Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alie Hoek-van Kooten: „Zeker voor de dominee was het belangrijk dat je bij een bakker van je eigen kerk kocht''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alie Hoek-van Kooten: „Zeker voor de dominee was het belangrijk dat je bij een bakker van je eigen kerk kocht''

12 minuten leestijd

Haar kinderjaren in Genemuiden hebben een blijvend stempel op Alie Hoek- van Kooten gezet. Daar leerde ze spelen, ontstond haar fascinatie voor de medische wereld en verloor ze voorgoed haar hart aan het massale psalmgezang. „Als ik op mijn sterfbed lig, wil ik dat horen: niet-ritmische samenzang van Genemuiden.

Verstild staat de eenvoudige gedenknaald aan de uitloper van het Zwarte Water in Genemuiden. Het opschrift is even sober als veelzeggend.

Ter gedachtenis aan Piet Provo Kluit,
arts
28 december 1903
21 oktober 1959
Uit diepe dankbaarheid van zijn patiënten.

„Een maand eerder had hij mijn zusje Anneke nog ter wereld geholpen, zegt Alie Hoek. „Heel onverwacht is hij overleden, nu realiseer ik me pas hoe jong hij nog was. Ik kwam bij mijn vriendinnetje en vond daar haar moeder in tranen. „Er is iets heel ergs gebeurd, zei ze. „Dokter Provo Kluit is overleden. Dat is toch mooi hè, als je als arts zo veel betekent in een dorp. De andere huisarts, De Ridder, was volgens de aanhang van Provo Kluit minder goed. De aanhangers van De Ridder ontkenden dat met vuur. Er zijn zelfs verkeringen om uitgegaan, omdat stellen het niet eens konden worden over de huisarts die ze zouden nemen.
Een spreekuur op afspraak kenden de beide dorpsartsen niet. „In de wachtkamer zat je op je beurt te wachten. Vaak lieten ouders dat hun kinderen doen. Ik hoor het Antje Verhoek nog zeggen, toen ze op een dag te laat op school kwam: k Mos voor mien moeder zittn.
De leerkrachten maakten er geen probleem van. „Gellemuniger zijn echte doeners. Doorstuderen was er niet bij, al is dat door de komst van mijn vader wel iets veranderd. Als hij ontdekte dat een catechisant goed kon leren, ging hij naar de ouders om hen te adviseren hun kind naar het christelijk lyceum in Kampen te sturen. Daarvan was hij zelf bestuurslid. De rapportcijfers van leerlingen uit Genemuiden keek hij allemaal na. Als ze er met de pet naar gooiden, zocht hij ze op om een stevig woordje met hen te spreken.

Watersnood
De wieg van Alie van Kooten stond niet in Genemuiden maar in Brandwijk, het dorpje in de Alblasserwaard waar ds. G.H. van Kooten in 1948 zijn ambtelijke loopbaan begon. „Een jaar later ben ik geboren. Van Brandwijk herinner ik me vooral de watersnood. De pastorie stond wat hoger en mensen kwamen kostbare spullen bij ons brengen. Mn moeder, Reinier en ik zijn met een auto naar opa en oma Kok in Veenendaal gebracht, mijn vader is in Brandwijk gebleven.
In de zomer van 53 verhuist het gezin naar Genemuiden. „Op de dag van de verhuizing ben ik naar boer Hakkesteeg gebracht. Na een paar dagen werd ik opgehaald en kwam ik na een lange autorit in een heel ander huis met dezelfde meubels. Hier wonen wij nu, zei mijn moeder. Ik begreep er niks van.
De volgende morgen liep ik naar het raam aan de voorkant van ons huis, en zag ik een jongetje in het huis aan de overkant naar me zwaaien. Hij liet een speelgoedaapje aan een touw op en neer klimmen. Dat zie ik nog heel scherp voor me, terwijl ik toen nog maar drie jaar was. Mijn geheugen is heel sterk.

Matjes kanten
Genemuiden is in die jaren nog een eenvoudig dorp, dat de kost verdient met landbouw, riet, biezen en het vervaardigen van kokosmatten. „Er was heel veel huisvlijt. De mannen haalden bij de fabriek kokosmatten op, om thuis de kanten af te hechten. Matjes kanten, noemden ze dat. Later is daar de tapijtindustrie uit voortgekomen.
Het leven van de meeste dorpelingen speelt zich af binnen de grenzen van Genemuiden. „Mn vriendinnetje Antje Verhoek, die van een boerderij kwam, mocht een keer mee naar Veenendaal, waar we de grootouders gingen bezoeken. Haar ouders vonden het zo bijzonder dat ze verder ging dan Kampen en Zwolle, dat de hele familie haar kwam uitzwaaien.
Vooral bij de verjaardag van haar vader merkt Alie dat tegen haar wordt opgekeken. „Volwassen mensen zeiden soms u tegen me. Vergeleken met andere gezinnen in Genemuiden was ons gezin heel stijlvol. We moesten allemaal op orgelles, er werd verwacht dat je op school goed je best deed, mijn moeder was echt de domineesvrouw. We hebben altijd hulp in huis gehad, vrouwen met een witte schort voor. Eerst Lummie en Klara, daarna kwam Nenna, voor dag en nacht. Die was pas vijftig jaar bij ons, en woont nog steeds bij mijn moeder. Was er iets belangrijks, dan moesten we langs mijn vader, mijn moeder en Nenna. Je wist niet beter.

Scheuring
Onder haar vriendinnetjes leeft het standsverschil niet. „Ik voelde me helemaal opgenomen. Genemuiden had een sterk gemeenschapsgevoel. Overal kon je zo binnenlopen.
Juffrouw Roetman, die samen met haar man een witgoedwinkel bestierde, woont nog altijd vlak bij de zaak, die nu wordt gerund door een zoon. Ze is inmiddels in de negentig. Moeizaam beweegt ze zich met een rollator door het huis, maar haar geest is nog scherp. „Alie van Kooten! reageert ze verrast, als ze ziet wie onaangekondigd haar woonkamer betreedt. Als we even tijd hebben, zal ze koffie maken. Soep kan ook. Met ogen waarin het verdriet brandt, vertelt ze over de goede tijd van weleer, toen Genemuiden eenvoudig en de Hervormde Kerk ongedeeld was. „Och kind, aan die scheuring lijd ik nog elke dag.
De oude pastorie aan de Langestraat is er helaas niet meer. „De opvolger van mijn vader vond het huis te ongerieflijk, maar ik heb er heel goede herinneringen aan. Achter de deur had je eerst een hal, dan een lange gang met een marmeren vloer. In de zomer gebruikten we de kamer en suite, met een serre erachter. In de winter leefden we in het kleine kamertje voor aan de weg, omdat het dan te veel kostte om de grote kamer warm te stoken. De vier kinderen die er toen al waren, sliepen op dezelfde kamer, tegenover de studeerkamer. Nenna had een kamertje op zolder.

Bakker
In de nieuwe pastorie woont nu neef Wim Hulsman, ook een kleinkind van de oude ds. R. Kok. Behulpzaam loopt hij even mee naar de tuin. De beplanting van destijds is verdwenen, maar aan het uitzicht op de oude dorpskerk is niets veranderd. Het carillon, een aanwinst van na 1960, strooit sprankelende klanken rond. „Daar stond ons kippenhok, wijst de domineesdochter, „meer naar voren de glazen bakken voor de sla. De tuin werd onderhouden door koster Van Dijk.
Aan de andere kant wordt de tuin begrensd door de muur van een bakkerij. „Die was van Fuite. Heel aardige mensen, maar wij kochten er niet, want ze waren van de Gereformeerde gemeente. Zeker voor de dominee was het belangrijk dat je bij een bakker van je eigen kerk kocht. Dat waren er als ik me niet vergis drie. Er werd nauwgezet op toegezien dat de een niet werd bevoordeeld boven de ander. Om de paar maanden wisselden we van bakker.
Een deur achter in de tuin biedt toegang tot de Achterweg. „Het was de enige straat waar je niet mocht roken, vanwege de vele hooibergen. Met horden kinderen deden we daar spelletjes. In Genemuiden heb ik echt leren spelen. Hinkelen, tollen, knikkeren, touwspringen, bokspringen, tenten maken, je verveelde je nooit. In de zomer ging ik met Antje mee uit hooien. Dat was een belevenis. Net als de komst van de dorpsomroeper, die op vaste punten belangrijke zaken rondbulderde.

Schedels
De deur van het kerkelijk gebouw De Garfkamer naast de kerk is open.
Deze geheel vernieuwde garfkamer werd
op woensdag 9 maart 1960 in een kerkdienst
plechtig geopend door ds. G.H. van Kooten,
meldt een gedenksteen in het portaal. Ter gelegenheid van de vreugdevolle gebeurtenis liet de predikant een zegel voor de gemeente ontwerpen: een kerk achter een sloot met aan weerskanten biezen, waartussen een biezen mandje drijft. Om het geheel de Latijnse tekst: E tenebris tribulationis populus Dei lucem prospecit domus Domini (Uit de duisternis der beproeving ziet Gods volk het licht van s Heeren huis). Het stempel, dat tot de dag van vandaag het kerkblad siert, werd onder meer verwerkt in een glas-in-loodraam.
In de kerk is koster Piet van Dijk, een zoon van de oude koster, bezig. „Het vierde geslacht, laat hij met gepaste trots weten. „De opa van mn vader is koster geweest, toen een oom van mn vader, daarna mn vader, sinds twintig jaar mag ik het doen. Het weerzien van de domineesdochter doet hem zichtbaar goed. Het u en mevrouw verandert al snel in jij en Alie. Aan de tafel in de catechesekamer gaat de schatkist vol herinneringen open. „Weet je nog dat bij de bouw van de nieuwe Garfkamer die schedels boven de grond kwamen en de jeugd daarmee ging voetballen? zegt Piet, een oud-klasgenoot van Reinier van Kooten. „De zondag daarop heeft je vader ons daar in de preek op aangesproken, dat was niet mis. Ze hebben alles weer vlug in de grond gestopt.

Tweede stem
De banken in de kerk zijn vernieuwd, verder oogt alles voor Alie Hoek nog vertrouwd. Zittend in de domineesbank keek ze, tussen de pilaren door, naar de gebeeldhouwde trompettisten op de orgelkast. Of recht voor zich uit naar de handen van haar vader. „Als hij aan het preken was, plukte hij altijd aan de kwasten van het doek om de rand van de kansel. Vaak voelde je hoe er door de prediking geleidelijk beslag op de gemeente kwam. Daar zat ik als kind op te wachten. Soms zag je bij iemand een traan over de wang rollen.
Nog sterker was de indruk die de psalmzang naliet. „Als ik op mijn sterfbed lig, wil ik dat horen: niet-ritmische samenzang van Genemuiden. Mijn vader genoot daar ook zo van. Hij koos altijd bewust enkele psalmen die men graag zong, zoals 68 of 108. Na een krachtig voorspel van Roeland of Van der Kolk klonk het dan uit volle borst: Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst en lof bereid. Daar gingen de mensen echt voor zitten.
Een deel van de mannen zong spontaan een tweede stem, die ze ter plekke bedachten. Het roerde me tot in mn ziel als dat massale gezang over me heen golfde. Ik heb niets tegen ritmisch zingen, maar in Genemuiden moeten ze dat nooit gaan doen. Mede op initiatief van mijn vader zijn ze de gemeentezang op plaatjes gaan zetten. Die kon je bij Roetman kopen, en ze gingen het hele land door.

Kluis
De consistorie heeft een bijzondere plaats in het hart van Alie Hoek. „Ik ging mn vader daar altijd ophalen. Terwijl ik op een stoel zat te wachten, kwam de oude Schuurman met een zak waarin al het geld uit de collectezakken werd gestort. Die ging vervolgens de kluis in.
„Het gebeurt allemaal nog precies hetzelfde, zegt Piet, die toevallig de sleutel van de kluis bij zich heeft. Zelfs het geknars van het slot is na een halve eeuw onveranderd. „Geweldig, lacht de CHE-docente. „Dit is exact het geluid dat ik me herinner.
Ze haalde haar vader niet alleen bij de kerk op, maar vergezelde hem ook op bezoeken langs de huizen en aan de hospitalen in Zwolle en Kampen. „Vooral naar het ziekenhuis ging ik graag mee. Terwijl mijn vader daar gemeenteleden bezocht, zat ik in de hal rond te kijken naar al die mensen in witte uniformen en naar patiënten die in bedden en rolstoelen voorbij kwamen. Daar is mijn belangstelling voor de medische wereld ontstaan. Als kind uit een predikantsgezin word je heel sterk geconfronteerd met de zorgen van het leven, met ziekte en sterven. Vaak hoorde ik het woord kanker vallen. Op mijn vraag wat dat was, antwoordde mijn vader: Dan verteer je al, terwijl je nog leeft. Dat ben ik nooit vergeten.

Aanzegger
Veel in het dorp is sindsdien veranderd. Het water dat eens door Genemuiden stroomde, is afgedamd. De soberheid van weleer maakte plaats voor een welvaart die her en der nadrukkelijk wordt geëtaleerd. Maar de oude begraafplaats aan de Blokhuisweg, naast het Armenhuis, bleef dezelfde.

„Als iemand was overleden, ging de aanzegger door het dorp. Ik hoor nog die stem: Héden moet ik u vertellen, dat is overléden op de lééftijd...
Ie worn bedankt, zeiden de mensen dan.
Als kinderen liepen we op een afstand met hem mee. Op de dag van de begrafenis kwamen de dragers met de kist langs de pastorie. Erachter liep de familie met mijn vader, gevolgd door de belangstellenden. Zo liep de stoet naar het kerkhof. Dit fijne grind lag er toen ook al. Het gaf een enorm geknierp, door de voetstappen van al die mensen.
Dominee Cirkel maakte twee keer de gang naar de begraafplaats om een eigen kind naar het graf te brengen. Zonder een moment te aarzelen weet Alie Hoek de zerk voor de twee meisjes te vinden. Wilhelmina en Johanna Cirkel. „Toen dominee Cirkel eind jaren vijftig een weekend bij ons logeerde, ben ik met hem naar het kerkhof gegaan. Samen stonden we op deze plek naar de grafsteen te kijken. Ik mag weten dat ze in de hemel zijn, zei hij. Daar kregen we op weg naar huis een heel gesprek over, want ik wilde weten waardoor hij dat zo zeker wist. Dat zijn dingen die je nooit meer vergeet.

Ongecompliceerd
Als het predikantsgezin in 1960 naar Huizen reist, staat een groot deel van de hervormde gemeente langs de Langestraat, om de dominee uit te zwaaien. Niet alleen de predikant, ook zijn oudste dochter heeft het te kwaad. „De liefde en trouw van al die mensen waren ontroerend.
De jaren in Genemuiden hebben mij in meerdere opzichten gevormd. De mensen zijn hier heel communicatief en recht voor zn raap. Dat beïnvloedt ook je manier van denken en handelen. Een enkele keer praat ik thuis voor de aardigheid nog wel eens gellemuniges. Volgens Jan praat ik dan niet alleen anders, maar is mijn manier van denken ook anders. Dat klopt denk ik wel. Door het ongecompliceerde dialect voel je je ook ongecompliceerd. Ontmoet ik Gellemunigers, dan heb ik gelijk contact met ze.

Volgende keer: Peter Schalk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 januari 2008

Terdege | 116 Pagina's

Alie Hoek-van Kooten: „Zeker voor de dominee was het belangrijk dat je bij een bakker van je eigen kerk kocht''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 januari 2008

Terdege | 116 Pagina's