Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan een mooie baan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan een mooie baan

Prof. Henk Jochemsen: „Reformatorische wijsbegeerte wil inhoud geven aan het gebod God ook lief te hebben met het verstand

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Generaties Wageningse studenten volgden de colleges reformatorische wijsbegeerte van prof. Egbert Schuurman. Na 25 jaar maakt hij plaats voor een opvolger. De post gaat naar prof. Henk Jochemsen. „Er is al veel gewonnen als studenten de pretenties van wetenschap en techniek leren relativeren.

Even leek het erop dat Henk Jochemsen al voor de zomervakantie aan de slag kon op de universiteit van Wageningen. De stroop die de benoeming van hoogleraren aankleeft, voorkwam dat. Niet tot zijn spijt. De opvolger van Egbert Schuurman heeft er zin in, maar vindt het wel prettig dat hij zich nog even kan voorbereiden. Tijdens een vakantie aan huis.

Het instituut Schuurman opvolgen, dat is niet simpel.
„Het zal inderdaad niet gemakkelijk zijn. Ik heb het voordeel dat Schuurman geleidelijk uit Wageningen vertrok, en er nog maar weinig was. In de studentenwereld is iemand snel vergeten. De generaties volgen elkaar snel op, al spoedig zijn er faraos die Jozef niet meer gekend hebben.

Wat was de kracht van Schuurman?
„Hij wist door zijn colleges studenten te boeien en aan zich te binden. Dat had ook te maken met zijn betrokkenheid op mensen. Door zijn fenomenale geheugen kende hij ze allemaal bij naam. Dat heb ik in ieder geval niet, ik ben vreselijk slecht in het onthouden van namen. Bovendien heeft Schuurman een indrukwekkende staat van dienst, onder meer als lid van de Eerste Kamer. Dat gaf hem een bepaalde statuur.

U bent uitgekozen als zijn opvolger, wat betekent dat voor u?
„Al lange tijd ben ik bezig met biotechnologie, ook in de landbouw, onder meer door mijn betrokkenheid bij het Instituut voor Cultuurethiek. Verder ben ik als voorzitter van de vaste commissie biotechnologie van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie bij deze materie betrokken, maar in mijn dagelijks werk had ik er niet veel ruimte voor. Ik vind het heel leuk dat deze thematiek nu een structurele plek kan krijgen. Mijn benoeming is voor een dag per week, bij het Lindeboom Instituut ga ik een dag minder werken.

Er waren weinig sollicitanten. Vanwaar het gebrek aan geïnteresseerden?
„Ik denk dat er niet zo veel zijn die de vereiste combinatie van kwalificaties hebben. Er zijn zeker mensen met kennis van de reformatorische wijsbegeerte, maar je moet ook voldoende niveau hebben om wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te kunnen beoefenen. Daar komt bij dat men nadrukkelijk iemand zocht die wat met Wageningen had. Dat is de universiteit waar ik zelf heb gestudeerd.

Is het een vereiste dat een hoogleraar reformatorische wijsbegeerte ook kennis heeft van het vakgebied van de universiteit waar hij doceert?
„Dat is hoe langer hoe meer het geval. Vroeger waren het gewoon filosofen, en maakte het niet uit of ze in Groningen, Utrecht of Wageningen doceerden. Dat is vandaag anders. Universiteiten verwachten dat de bijzonder hoogleraren reformatorische wijsbegeerte hun colleges toespitsen naar het vakgebied. Dat is in mijn sollicitatieprocedure ook uitdrukkelijk aan de orde geweest.

Hebt u zelf destijds colleges in de reformatorische wijsbegeerte gevolgd?
„Nee, die werden in die tijd nog niet gegeven in Wageningen. Wel heb ik colleges gevolgd bij de Radboud-hoogleraar Jeuken, theoretisch bioloog-filosoof. Een pater-Jezuïet die briljant college gaf. Na de oprichting van de studentenvereniging Ichthus, waar ik zelf bij betrokken was, hebben we in samenwerking met de CSFR en vrijgemaakte studenten meegewerkt aan de invulling van Studium Generale. Wij hebben mensen als Van Riessen, Rookmaaker en Goudzwaard naar Wageningen gehaald, om daar colleges te geven.

Hoe belangrijk vinden universiteiten het om een hoogleraar reformatorische wijsbegeerte binnen hun muren te hebben?
„Daar wordt verschillend over gedacht. Groningen en Utrecht zitten er momenteel niet op te wachten. Daar staat tegenover dat Maarten Verkerk onlangs is benoemd aan de universiteit van Maastricht. Daar is een nieuwe leerstoel voor reformatorische wijsbegeerte gekomen. De meeste universiteiten realiseren zich dat voor veel mensen in de samenleving religie zeer betekenisvol is. Dat maakt levensbeschouwing ook in de wetenschapsbeoefening van belang. In een van de gesprekken in Wageningen zei iemand van de universiteit: Doe vanuit jouw positie rustig mee met de debatten binnen de universiteit. Er moet in het debat ruimte zijn voor allerlei denkrichtingen.

Voor de doorsnee Nederlander, zelfs de doorsnee christen, is reformatorische wijsbegeerte een schimmig begrip. Wat is voor u de essentie ervan?
„Dat is een lastige vraag. Laat ik een aantal noties noemen, die voor mij wezenlijk zijn. Reformatorische wijsbegeerte wil inhoud geven aan het gebod God ook lief te hebben met het verstand.
Het tweede is dat de reformatorische wijsbegeerte filosofeert vanuit het grondmotief van de heilshistorische kernpunten: schepping, val, verlossing en voltooiing. Je kunt de werkelijkheid pas goed verstaan als je ervan uitgaat dat die geschapen is, dat er een val is geweest waardoor gebrokenheid is gekomen, maar dat er in Christus een nieuw perspectief is op herstel en volkomenheid.
Een derde uitgangspunt is dat elk filosofisch denken ten diepste religieus is bepaald. Er bestaat geen neutrale wetenschap en neutrale filosofie.
In de vierde plaats gaat de reformatorische wijsbegeerte ervan uit dat in de werkelijkheid normatieve ordeningen bestaan. De wet van God pást bij de werkelijkheid. Dan kom je bij de structuuranalyses van de reformatorische wijsbegeerte. Die hebben alleen zin als je uitgaat van de veronderstelling dat de werkelijkheid geordend is. Er is een herkenbare normatieve structuur, die geldt voor alle sociale verbanden waarin mensen leven en verantwoordelijkheid dragen.
Een vijfde kernpunt is voor mij dat het reformatorisch wijsgerig denken een pluraliteit in de werkelijkheid onderkent. Het keert zich tegen elke verzelfstandiging en verabsolutering van elementen in de geschapen werkelijkheid, ongeacht of het om het verstand, het gevoel, de biologie of de techniek gaat. Bepalend voor deze geschapen werkelijkheid is God Zelf, uit Wie, door Wie en tot Wie alle dingen bestaan. Daarom keert de reformatorische wijsbegeerte zich tegen alle ismen.

Schuurman heeft het technicisme scherp onder kritiek gesteld. Welke accenten gaat u leggen?
„Dat moet zich nog ontwikkelen. Ik wil vooral proberen te doordenken op welke wijze de moderne wetenschap en techniek in de landbouw vruchtbaar en op een genormeerde wijze kunnen worden toegepast.

Een positieve benadering dus.
„Ja, die Schuurman overigens ook wel had, al lag bij hem de nadruk op het waarschuwen tegen de ontsporing van de techniek. Dat had met de tijd te maken. De jaren tachtig en negentig waren de jaren van de polarisatie. Dat was nodig, ik heb er vanuit het Lindeboom Instituut driftig aan meegedaan, om bepaalde tendensen te keren. Op een aantal gebieden zie je een kentering. Neem de bio-industrie, waar Schuurman zich ook tegen gekeerd heeft. Op dat terrein is veel verbeterd. Hetzelfde geldt voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Het besef dat we verantwoord moeten omgaan met deze aarde, is toegenomen. In de biotechnologie gaat de ontwikkeling nog gewoon door, maar ook in dat debat is uitsluitend nee roepen tegen genetische modificatie onvoldoende. Ik hoop een bijdrage te leveren in het nadenken over een genormeerde toepassing van de technologie. De timing van mijn colleges zal ik afstemmen met de leerstoelgroep toegepaste filosofie.

De verwoording zal afhangen van het publiek. Zijn dat per definitie christenen, of is het een gemengde groep?
„De grote meerderheid komt uit de christelijke achterban. Dat wil nog niet zeggen dat ze iets van reformatorische wijsbegeerte weten. Daarnaast heb je mensen die vanuit een algemene interesse de colleges bijwonen. Schuurman gaf de laatste jaren college in het Engels, omdat Wageningen relatief veel buitenlandse studenten trekt. Hij had ook studenten met een islamitische achtergrond onder zijn gehoor. Met het oog op die groep overweeg ik ten minste een deel van de colleges ook in het Engels te gaan geven. Dat is niet helemaal vreemd voor me, want in Wageningen is elke zondag een dienst voor buitenlanders, waarin ik een paar keer per jaar preek.

Aan twee universiteiten buitengewoon hoogleraar en directeur van het Lindeboom Instituut, dat wordt een druk bestaan.
„Het zal vooral in het begin wel een beetje hectisch zijn, maar dat ben ik wel gewend. Ik hoop dat de collegas van de reformatorische wijsbegeerte me een beetje kunnen helpen.

Ze wekken de indruk solisten te zijn?
„Mijn indruk is dat filosofen in het algemeen Einzelgänger zijn. Wat mij betreft stemmen we onderling af wat we van elkaar kunnen gebruiken. Een voordeel is dat er al allerlei dwarsverbanden zijn. Met Roel Kuiper heb ik nu al veel te maken, met Gerrit Glas schreef ik het boek Verantwoord medisch handelen en ik werk samen in de Master Christian Studies aan de VU, met Jan Hoogland heb ik ook veel samengewerkt. Marc de Vries ken ik vanuit Potchefstroom, Maarten Verkerk is momenteel voorzitter van het bestuur van het Lindeboom Instituut. Kortom, ik kom niet in een kring van onbekenden.

Hoe betekenisvol zijn de colleges reformatorische wijsbegeerte?
„De eeuwigheid zal laten zien wat ze waard zijn geweest. Kijk ik naar mijn colleges medische ethiek aan de VU, dan zie ik dat die op studenten die ze volgen een behoorlijke impact kunnen hebben. Vanuit hun christelijke achtergrond worden ze geconfronteerd met een wetenschappelijke wereld die sterk beheersingsgericht is, en met God en Zijn Woord geen rekening houdt. De verleiding om dat denken klakkeloos over te nemen, is heel groot. Een serie colleges die aantoont dat ook dit denken van vooronderstellingen uitgaat, kan mensen enorm helpen om als christen in de wetenschap en het vak bezig te blijven.
Er is al veel gewonnen als studenten de pretenties van wetenschap en techniek leren relativeren. Met hoofd en hart. Christenen zijn geroepen om iets van het koningschap van Christus in deze wereld te laten zien, al zal dat heel beperkt en onvolkomen blijven. Dat kan ook nooit een zaak van enkel intellect zijn, het moet gevoed worden vanuit een hart dat de Heere kent. Het is mijn hoop dat de colleges reformatorische wijsbegeerte voor die verbinding dienstbaar mogen zijn. Aan mijn kant met veel gebrek, maar al wat gedaan is uit liefde tot Jezus heeft waarde.

Zo ervaart u deze benoeming?
„Zeker, zo sta ik erin. Het is voor mij meer dan een mooie baan.


Wijsbegeerte bij bijbels licht
De reformatorische of calvinistische wijsbegeerte wil bij het licht van de Schrift op filosofische wijze nadenken over de geschapen werkelijkheid, de gevolgen van de zonde in die werkelijkheid en de betekenis van het sterven en de opstanding van Jezus Christus voor die werkelijkheid. Geestelijke vaders van de reformatorische wijsbegeerte waren D.H.Th. Vollenhoven en H. Dooyeweerd, beiden vanaf 1926 hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Reformatie van het denken betekende voor hen de afwijzing van „iedere synthese met enig denken dat zich niet stelt onder de rechtstreekse soevereiniteit van God over al het geschapene.
In 1947 werden de eerste bijzondere leerstoelen voor calvinistische wijsbegeerte ingesteld. Het aantal groeide uit tot acht, maar Groningen en Utrecht trokken de leerstoel weer in. Omdat aan de universiteit van Maastricht met ingang van dit seizoen een nieuwe kon worden gerealiseerd, staat het totaal nu op zeven.
De huidige hoogleraren zijn Marc de Vries (Delft), Maarten Verkerk (Eindhoven en Maastricht), Gerrit Glas (Leiden), Jan Hoogland (Twente), Roel Kuiper (Rotterdam) en Henk Jochemsen (Wageningen). De laatste werd recent benoemd in de plaats van Egbert Schuurman, die vanaf 1983 in Wageningen reformatorische wijsbegeerte doceerde. Jochemsen, van origine moleculair bioloog, is verder directeur van het Prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut en bijzonder hoogleraar medische ethiek op de Lindeboomleerstoel voor medische ethiek aan de Vrije Universiteit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 2008

Terdege | 100 Pagina's

Meer dan een mooie baan

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 2008

Terdege | 100 Pagina's