Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een emmer vol muntstukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een emmer vol muntstukken

ZGG-administrateur Kees Corbijn: „Nikkelen series met de beeltenis van koningin Juliana brengen in de handel meer op dan de euro-omruilwaarde''

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zijn bureau liggen zakjes met Hollandse guldens, kwartjes, dubbeltjes, stuivers en centen. In nikkelen en zilveren uitvoering. Ertussen bevinden zich opgevouwen bankbiljetten. En niet te vergeten buitenlandse muntstukken. „Afkomstig uit de hele wereld, zegt Kees Corbijn, bij het zendingsbureau van de Gereformeerde Gemeenten verantwoordelijk voor een „laatste inzamelingsslag.''

De administrateur houdt zich regelmatig bezig met het sorteren van oude munten. Hij toont een zorgvuldig dichtgeplakte plastic houder, gestuurd door de zendingscommissie in een dorp op een van de Zuid-Hollandse eilanden. Op het papier aan de buitenkant staat vermeld hoeveel munten de koker precies bevat.
Ernaast ligt een oude sigarendoos. Het antiek aandoende kartonnen geval, ooit vol met dikke Agios, is gevuld met kleine zakjes muntstukken en enkele bankbiljetten. „Dit is vandaag binnengekomen, glundert de administrateur van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Hij wist dat het kwam, had al een telefoontje gehad. „Uit een nalatenschap.
Corbijn heeft nog niet alles uitgezocht maar zijn kennersoog ontdekte al snel een hoeveelheid halfjes (halve centen), zinken munten uit de Tweede Wereldoorlog en complete series zilveren rijksdaalders en guldens. „En nikkelen series met de beeltenis van koningin Juliana. Van zon kwaliteit dat ik ze niet zomaar inlever bij de Nederlandsche Bank. Die brengen in de handel wel meer op dan de euro-omruilwaarde.

Vele kleintjes maken één grote
Guldens, kwartjes, dubbeltjes en stuivers uit het tijdperk dat er nog geen euro was, kunnen nog worden ingeleverd. Tot de laatste dag van dit jaar accepteert De Nederlandsche Bank (DNB) de Hollandse florijnen tegen een bedrag van 45 eurocent per stuk. Daarna is het echt voorbij en is de guldenbezitter aangewezen op de handel, die zich vermoedelijk baseert op de nikkelprijs.
Voor de Nederlandse bankbiljetten -velen denken nog met weemoed terug aan de Hollandse tientjes- is de bezitter wat meer tijd gegund. Die kunnen tot 1 januari 2032 worden ingeleverd. Om de Nederlander te bewegen de munten te gelde te maken, zijn sinds 1 oktober ook de postkantoren betrokken bij de inleveractie, die zich de afgelopen jaren beperkte tot de balies van het hoofdkantoor en enkele bijkantoren van DNB.
ZGG startte onder haar achterban al eerder een actie om de oude munten ten gunste van het zendingswerk in te leveren. „Wij zijn blij met elk dubbeltje of kwartje. Vele kleintjes maken één grote, is ons motto, zegt Corbijn.
De inzamelingsactie is een vervolg op een eerdere actie ten tijde van de invoering van de euro. Vanaf begin 2002 tot medio 2003 werd er voor een kleine 30.000 euro opgehaald. Een geweldig bedrag, vindt de administrateur van ZGG, die verheugd is over het verloop van de huidige inzamelingsactie. „We zijn gestart rondom de zendingsdag in juni en hebben nu ongeveer 6500 gulden, een kleine 3000 euro, binnen.
Hij denkt met genoegen terug aan de wijze waarop de inzameling die dag verliep. Van alle kanten sjouwden de leden van de zendingscommissies zakjes met oude muntstukken naar het Veemarktcomplex in Utrecht. „Er was zelfs een volle emmer bij.

Buitenlands geld
Sinds die tijd blijven de munten binnenstromen. „En niet alleen guldens, dubbeltjes of kwartjes. Ook bankbiljetten. Sommige zijn erg oud. Pas had ik een biljet van 100 gulden van voor 1953 in mn handen. Met de beeltenis van Erasmus. Daarnaast komen er uit stoffige hoekjes veel guldens te voorschijn uit de periode vóór het nikkel.
Corbijn, zelf muntenkenner en verzamelaar, zoekt alles precies uit en weet de stukken op waarde te schatten. Zilveren guldens, die niet meer kunnen worden ingeleverd, verkoopt hij aan een handelaar. „Ik heb iemand gevonden die er 1,18 euro voor geeft. Bijzondere jaartallen en series houdt hij achter en maakt hij apart te gelde. „Zelf koop ik ook wel bepaalde stukken. Natuurlijk tegen de marktwaarde en in overleg met een collega, zodat iedereen weet wat ik aanschaf.
De meeste muntstukken worden meegegeven tijdens bezoeken aan de vergaderingen van de regionale zendingscommissies. „Maar het komt op vele manieren tot ons, wordt meegeven of zelfs opgestuurd. Corbijn verbaast zich erover hoeveel oud geld uit talloze laatjes te voorschijn komt. „Men zal het niet hebben gemist. Het geeft aan dat velen er gemakkelijk mee omgaan. Een andere verklaring is dat sommige mensen in 2002 nog maar moeilijk afscheid van de guldens konden nemen. Vervolgens zijn de munten in de jaren daarna in de vergetelheid geraakt.
Corbijn meent dat het nu de tijd is om van de niet-verzamelobjecten afscheid te nemen. „Straks is het echt de vraag hoeveel de munten nog waard zijn.
Tussen de munten bevindt zich ook buitenlands geld, waarvan de waarde niet altijd exact is vast te stellen. „Ieder land kent daarvoor zijn eigen regels. Meestal zijn deze munten weinig waard. De ZGG-administrateur bundelt de buitenlandse muntstukjes en verkoopt ze per kilo aan de handel. „Voor ons is alles meegenomen. We zien dit als een extraatje. Eigenlijk is het ondertussen al een behoorlijk extraatje.''


Inleveren tot 1 januari
Er is nog voor vele honderden miljoenen euros aan guldenbiljetten in omloop, hoewel die sinds de invoering van de euro op 1 januari 2002 geen wettig betaalmiddel meer zijn. Naar schatting gaat het om een bedrag tussen de 400 en de 500 miljoen. Daarnaast circuleren er nog drie en een half miljard muntjes, die samen een kleine 500 miljoen euro waard zijn.
Iedere dag worden er bij de balies van DNB munten en bankbiljetten ingewisseld tegen euros. Voor biljetten kan dat nog tot 1 januari 2032.
Voor het inleveren van de muntstukken begint de tijd te dringen: dat kan tot en met 31 december van dit jaar. Het gaat om geld dat ten tijde van de invoering van de euro officieel in omloop was, dus niet de zilveren guldens, waarvan de productie in 1976 werd gestaakt.
Per 1 januari worden de guldens, kwartjes, dubbeltjes, stuivers en centen overgegeven aan het vrije spel van de marktwaarde. De verwachting is dat de nikkelen en koperen stukjes dan flink in waarde zullen dalen, omdat nikkel weinig waard is. De verzamelwaarde van de meeste guldenmunten is door hun enorme oplage nihil.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 2006

Terdege | 108 Pagina's

Een emmer vol muntstukken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 2006

Terdege | 108 Pagina's