Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebundeld door Gods hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebundeld door Gods hand

Ds. A.A. Brugge: „Een ander ziet dat wij Chineesjes hebben geadopteerd, ik realiseer me dat niet meer

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wachtlijst van de Stichting Adoptievoorzieningen groeit, de eisen die adoptielanden stellen worden steeds strenger, in eigen land is adoptie niet onomstreden. Toch blijven er echtparen die zich niet laten afschrikken. Mevrouw Vlietstra: „Van eigen kinderen zou ik niet méér kunnen houden.

De kans dat uit hun huwelijk kinderen zullen voortkomen, acht de arts medisch gezien zeer klein, maar niet uitgesloten. Aan die geringe kans blijft mevrouw Vlietstra zich vastklampen. Wanneer haar man het onderwerp adoptie aanroert, reageert ze afhoudend. „Je blijft hopen dat je zelf kinderen zult krijgen.
Haar echtgenoot, ds. A. Vlietstra, legt zich daarbij neer. „Adoptie is iets waar je allebei van harte achter moet staan, en waar de Heere opening voor moet geven. In 1997 is ook zijn vrouw zo ver en sturen ze een brief naar het ministerie van justitie. „Toen wilde ik van de ene dag op de andere adoptiekinderen, lacht mevrouw Vlietstra, „maar zo werkt het niet. Dat vond ik best moeilijk. Sindsdien is de wachtlijst alleen maar langer geworden. Mensen die nu een adoptie overwégen, adviseren we om de procedure vast te starten.
Omdat ze niet zo jong meer zijn en graag een groter gezin willen vormen, schrijven ze zich in voor drie kinderen. In mei 1999 reist het predikantsechtpaar, inmiddels zeventien jaar getrouwd, naar Colombia, waar drie al wat oudere kinderen op hen wachten. Twee meisjes en een jongetje, afkomstig uit één gezin en gevormd in het pleeggezin van een behoudende baptist. „Je gaat er vaak klakkeloos van uit dat kinderen uit zon land een totaal andere geestelijke achtergrond hebben, maar zij hadden van hun pleegouders duidelijk meegekregen dat een mens wederomgeboren moet worden. Alie kreeg van haar pleegvader Psalm 27 vers 4 als levensraad mee.

Onprettig
Over hun motivatie voor adoptie is ds. Vlietstra niet onduidelijk. „Als je kinderloos bent, is het uitzien naar kinderen een gezond, bijbels verlangen. Daarnaast speelt mee dat je kinderen die in een moeilijke situatie verkeren een betere toekomst wilt bieden. Nog belangrijker, er is de stille wens dat kinderen die van God en de Bijbel niet weten onder de beademing van het Woord mogen komen. In de hoop dat dat hun leven gaat stempelen en dat zij in waarheid bekeerd zullen worden.
De eerste ontmoeting blijft onvergetelijk. „Daar stonden de kinderen die God in Zijn welbehagen voor ons bestemd had. We hebben dat als een heel groot wonder ervaren. In 2001 reist het echtpaar uit Katwijk aan Zee, samen met hun geadopteerde kinderen, voor de tweede keer naar Colombia. Opnieuw voor drie kinderen, nadat een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming aanvullend gezinsonderzoek heeft verricht. „Ze heeft het hele huis geïnspecteerd, om vast te stellen of alle kinderen er wel in pasten. Aan de kinderen die we al hadden, vroeg ze hoe zij het zouden vinden als er kinderen bij kwamen. Dat hebben we als onprettig ervaren. Het wordt ook niet gevraagd in een natuurlijk gezin met drie kinderen.
De orthodox-christelijke overtuiging en strikte levenswijze van de adoptieouders is voor de medewerkster van de Kinderbescherming geen contra-indicatie. „Integendeel, een strakke discipline was voor deze kinderen volgens haar heel goed. We hebben nooit iets kunnen merken van enige aversie tegen onze principes, wel van onbekendheid ermee. Opvallend was dat ze het positief vond dat we geen tv hebben.

Hobbels
Het predikantsechtpaar Brugge uit Dordrecht sloot twee weken geleden op Schiphol een vierde adoptiekind in de armen: de driejarige Jonathan. Deze keer zonder dat het initiatief van henzelf uitging. „Het is een broertje van onze Joran. We werden gebeld of we ook hem in ons gezin wilden opnemen. Daar hoefden we geen moment over na te denken. Als de Heere een kind zo duidelijk op je weg plaatst, is weigeren niet aan de orde.
In 1996 besluit het echtpaar voor het eerst tot adoptie, nadat medisch onderzoek heeft uitgewezen dat de kans op de geboorte van eigen kinderen nihil is. Twee jaar later verleent het ministerie van justitie de gewenste beginseltoestemming. Waarmee ze in eerste instantie niets kunnen, omdat Taiwan als voorwaarde stelt dat een echtpaar minimaal vijf jaar getrouwd moet zijn om te kunnen adopteren. „Eind 98 was dat het geval, op 1 maart 99 kregen we te horen dat een meisje van nog maar enkele weken oud aan ons was toegewezen. In juni van dat jaar kwam Joe-Lize op Schiphol aan.
Naar hedendaagse maatstaven is een traject van in totaal drie jaar voor een eerste adoptiekind kort. Voor mevrouw Brugge duurde het eindeloos. „We zijn zeker niet altijd in een juichstemming over adoptie geweest. Je wordt met heel veel hobbels geconfronteerd. Onze eerste brief, naar het ministerie van justitie, hebben we heel snel op de bus gedaan, om het bericht van de arts te kunnen verwerken. Je hebt dan iets anders om je op te richten dan het verlangen naar een eigen kindje. Wat er in zon adoptieprocedure allemaal op je af komt, gingen we ons pas later realiseren.

Worsteling
Voor haar man is het aanvankelijk een worsteling of ze met het posten van de brief niet een eigenmachtige beslissing hebben genomen. „Het is voor mij nooit een vraag geweest of adoptie is toegestaan. Wel zat ik met het punt: Is het voor òns de weg? Kruipen we hiermee niet onder het kruis vandaan? Dat is weggenomen in een doopdienst waarin de predikant niet Psalm 105 vers 5, maar Psalm 68 vers 14 liet zingen.
Zij zullen u van alle kant,
zelfs uit het allerverste land,
vereren met geschenken.
Dat was voor mij zon bevestiging, dat ik er nooit meer strijd over heb gehad.
In de keuze voor Taiwan als adoptieland spelen meerdere factoren een rol. „Wij hebben ons altijd aangetrokken gevoeld tot Aziatische mensen. Een bijkomende reden was dat de acceptatie van Aziatische kinderen in de Nederlandse samenleving relatief groot is. Daar komt nog bij dat Taiwan heel open is over de achtergrond van het kind en de biologische ouders. Komen de kinderen later met vragen, dan kunnen we ze behoorlijk wat informatie geven.
In 2002 wordt het gezin uitgebreid met Janne-Lin, in 2005 volgt Joran. Het wachten op deze kinderen ervaart mevrouw Brugge totaal anders dan het uitzien naar het eerste adoptiekind. „Je hebt al een kind om voor te zorgen, je komt niet meer in een keurig opgeruimd huis, zonder speelgoed.

Liefde
De overgang van kinderloosheid naar een gezin met zes kinderen, en dat binnen twee jaar, verliep bij het echtpaar Vlietstra vrij soepel. „Van nul naar drie was de grootste verandering, zegt Vlietstra. „Zeventien jaar waren we samen geweest, van de ene dag op de andere ben je met zn vijven. Dat verandert je leven radicaal. Als er nog eens drie bij komen, is dat veel minder het geval.
Mevrouw Vlietstra kan zich niet meer voorstellen dat ze ooit over een drempel moest om tot adoptie te komen. „Vanaf het moment dat ik ze zag, voelde ik liefde voor de kinderen. Dat gaat vanzelf. Haar man verging het niet anders.
„Op het moment dat je ze ontvangt, wordt er van binnen een knop omgezet. Je bent meteen vader en moeder, dat hoeven ze je niet te leren.
Ook in het pastoraat ervaart de predikant het bezit van kinderen als een verrijking. „Zoals het ongetrouwd zijn je moet matigen in het doen van stellige uitspraken over het huwelijksleven, zo is kinderloosheid een reden om voorzichtig te zijn in het geven van oordelen over de opvoeding.
„Vroeger dacht ik soms: Dat zou mij niet overkomen als ik kinderen had, lacht mevrouw Vlietstra. „Daar ga je snel anders over denken als er wel kinderen zijn. Dan merk je dat je soms meer toelaat dan je ooit had gedacht. De werkelijkheid is weerbarstiger dan de theorie.

Persoonlijke beslissing
In de praktijk van alledag ziet ze weinig verschillen tussen haar gezin en een doorsnee Katwijks gezin. „Als er eens ruzie is, nemen de kinderen met hetzelfde bloed het misschien wat sneller voor elkaar op, maar in het algemeen klikt het heel goed tussen alle zes.
Laat een van de kinderen zich in een boze bui ontvallen: „U bent mijn echte moeder en mijn echte vader niet, dan gaan de ouders daar laconiek mee om. „We kunnen dat wel relativeren. Het komt bijna nooit voor en als het gebeurt, zeggen we: Jij bent nu wel mijn eigen kind. Al zijn wij er ook duidelijk in dat wij niet hun natuurlijke ouders zijn.
Opmerkelijk is voor ds. Vlietstra dat de kinderen zelden over hun verleden beginnen. „Omdat ze al wat ouder waren toen ze bij ons kwamen, weten ze van de verandering van land en maagschap, maar het onderwerp komt vooral aan de orde als wij er concreet vragen over stellen. Willen ze later een keer terug om op zoek te gaan naar hun wortels, dan zullen we ze zeker de mogelijkheid geven. We hopen dan, bij leven en welzijn, mee te mogen gaan naar Colombia.
„En ik ben niet bang dat ze er zullen blijven, verzekert mevrouw Vlietstra.

Nuchter
Ds. Brugge kreeg vanuit eigen kring ooit de vraag naar zich toe of in een pastorie wel een adoptiekind hoort. „Dat laat iets zien van de weerstand tegen adoptie die voorheen breed leefde in de gereformeerde gezindte. Wij kennen mensen die door het adopteren van kinderen al hun vrienden zijn verloren. Dat komt gelukkig niet meer voor.
Als echtparen die over adoptie denken hem om advies vragen, geeft de predikant uit Dordrecht zo objectief mogelijk informatie. Daar laat hij het bij. Ds. Vlietstra volgt dezelfde lijn. „De Schrift gebiedt noch verbiedt adoptie. Het is een heel persoonlijke beslissing, die mensen voor Gods aangezicht moeten nemen.
Mevrouw Vlietstra is zich nauwelijks meer bewust van het feit dat ze geadopteerde kinderen heeft. „Van eigen kinderen zou ik niet méér kunnen houden. Dat kon ik me vroeger niet voorstellen, maar het is werkelijk zo. Ds. Brugge heeft dezelfde ervaring. „Een ander ziet dat wij Chineesjes hebben geadopteerd, ik realiseer me dat niet meer. Het zijn mijn kinderen. Ook in de opvoeding ziet mevrouw Brugge weinig onderscheid.
„Wel zijn we ons bewust dat de kinderen een achtergrond hebben die later voor problemen kan zorgen. We vinden het heel waardevol dat we binnen de Adoptievereniging Gereformeerde Gezindte met andere adoptieouders ervaringen kunnen uitwisselen. Tegelijk willen we ons geen zorgen maken over mogelijke toekomstige moeilijkheden. We genieten van de kinderen zoals ze nu zijn. Wat dat betreft mag je ook nuchter zijn.


Wachten op een kind
Sinds 1956, het jaar waarin Nederland een adoptiewet kreeg, werden in ons land ruim 50.000 kinderen geadopteerd, waarvan ruim 33.000 uit het buitenland. Vandaag betreffen vrijwel alle adopties kinderen van andere continenten. In 2005 werden 1185 buitenlandse kinderen geadopteerd, vorig jaar zakte het aantal naar 816. Belangrijkste reden van deze afname is de ratificatie van het Haagse adoptieverdrag door China, een van de belangrijkste adoptielanden, op 1 januari 2006. Door ondertekening van dit verdrag verplichten de aangesloten landen zich onder meer om eerst binnen de grenzen van het eigen land naar adoptieouders of pleegouders te zoeken. De Vereniging Wereldkinderen verwacht dat adoptie over landsgrenzen heen binnen tien jaar uitsluitend nog zal voorkomen bij kinderen die extra (medische) zorg behoeven.
Adoptiekinderen mogen maximaal zes jaar oud zijn, tenzij ze samen met een jonger broertje of zusje worden geadopteerd. Het leeftijdsverschil tussen aspirant-adoptieouders en adoptiekinderen mag niet groter zijn dan veertig jaar. Daarnaast stellen adoptielanden voor buitenlandse adoptieouders in toenemende mate eisen aan inkomen en opleiding. Adoptie wordt daardoor meer en meer een zaak voor welgestelden, die bovendien in staat zijn geduld te betrachten. Op dit moment duurt de totale procedure bij een eerste adoptiekind gemiddeld vijf jaar, met uitschieters naar acht tot tien jaar.
In de publieke opinie, die onderhevig is aan forse schommelingen, variëren adoptieouders van zichzelf wegcijferende idealisten tot zichzelf bedoelende egoïsten. De slingerbeweging is mede afhankelijk van berichten in de media. Zo werd in mei 2007 bekend dat een in Nederland wonend geadopteerd jongetje uit India waarschijnlijk is gestolen en door een corrupt kindertehuis is voorgedragen voor buitenlandse adoptie. Daartegenover wijst wetenschappelijk onderzoek uit dat het met de meeste adoptiekinderen in Nederland prima gaat. Veel beter dan met lotgenootjes die in kinderhuizen in het land van herkomst opgroeien.


Een nieuwe naam
Ze verlieten niet alleen hun land, maar ontvingen ook een nieuwe naam, afkomstig uit de geslachtslijn van hun nieuwe ouders. Alejandra (16) werd Alie, Anyi Estefania (14) Anne-Wil, Erika Jhoana (13) kreeg de naam Geertje, Oscar Eduardo (12) heet nu Klaas, Oscar Dario (11) werd Albert, Victor Alfonso (11) gaat in Nederland door het leven als Henk.
De naam die ze eerder droegen, is hen vreemd geworden. Vaak zijn de kinderen Vlietstra zich amper bewust dat ze geadopteerd zijn. „Wij leven heel normaal, net als gezinnen om ons heen, vindt Anne-Wil. Als het verschil naar voren komt, is dat door reacties van de omgeving. „Soms worden we uitgescholden, omdat we bruin zijn, zegt Henk. „Dan komt er een knokpartij, vult Klaas aan. „Ik laat me niet uitschelden voor bruine.
De ouders relativeren dergelijke scheldwoorden. „Als het onderste uit het hart komt bovendrijven, gooit een mens er van alles uit. Heeft de ander een afwijkende huidskleur, dan is dat vaak het eerste wat men misbruikt. Op scholengemeenschap De Driestar speelt huidskleur geel rol, is de ervaring van de twee oudste meiden.
Anne-Wil zou haar biologische moeder nog wel eens willen ontmoeten. „Gewoon om te weten hoe ze eruitziet en waar ze woont.
„Ken je eigenlijk wel Spaans? informeert Klaas. „Anders heeft het weinig zin om je moeder op te zoeken.
Voor Alie is het verleden een afgesloten hoofdstuk. „Misschien dat ik later mn pleegouders nog een keer opzoek, maar verder is er niets dat me aan Colombia bindt. Ik heb het hier goed en voel me echt een Nederlandse.


De doop als discussiepunt
De vraag of kinderen met een heidense achtergrond na adoptie mogen worden gedoopt, was binnen de gereformeerde gezindte lange tijd een discussiepunt. Inmiddels lijken alleen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland nog vast te houden aan het strakke standpunt van de Dordtse synode.
Voor ds. A.A. Brugge is het nooit een vraag geweest of adoptiekinderen mogen worden gedoopt. „De discussie die op de Dordtse synode werd gevoerd, betrof slavenkinderen die geen juridische band met hun ouders of verzorgers hadden. Die context is absoluut niet vergelijkbaar met die van hedendaagse adoptieouders.
Binnen de Gereformeerde Gemeenten kan een geadopteerd kind worden gedoopt als de rechter in het adoptieland heeft bepaald dat het aan de adoptieouders zal worden toegekend. Voor ds. Vlietstra is dat te vroeg. „Daarmee misken je het gezag van onze eigen overheid. De heilige doop mag mijns inziens pas plaatsvinden als het kind ook in eigen land op naam van de adoptieouders staat. De erkenning van de door God aan ons gegeven overheid is voor mij een principieel gegeven.
De opdracht van God aan Abraham om ook de kinderen van zijn huispersoneel te besnijden, bevestigt voor ds. Vlietstra dat geadopteerde kinderen behoren gedoopt te worden. „Lastiger is voor mij de vraag op wie het Eert uw vader en uw moeder voor adoptiekinderen betrekking heeft. Formeel kun je zeggen dat het gebod geldt ten opzichte van hen bij wie het ouderlijk gezag bij wet is vastgelegd. De Heere heeft deze kinderen een andere vader en moeder gegeven, nadat de band met de natuurlijke vader en moeder juridisch gezien is doorgesneden. Maar daarmee is de bloedband met de daarbij behorende gevoelens nog niet verbroken. Ik vind dit vraagstuk niet zo eenvoudig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 oktober 2007

Terdege | 108 Pagina's

Gebundeld door Gods hand

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 oktober 2007

Terdege | 108 Pagina's