Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebedshulp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebedshulp

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Aäron zal daarop aansteken welriekende specerijen. Exodus 30: 7a

Soms weet een mens niet meer hoe hij bidden moet. Immers, niet elk bidden is voor God aangenaam. De Schrift stelt daar bepaalde eisen aan, zo belijden wij met het antwoord op vraag 117 van de Heidelbergse Catechismus.
Ik noem een paar van die punten.
Wanneer we ons richten tot de allerhoogste Majesteit, dan moeten we onze plaats kennen. De nederige plaats van een verbroken hart. Verder moet de inhoud van ons bidden overeenstemmen met Zijn wil. En ook is er geloof nodig. Het geloof dat God een Beloner is van die Hem zoeken.
Wanneer we onszelf spiegelen aan zulke vereisten, dan kan een zekere moedeloosheid ons overvallen. Wie kan er nog bidden? Want er staat in onze wensen vaak nog zoveel bóven de Naam en de Zaak van de Heere. Onzuivere gedachten dringen zich tijdens het gebed aan ons op. En dan al die woorden!
Zolang daar een hoogmoedig hart achter schuilt, is ook de prachtigste aaneenschakeling van bijbelse termen als een stank in Gods neus.
Hoe durven wij toch te spreken tot de heilige God?
Maar nu heeft de HEERE voor deze verlegenheid een voorziening getroffen! Die voorziening is onder het oude verbond aanschouwelijk gemaakt. Mozes kreeg opdracht de tabernakel te maken. En in dat heiligdom moest een gouden altaar komen te staan, vlak vóór het voorhangsel. Dus vlak voor de ark der getuigenis, waarboven de HEERE troonde. En dan nam de priester in een vuurpan gloeiende kolen van het brandofferaltaar. Vervolgens deed hij in het Heilige daar een speciaal mengsel van heerlijk geurende specerijen bij, samen met een hoeveelheid wierook. Geurige dampen verspreidden zich.
En zo zette de priester het op het reukofferaltaar. Iedere ochtend en iedere avond.
Het reukoffer tekent voor ons de dienst der gebeden uit. Let u vooral ook op de priester. Tussen het biddende volk buiten in de voorhof enerzijds en de troon van God binnen in het Heilige der heiligen anderzijds is daar de priesterdienst.
Wat doet de priester? Met het reukwerk zuivert hij de gebeden tot een aangename geur. En hij brengt het op een gouden altaar voor Gods aangezicht. Want daar wil de HEERE het hebben. De heilige geur dringt door het voorhangsel heen. En - wonder van genade - zo is het Hem aangenaam!

Heeft u ook een priester? Voor Aäron was de priesterdienst een opdracht. Maar het gold ook als belofte. Die hele tabernakeldienst is een afbeelding van wat komen zou. Eens zal het ten volle werkelijkheid zijn, wat Johannes werd aangekondigd: ‘Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen.’ Hoe is het mogelijk: dat de heilige en almachtige God tussen de mensen in zal wonen! Hoe gaat Hij dat doen? Nu, dat zien we uitgetekend in al de voorschriften van de tabernakel.
Heeft u ook een priester? De dienst der gebeden door Aäron en zijn zonen was een belofte. Zo zou het gaan. En de gemeente van Christus belijdt met de Hebreënbrief: Ja, wij hebben een grote Priester, de Bedienaar van de ware tabernakel.
Kent u Hem? Het is Jezus! Hij zuivert onze gebeden. Hij schenkt Zijn Geest, Die onze zwakheden te hulp komt. En dan is daar een verbroken hart. Dan leren we te bidden in overeenstemming met Gods wil.
Dan is er ook geloof. En zo maakt Christus door Zijn Geest onze gebeden tot een heerlijk geurend reukwerk.
De Priester Jezus brengt onze gebeden tot God. Eerst heeft Hij Zichzelf opgeofferd om de schuld te verzoenen. Vervolgens ging Hij van het brandofferaltaar naar het reukofferaltaar. Hij komt tot voor de troon der genade. Hij komt daar met Zijn bloed. Hij komt daar met de gebeden der heiligen. En in Hem heeft God al Zijn behagen.
Zien wij op Christus, dan durven we te bidden. Want Hij is onze grote Priester, voor altijd. Hij is getrouw in Zijn dienst, als geen ander. In Hem grijpen wij moed. Hem vertrouwen we het toe. Wat u bidt in Jezus’ Naam, dat zuivert Hij. Dat brengt Hij bij de Vader. En zo zal het aangenaam zijn voor God. Zo hoort Hij u graag.

Ds. A.N. van der Wind, Hagestein

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's

Gebedshulp

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's