Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De taal van een landkaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De taal van een landkaart

Jaap van de Bovenkamp: „Laat je in Amerika de naam Plancius vallen, dan zitten ze op het puntje van hun stoel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een academische opleiding volgde Jaap van de Bovenkamp niet. Toch geldt hij als een kenner op het gebied van historische landkaarten. Bij elk exemplaar in zijn antiquariaat heeft de voormalige archivaris een verhaal. „Het is een zéér fascinerend wereldje. Niet alleen cartografisch, maar ook historisch gezien.

De zeldzame exemplaren bewaart hij in een afzonderlijke map. Met een verliefde blik in de ogen laat Jaap van de Bovenkamp ze door zijn handen gaan.
Een plattegrond van Amsterdam uit 1567, in houtsnede, uitgegeven door de Antwerpenaar Willem Silvius. De oudst verwerfbare kaart van Zeeland, een exemplaar van Abraham Ortelius, de man die de eerste atlas in de Lage Landen uitgaf. De Zeventien Provinciën in een uitgave van Willem Blaeu, de grootste producent van kaarten in de 17e eeuw. Opvallend is de ligging, het westen niet links maar aan de bovenzijde. „Dat deed men in die tijd veel. De versieringselementen, die heel belangrijk waren, komen dan mooier uit.
Een kaart van Petrus Kaerius uit 1617 toont alle stemmende steden in het gewest Holland. Onder de versieringen zijn figuren van engeltjes. „Daar had ook een overtuigde calvinist als Kaerius blijkbaar geen moeite mee. Die engeltjes werden gezien als figuren die karweitjes uitvoeren. Ze houden iets vast of tonen een schild. Je vindt ze zelfs in oude Bijbels.
De 17e-eeuwse wereldkaart van Rumold Mercator, zoon van de befaamde cartograaf Gerard Mercator, plaatst de Lage Landen in mondiaal perspectief. „De kusten kloppen al verrassend goed, de vertekening treedt op in de binnenlanden.

Razend knap
Op het rijksarchief in Zeeland raakte Jaap van de Bovenkamp gegrepen door oude landkaarten, plattegronden en stads- en dorpsgezichten. In 2000 begon hij voor zichzelf, aanvankelijk met een zwager in Vinkeveen. „Daar zijn we gestart. Er zat een antiquariaat met de naam dat narrenschijp, de Friese vertaling van das Narrenschiff, het beroemde 15e-eeuwse boek van Sebastian Brant. De eigenaar had geen opvolger en vond het leuk als wij onder die naam verder zouden gaan.
In 2002 betrok Van de Bovenkamp zelf een monumentaal pandje aan de Turfkaai in Middelburg. De winkel en zijn kantoortje zijn gesitueerd op de begane grond, de verdiepingen erboven dienen als woonhuis.
Door zelfstudie verwierf de voormalige archivaris een fabelachtige parate kennis over antieke kaarten. „Landkaarten hebben me altijd gefascineerd. Als kind kon ik al eindeloos in een atlas kijken. Met de bestudering van kaarten uit de 16e en 17e eeuw groeide de bewondering van de Middelburger voor de betrouwbaarheid ervan, ondanks de beperkte middelen in die tijd. „Het is razend knap om vanuit een nagenoeg onbekend beeld dit te maken.

Zeldzaam
De kaarten uit deze periode bieden veel meer dan een schematische weergave van een stad of gebied, ze zijn tegelijk kunstwerk. „De 16e-eeuwse hebben nog het stijlmotief van de Renaissance. In de versieringen staat de symmetrie centraal, alles moet geometrisch kloppen. In de 17e eeuw zie je de overgang naar de barok.
De Gouden Eeuw is in alle opzichten de meest extravangante eeuw van Nederland geweest, dat zie je ook op de landkaarten. Het is de eeuw van het zinnebeeld, vooral natuurlijke taferelen zijn in trek. De overgang van kaart naar schilderij is vloeiend. Sterker nog, de topcartografen in de 17e eeuw verdienen een betere boterham dan de onder ons bekende topschilders. Een deel van de kaarten wordt uitgegeven als wandkaart.
In de 18e eeuw krijgt de kaart meer een gebruiksfunctie. Door verbetering van de legering kunnen de koperplaten steeds harder worden gemaakt, waardoor hogere oplagen zijn te realiseren. Een 18e-eeuwse kaart is daardoor veel minder exclusief dan een 17e-eeuwse. Kaarten uit de 16e eeuw worden knap zeldzaam.

Mercator
Nederland wordt, als zeevarende handelsnatie, toonaangevend op het terrein van de cartografie. „Het prille begin ligt in Italië. Daar herontdekt men het werk van Ptolemaeus, de geograaf uit de oudheid. Op basis van zijn tabellen met wat we nu coördinaten noemen, worden in 1477 voor het eerst landkaarten in druk uitgegeven.
In de Nederlanden wordt het belang van cartografie onderkend door de Fries Gemma Frisius, die aan de universiteit van Leuven onder meer wiskunde doceert. „Hij ontwikkelt de driehoeksmeting, waarmee je onderlinge afstanden veel nauwkeuriger kunt bepalen. Gerard Mercator, een van zijn leerlingen, werkt het systeem verder uit. Mercator is leidend geworden voor de moderne cartografie.
Een andere belangrijke figuur is Karel V. Dat is de eerste vorst ter wereld die al zijn gebieden in kaart laat brengen, met een militair en bestuurlijk doel. Jacob van Deventer krijgt de opdracht alle gewesten en belangrijke steden in de Nederlanden te carteren.

Plancius
In de nadagen van de 16e eeuw maakt de theoloog-cartograaf Plancius naam. „Zijn kaarten behoren nog altijd tot de meest gezochte. Hij was werkelijk fenomenaal. Op een kaart van Plancius komt voor het eerst Japan voor. De nieuwe inzichten weet hij te vertalen naar kaarten die informatie voor iedereen toegankelijk maken.
Alles wat op het gebied van cartografie aan literatuur te vinden is, wordt door de Middelburger verslonden. „Leest hij een boek één keer, dan zit het in zijn hoofd, lacht echtgenote Els. „Met alle namen en jaartallen.
„Ik leer nog elke dag, relativeert de antiquair. „Je stuit voortdurend op nieuwe dingen. Het is een zéér fascinerend wereldje. Niet alleen cartografisch, maar ook historisch. In de 17e eeuw ontstaat een geweldige concurrentiestrijd rond kaartmateriaal. Jan Huygen van Linschoten, de enige Nederlander die de route naar Indië kent, werkt voor de Portugezen. Op een gegeven moment krijgen ze hem hier zo ver dat hij de informatie inlevert, tegen hoge betaling. Plancius maakt aan de hand van de aangeleverde tabellen kaarten. Die zijn later toegevoegd aan Van Linschotens Itinerario, een beschrijving van zijn reis naar Indië, lange tijd een internationaal standaardwerk.
Die kaarten zijn nu tussen de twintig- en dertigduizend euro per stuk waard. Laat je in Amerika de naam Plancius vallen, dan zitten ze op het puntje van hun stoel. Ze zijn daar veel beter op de hoogte van de topprestaties die Nederlanders op dit gebied hebben geleverd dan de Nederlanders zelf. Cartografie is hier een ondergeschoven kindje, ook in het onderwijs.

Vergankelijkheid
De versieringsornamenten op de kaarten, zogenaamde cartouches, spreken voor kenners hun eigen taal. „In Nederland zie je vaak de figuur van Neptunus terugkeren. Een calvinistische catograaf als Petrus Kaerius is geobsedeerd door het thema vergankelijkheid. Het titelblad van zijn Kaerius-atlas, de eerste atlas van de Nederlanden, bevat enkel symboliek de bepaalt bij de eindigheid van de dingen. Terwijl andere cartografen bij de datering alleen het jaartal noemen, dateert hij met: Annato Christo. Als een impliciete aanduiding: Iemand Anders is veel belangrijker dan mij.
Zijn handel verkrijgt Van de Bovenkamp langs verschillende kanalen. „Kaarten uit de 18e en de tweede helft van de 17e eeuw meestal via veilingen. Voor de oudere kaarten heb je daar niet genoeg aan. Daarvoor ben je op verzamelaars aangewezen. Dat is een kwestie van een netwerk opbouwen. Ze moeten weten dat ik ernaar op zoek ben. Dat geldt niet voor alle handelaren. Commercieel zijn kaarten uit de 18e eeuw aantrekkelijker. Je bent daarmee vrij zeker van publiek.
Bij oude kaarten zijn de risicos groter. Mensen met passie, zoals ik, zijn soms bereid een te hoge prijs te geven. Ik heb eens een wereldkaart van Ortelius gekocht waarvan ik dacht dat een klant er zeker belangstelling voor zou hebben, maar het was toch niet helemaal wat hij zocht. Dan zit je ermee. Een prachtig exemplaar, maar hij is uiteindelijk met verlies weggegaan.

Oneerlijke concurrentie
De Nederlandse verzamelaars kennen elkaar allemaal. „Het is een klein wereldje, waarbij je moet denken in tientallen. Het aantal handelaren haalt nog niet de twintig. In het algemeen gedragen ze zich als collegas, enkelen stellen zich nadrukkelijk vanuit de concurrerende gedachte op. Zelf behoor ik tot de eerste categorie. Samenwerking vind ik in deze sector heel zinnig. Afgezien van het toeristenseizoen heb ik hier bar weinig klanten voor kaarten van Noord-Nederland. Omgekeerd zet iemand van de Veluwe weinig Zeeland af.
Ik werk veel samen met een handelaar uit Ermelo. Heeft hij een leuke Zeeland, dan neem ik die voor een schappelijk prijsje van hem over. Omgekeerd kan hij bij mij terecht voor een interessante Gelderland of Overijssel. Je koopt die al een beetje voor elkaar in, als vriendendienst.
Het lastigst zijn de figuren die buiten de belasting om bezig zijn. Ik heb er geen moeite mee als mensen vanuit hun hobby op die manier wat verkopen, maar je hebt er die het hobby blijven noemen, terwijl ze toch echt aan het handelen zijn. Dan krijg je oneerlijke concurrentie.

Decoratief element
De belangstelling voor oude kaarten ziet de Zeeuwse antiquair geleidelijk toenemen. „Er wordt steeds meer over gepubliceerd, dat stimuleert de interesse. Daar komt bij dat een groeiende groep mensen het wel gehad heeft met al het moderne en een zekere hang naar het verleden gaat koesteren. Daar past zon oude kaart goed in.
Van de verzamelaars alleen zou ik niet kunnen leven. De grootste groep klanten wordt gevormd door mensen die zon kaart als decoratief element in hun interieur willen toepassen. Vaak zoeken ze een aantal kaarten: een van hun eigen stad of streek, een van hun eigen gewest, een van alle Nederlanden en soms ook nog een van Europa of een wereldkaart. Dan kun je heel leuk inzoomen.
De derde groep zijn toeristen en aanlopers: mensen die spontaan naar binnen komen en iets meenemen. Vaak als presentje. Het is heel leuk om een vriend een oude kaart van diens woonplaats cadeau te geven. Dat type klanten krijgen we ook steeds vaker via internet.

Paradijs
Een hoofdstuk apart vormen de kaarten die bestemd waren voor Bijbels. „Plancius heeft in zijn Bijbel zes platen opgenomen: een van de wereld, een van het heilige land, een van Jeruzalem, een van de paulinische reizen, een van de tocht van de Israëlieten door de woestijn en een van het paradijs. Het paradijs situeert hij vlak bij het oude Babylon, eromheen heeft hij paradijselijke taferelen laten maken. Een aantal vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie had moeite met dergelijke versieringen in een Bijbel, Plancius was daarin ruimer.
Met zijn assortiment wil de Middelburger publiek met alle mogelijke beurzen bedienen. „Een houtgravure uit de 19e eeuw verkoop ik voor een paar tientjes. Minorkaartjes uit die eeuw zijn ook voor iedereen toegankelijk. Voor de grotere kaarten uit de 18e eeuw moet je in honderden euros denken, een grote kaart uit de 17e eeuw kost meestal tussen de vijfhonderd en duizend euro. Een kaart uit de 16e eeuw heb je zelden onder de duizend euro. De grens ligt bij Nederlanders zon beetje bij twintigduizend euro. Een Amerikaan die een zeldzame kaart wil hebben, biedt gewoon door. Dat zal een Nederlander niet zo snel doen.

Antiquariaat Dat narrenschip is te vinden aan de Turfkaai 11 in Middelburg (bij de bushalte). Voor meer informatie: www.datnarrenschip.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 januari 2008

Terdege | 84 Pagina's

De taal van een landkaart

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 januari 2008

Terdege | 84 Pagina's