Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heimwee naar dominee Paauwe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heimwee naar dominee Paauwe

Ir. B.W. Breunesse: „Het is een leven dat makkelijker te beschimpen dan na te volgen is"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vijftig jaar na zijn dood leeft ds. J.P. Paauwe nog altijd voort in de gedachten van zijn volgelingen. Een deel zet in zijn spoor geen voet meer in een gevestigde kerk. Ir. Bart Breunesse en Piet Balyon volgen daarin hun leermeester niet, maar de Haagse prediker staat voor hen wel op eenzame hoogte. „Zijn preken hadden een diepgang zoals ik later nooit meer bij iemand ben tegengekomen.

Het grijze wolkendek laat enkele druppels vallen op het geboomte van Oud Eik en Duinen, de monumentale begraafplaats van Den Haag. Speurend trekt ir. Bart Breunesse (76) de paden langs. Het is alweer enige tijd geleden dat hij bij het graf was, maar zijn richtingsgevoel laat hem niet in de steek. „Kijk, hier ligt hij.
Een simpeler zerk is niet denkbaar. Een eenvoudige liggende steen, zonder titelatuur, zonder embleem, zonder de vermelding hoeveel hij voor de nabestaanden betekende, zonder een bijbeltekst. Enkel een achternaam, zelfs zonder initialen. Paauwe. „Dat typeerde hem, zegt Breunesse. „Hij was wars van opsmuk.
Het was op deze plaats dat vijftig jaar geleden een menigte volgelingen van ds. Jan Pieter Paauwe de weeklacht uit psalm 74 aanhief: Niet één profeet is ons tot troost gebleven. Breunesse was onder hen. „De belangstelling bij de begrafenis was enorm. Vanaf de woning van ds. Paauwe trok de stoet over de Laan van Meerdervoort naar Oud Eik en Duinen. Je zag klederdrachten uit het hele land. Een rouwdienst is niet gehouden. Dat wilde ds. Paauwe niet. Meneer Ros, een degelijk persoon, heeft een hoofdstuk uit de Bijbel gelezen en een gebed gedaan. Dat was het.

Stempel
Op de schoorsteenmantel in het appartement van Breunesse, aan de Benoordenhoutseweg in Den Haag, kreeg het portret van Paauwe een prominente plaats. De scherpe ogen van de markante prediker, in de terminologie van Paauweanen dé dominee, blikken onderzoekend de kamer in. Bekrompenheid kan de bewoner, oud-docent van de Haagse Hogeschool, niet worden verweten. Nog altijd heeft hij een warme band met zijn CSFR-vrienden van weleer. Maar hij schaamt zich niet voor het stempel dat in zijn leven werd gedrukt door ds. Paauwe. „Als je met hem sprak, voelde je direct: Deze man weet uit ervaring waar hij het over heeft.
Vader Breunesse verliet de Gereformeerde Kerken, omdat hij daar geen antwoord kreeg op geestelijke vragen. Door zijn vrouw kwam hij in de gereformeerde gemeente van Zeist terecht. Na hun huwelijk vestigden ze zich in Den Haag, waar ze ds. Paauwe leerden kennen. „Aanvankelijk ging mijn moeder er alleen naartoe. Mijn vader wilde niet nog eens van kerk veranderen. Na verloop van tijd is hij toch een keer met haar mee gegaan. Toen hij thuis kwam, zei hij: Dát is het. Ik was toen een jaar of zes. Paauwe sprak in die tijd in een zaal aan de De Ruyterstraat en in een zaal van het CJMV-gebouw aan de Prinsegracht.
Tussen Paauwe en Breunesse klikte het. „Mn vader was ontzettend stil, maar met ds. Paauwe kon hij praten. Ik was een bleu jochie en zat stil naar hun gesprekken te luisteren. Op een keer wendde ds. Paauwe zich tot mij, keek me strak aan, en vroeg: Bart, ga jij graag naar de kerk? Waarop ik antwoordde: Dat wel dominee, maar ik begrijp niet alles wat u zegt. Toen begon hij te glimlachen, en zei: Ik begrijp niks! Daar bleef het bij. Het was mijn eerste bewuste gesprek met dominee Paauwe.

Catechisatie
In de oorlogsjaren werd de band tussen het echtpaar Paauwe en het gezin Breunesse nog hechter. De predikant dreigde zijn woning te verliezen, door de aanleg van de Atlantikwall. Afgesproken werd dat hij in dat geval bij zijn vrienden in zou trekken, maar het liep anders. Het bombardement op het Bezuidenhout, in maart 1945, verwoestte de woning van Breunesse. Paauwe wist een nieuw onderkomen te regelen, aan de Van Blankenburgstraat, waar hij zelf woonde. „Vanaf die tijd kwam hij veel bij ons over de vloer.
Net als zijn vader kreeg Bart grote waardering voor de prediking van ds. Paauwe. „Hij was ernstig en origineel. Tussen de zinnen rustte hij even. Dan kon hij nadenken over wat hij verder wilde gaan zeggen, en wij konden dan wat we hadden gehoord even overdenken. Zijn preken hadden een diepgang zoals ik later nooit meer bij iemand ben tegengekomen.
Voor regulier catechiseren had de Haagse prediker, die door het hele land voorging, geen tijd. „Hij combineerde de catechisatie met de dienst op woensdagavond. Het huiswerk overhoorde hij aan het slot van de preek, vanaf de kansel. Je moest zorgen dat je het antwoord wist.

Levensernst
De meest opvallende trek van ds. Paauwe was voor Breunesse zijn diepe levensernst. „Hij was altijd met de geestelijke zaken bezig. Als er bij ons een verjaardag was, ging geen mens ongewaarschuwd weg. In een gesprek dat mijn grootmoeder uit Zeist met hem had, zei ze op een gegeven moment: Ja, het moest wel zo zíjn. Waarop ds. Paauwe antwoordde: Nee, het moét zo zijn.
In zijn studentenjaren gingen Bart Breunesse geregeld bij ds. Paauwe op bezoek. „Het viel me altijd op hoe breed zijn kennis was. Niet alleen op theologisch en kerkelijk, maar ook op politiek en maatschappelijk gebied. Hij had veel interesse voor mijn studie in Delft. Nog meer voor de gespreksgroep waaraan ik deelnam, waaruit later het dispuut Johannes Calvijn van de CSFR is ontstaan. Hij wilde precies weten wat we daar behandelden.
Toen ik eens aangaf dat we het over de pluriformiteit van de kerk hadden gehad, was zijn korte reactie: De kerk ís niet pluriform. Dat we elke keer een hoofdstuk uit de Institutie van Calvijn behandelden, had wel zijn goedkeuring. Dat noemde hij een uitstekend middel tegen de valse leer van deze tijd. Aan het bestuderen van de Institutie heb ik heel mijn leven steun gehad. Daarin vond ik de opvattingen van ds. Paauwe bevestigd.

Organist
De zalen waar Paauwe voorging, zaten afgeladen vol. In later jaren preekte hij in Den Haag ook in de Waalse kerk. Piet Balyon (70) genoot ervan als die de menigte amper kon bevatten. Zeker wanneer hij als vervangend organist de samenzang mocht begeleiden, op het prachtige Cavaille-Coll orgel. „Op doordeweekse feestdagen zaten er zon duizend mensen. Het is niet zon grote kerk, dus het gebouw barstte bijna uit zn voegen.
Als Balyon moest spelen, gaf de predikant de avond ervoor via de telefoon de psalmen door. Kort en krachtig. „Hij was zakelijk en nuchter. Van mensen die een vroom praatje met hem wilden aanknopen, moest hij al helemaal niets hebben. Uit jezelf begon je niet snel een gesprek met hem. Het was een eerbiedwaardige persoon, tegen wie je hoog opzag.
Echtgenote Ankie kende haar predikant alleen door de wekelijks verkondiging. Een persoonlijke ontmoeting had ze nimmer met hem. Zelfs op zijn verjaardag niet. „Dan kwam alleen een geselecteerd gezelschap op bezoek. Zijn tweede vrouw, die eerst huishoudster bij hem is geweest, schermde hem zo veel mogelijk af. Waarschijnlijk omdat hij dat zelf wilde.

Siebelink
Het beeld dat Jan Siebelink in zijn roman Knielen op een bed violen van ds. Paauwe en de kring om hem heen geeft, strookt volgens de oud-directeur van de Haagse stichting Vervoer Gehandicapten in geen enkel opzicht met de werkelijkheid. „Paauwe was een aristocratische figuur, die buitengewoon to the point en actueel preekte. Hij hield zich op de hoogte van alle maatschappelijke ontwikkelingen, en dat hoorde je in zijn preken. In niets leek hij op de ongeletterde oefenaars die Siebelink beschrijft. In tegendeel, Paauwe vond dat elke predikant een gedegen academische opleiding moet hebben en adviseerde ons om Tolstoj te lezen. Hij vond het maar niets dat oefenaars zonder enige studie her en der uit preken gingen.
Wat Ankie Balyon nu vooral treft in de preken van Paauwe, is zijn profetisch inzicht. „Soms zitten we op onze stoel genageld. Destijds was iedereen bang voor de communisten, maar ds. Paauwe zei in een preek die hij hield in de jaren van de Koude oorlog: Voor het communisme hoeft u niet te vrezen. Dat komt ten val, want het heeft God tegen. Maar verblijd u daar niet in, want als het valt, wordt het er niet beter op. Daarna komt de chaos. Vandaag zie je die woorden letterlijk bevestigd. Zo had hij meer opmerkelijke uitspraken die we nu vervuld zien.

Eenzame hoogte
De dag waarop Bart Breunesse zijn ingenieursdiploma kreeg, vijftig jaar geleden, overleed ds. Paauwe. „De glans was er voor mij meteen af. Op zijn studeerkamer lag de verklaring van de brief aan de Romeinen door Maarten Luther geopend. Dat was kenmerkend voor zijn leven. Tientallen jaren heeft hij het Nederlandse volk opgeroepen tot terugkeer naar de leer van de Reformatie.
Nog altijd staat ds. Paauwe voor de civiel ingenieur op eenzame hoogte. „Beza zegt in zijn levensbeschrijving van Calvijn: Het is een leven dat makkelijker te beschimpen dan na te volgen is. Ik ben Beza niet en dominee Paauwe was Calvijn niet, maar die zin is zeker ook op hem van toepassing. Als andere predikanten overlijden, is er ook verdriet, maar dan bemerk je bij de mensen het gevoel: Gelukkig zijn er nog anderen die preken als hij. Dat ontbrak bij ons.
Na de dood van ds. Paauwe las Breunesse op zondag zijn ouders onder andere voor uit diens preken. Eén keer per zondag bezocht hij een kerkdienst. Het rigoreuze oordeel van de Haagse prediker over mede-predikanten en gevestigde kerken had hij niet overgenomen. „Ik zeg het met voorzichtigheid, maar daarin ging hij volgens mij te ver. Wel deelt de gepensioneerde ingenieur ten volle de theologische inzichten van de predikant onder wie hij opgroeide. „Net als ds. Paauwe kom ik in de Bijbel maar twee soorten mensen tegen: rechtvaardigen en goddelozen. Geen tussensoort. Er worden geen halfbekeerden, maar goddelozen gerechtvaardigd. Het zijn geen levendgemaakten, maar doden die de stem van God zullen horen.

Architect
Tegenwoordig blijft Breunesse de meeste zondagen thuis, waar hij preken leest van ds. Paauwe, Van der Groe, Smytegelt en Kohlbrugge. Zonder die situatie te verheerlijken. „Thuislezen heeft iets eenzaams. Daarom ga ik af en toe nog naar de kerk, omdat ik het niet laten kan. Wat dat betreft ben ik geen echte Paauweaan. De kerkgang is geen overbodige luxe. Zit ik bijvoorbeeld in de kerk van Garderen, en er wordt massaal en eerbiedig gezongen, dan gaat daar wat van uit. Bovendien hoor je dingen die echt het ter harte nemen waard zijn. Ik heb nooit meer iemand gehoord met zon inzicht in de Bijbel als ds. Paauwe, maar dat is geen reden om alle andere dominees af te schrijven. Niet elke architect is een Michelangelo.
Wel houdt Breunesse er moeite mee als predikanten die zich een geestverwant van Calvijn noemen, opvattingen verkondigen die haaks op de leer van de Reformatie staan. „Wat Calvijn, Van der Groe, Kohlbrugge en Paauwe preekten, vind je overduidelijk in de hele Bijbel terug. Ieder die gelooft, al is dat geloof nog zo zwak, is rechtvaardig voor God. De opvatting dat je levendgemaakt kunt zijn maar nog niet gerechtvaardigd, kom je nergens tegen. Ook in de kanttekeningen bij de Statenvertaling niet. Ik heb me er meer dan eens over verbaasd dat predikanten die terecht de Statenvertaling roemen, beweren dat Ruth met haar keus op de grens van Moab nog niet gerechtvaardigd was. Dan denk ik: Wat ís dit? De korte inhoud en de kanttekeningen bij het boek Ruth geven aan dat Ruth al in Moab bekeerd was tot de ware religie, tot de ware God en de gemeenschap Zijner kerk. Het zou een zegen zijn als alle predikanten hun opvattingen eens zouden toetsen aan de kanttekeningen en aan de institutie van Calvijn.

Godsvreze
Piet en Ankie Balyon sloten zich na de dood van ds. Paauwe aan bij de hervormd-gereformeerde gemeente van Rijswijk. Tegenwoordig kerken ze regelmatig in de vrije gemeente die samenkomt in de Plantagekerk te Schiedam. Met waardering, maar het heimwee naar ds. Paauwe blijft. „De bevindelijke prediking is naar onze mening dun gezaaid, verzucht Balyon. „Dat zeg ik niet om dominee Paauwe op een voetstuk te zetten, want we lezen ook preken van McCheyne, Gray, Van der Groe en Kohlbrugge. Dan hoor je een zelfde geluid.
Onder de volgelingen van ds. Paauwe is volgens Ankie Balyon nog maar weinig over van de geest van de eenzame prediker. „Het zijn óf fundamentalisten, óf ze lezen nog wel zijn preken maar doen verder nergens meer aan. Terwijl ze neerkijken op mensen die wel naar de kerk gaan.
„Thuislezen is op zich geen verkeerde zaak, vindt Balyon, „maar het vraagt een ijzeren discipline. Nog belangrijker is het dat het voortkomt uit echte godsvreze. Mijn vader was een begenadigde man, dat voelden we als kinderen heel goed. Er ging wat van hem uit. Als hij de preek had gelezen, sprak hij daarover met ons door. Dat maakte indruk. Wordt het preeklezen een wettisch ritueel, dan moet je er niet van opkijken dat er van je gezin niets overblijft. Wij zullen mensen nooit ontraden om naar de kerk te gaan. Wel zeggen we: lees de geschriften van mensen als Van der Groe, Kohlbrugge en Paauwe erbij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 2006

Terdege | 92 Pagina's

Heimwee naar dominee Paauwe

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 2006

Terdege | 92 Pagina's