Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Lied der Liederen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Lied der Liederen

Dr. M. Verduin: „Het is moeilijker om erover te preken dan om er een proefschrift over te schrijven

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag of het Hooglied moest worden opgenomen in de Schrift, werd beslissend beantwoord door rabbi Akiva. „Alle boeken uit onze traditie zijn heilig, maar het Hooglied is het heiligste van alle boeken. Of is het toch een profaan liefdeslied? Een historische exercitie door de exegese van het Canticum Canticorum.

De belangstelling van de jonge Maarten Verduin voor het Hooglied werd gewekt door zijn vader, voorlezer in de Gereformeerde gemeente van Axel. „Die zat veel te lezen in de samenspraken van Bart en Kees over het Hooglied, geschreven door ds. G. van Reenen. In latere jaren heb ik in Epe een serie preken over het Hooglied door ds. H. Visser gevolgd. Daar was ik toen sterk door gegrepen, later zakte de belangstelling wat weg. Tot de befaamde C.A. Tukker op een van onze reizen naar Zuid-Duitsland, waar we samen doceerden aan een rooms-katholieke priesteropleiding, me confronteerde met het feit dat de kanttekeningen bij het Hooglied zo enorm uitgebreid zijn. Op verzoek van Tukker ben ik me gaan verdiepen in de reden daarvan.
Het eindresultaat was de vuistdikke dissertatie Canticum Canticorum, over de bronnen van de kanttekeningen in de Statenvertaling op het Hooglied, waarop de hervormde predikant in 1992 promoveerde. In een van zijn stellingen poneerde hij dat de gereformeerde exegese van het Hooglied het bewijs levert dat onder het breukvlak van Rome en Reformatie de traditiestroom vanuit het jodendom, de vroege kerk en de middeleeuwen intact is gebleven. „Toen werd daar nauwelijks aandacht aan besteed. Met name door de arbeid van dr. W.J. op t Hof is de stelling inmiddels vele keren onderstreept.

Toont de exegese van het Hooglied door de eeuwen heen een constante lijn?
„Voor de rabbijnen stond vast dat het Hooglied als een allegorie moet worden gelezen. Ze betrekken het op het verbond van God met Zijn volk Israël. Het oudste christelijke commentaar op het Hooglied dat ik heb kunnen vinden, is dat van Hippolytus, geschreven rond 200. Hij gebruikt het als een soort catecheseboekje, om catechumenen te leiden naar Doop en Avondmaal. In de lijn van de rabbijnen beschouwt Hippolytus het Hooglied als een allegorie, maar hij vormt die om naar Christus toe. Aan de hand van het Hooglied onderstreept hij de leer van de kerk. Die traditie is heel lang in stand gebleven. Het was ook voor Udemans het hoofdmotief om zijn boek over het Hooglied te schrijven, als een verdediging van de leer der kerk tegenover Rome, de dopers en de remonstranten.

Waren er ook die vraagtekens plaatsten bij een allegorische uitleg?
„Dat waren echt uitzonderingen. Wie het Hooglied als een profaan lied zag, kwam aan de zijlijn te staan. Dat is zo gebleven tot in de 20e eeuw. Nu zie je het omgekeerde. Vandaag is het bijna belachelijk als je je nog beroept op die lange joodse en christelijke traditie. Het Hooglied wordt nu algemeen gezien als een profaan liefdeslied. Die visie wint ook binnen de reformatorische kerken terrein.

Hoe beoordeelt u dat?
„Ik vind het een beetje naïef om de exegetische traditie van duizenden jaren zomaar overboord te zetten. Men heeft mij verweten dat ik menselijke geschriften boven het Woord van God plaats, door vanuit de traditie te spreken. Mijn verweer is dat je niet moet doen alsof het Hooglied een volkomen geïsoleerde positie tussen de andere Bijbelboeken heeft. Het ene Bijbelboek legt het andere uit, dat wisten de joden al. Dan kan het niet zo zijn dat het Hooglied alleen of primair op het seksuele leven slaat. Waarbij ik het seksuele leven zeker niet als onheilig terrein beschouw.

Hebt u de indruk dat Salomo het ook als allegorie heeft geschreven?
„Hij heeft zijn beeldspraak ontleend aan zijn verhouding met een concrete vrouw, daar kun je moeilijk omheen. Maar het staat voor mij vast dat hij er meer mee beoogde, al kunnen we hem daar niet meer naar vragen. De rabbijnen zien in de boeken van Salomo een opklimming. Ze hebben het over de voorhof (Spreuken), het heilige (Prediker) en het allerheiligste (het Hooglied). Wie niet gelooft dat Salomo deze boeken als drie-eenheid heeft bedoeld, maakt zich naar hun mening de zwaarste straf waardig.
Hun uitgangspunt is, en dat lijkt me een goed exegetisch uitgangspunt, dat de verschillende Bijbelboeken met elkaar harmoniëren. De verschillende stemmen vormen samen één compositie. Teksten uit het Hooglied stemmen overeen met teksten in de profeten. Denk ook aan het evangelie naar Johannes, waarin Jezus zich als de Bruidegom openbaart. Psalm 45 werd door de vroege kerk al het klein Hooglied genoemd. In dat spoor gaat ook Kohlbrugge in zijn dissertatie.

Wie heeft, afgezien van de rabbijnen, de toon gezet in de exegese van het Hooglied?
„De eerste paus, Gregorius de Grote (540-604), die door Calvijn wordt gerekend tot de heilige mannen. Zijn Expositio in Canticum Canticorum (inleiding op het Hooglied) is bepalend geworden voor de interpretatie van het Hooglied in de middeleeuwen. In zijn Expositio grijpt Gregorius terug op commentaren van Hippolytus, Origenes, Ambrosius en Apponius, een bekeerde jood. Net als Hippolytus wil Gregorius met zijn werk de leer van de kerk poneren. Zo nu en dan geef ik in het rooms-katholieke Groot-Seminarie Rolduc gastcolleges over het Hooglied. Dan zeg ik soms, om dat wat ik beweer te bevestigen: Jullie paus zei daarover... Daar kunnen ze weinig tegenin brengen

Bij Bernard van Clairvaux overheerst een mystieke uitleg van het Hooglied. Was hij daarin de eerste of borduurde ook hij voort op een bestaande traditie?
„Van Bernard is bekend, al wilde hij dat niet weten, dat hij bij zijn preken over het Hooglied Origenes als bron gebruikte. Ook die was mystiek in zijn uitleg, maar heel persoonlijk mystiek, in de verkeerde zin van het woord. Bernard plaatst de mystieke uitleg binnen de dienst van Woord en sacrament, en sluit daarmee aan bij Hippolytus. Het mystieke verbindt hij met het kerkelijke.
De mystiek staat bij hem niet los van de gemeenschap der heiligen. Die praktiseerde hij in zijn klooster, waar hij de 86 preken over het Hooglied heeft gehouden. Toen was hij nog niet eens aan het eind van hoofdstuk 3. Het gaat Bernard om de beleving van het Hooglied in de ervaring van Jezus in het sacrament, waarbij hij met name aan het Heilig Avondmaal denkt.

Hoe groot is de invloed van Bernards preken over het Hooglied geweest?
„Enorm groot, door de uitvoerigheid. Daar komt bij dat je in deze preken nauwelijks typisch roomse elementen vindt. Hij laat de Schrift spreken en verbindt het Hooglied met tal van andere Bijbelboeken. Daardoor had zowel Luther als Calvijn grote achting voor Bernard. Diens invloed is uitvoerig aangetoond door dr. Izak Boot in zijn proefschrift. De lijn van Bernard vind je ook terug in passionen en cantates van Bach.

Wat is kenmerkend voor Luthers commentaar op het Hooglied?
„Luther geeft van 1530 tot 1531 colleges over het Hooglied. Daarin grijpt hij terug op de uitleg van de rabbijnen. Die betrokken het Hooglied op de verhouding tussen God en Israël, Luther betrekt het op de verhouding tussen God en een christenrijk. Door de colleges wil hij christelijke vorsten een hart onder de riem steken. Hij ziet hen vooral als beschermers van de kerk. Zo verbindt hij kerk en politiek. Daarmee valt hij een beetje buiten de boot van de gangbare exegese. In latere jaren stelt hij de vraag of hij met zijn colleges wel recht heeft gedaan aan het Hooglied. Je ziet bij hem dan een terugkeer naar de lijn van Bernard.

Calvijn durfde het niet aan om over het Hooglied te preken.
„Nee, wel heeft hij gezegd dat het niet wenselijk is de katholieke lijn van de exegese te verlaten. Opvallend is dat Beza, de opvolger van Calvijn in Genève, het nodig vindt om het Hooglied wel uitvoerig aan de orde te stellen. Misschien vanuit het gevoel dat Calvijn dat ten onrechte heeft laten liggen.

Onder de Nadere Reformatoren buitelen de namen van verklaarders van het Hooglied over elkaar. Vanwaar hun opvallende belangstelling voor dit Bijbelboek?
„Dat heeft te maken met wat Bernard van Clairvaux de verinnerlijking noemt. Positief bedoeld. Hij verbindt het Hooglied met de dienst van Woord en sacrament, van daaruit trekt hij de lijn door naar de ethiek. De verinnerlijking is bij hem geen binnenziels gebeuren. De intense omgang met God komt naar buiten in je gedrag. Dan zit je helemaal op het terrein van de Nadere Reformatie.

U toonde aan dat de kanttekeningen op het Hooglied in de Statenvertaling zijn ontleend aan Udemans verklaring van dit Bijbelboek. Wat was de reden?
„Udemans publiceert zijn commentaar in 1616, vlak voor de Dordse Synode. Bij mijn onderzoek ontdekte ik dat hij hele stukken heeft overgeschreven uit het zes jaar eerder gepubliceerde commentaar van priester Jan van Gorcum uit s-Hertogenbosch. Die was niet zo lang daarvoor uit vijandschap tegen de reformatorische leer van hervormd rooms-katholiek geworden. Zijn boek was gericht tegen de Reformatie. Udemans neemt alles over wat Van Gorcum uit de vroege kerk heeft bijeenvergaderd. Dat wat rooms is laat hij weg, en vult hij met reformatorische blokken. Dat gebeurde in die tijd overigens meer.

Hoe groot is de invloed van Udemans commentaar geweest?
„Zeer groot, omdat de samenvatting ervan in de vorm van kanttekeningen is opgenomen in de Statenbijbel. Dat betekent dat de exegese van het Hooglied sindsdien in sterke mate bepaald is door Udemans. Ik zeg dan: voor tachtig procent door Jan van Gorcum.

Matthew Henry besteedt in zijn commentaar op het Hooglied ook aandacht aan de oorspronkelijke allegorische betekenis, de band tussen God en Israël, en aan heilshistorische aspecten in het Hooglied. Zijn die niet te veel uit beeld geraakt?
„Je zult bij de uitleg van het Hooglied allereerst recht moeten doen aan de oudtestamentische context. Een man als Matthew Henry deed dat. Hij hield oog voor de bijzondere plaats van Israël. Dat zie je bij veel Engelse theologen.
Vandaag wordt het Hooglied door de theologische hoofdstroom gezien als een verheven beschrijving van het liefdesleven. Kan het daarvoor dienst doen?
„Op verzoek heb ik wel eens een huwelijksdienst met een woord uit het Hooglied geleid, maar dan nog blijf ik hechten aan de klassieke uitleg. Hoewel je in toenemende mate het gevoel krijgt dat je je daarvoor moet schamen. In eigen kring wordt vanuit christelijke gereformeerde en vrijgemaakte hoek de nieuwe uitleg sterk gepropageerd. Voor mij blijft de letterlijke uitleg van het Hooglied een bijlijn.

Hoe verklaart u de omslag in de exegese van het Hooglied in de twintigste eeuw?
„Ik kan die niet los zien van de sterke invloed van de seksuele revolutie.

Preekt u zelf veel en graag over het Hooglied?
„Graag in ieder geval, niet veel. Als ik het doe, is dat meestal rond het Avondmaal. Met preken over het Hooglied kun je prachtig invulling geven aan de drieslag voorbereiding, bediening en dankzegging, in aansluiting bij de catechese in de vroege kerk. Als het gaat om de voorbereiding: Hij kusse mij met de kussen van Zijn mond, als een vertolking van het verlangen naar het sacrament. Voor de Avondmaalsdienst zelf kun je denken aan de tekst: De Koning heeft mij gebracht in zijn binnenkamer. En voor de dankzegging: Wie is zij die daar opkomt uit de woestijn en lieflijk leunt op haar liefste.

Toch preekt u niet veel over het Hooglied?
„In een preek over het Hooglied heb ik eens gezegd: Het is moeilijker om erover te preken dan om er een proefschrift over te schrijven. In mijn dissertatie heb ik een overzicht geboden van de exegese van het Hooglied in de loop der eeuwen. In een preek moet je zelf een exegetische keuze maken. Dat is bepaald niet eenvoudig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 2008

Terdege | 84 Pagina's

Het Lied der Liederen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 2008

Terdege | 84 Pagina's