Een ijverig God
Er zijn woorden over de HEERE die we op de klank af wel kennen. Toch kan het zo zijn dat we er een verkeerde gedachte over hebben. Een voorbeeld is de uitdrukking dat de HEERE een ijverig God is. Een woord dat soms wel vervangen wordt door naijverig of jaloers. Is dat juist? En wat heeft het jou te zeggen?
Als wij het woord ‘ijverig’ gebruiken, dan bedoelen we meestal dat iemand zich ergens echt voor inzet en hard werkt. Niet lui, dat is ijverig. Maar dat wordt in ieder geval niet bedoeld als de HEERE Zichzelf een ‘ijverig God’ noemt (zoals je iedere zondag hoort na het eerste en tweede gebod!). Het woord ‘naijver’ is ook geen alledaags woord. In ieder geval geen woord dat jullie zullen gebruiken. Dat geldt wel voor het woord ‘jaloers’. Toch doet zich dan een probleem voor. Heb je ooit als een compliment gezegd van iemand: ‘joh, die is tenminste jaloers!’? Het lijkt me van niet. Het heeft de betekenis dat je een ander iets of iemand niet gunt, hem of haar z’n plek in de klas of op je werk niet gunt en niet uit kan staan dat... (vul maar in). In de Hebreeuwse taal wordt daarom nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen menselijke en goddelijke ‘ijver’.Wat bij mensen een negatieve uiting is, die zo af en toe de kop op steekt of zelfs een karaktereigenschap is, is dat niet bij God. De HEERE misgunt ons niets! Of heb jij daar nog altijd andere gedachten over...?
Zijn recht op je leven
Een tekst die licht laat vallen op de betekenis van het woord ‘ijver’ vind je na de zonde van het volk Israël met het gouden kalf (2e gebod!): „Want gij zult u niet buigen voor een andere god; want des HEEREN Naam is IJveraar! een ijverig God is Hij.” (Exodus 34:14) Binnen het kader van het verbond van God komt de ‘ijver’ van de HEERE ter sprake als het volk de ‘verbondsregels’ overtreedt. Het woord ‘ijverig’ heeft te maken met Gods heiligheid. Wie Gods eer en Gods Naam aantast, krijgt te maken met de reactie van God door middel waarvan Hij Zijn rechten handhaaft. Dan gaat het ‘vuur van God’ (Exodus 3) branden. Dat de HEERE een ‘ijverig God’ is, wil dus zeggen dat Hij Zijn absolute aanspraak op je leven laat gelden, dat we Hem alléén en Hem helemaal behoren te dienen. Het gaat om het handhaven van Zijn recht dat Hij op ons leven heeft. Nu wordt wel eens verwezen naar het huwelijk als voorbeeld. Een man kan het niet uitstaan als zijn vrouw het met een ander houdt, en omgekeerd. Dan is zo iemand jaloers. Toch klopt dat niet helemaal.Want Gods ‘jaloersheid’ waarvan sprake is als Zijn ‘vrouw’, Zijn volk, er met anderen, afgoden, van door gaat, treft niet Zijn rivalen (de afgoden), maar is juist gericht op Zijn ‘vrouw’. Dat heeft te maken met het eigendomsrecht dat Hij op Zijn volk heeft. Maar juist deze ‘ijver’ wordt ook geopenbaard als Hij het voor Zijn ‘vrouw’, Zijn volk, opneemt tegenover vreemde, vijandige volkeren. Dan is de ‘ijver van de HEERE’ juist de bron van Zijn handelen tot heil en redding van Zijn volk. Denk aan Jesaja 9:6, als het gaat over de verlossing uit de duisternis door het licht en dat door middel van ‘een Kind is ons geboren’. Dan staat er dat Zijn volk en dat Zijn vijanden zullen weten dat de ‘ijver van de HEERE der heirscharen’ dit doen zal.
Een ijverig leven!
Deze ijver van God is gebleken in de ijver voor God in het leven van Zijn Zoon. ‘De ijver van Uw huis heeft mij verslonden.’ In dat licht dienen we de reiniging van de tempel te lezen. Als God Zijn recht handhaaft door middel van Zijn Zoon. Het vuur van Gods ijver brandde in het bijzonder op Golgotha. Daar spaarde Hij zelfs Zijn eigen Zoon niet. Tegelijk blijkt in het leven van Jezus, de Zoon van God, dat het enige leven dat past bij een ‘ijverig God’ een ‘ijverig leven’ is. Een leven van volkomen toewijding, van zelfopoffering en overgave. Dat wordt de reactie in ons leven als de eer van de HEERE ons lief geworden is. Dan willen we ook in woord en levenswandel de rechten van onze Koning handhaven. Niet door middel van het zwaard. Ook niet om onszelf ermee te dienen, want zo kun je ook heel ijverig zijn in de godsdienst. Nee, dan leer je ook iets van de lijfspreuk van Calvijn kennen: ‘Laat mij maar verteerd worden, als ik maar nuttig ben.’ De God Die tot jou spreekt, de God van je doop, is een ijverig God. Of ben je dat eigenlijk vergeten...?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 januari 2007
Terdege | 100 Pagina's