Van atheïst tot evangelist
Prof. Ole Hallesby: „Gedurende mijn hele leven heb ik gewandeld in de gebeden van mijn ouders en voorouders
Hij gaat theologie studeren uit louter wetenschappelijke interesse. Het geloof in het gezag van de Schriften is Ole Hallesby verloren, maar tijdens zijn studie komt hij tot bekering. De jonge atheïst wordt een vurige evangelist en zal als hoogleraar tal van Noorse predikanten vormen. „Het geloof bepaalde alles in zijn leven.
Het is in het concentratiekamp van Grini dat professor Ole Hallesby besluit na de oorlog wraak te nemen op de Duitsers. Als God hem spaart, zal hij zijn boek Het gebed ook in het Duits laten vertalen. Hallesby maakt die belofte waar. Zon 200.000 exemplaren van het boek gaan in Duitsland over de toonbank.
Niet alleen in het land van Hitler maakt het werk grote indruk. Het gebed wordt in 34 talen overgezet, van de Engelse vertaling wisselen er alleen al in Amerika meer dan een miljoen van eigenaar. Voor Hallesby is het geen volslagen verrassing. Tijdens het schrijven van het boek ervaart hij dat Gods Geest hem op een bijzondere wijze leidt. Dat maakt hem tegelijk ootmoedig. „Ik weet dat mijn boeken niet zo goed zijn als ze moesten zijn, maar ik kan het niet beter. Daarom bid ik God mijn boeken te zegenen zoals ze uitgegeven worden.
Het is vooral de godsvrucht van de Noorse hoogleraar die grote indruk maakt op zowel lezers als hoorders. De gereformeerde hoogleraar prof. dr. G.Ch. Aalders hoort hem in 1937 op een internationale conferentie voor christelijke studenten in Boedapest. De herinnering aan Hallesby vertolkt hij in zijn voorwoord bij de Nederlandse vertaling van Het gebed. „Hij is wars van oratorisch vuurwerk en onthoudt zich zorgvuldig van alles wat ook maar enigszins naar effectbejag zweemt; maar zijn rustig woord is aangrijpend door de overtuigingskracht die men er in voelt.
Student
Ole Hallesby komt op 5 augustus 1879 ter wereld in het Noorse dorp Aremark, waar zijn vader Kristian een boerenbedrijf heeft. Kerkelijk weet het gezin zich verbonden met de piëtistisch lutherse stroming die is ontstaan door de arbeid van de 18e-eeuwse Scandinavische opwekkingsprediker Hans Nielsen Hauge. Later zal Hallesby in Het gebed schrijven: „Gedurende mijn hele leven heb ik gewandeld in de gebeden van mijn ouders en voorouders, en in de verhoringen van deze gebeden. Een zachte regen drupt nog steeds op mij neer. Ik maai, in waarheid, wat anderen gezaaid hebben!
Als hij nog maar twaalf jaar oud is, overlijdt zijn moeder Emilie. Drie jaar later deelt zijn vader de drie zoons mee dat ze allemaal naar het gymnasium in Oslo mogen. Daarmee opent hij voor hen de weg naar een academische loopbaan. Karoline, de oudste dochter, zal de huishouding verzorgen.
Pas jaren later maakt vader Hallesby de achtergrond van zijn beslissing bekend. Terwijl hij op een dag in 1877 bezig was in de stal, waar hij ook zijn bidvertrek had, maakte God hem duidelijk dat hij een zoon zou krijgen die op bijzondere wijze de kerk in Scandinavië zou dienen. Omdat hem niet duidelijk wordt wie van de drie het zal zijn, besluit hij ze allen gereed te maken voor een universitaire studie. Met gevolg dat hij zelf tot aan zijn dood in 1923 de boerderij runt.
Atheïst
Ole lijkt niet de door God verkozen zoon. Een jaar na de beslissing van zijn vader wordt hij, net als Karoline, getroffen door longontsteking. Karoline overlijdt aan de ziekte, ook het einde van haar broer lijkt nabij. Meerdere dagen is hij buiten bewustzijn, de arts heeft hem al opgegeven.
Tegen alle menselijke verwachting in herstelt de Noorse boerenzoon. Hij overweegt medicijnen te gaan studeren, maar kiest uiteindelijk voor theologie. Tot verdriet van zijn vader is hij vervreemd van het geestelijk klimaat van thuis. „Ik begon mijn theologische studie met twijfel aan de waarheid van het christendom. En het duurde niet lang, eer ik die waarheid totaal verloochende.
De ommekeer komt als een orthodoxe hoogleraar hem in het vijfde jaar van de studie uitnodigt voor een gesprek over de periode die nog wacht. In Waarom ik een christen ben? beschrijft Hallesby wat er voorviel in diens studeerkamer.
„Binnen een halve minuut brak hij zijn raadgeving af. Toen zag hij mij recht in de ogen, met zijn eigenaardige, warme, hartelijke blik, en zei na een korte pauze: Wilt u niet een christen worden, Hallesby? Die woorden en dat ogenblik zal ik nooit vergeten, hoe oud ik ook word. Als een bliksemstraal trof mij deze gedachte: Het is waar, ik ben een heiden. Die dag ontving ik een dodelijke wond, die mij binnen het halve jaar op de knieën bracht.
Hechte grondslag
Na een diepe crisis neemt hij het besluit Jezus te volgen. „God zij geprezen, nu en in eeuwigheid, voor die keus! Toen ik haar gedaan had, daalde een stille, vredige vreugde in mijn ziel. Een blijdschap die ik sinds mijn kinderjaren niet gekend had.
In de weken die volgen ontdekt hij echter hoe onmogelijk het is om Jezus te volgen. Terwijl zijn vrienden bij zijn vader klagen dat Ole overdreven heilig is geworden, ziet hij in zichzelf niets dan onheiligheid. „Ik gevoelde, hoe waar alles is wat de Schrift zegt over de zedelijke onmacht van de mens, zijn volkomen hulpeloosheid voor God en Gods heilige wet.
Maanden wordt hij geslingerd tussen hoop en vrees, tot de dag aanbreekt waarop God hem in de ruimte stelt. „Op een wijze die ik niet kan verklaren, werd het mysterie van het Evangelie – het kruis – aan mij geopenbaard. Niet zo dat ik het kon begrijpen of verklaren. Maar ik beleefde het. Van aangezicht tot aangezicht met de gekruisigde Heiland mocht ik de God der genade ervaren. En wel op zulk een wijze dat alle angst en twijfel verdwenen. Een gelukkig gevoel van zekerheid, van veiligheid vervulde mijn ziel, niet enkel voor dit ogenblik, maar als een blijvend gelukkig gevoel, dat een hechte grondslag had.
Evangelist
Nu is hij een bruikbaar instrument in Gods hand. Het is zijn verlangen om als evangelist uit te gaan in zijn land, dat op de overgang van de 19e naar de 20e eeuw een geestelijk reveil meemaakt. Zijn zwakke gezondheid maakt hem volgens artsen volslagen ongeschikt voor dit werk, maar Hallesby vangt in 1904 de arbeid met grote ijver aan. Tot verwondering van de medici zonder grote lichamelijke problemen. Hallesby ziet daarin de verhoring van zijn gebed en dat van zijn vader. Die heeft hem in een vertrouwelijk gesprek laten weten dat hij God heeft gevraagd zijn zoon zonder hulp van doktoren de gezondheid te geven.
Drie jaar later komt een nog veel zwaardere last op de schouders van de boerenzoon. Aan de theologische faculteit van de universiteit van Kristiania, het huidige Oslo, wordt de liberale theoloog Johannes Ording tot hoogleraar in de systematische theologie benoemd. Bij behoudende voorgangers en professoren roept de benoeming een storm van kritiek op. Orthodox lutherse parlementariërs stellen de kwestie zelfs in het parlement aan de orde.
Voor de leidinggevende hoogleraar Sigurd Odland en de minister van kerkelijke zaken HYPERLINK "http://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Christan_Knudsen&action=edit&redlink=1" \o "Christan Knudsen (page does not exist)" Christan Knudsen is de benoeming reden hun functie neer te leggen. Zij nemen het initiatief voor de stichting van een bijbel- en belijdenisgetrouw theologisch seminarie in Oslo. Op 16 oktober 1907 wordt het officieel opgericht, in de herfst van 1908 start het instituut met acht studenten.
Hoogleraar
Ole Hallesby wordt gevraagd systematische theologie te gaan doceren. Aanvankelijk aarzelt hij. Hij is nog maar 29 jaar. Daar komt bij dat hij zich voor alles evangelist voelt en bovendien uitgesproken laagkerkelijk denkt. Het ambt aller gelovigen slaat hij hoger aan dan het bijzondere ambt. Dat maakt hem in eigen oog niet de geschiktste kandidaat voor het opleiden van toekomstige predikanten. Voor de initiatiefnemers is het geen bezwaar. Ze kennen niemand die ze liever op deze post hebben.
Zijn vader is van mening dat dezelfde God Die hem in 1904 tot de verkondiging heeft geroepen, nu deze opdracht op zijn schouders legt. Dat geeft voor Hallesby de doorslag. Hij zal 43 jaar aan de vrije theologische faculteit van Oslo verbonden blijven, van 1909 tot 1952. In deze jaren groeit hij uit tot de leidende figuur van de Noorse opwekkingsbeweging.
Ook buiten eigen land krijgt hij grote bekendheid, met name door zijn arbeid als auteur. Tussen 1910 en 1949 publiceert hij 67 boeken en geschriften. Het gebed en het autobiografisch getinte Waarom ik een christen ben maken hem wereldwijd bekend. In zijn boeken is Hallesby geen geleerde, maar evangelist en pastor. Over Het gebed schrijft prof. dr. G.Ch. Aalders: „Het is geen wetenschappelijke studie, het schittert niet door briljante stijl, maar het is uit het hart gegrepen van elk die de Bijbel liefheef en die het gebedsleven kent.
Radio
Al vroeg onderkent Hallesby het antichristelijke karakter van het nationaal-socialisme. In de oorlogsjaren geeft hij in Noorwegen leiding aan het kerkelijke verzet tegen het nazisme. Het gevolg is dat hij van 1943 tot 1945 in het concentratiekamp Grini bij Oslo is geïnterneerd. Na de oorlog zet hij zijn arbeid voort. Tegenover de liberale theologie plaatst hij de theologie van het kruis, van verzoening met God door het bloed van Christus. Op een groot aantal Noorse voorgangers zet hij een blijvend stempel.
De boodschap die Hallesby in zijn boeken, op conferenties en voor de radio uitdraagt, is voor een kind te begrijpen. Bijbels, eenvoudig en ernstig. Als hij voor radio Oslo een week lang toespraken mag houden, sluit hij een van de uitzendingen af met de woorden: „Het kan zijn dat u vanavond zoals altijd naar bed gaat en morgen vroeg in de hel zult ontwaken. Ik wil u graag waarschuwen!
Het verwekt onder luisteraars grote verontwaardiging. In een Noorse krant verschijnt een artikel met de kop: Zijn we nog in de Middeleeuwen? Radio Oslo verzoekt Hallesby zijn uitspraak recht te zetten. Die stemt toe en herhaalt voor de microfoon zijn woorden.
Wedergeboorte
Zeer beducht is de Noorse hoogleraar voor goedkope genade. „We moeten allen door de enge poort van berouw en belijdenis van zonden, willen we in gemeenschap komen en leven met God, schrijft hij in Waarom ik een christen ben. Ernstig waarschuwt hij de predikanten die ervan uitgaan dat al hun hoorders ware gelovigen zijn. „Om die reden trekken zij in hun prediking niet de bijbelse scheidslijn tussen bekeerden en onbekeerden, tussen kinderen van God en kinderen van de wereld. Zij erkennen wel een onderscheid, maar alleen een onderscheid in graad. Sommigen zijn ernstige christenen, andere minder ernstige.
Daartegenover verkondigt Hallesby de noodzaak van vernieuwing van het hart. „U kunt alleen een christen worden door een wonder. Jezus noemt dit wonder de wedergeboorte. Die overtuiging leidt bij hem echter niet tot een prediking die in de toepassing niet verder komt dan een wens of de verzekering dat het voor de hoorders nog kan. Wedergeboorte, geloof en bekering houdt hij dicht bij elkaar. In zijn boeken laat hij zich kennen als een Andreas, die metgezellen op de aardse levensweg tot Jezus leidt. In het besef van afhankelijkheid van de Heilige Geest.
Twijfelaars
Door zijn eigen levensgang voelt Hallesby zich in het bijzonder aangetrokken tot twijfelaars. Met het oog op hen schrijft hij Waarom ik een christen ben. Niet voor hen die twijfelen „uit liefhebberij, omdat hun scepticisme hun een beschutting is tegen de beschuldiging van hun geweten. (...) De twijfelaars aan wie ik mijn hulp tracht te bieden, zijn van een ander gehalte. Ze zijn in onrust vanwege hun twijfel. Zij zijn vermoeid door pijnlijke onzekerheid.
Het voorwoord van het boek typeert zijn levenshouding. „Reeds zo lang ik van twijfel bevrijd ben en overgezet in een gelukkig leven met God, een leven van zekerheid en vrede, heb ik mij de schuldenaar gevoeld van mijn twijfelende medemensen. Dit boek is een poging iets van die schuld af te lossen. Ik ben niet zo goed geslaagd als ik wel gewenst had, maar daar slechts weinig geschreven is om twijfelaars te helpen, heb ik het gewaagd dit boek het licht te doen zien. Het is mijn ernstig gebed tot God dat het in handen mag komen van de een of andere twijfelaar, die niet verachten moge de geringe hulp die ik in staat ben hem te geven. Ondertekend: O. Hallesby. Zonder titel.
Op 22 november 1961 passeert de Noorse hoogleraar de eindstreep van zijn aardse loopbaan en mag hij zijn uitziend geloof verwisselen voor aanschouwen. Tijdens de rouwdienst typeert ds. Christen Hallesby zijn vader met de woorden: „Het geloof bepaalde alles in zijn leven: zijn denken, zijn levenshouding, zijn plannen, zijn alledaagse werk. God stond voor hem in het middelpunt. Omdat hij in alle dingen met God rekende, was hij een man van gebed. Noorwegen verliest in Hallesby een nederige bidder, een godvruchtige hoogleraar, een katholieke christen. Zijn boeken, die tijden en culturen overstijgen, worden tot vandaag met zegen gelezen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 september 2008
Terdege | 100 Pagina's