In een sociale rolstoel
Prof. dr. Bob Smalhout: „Ik heb het gevoel of het belangrijkste nog moet komen''
De meeste tegenslagen wist hij goed te verwerken, maar zijn pensionering kwam hij niet te boven. Professor Bob Smalhout, hoogleraar in de anesthesiologie, voelde zich afgeschreven, op straat gezet. „De ene dag was ik nog een erkende topspecialist, de dag erna zat ik thuis.
De cello ligt nog altijd op de vleugel in de woonkamer, maar wordt allang niet meer bespeeld. Alzheimer ontnam de begaafde celliste Mieke Smalhout haar muzikaliteit. „Kijk, dat was ze in haar goede dagen, wijst professor Bob Smalhout. „Ze trad vaak op als soliste, onder meer met het orkest van Charles de Wolff. Thuis speelden we soms samen, zij op de cello, ik op de vleugel.
Precies vier weken geleden heb ik Mieke naar een verpleeghuis gebracht. Het ging niet meer. Ook lichamelijk raakte ze steeds meer gehandicapt. De verpleegkundigen van de thuiszorg, die me s morgens en s avonds hielpen bij de verzorging, zagen het niet meer zitten.
Er wordt wel gezegd dat het verlies van je echtgenoot door Alzheimer erger is dan het verlies door de dood.
„Dat herken ik helemaal. Als je vrouw ten slotte overlijdt, verlies je alleen nog maar haar lichamelijke aanwezigheid. Daarvoor raak je ze als individu kwijt. Je weet dat je er niks tegen kunt doen. Je enige verdedigingsmechanisme is totale ontkenning. Achteraf gezien is dat proces twaalf jaar geleden al begonnen. De vreemde dingen probeerde ik glad te strijken. Iedereen vergeet wel eens wat, iedereen zegt wel eens iets raars, iedereen doet wel eens domme dingen. Je wilt het gewoon niet zien.
Terwijl uw medicus bent.
„Dat is niet zo vreemd. Dokters hebben een verwrongen wereldbeeld. Ze denken dat de ene helft van de wereld een ziekte heeft, de andere helft is er om die mensen te verzorgen. Wordt de dokter zelf ziek, dan beschouwt hij dat als een ernstige fout in de regie. Hij is in het verkeerde toneelstuk beland. Het kan niet waar zijn dat hij ziek is. Die houding strekt zich ook uit tot de mensen die hem lief zijn.
U bleef uw vrouw zo lang mogelijk zelf verzorgen. Vanuit welke motivatie?
„We zijn met elkaar getrouwd en hebben beloofd dat we voor elkaar zouden zorgen. Tot de dood ons scheidt. Dat doe je dan ook. Je zou verwachten dat nu een zware last van me is afgevallen, maar dat is helemaal niet waar. Ik mis haar, bij alles. Bijna elke dag ga ik op bezoek. Dan zit ze daar, in zon zaal tussen andere dementerende patiënten. Als ze me ziet, zegt ze: Ach Bobbie, wat lief dat je me komt halen, ga ik nu mee naar huis? Hartverscheurend! Om kapot te gaan.
Volgens Mozes behoort u gezien uw leeftijd tot de zeer sterken. Beleeft u dat ook zo?
„Helemaal niet. Ik voel me nog net als dertig jaar geleden. Trouwens, Mozes werd 120 en begon op zn tachtigste aan de grootste taak van zijn leven. Ik heb het gevoel of ook voor mij het belangrijkste nog moet komen.
Uw pensionering noemt u de grootste ramp in uw leven. Wat maakt het pensioen zo verschrikkelijk?
„Ik ben ervan overtuigd dat de mens niet voor niks op aarde is. We hebben een bepaalde opdracht, verbonden met de talenten die we ontvingen. Het pensioen maakt het vervullen van die taak voor een belangrijk deel onmogelijk. Ik voel me als een plant die altijd heeft gebloeid en vrucht heeft gedragen, maar die op een dag met wortel en tak uit de grond is gerukt. Je kunt hem nog een tijdje in leven houden door hem in een emmer met water te zetten, maar het is een armoedig bestaan.
De oudtestamentische priesters mochten er al met hun vijftigste uit.
„Dat werd lang niet door iedereen gedaan. En de grote figuren uit de Bijbel gingen geen van allen met pensioen. Mozes niet, Aäron niet, Samuël niet... Ik heb voldoende liefhebberijen, maar alleen bezig zijn met je hobbys vind ik een vorm van intellectuele onanie. Je zit jezelf te bevredigen om je tijd door te komen, maar in wezen doe je niks nuttigs.
Uit de reclames van Zwitserleven krijg je het idee dat het leven één grote lijdensweg is vanwege de arbeid die moet worden verricht. Dat is ons menselijk noodlot, maar eens komt de dag dat je van die afschuwelijke straf wordt verlost. De dag van je pensioen. Dán begint je leven pas. Ik heb het precies omgekeerd ervaren. De ene dag was ik nog een erkende topspecialist, de dag erna zat ik thuis. Je staat ineens op de laagste tree van de maatschappij. In het begin stapte ik s morgens in mn auto en reed ik de hele dag doelloos door Nederland, om de mensen in de buurt het idee te geven dat ik nog werk had. Tussen de middag kocht ik bij een benzinestation een broodje, en probeerde ik wat te slapen. Ik voelde me wanhopig.
Er is toch voldoende te doen, ook buiten het medische circuit?
„Natuurlijk, maar de mogelijkheid om wetenschappelijk werk te verrichten, was voor mij totaal afgesneden. Daarvoor heb je als arts patiënten, een ziekenhuis en een laboratorium nodig. En je bent je contacten kwijt. Ik ben een mensenmens en voel me diep ongelukkig als er niemand in de buurt is met wie ik over mijn vak kan praten. Het aantrekkelijke van de geneeskunde is dat je iedere dag in aanraking komt met de meest uiteenlopende figuren. Dat valt ook weg. Ik ben er nooit overheen gekomen. Alles wat ik nu doe, is in wezen surrogaat.
U bent nog verbonden aan een advocatenkantoor, u schrijft, u houdt lezingen…
„Incidenteel doe ik ook nog bronchoscopieën bij kinderen. Daarvoor heb ik een prachtig instrumentarium, door mezelf samengesteld. Soms word ik gebeld door anesthesiologen die ik heb opgeleid. Dan laad ik de hele handel in een busje en rijd ik met mijn technicus naar dat ziekenhuis. Voor we kunnen beginnen, zijn we al een uur of drie bezig. De verrichting duurt anderhalf uur, daarna kunnen we de boel weer inpakken in omgekeerde richting. Hoogst inefficiënt, vroeger stond alles klaar in de operatiekamer.
De laatste jaren ben ik naast mn andere bezigheden waarnemend predikant. Door alle mogelijke richtingen word ik gevraagd. Ik heb nu zelfs een uitnodiging van een katholieke kerk liggen. Gistermorgen werd ik gebeld door een oud-leerling van me. Of ik de uitvaartdienst voor zijn overleden vader wil leiden. Als predikant.
Terwijl u dat helemaal niet bent.
„Ik heb me ook nooit als zodanig uitgegeven, maar veel mensen denken dat ik theoloog ben, omdat ik boeken over bijbelse onderwerpen heb geschreven. Als ik preek, doe ik dat in mijn oude hoogleraarstoga. Meestal kies ik als thema een algemeen menselijke eigenschap, bijvoorbeeld liefde of vertwijfeling. Grote emoties, die mensen bezighouden. Daarover is in de Bijbel heel veel te vinden.
Is de Bijbel voor u het boek van God voor mensen, of een boek van mensen over God?
„Ga je ervan uit dat wij door God geschapen zijn, dan is menselijkheid nauw verbonden met goddelijkheid. Ik geloof dat de Bijbel is bedoeld om ons moreel op het goede pad te houden. Het menselijk leven wordt er in al zijn details in beschreven, van de meest lieflijke tot de meest verschrikkelijke dingen. Met het doel dat we daarvan leren
Wat betekent de Bijbel voor u in de omstandigheden waarin u nu verkeert.
„Er staan heel troostrijke stukken in, bijvoorbeeld in de Psalmen. Door mijn joodse achtergrond ben ik me ervan bewust dat ze al tientallen generaties voor me zijn overdacht en gezongen. Dat geeft een heel bijzonder gevoel. Het lezen in de Bijbel helpt je om je gedachten op een niveau te brengen dat hoger ligt dan het dagelijkse menselijk bestaan. Vandaar dat ik een hekel heb aan vertalingen in popie-jopie-taal. De bloemrijke, soms moeilijke taal van de Bijbel dwingt je om na te denken. Wat wordt hier precies mee bedoeld? Die studie verdiept je inzicht. Bijbelvertalingen in alledaags Nederlands geven onvolledige informatie. Een ander heeft alle moeilijkheden al geëlimineerd en geeft jou zijn persoonlijke interpretatie.
Naast het preken en spreken is er het schrijven van de columns voor De Telegraaf.
„Ja, De Telegraaf is mijn redding geweest. In het dieptepunt van mijn ellende heeft medisch journalist René Steenhorst er bij de redactie op aangedrongen mij een kans te geven als columnist. Door die columns krijg ik wekelijks een kleine honderd brieven, voor het overgrote deel van mensen die in de problemen zitten. Ouders die wanhopig zijn omdat hun zoon of dochter aan de drugs is, een man die niet goed behandeld wordt door de dokter, noem maar op.
Wat kunt u daarmee?
„In ieder geval dat wat vroeger de huisarts, de dominee en de pastoor deden. Die mensen serieus nemen, advies geven, als ik niets kan betekenen iets troostends terugschrijven. Vanaf het begin heb ik ook getracht om bij De Telegraaf religie weer bespreekbaar te maken. In het begin moest dat heel voorzichtig, lepeltje voor lepeltje. Alles wat te maken had met religie, was min of meer taboe. Ik ga niet op de bekeringstoer, wel probeer ik mensen erop te wijzen dat er nog andere waarheden zijn dan de banale waarheden van alledag. Geleidelijk is dat geaccepteerd. Afgelopen Kerst heb ik tijdens de door De Telegraaf georganiseerde Kerstfeestviering voor de verpleegkundigen in Nederland zelfs de toespraak gehouden, in de Groenmarktkerk in Haarlem. Op verzoek vanaf de kansel!
De columns wogen voor u zwaarder dan een Eerste-Kamerzetel voor de LPF. Waarom?
„Zon politieke post is heel onzeker. Je kunt er zo weer uit vliegen, als de politieke wind verandert. Ik voelde er niets voor om mn functie als columnist daarvoor op het spel te zetten.
Achteraf bezien maar goed. Het was snel gedaan met de beweging van Pim.
„Dat zag ik aankomen. Ik was zeer goed bevriend met Pim en kende zijn capaciteiten, maar ik wist ook dat het meeste volk dat achter hem aan liep geen knip voor de neus waard was. Brandhout! Nadat Pim was uitgevallen, stortte de hele boel in elkaar. Dat is het gevolg als een beweging te snel groeit. Dan heb je onvoldoende tijd om een behoorlijke basis te organiseren. Pim zelf besefte dat als geen ander. De verwachte verkiezingszege zag hij met angst tegemoet. In een telefoongesprek vanuit Italië liet hij me weten: Ik heb geen mensen om op die dertig zetels neer te zetten.
Zag u na zijn dood in de politiek een mentaliteitsverandering ten goede?
„Kortdurend. Allerlei zaken die jaren waren doodgezwegen, werden bespreekbaar. Je mocht openlijk praten over de problemen die door allochtonen worden veroorzaakt. Maar dat waait nu alweer over. De rijen sluiten zich weer.
Bent u momenteel trots op Nederland?
„Rita Verdonk komt hier over de vloer, net als Geert Wilders. Het zijn ontzettend aardige mensen, maar ze hebben niet het niveau van Pim. Die stond op eenzame hoogte, al wordt de deskundigheid van Wilders zwaar onderschat. Van alle politici heeft er geen een zo veel kennis van het Midden-Oosten. Hij heeft er rondgereisd, gewoond, gewerkt. Die kant van Wilders blijft totaal onderbelicht.
Wat is volgens u de oorzaak van de verloedering van de mentaliteit in Nederland?
„Gemakzucht en materialisme. Die maken het vrijwel onmogelijk om op politiek terrein iets van de grond te krijgen. De mensen zijn door en door verwend, van links tot rechts. Ze denken alleen aan hun persoonlijke genoegens. Ik word met mijn instelling voor krankzinnig verklaard. Je moet toch van het leven genieten? Dan zeg ik: Sinds wanneer is dat het belangrijkste uitgangspunt? Het probleem is dat bijna niemand meer idealen heeft.
Van Balkenende kun je toch niet zeggen dat het hem aan idealen ontbreekt?
„Ik geloof dat Balkenende en Rouvoet oprecht zijn in hun bedoelingen, maar het zijn de klassieke brave christelijke onderwijzers van vroeger, die het vingertje heffen. Dat slaat niet aan bij de mensen die ze in het goede spoor willen krijgen. Het ontbreekt aan politici die krachtig optreden tegen de verloedering. Het dobbert maar voort.
Bewijst zowel de historie als onze samenleving niet dat de mens geneigd is tot alle kwaad…?
„En tot geen goeds bekwaam. Dat zou best wel eens waar kunnen zijn, ja.
Bent u een teleurgesteld mens?
„Mijn grootste teleurstelling blijft dat pensioen, waardoor ik niet goed in staat ben om dat wat ik kan en weet in praktijk te brengen. Ik ben invalide geraakt, mijn huidige werkzaamheden zijn niet meer dan een sociale rolstoel. Een heel mooie rolstoel weliswaar, maar ik zou er goud voor over hebben om weer gewoon te kunnen lopen.
Wat zou u op uw grafsteen willen hebben?
„Tjonge, wat een vraag… Ik denk iets uit Jesaja. Ik hou van Jesaja. Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd. Ja, dat vind ik een heel mooie tekst.
Volgende keer: Oud-minister Gerrit Braks.
Van alle markten thuis
Bob Smalhout (1927) maakte in de medische wereld en daarbuiten naam door van zijn hart geen moordkuil te maken. In 1969 benoemde de Rijksuniversiteit Utrecht hem tot hoogleraar anesthesiologie. In zijn spraakmakende inaugurele rede De dood op tafel onthulde de nieuwe hoogleraar dat in Nederland jaarlijks minstens tweehonderd mensen overleden door anesthesiefouten. Onder vakbroeders had hij het meteen verkorven, maar de oratie vormde de aanzet tot een sterke verbetering van de opleiding voor anesthesiologen en de bewakingsapparatuur in operatiekamers. De jaren door bleef Smalhout aandacht vragen voor medische missers. Tot vandaag treedt hij op als deskundige in rechtzaken vanwege lichamelijk letsel door medische fouten.
In 1992 moest de roemruchte anesthesioloog afscheid nemen van de Utrechtse universiteit, vanwege het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Sinds 1994 heeft hij een column in De Telegraaf, waarin hij over de meest uiteenlopende zaken zijn mening ten beste geeft. Veel van zijn columns zijn gebundeld in boeken. Terugkerende onderwerpen zijn het korte-termijndenken van politici, de toegenomen bureaucratie in de gezondheidszorg en de uitholling van het onderwijs. De bewindslieden die verantwoordelijk waren voor alle onderwijsvernieuwingen, horen volgens Smalhout achter de tralies. In theologische kring kreeg hij bekendheid door Die verschrikkelijke vrijdag, een beschrijving van de lichamelijke gevolgen van kruisiging.
Bij de HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Kamerverkiezingen_2003" \o "Eerste Kamerverkiezingen 2003" Eerste-Kamerverkiezingen van 2003 was Smalhout lijsttrekker voor de HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/LPF" \o "LPF" LPF. Hij trok zich terug omdat hij anders zijn column in HYPERLINK "http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Telegraaf" \o "De Telegraaf" De Telegraaf moest opgeven. Een groot deel van het bewogen leven van de anesthesioloog werd door René Steenhorst beschreven in de biografie Rebel tegen wil en dank. Onlangs verscheen Gesprekken in de middag, een bundeling van acht interviews met Smalhout door historica Nanda van der Zee.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 februari 2009
Terdege | 84 Pagina's