelen ergert zich aan de mannen die, ondanks herhaald aandringen, zonder helm rondlopen op gevaarlijke bouwplaatsen.
„Veiligheid is nu nog een thema waarop geconcurreerd kan worden. Bedrijven die het goed voor elkaar hebben, moeten daar bij hun calculatie rekening mee houden. Zij kunnen niet dezelfde prijs rekenen als, bij wijze van spreken, de aannemer op de hoek van de straat.
Bij zijn rondgang door bouwputten en over de steigers signaleert hij regelmatig onvolkomenheden. „Meestal aan het begin van een bouw. Bij het funderingswerk, het betonwerk voor kelders en de ijzervlechters. Vooral orde en netheid zijn belangrijk. „Veel ongelukken en bijna-ongevallen hebben te maken met uitglijden en struikelen. Meer dan de helft. En als er ergens troep ligt die niet snel wordt opgeruimd, groeit het aan. Je kunt ongevallen niet altijd voorkomen, wel beperken. Veiligheid moet tussen de oren zitten. Veel bouwvakkers weten het wel, maar nemen het niet altijd even nauw.
De Volker Wessels-functionaris, ook voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad, houdt de vinger aan de pols. Hij is aanwezig bij de vergaderingen, inspecteert met de regelmaat van de klok de hem toegewezen bouwplaatsen en controleert de administratie. Hij probeert de Arbeidsinspectie te evenaren. „De inspectie komt te weinig, zo vertolkt Engelen de gevoelens van de gemiddelde bouwvakker.
Zorgen heeft de Limburger over het toenemende aantal buitenlandse arbeidskrachten die de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen. Uitzenders leveren Polen, Portugezen, Engelsen en Ieren, mede door de grote vraag naar vaklieden, aan de bouw. „Ik denk dat, zeker met het oog op het openstellen van de grenzen, de overheid hen moet verplichten enige basiskennis van het Nederlands te leren. Wat moet je anders, als zich gevaarlijke situaties voordoen? Communicatie, daar draait het om.
Toch is Engelen niet negatief over de komst van de Polen. „Ze werken zeker zo hard als onze eigen bouwvakkers, zijn bereid om iets extras te doen en hun kwaliteit is niet minder. Ik denk dat de mensen hier moeten nadenken over hun eigen betrokkenheid. Maar al te veel rennen zij nu nog om tien voor vier s middags naar de busjes.
Ronald Schoonhoven: „Ik denk dat wij menselijker omgaan met tijdsdruk
Ronald Schoonhoven is eigenaar van bouwbedrijf Rosch ten Voorde in Apeldoorn. Hij begrijpt dat grote bedrijven niet ontkomen aan procedures, dikke mappen en controles, maar meent dat de veiligheid vooral afhangt van de werkhouding en motivatie van het personeel. „Veiligheid moet tussen de oren zitten. Dat is belangrijker dan op papier.
„Bouwen heeft zin als God ons zegent. Naar aanleiding van Psalm 127, staat er in kleine lettertjes onder. In de hal van zijn kantoor hangt deze spreuk, die de aannemer op de wand heeft geschilderd. „Een beetje vrij vertaald, licht hij toe. „Het kan gesprekken met bezoekers opleveren, maar het gaat erom wat je uitdraagt. Dat gebeurt in de bouw te weinig.
Bij Rosch ten Voorde (ROnald SCHoonhoven nam het bedrijf zes jaar geleden van Ten Voorde over) werken dertien mensen. „We doen alle voorkomende werkzaamheden, hoewel we in de praktijk veel bezig zijn met uitbreidingen, onderhoud, verbouw en renovatie. Daarnaast worden we regelmatig benaderd voor restauratie van monumentale panden. Dat gebeurt vooral in de regio Apeldoorn.
Ongevallen zijn, zo beseft hij, niet altijd te voorkomen. „Maar bij je levenshouding past wel dat je je met die vaststelling niet kunt vrijwaren. Je moet er alles aan doen om te voorkomen dat je iets te verwijten valt. Het bedrijf is niet VCA-gecertificeerd (een uitgebreide veiligheidsprocedure die vaak bij grotere ondernemingen wordt toegepast). Dat hoeft ook niet, vindt de aannemer. „Belangrijker dan papier en procedures is dat wat tussen de oren van werknemers zit.
Dat lukt tot op heden aardig. Iedere werknemer is uitgerust met een persoonlijke koffer met beschermingsmiddelen als gehoorbeschermers, veiligheidsbril, stoffilters, handschoenen en dergelijke. Ook aan de benodigde werkkleding wordt de nodige zorg besteed en de bouwvakkers dragen altijd schoenen met stalen neuzen en zolen. „Men is best wel doordrongen van veiligheid. Niemand hoeft te doen wat gevaarlijk is. Steigers worden voorzien van leuningen, we gebruiken goede ladders en steeds wordt de bouw, net als de werkplaats, opgeruimd. Een klein snoertje of wat rommel kan al een ongeluk of een bijna-ongeluk tot gevolg hebben. Ondeugdelijk gereedschap wordt altijd vervangen.
Dat wil niet zeggen dat er nooit iets gebeurt. „Bij een aftimmeringsklus had een werknemer enige tijd geleden de beveiliging van de zaag niet in de juiste stand staan. Hij schoof er vervolgens met zijn hand langs. De dokter stuurde hem door naar het ziekenhuis. Een blauwe streep op zijn hand is nog altijd te zien.
Schoonhoven denkt dat de tijdsdruk in de kleine bouw hetzelfde is als bij grotere bouwprojecten. „Maar ik denk wel dat wij er menselijker mee omgaan. Je zoekt vaker het compromis, je moet immers je mensen ook blijvend stimuleren. En je hebt direct contact met de opdrachtgever. Wij gaan altijd voor het rapportcijfer 10. Een 11 is niet mogelijk. Helaas.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 mei 2006
Terdege | 92 Pagina's