Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duik in een onderzeeër in het Marinemuseum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duik in een onderzeeër in het Marinemuseum

4 minuten leestijd

Onderzeeboot de Tonijn is sinds 1994 een bekende attractie in het Marinemuseum. De drie-cylinder-onderzeeër van de Potvisklasse behoort tot het type dat tussen 1960 en 1991 de kern vormde van de Nederlandse onderzeedienst. Wie wil, kan in Den Helder kennis komen maken met het vernuftige vaartuig.

Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Nederland weer eigen onderzeeboten in de Dolfijnklasse. Hiertoe behoren de Dolfijn, Zeehond, Potvis en Tonijn. De Dolfijn is het beroemde ontwerp van de Nederlandse ingenieur M.F. Gunning. Hij ontwikkelde het drie-cylinder-principe. Door deze constructie verbeterde de stabiliteit en kon de onderzeeër dieper duiken dan leeftijdgenoten. De Tonijn is de laatste van de vier. De kiel werd gelegd op 26 oktober 1962. De tewaterlating volgde op 14 juni 1965. Het vaartuig kwam officieel in dienst op 24 februari 1966. Tot in 1991 werd de Tonijn ingezet bij eskaderreizen en operationele missies.

MAN-motoren
Een paar cijfers: De Tonijn is bijna tachtig meter lang en 7,80 meter breed. De hoogte is, bij een maximaal uitgeschoven periscoop, 18 meter. Zoals het gevaarte nu op de wal staat, weegt het een miljoen kilo ofwel 1000 ton. Voor de voortstuwing boven water dienden twee MAN-viertaktmotoren van 1250 PK. (MAN staat voor Maschienenfabrik, Augsburg, Neurenberg.) De elektromotoren voor de onderwatervaart werden gevoed door 2 x 168 accucellen onder in het ruim. Na een aantal jaren werden ze vervangen en gingen ze als noodaggregaten dienst doen in een ziekenhuis. Een elektromotor leverde 2200 PK. Onder water werd dus sneller gevaren dan boven water.

Zuurstofvoorziening
De bemanning bestond uit 67 koppen, allen officieren. In die tijd hadden alle opvarenden een specialisatie, niemand was gewoon matroos. Uiteraard werd gewerkt in ploegendiensten. Zes uur op, zes uur af. Dus werd er tweemaal daags gekookt.
Is de gewone marinekeuring al behoorlijk pittig, de selectieprocedure voor de onderzeevaart doet daar nog een schepje bovenop. Kameraadschap staat hoog genoteerd en niemand mag last hebben van claustrofobie. De bemanning moet dan ook een reis onder water van vijf tot zes weken kunnen volhouden. Het is passen en meten aan boord en toch heeft iedereen een eigen bed, kastje en bergingsplaats onder de kooi.
De bemanning kan ongeveer 72 uur onder water blijven. Zonodig kan de lucht gezuiverd worden door koolstofgordijnen, Bij calamiteiten worden zuurstofkaarsen ontstoken. Bovendien zijn er zuurstofflessen aan boord.
Een onderzeeër zweeft als het ware in de oceaan. Dan zijn de ballasttanks gevuld met water, waardoor de lucht eruit verdwenen is, en komt het vaartuig niet vanzelf bovendrijven. Het principe is te vergelijken met een conservenblik dat aan één kant open is. Aan de andere kant zit een klepje. Zet het blik nu met de open kant op het water en doe het klepje open. De lucht verdwijnt uit het blik en het zakt naar beneden. Vervolgens sluit je het klepje en het blik komt niet bovendrijven.
Met behulp van cilinders, voortstuwing en duikroeren kan een onderzeeboot weer omhoog komen. Het water wordt met perslucht uit de ballasttanks geblazen, waardoor er weer lucht in komt en het schip weer drijfvermogen krijgt.

16 torpedos
De kracht van een onderzeeër is zijn onzichtbaarheid. Tijdens een missie vaart hij overdag onder water. s Nachts waagt men zich soms boven water. De bemanningsleden hebben verschillende taken: inlichtingen vergaren, mariniers aan land brengen en vijandelijke (onderzee)boten buiten gevecht stellen.
Een onderzeeër op veertig tot vijftig meter diepte is onbereikbaar voor de radars van vliegtuigen. Er zijn tal van technische snufjes aan boord, zoals (passieve) sonars en radardetectors, waarmee vijanden en andere radars gelokaliseerd kunnen worden. De sonaroperators zijn constant aan het luisteren. Echos van schroefgeruis verraden waar de vijand is of geven een indicatie. Er zijn diverse navigatiesystemen, maar ook zeekaarten, dieptemeters en kompassen. Een kompas werkt ook onder water.
Vaart de Tonijn 200 meter diep (de maximale duikdiepte in vredestijd), dan zit de waterdruk op 20 atmosfeer. Dat is zegge en schrijve 20 kilo per vierkante centimeter. Het vaartuig gaat dan zweten. Het vocht wordt opgevangen door houten schotten. Spioneren met de Tonijn ging redelijk geruisloos. Er waren 16 torpedos aan boord, het enige geschut.
Als een onderzeeboot op missie is, moet hij elke 24 uur rapporteren. Zodra men vermoedt dat er een vermist wordt, komt een enorme opsporings- en reddingsoperatie op gang.
Met dank H. Visser van het Marinemuseum.


Informatie
Adres: Marinemuseum, Hoofdgracht 3, 1781 AA Den Helder, tel. 0223-657534; www.marinemuseum.nl.
Geopend: van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, op zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur. Van november t/m april op maandag gesloten (m.u.v. schoolvakanties).
Entree: € 4,50; 5 tot 15 jaar € 2,30; 65+ en CJP € 4,00; tot 5 jaar en MJK gratis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's

Duik in een onderzeeër in het Marinemuseum

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's