Teruggebracht uit de doodsvallei
Piet Baarssen: „Elke dag die ik nu ontvang, ervaar ik als genadetijd''
Het beslechten van een ruzie bracht Piet Baarssen aan de rand van het graf. Na het lichamelijke trauma, door een levensgevaarlijke messteek, volgde een juridische martelgang. Nog altijd hoopt de Urker middenstander op een brief van de dader. „Zolang dat niet gebeurt, is de cirkel voor mijn gevoel niet rond.''
Zaterdagavond 26 juli 2003 staat met onuitwisbaar schrift in het geheugen van Piet Baarssen gegrift. „Het was een geweldig mooie avond, het zonnetje scheen. We hebben nog een klein meisje, daarmee gingen we na het eten een rondje fietsen.
Op de terugweg wordt het drietal geconfronteerd met een vechtpartij, aan de haven. „Van nature hou ik er niet van om me met zulke dingen te bemoeien, maar mijn vrouw zei: Dat kun je niet maken, Piet, er ligt er al een in de haven. Een ander lag op de grond met een bloedende neus. Je kon zien dat de verantwoordelijke persoon een geroutineerde vechter was.
Voor Baarssen is dat geen bezwaar. „Ik heb mn hele leven gesport, jaren op judo en karate gezeten en meerdere keren meegedaan met het kampioenschap voor de sterkste man van Nederland. Rustig liep ik naar die man toe en vroeg hem te stoppen, maar hij was niet voor rede vatbaar. Met veel kabaal begon hij ook op mij te rammen. Dan moet er wat gebeuren. Twee klappen heb ik gegeven. De eerste miste, met de tweede was het meteen over. Later bleek dat het een Utrechtse woonwagenbewoner was, die met zijn zoon slaags was geraakt met een paar Urker jongens. Zijn vader en moeder lagen hier met een bootje in de haven
Messteek
Als de Urker jongens zich uit de voeten maken, is de zaak wat Baarssen betreft afgehandeld. „Ik zette mn kleine meid weer op de fiets, om nog even een ijsje te gaan kopen. Dat had ik haar beloofd.
Na een paar minuten voelt de Urker, eigenaar van een visspecialiteitenzaak, zich niet goed worden. „Mn hart ging heel raar te keer. Op hetzelfde moment realiseert hij zich dat zn blouse aan zijn lichaam plakt. „Ik trok de blouse uit mn broek en keek zo mn buik in. Er zat een enorme steekwond.
Spoorslags fietst het echtpaar naar huis, waar Nellie Baarssen een bevriende huisarts belt. „Die zag meteen dat het niet goed was, en heeft me met zijn eigen auto naar het ziekenhuis in Emmeloord gebracht. Onderweg werd ik steeds benauwder. Die kerel had me dwars door het middenrif heen in de long gestoken, en daarbij ook mijn buikslagader geraakt. Toen ik in Emmeloord aankwam, stond er al drie liter bloed in mijn buik. Ik stikte zowat. Nadat een arts een drain in mijn buik had aangebracht, kreeg ik weer wat lucht.
Middenrif
Omdat aan het ziekenhuis van Emmeloord geen thoraxchirurg verbonden is, wordt de Urker met loeiende sirenes overgebracht naar het universitair ziekenhuis van Utrecht. Tegen alle verwachting komt hij daar levend aan. In een operatie die bijna vijf uur duurt, wordt het middenrif geniet, de long geplakt en de slagader gedicht. „Door de plaats van de wond moet het volgens de politie de man zijn geweest die me heeft gestoken.
Een week ligt Baarssen de Urker in Utrecht, vervolgens nog een week in Emmeloord. Naarmate hij beter gaat beseffen wat er is gebeurd, groeit zijn verontwaardiging. „Iemand wil je zomaar van het leven beroven, zonder te beseffen dat een gezinnetje dan zonder vader verder moet, een bedrijfje zonder baas. Ze doen dat zomaar even. Gewetenloos. Dat maakt je opstandig. Het liefst zou je die man een keer opzoeken, om hem nog eens een klap te geven. Iets harder. Laat je die gedachte bezinken, dan weet je dat je niet goed bezig bent. De Bijbel leert ons iets anders dan oog om oog, tand om tand.
Zware gang
Zes weken later wordt de dader in Utrecht gearresteerd, op 9 december 2003 ziet Baarssen de man die hem aan de rand van het graf heeft gebracht in de rechtbank van Lelystad terug. „Voor ons was de rechtzaak al maanden aan de gang. Ik was nog maar nauwelijks bij kennis, toen ik al een politieman aan mijn bed had om me te verhoren.
In de rechtzaal proberen de ouders van de dader contact met Baarssen te zoeken. „Wij waren daar toen niet aan toe, maar de mensen kwamen niet verkeerd op me over. Dat moet ik eerlijk zeggen. Voor de rest was het ruw volk, met grote tatoeages. De dader kon ik vooraf op de fotos niet thuisbrengen. Tijdens die vechtpartij had hij lang geblondeerd haar, op de foto was hij kaal. Nellie pakte hem er meteen uit, ik niet. Pas toen hij de rechtzaal binnenkwam, herkende ik hem. Meteen.
Gedurende de zitting zit de Urker met slechts één vraag. Wat brengt iemand ertoe om een mens te vermoorden? „Dat wilde ik heel graag uit zijn eigen mond horen, maar hij ontkende dat hij me had gestoken. In de derde zitting kwam hij met Piet Doedens aan, een van de bekendste advocaten van Nederland. Die veegde met het hele dossier de vloer aan. Ook met ons. Dat is een heel zware gang
Verdraaien
Acht uur aan een stuk wordt de Urker door de topadvocaat verhoord.
„Eerst samen met Nellie, daarna nog een paar uur alleen. Zonder eten en drinken. Je bent slachtoffer, maar je wordt behandeld als dader. Alles wat je gezien hebt, zijn volgens die man denkbeelden. Op een gegeven moment begin je aan jezelf te twijfelen, en zeg je: Nu weet ik het ook niet meer. Zon advocaat is enorm gehaaid in het verdraaien van de feiten. Als hij zijn verhaal in de rechtzaal houdt, heb je pas in de gaten hoe je erin bent geluisd.
Tijdens de zitting typeert de bekende strafpleiter de Urker jongens die bij de vechtpartij betrokken waren als „een opgefokt zooitje, de getuigen als „een arrogant zuipclubje dat afspraken heeft gemaakt. De Urker samenleving is volk dat „na een week op zee het weekeinde vult met zuipen en snuiven en klappen uitdelen aan vreemden.
Baarssen moet het stilzwijgend aanhoren. „Ik had graag wat gezegd, maar dat mocht toen nog niet. Niet dat je de uitslag ermee verandert, maar je kunt dan in ieder geval tegenover de rechter, de dader en diens advocaat je gevoelens van je af praten.
Bijkomend drama
In het voorjaar van 2004 wordt de Utrechtenaar door de rechtbank van Zwolle vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, een oordeel dat wordt overgenomen door de rechtbank van Lelystad. „Vervolgens hoor je niets meer. Dat is een bijkomend drama.
In eigen kring vindt de Urker wel een luisterend oor. „Ik heb een arts en een dominee als vriend. Aan beiden heb ik heel veel gehad. Ds. Van Duijvenbode is met ons mee geweest naar de beslissende rechtzaak. Vooraf heeft hij hier thuis uit de Bijbel gelezen en met ons gebeden. Ik weet nog precies wat hij las. Psalm 43: Doe mij recht, o God, en twist Gij mijn twistzaak. Wordt de dader vervolgens vrijgesproken, dan is dat een zware gang, maar het geeft steun als je de dag op dezelfde manier kunt afsluiten. Met het lezen van een stukje uit de Bijbel en gebed.
In die periode is Van Duijvenbode heel veel bij ons geweest. Achteraf zie je Gods leiding in alles. Dat ik bevriend ben met huisarts Peter Hildering, die op het moment van de steekpartij thuis was. Dat ik door het Urker mannenkoor Crescendo Van Duijvenbode heb leren kennen. Die wilde nadat hij op ons koor was gekomen zo snel mogelijk ons hele repertoire leren kennen. Daarom kwam hij elke week bij ons aan huis een uurtje bij het orgel oefenen. Dan groeit er vanzelf een band. Het ziekenhuis van Emmeloord is twee maanden na die steekpartij gesloten. Zet je al die dingen op een rij, dan kun je alleen maar Gods zorg in je leven zien. Hij had geen lust in mijn dood.
Streep
Hoewel inmiddels drie en een half jaar zijn verstreken, ondervindt Baarssen nog dagelijks de gevolgen van de steekpartij. Vooral tijdens uitvoeringen van Crescendo. „Ik ben al vijftien jaar solist, bariton. Voor het zingen is je middenrif heel belangrijk. Door de verwonding gaat het nu een stuk moeilijker. Ook door het sporten op niveau is een streep gehaald. Dat kan ik niet meer.
Tegelijk ziet de bariton de positieve keerzijde van de traumatische gebeurtenis. „Elke dag die ik nu ontvang, ervaar ik als genadetijd. Ik ben verschrikkelijk dicht bij de dood geweest. Een van de liederen die Crescendo regelmatig zingt, is Blijf bij mij Heer. Het tweede couplet doe ik solo. Daarna zingt dat grote koor achter mij: Als in de doodsvallei ik eens zal staan. Dan moet ik knokken tegen mijn emoties, iédere keer weer. In die doodsvallei héb ik gestaan.
Dat zingen heeft een grote plaats gehad in het verwerken van die gebeurtenis. De verzen hebben ook meer inhoud voor me gekregen. Als ik nu Groot is Uw trouw, o Heer zing, weet ik dat dat echt zo is. In alles denk en spreek ik over voor en na. Voor en na die bewuste zomeravond. Ik sta anders tegenover mn vrouw, anders in mijn gezin, anders in de kerk, anders voor het koor.
Verwachting
De gevoelens van wrok ten opzichte van de dader maakten plaats voor verwachting, op hoop tegen hoop. Dat de dader op een dag toch zijn schuld erkent. „Ik kijk soms naar de deurmat in de hoop dat er een brief van hem ligt. Dat gevoel wordt eerder sterker dan zwakker. Niet dat ik uit ben op zijn veroordeling. Ik heb me neergelegd bij het feit dat hij is vrijgesproken door de aardse rechter. Eenmaal komt hij voor de hemelse rechter, dan heeft een slimme advocaat geen zin.
Ik hoop op die brief om voor mezelf een punt achter de geschiedenis te kunnen zetten. Al zou hij maar zeggen dat het hem spijt. Zolang dat niet gebeurt, is de cirkel voor mijn gevoel niet rond. Haatgevoelens heb ik niet. Ik ben ervan overtuigd dat er niets gebeurt buiten Gods wil. Hij heeft er Zijn bedoeling mee gehad. Voor dat ongeval deed ik s morgens snel een schietgebedje, daarna was ik meteen druk met alle dingen van de dag. Dat is veranderd. Ik eigen mezelf niks toe, maar nu begin ik de dag met een dagboekje en dank ik de Heere dat ik er nog mag zijn. Elke dag is een geschenk.
Impact
Begin november verleende Baarssen zijn medewerking aan het programma Spreken over schuld (SOS), opgezet door Gevangenenzorg Nederland. „In de gevangenis van Zoetermeer houden ze met gedetineerden acht bijeenkomsten rond dat thema. Voor één van die bijeenkomsten wordt een slachtoffer uitgenodigd.
Vooraf vraag je je af hoe de gevangenen op je verhaal zullen reageren. Tot mijn grote vreugde kon je een speld horen vallen. Ik heb verteld wat me is overkomen, hoe ik dat ervaren heb, wat het heeft betekend voor mijn gezin, hoe God voor ons heeft gezorgd.
Na mijn verhaal viel er een stilte. Ik had verwacht dat ze zouden zeggen: Nou jongens, koffie, maar dat was niet het geval. Ze kwamen met heel veel vragen. Hoe ik nu tegenover de dader sta, hoe het met mijn gezin gaat? Een jongen met wie ik nog wat heb nagesproken, heeft zijn eigen vrouw vermoord. Een ander vertelde me dat hij in de gevangenis Jezus heeft leren kennen. Met een hoofd vol indrukken ging ik weer naar huis.
Voor mij was het heel goed om aan dat programma mee te werken. Zonder dat je het in de gaten hebt, sla je allerlei ervaringen en gevoelens op. Door ze te uiten, wis je ze als het ware. Net als een computerschijf die te vol is. Na afloop van die bijeenkomst was ik enorm moe. Dan merk je hoezeer die gebeurtenis je toch nog bezighoudt. Helemaal verwerken doe je zoiets nooit. Daarvoor is de impact te groot geweest. Het gevoel in die ziekenauto dat je gaat sterven, en dan het ontwaken na de operatie, met het gezicht van Nellie boven me. Het eerste wat ik dacht, was: Heere, dankuwel dat ik er nog ben. Dat vergeet je nooit meer.''
Volgende keer: Incestslachtoffer Maria: „We hoeven toch niet barmhartiger te zijn dan God?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 december 2006
Terdege | 172 Pagina's