Bas van der Vlies: „Hier stond ons kippenhok”
De huizen aan het Burgemeester Drijberplein kijken naar een grasveld in hun midden. Kinderen spelen op de enkele op het groen geplaatste speeltoestellen. Iets verderop beziet een vrouw hoe haar voortuintje door twee mannen wordt gefatsoeneerd. Ze heeft geluk, de meeste woningen zijn pal aan de weg gebouwd.
De ‘oude uitbreiding’, zo wordt de buurt genoemd. Smalle straatjes en veel woningen in blokken van twee, door een smalle gang van elkaar gescheiden. Een gevelsteen in de Piet Heinstraat meldt dat woningbouwvereniging Beter Wonen tussen 1930 en 1931 verantwoordelijk was voor de bouw van de Sliedrechtse volkswijk aan het water. De korte fotosessie voor de deur van nummer 43 gaat niet onopgemerkt voorbij. Van verschillende kanten komen de buren een kijkje nemen. Enkelen kennen de man die het prilste deel van zijn jeugd in Sliedrecht opgroeide. „Hé, dat is Van der Vlies, wat doet die hier?”
Kippenhok en ijstent
De bekende lijsttrekker van de SGP is aangenaam verrast als hij wordt uitgenodigd zijn geboortehuis te bezoeken. „Ik ben hier regelmatig langs gereden als we in de buurt waren. Een keer zijn we nog even in de achtertuin geweest, maar dat is al dertig jaar geleden. Ik ben er al die jaren niet meer binnen geweest.” Al die jaren is een periode van 58 jaar, van 1949 tot nu. In 1942 wordt Bas als oudste van de zeven kinderen van het gezin Van der Vlies in Sliedrecht geboren. Zijn ouders zijn een jaar daarvoor getrouwd. Vader is geboren en getogen in Sliedrecht, zijn moeder (nu 92) „komt van Hardinxveld-Giessendam”. Van der Vlies senior verdient de kost als onderwijzer aan de lagere school aan de Rivierdijk. „Of die school er nog staat? Ik denk van niet. Aan de dijk is enorm veel veranderd.” Is zijn geboortewoning aan de buitenkant nog hetzelfde, binnen is na meer dan een halve eeuw het nodige gewijzigd. Dat geldt niet alleen voor de voor- en achterkamer, die nu één geheel vormen. De uitbouw aan de achterkant van de woning heeft anno 2007 niet alleen een keuken, maar ook een badkamer en een bijkeuken. Boven kan Van der Vlies zijn vroegere slaapplek tussen de vernieuwde slaapkamers niet meer terugvinden. De tuin dan. „Dat is leuk, op deze plek stond ons kippenhok.” De gedachten aan zijn enkele jaren geleden overleden vader borrelen op. „Hij was ingetogen en ernstig, maar tegelijk een leuke vader. Hier bouwde hij tijdens de strenge winter van 1947 van sneeuw een grote ijstent. Je kon er dwars doorheen lopen. Iedere avond gooide vader er een emmer water overheen, om de zaak goed stevig te houden. Het was wekenlang een trekpleister voor de hele buurt.” Ook in 1959, de familie woonde toen in Raamsdonksveer, was de winter niet mals. „Vader en ik reden op een solex over de Merwede naar Hardinxveld, aan de andere kant van de rivier. Er was nog geen brug. Toen we terug wilden, mochten we niet meer oversteken bij Werkendam. De ijsbrekers waren onderweg. We zijn toen bij Sleeuwijk naar de andere zijde gegaan. Dat was op het nippertje.”
Chocola uit de lucht
De ‘oude uitbreiding’ is nu een van de oudere wijken van het baggerdorp, pal achter het centrum. „Mijn vader wist zich nog te herinneren dat dit hele gebied uit griend bestond. Het is op een gegeven moment opgespoten om woningbouw mogelijk te maken.” De verhalen over de oorlogsjaren, die het Sliedrechtse deel van de jeugd van Van der Vlies stempelen, komen los. Het naderende einde van de oorlog, vlak voor de bevrijding, is voor de wijk een feest. Dat geldt zeker voor de bewoners van het Burgemeester Drijberplein. „Er was hier - de oud-Sliedrechter wijst naar het speelterrein - alleen gras. Heel vroeger stond er een pomp. De geallieerden gebruikten dit plein om voedsel te droppen. Dat kan ik me nog goed herinneren. Iedereen keek toe. Als kind rende je natuurlijk naar de pakketten om iets te bemachtigen. Ik legde het af tegen een buurjongen. Later kwam de buurvrouw naar me toe en liet haar zoon mij ook een stuk chocola overhandigen.”
Grote razzia
De Duitsers lieten de familie Van de Vlies niet ongemoeid. „Ik herinner me dat mijn vader ertussenuit kneep toen de Duitsers kwamen. Hij was zogenaamd boodschappen doen. De kruipruimte onder onze woning was met een gangetje onder de grond met de kruipruimte van de twee-onder-eenkapwoning aan de andere kant, verbonden. Door die gang kon je ongemerkt ontsnappen.” De oorlogsjaren waren krap, weet Van der Vlies. „Toch hebben wij nooit honger geleden. Er was wel schaarste, maar er waren in deze omgeving nog voldoende boeren. Er was altijd nog wel wat eten voorhanden Een keer wordt zijn vader opgepakt om in Duitsland te gaan werken. „Tijdens een grote razzia moesten alle mannen zich melden. Voor mijn vader was er geen ontsnappen aan, hij moest ook gaan. Toch kreeg mijn moeder te geloven dat hij niet zou worden weggevoerd. Haar geloof is zwaar beproefd, want ook vader werd meegenomen. Toen mijn grootvader ervan hoorde, ging hij direct naar de Duitsers en wist een offi ciële vrijstelling los te peuteren. De schoolkinderen moesten toch les krijgen? Op de fi ets haalde hij de groep in, ze liepen al bij de Baanhoekspoorbrug. Mijn vader mocht mee naar huis. Mijn ouders hebben dit altijd als een gebedsverhoring gezien.”
Opoe Visser
Een straat verder woonde opoe Visser. „Zo noemden wij haar. Het was een vrouw die de Heere vreesde. Een goede huisvriendin van mijn ouders. De mensen in de buurt hadden respect voor haar. Wij kwamen er graag, want ze was ontzettend hartelijk. We hebben veel snoepreisjes naar haar woning ondernomen. Ik was ergens tussen de 3 en de 5 jaar oud toen een onderduiker, op de vlucht voor de Duitsers, zich vastliep bij haar woning en naar binnen vluchtte. Opoe was natuurlijk verbaasd en vroeg wat de man kwam doen. Hij maakte haar duidelijk dat hij in gevaar was, waarna zij hem in een grote kast stopte. Even later arriveerden de Duitsers en ze begonnen de vrouw te ondervragen. ‘Hij moet hier zijn’, snauwden ze haar toe. Zij had een teer leven met de Heere en durfde niet te jokken. ‘Hij zit in deze kast’, zei ze rustig. De Duitsers hebben vervolgens haar hele woning overhoop gehaald en alle plekjes doorzocht. Behalve de kast die ze zo kalm aanwees.” De gebeurtenis aan de Piet Heinstraat wordt later bij veel mensen tot in de wijde omgeving van het dorp nog vaak verhaald. Van der Vlies weet zich opoe’s woning nog goed te herinneren. „Nummer 3 of 5.” Als we een kijkje nemen, blijkt het nummer 5 zijn, nu eigendom van het echtpaar Alblas, dat, aangetrokken door de vreemde gasten op straat, een kijkje komt nemen. Ze blijken het huis in 1968 van de erven Visser te hebben gekocht. „Wij zijn in dat jaar getrouwd”, vertelt Alblas. Hij kan zich de bewuste kast nog levendig voor de geest halen. „Die zat achter de bedstee.” Bij een verbouwing zijn bedstee en kast verdwenen. „Maar de marmeren schoorsteen is gebleven. Dat vond een familielid prachtig toen hij later nog een keer een kijkje nam.” Van der Vlies is verbaasd. „Sjongejonge, dat jullie dit huis van de Vissers hebben gekocht.” De gedachte aan opoe ontroert hem.
Verduistering
Kerkelijk is het gezin in Sliedrecht aangesloten bij het Hervormd Lokaal, aan de Stationsweg. „Daar kerkten we alleen doordeweeks, op zondag gingen we naar de plaatselijke Christelijke gereformeerde gemeente. Dat is de kerk waar nu ds. Boiten en ds. Van der Zwan voorgaan. Die staat op dezelfde plek, maar het gebouw is wel fors uitgebreid. Maar we behoorden tot dezelfde gemeenten als die van ds. Hofman, ds. Vlot en ds. Van de Breevaart, in respectievelijk Schiedam, Capelle aan den IJssel en Hendrik Ido Ambacht. Ik ben in Capelle aan den IJssel gedoopt, omdat er in de wintermaanden ’s avonds in verband met de verduisteringsvoorschriften geen licht mocht branden vanuit (kerk)gebouwen. We zijn toen een zondag over in Capelle geweest, daar was overdag dienst.” In Sliedrecht en omgeving zijn nog enkele familieleden over. „We hebben hier nog een zus met haar gezin en een tante wonen.” Vroeger woonde er nog meer familie. Tot voor enkele jaren was ‘Bas van der Vlies schoenen’ - een neef - aan de Rivierdijk een begrip in het dorp. „En aan de Stationsweg, waar nu een Chinees is gevestigd, zat de schoenmakerij van mijn oom en tante.” Een fl ink deel van de voormalige inventaris van de oude schoenmakerij is ondergebracht in het Sliedrechts museum. Van der Vlies heeft zelf de expositie mogen openen.
Watersnoodramp
De jonge Bas gaat even naar de kleuterschool, want hij wordt op 5-jarige leeftijd al door zijn vader meegenomen naar de school waaraan hij als onderwijzer is verbonden. Het duurt maar kort, want als Bas 7 jaar oud is, verlaat het gezin Sliedrecht. „In de avonduren haalde hij zijn aktes. Er was hier echter geen mulo waar hij kon gaan werken. Om wat met de aktes te doen, zag hij om naar een andere baan.” Dat werd Middelharnis. De familie woont er nog niet zo lang als de dijken breken. Het gezin Van der Vlies wordt gespaard, maar brengt in huis vele benauwde uren door. „We waren van zondagavond tot woensdag opgesloten op zolder, het water stond vlak onder de vloer. Met een vletje van de mariniers zijn we opgehaald en naar de Ahoyhallen in Rotterdam gebracht. We zijn van februari tot september geëvacueerd geweest, bij familie in Hardinxveld- Giessendam.” De gebeurtenis is voor moeder Van der Vlies nog ingrijpender. Ze krijgt voorrang bij de redders omdat ze hoogzwanger is. „Mijn jongste zus Tineke is in Hardinxveld, tijdens de evacuatieperiode, geboren.” Het legt de kiem voor een volgende verhuizing, naar Raamsdonksveer. „Bij harde wind of storm durfde mijn moeder niet te gaan slapen, de watersnoodramp bleef haar achtervolgen. Dat leidde ertoe dat mijn vader een plek op een andere school zocht.”
Spelen bij de rivier
We lopen naar de rivier. Een paar minuten verwijderd van het Burgemeester Drijberplein. Een echte mijmerplek, met bankjes en gras. Langs de steile basaltblokken staat een rij dikke bomen, die de wijk van het altijd klotsende water scheidt. „Hier speelden we vaak. Zouden deze bomen er toen ook hebben gestaan? Dat kan bijna niet anders.” Van der Vlies - „de rivier trekt me na al die jaren nog steeds” - wijst de hem bekende plekjes aan. „Daar, door de bocht van de dijk, woonden mijn grootouders. En aan de overkant van het water, bij de boei, is een kreek. Daar voeren we met een roeibootje naartoe, dan gingen we zo de Biesbosch in.” De rivier heeft veel weg van een rijksweg. Achter elkaar varen de schepen. Stroomopwaarts, richting Duitsland, of stroomafwaarts, naar Rotterdam. Enkele jonge knapen spelevaren op de rivier met een motorbootje. „Dat ging 50 jaar geleden wel anders toe. Mijn vader had een prima conditie, hij zwom zo de rivier over. Naar de Biesbosch en weer terug.” Het Tweede-Kamerlid lacht. „Dat heb ik hem nooit nagedaan. Ik zou niet durven.”
Naam: Bas van der Vlies
Leeftijd: 65
Functie: voorzitter Tweede-Kamerfractie SGP
Woonplaats: Maartensdijk
Geboorteplaats: Sliedrecht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 oktober 2007
Terdege | 92 Pagina's