Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De charme van een klein koor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De charme van een klein koor

Dirigent Bert Noteboom: „Werken met een mannenensemble is verslavend''

9 minuten leestijd

Mannenkoren zijn er te kust en te keur. Het begrip mannenensemble leek echter tot voor kort gereserveerd voor het Urker gezelschap van Pieter Jan Leusink. Dat is voorbij. Wie goed zoekt, vindt er steeds meer.

Zaterdagavond, Grote Kerk Elburg. Een concert voor de Bond tegen het vloeken. Twee kleine gezelschappen treden op: een Jeugdselectiekoor van negentien meisjes en het Gelders Mannenensemble, bestaande uit veertien mannen. Beide koortjes staan onder leiding van de jonge musicus Bert Noteboom.
De meisjes zingen helder en zuiver. Verschillenden van hen vertolken een solo. Daar zit beslist talent bij. Kom naar mij, Where you there?, een mix Aangenaam klassiek, samengesteld door de dirigent. Bij een deel uit een cantate van Bach zet organist Marco den Toom wel heel snel in. Maar hij houdt vol. Zoals hij de verdere avond op geen fout te betrappen is.
Dan zijn de mannen aan de beurt. Ook al zijn het er maar veertien, met hun stoere klank vullen ze direct de halfvolle kerk. Liederen van of à la Johan de Heer: Hoort gij die stemmen, Als gin nood gezeten, O hoe heerlijk. De meeste bewerkingen zijn van de dirigent of de organist.
Het ensemble zingt expressief, gevoelig, met de nodige vibratie. Lange halen, weinig lichtvoetig. Zelfs niet in de negro spiritual He is the Lily of the valley, waarbij de organist het orgel laat dansen. Een van de mannen die als solist optreden, doet een beetje aan Pieter Vis denken.

Verslavend
„Het is verslavend, werken met zon klein ensemble, zegt Bert Noteboom na afloop. Het Gelders Mannenensemble is geen vast koor, maar werkt op oproepbasis. De leden zitten allemaal op andere koren. Is er een uitvoering of opname in zicht, dan oefenen de mannen vier of zes keer.
Vooral het enthousiasme van de leden werkt aanstekelijk, aldus de dirigent. „Daardoor kun je snel repeteren. Daarbij is eerlijkheid geboden. „Als het niet lukt, moet je dat direct kunnen zeggen, anders gaan de anderen zich ergeren. Ik heb geen auditie, maar mensen merken het snel genoeg of dit iets voor hen is. Het moet in vier keer goed zijn. Willen ze weken oefenen, dan moeten ze op een dorpskoor gaan.
De muziek verzorgt Noteboom bijna allemaal zelf. „Je schrijft op deze groep. De klank van zijn ensemble noemt hij sonoor, dun, doorzichtig. „Heel anders dan van een gewoon mannenkoor.

Polyfone muziek
Dat het met een klein ensemble heel anders werkt dan met een groot koor, zegt ook de Elspeter musicus Dick van Asselt. Een aantal mannen zocht elkaar vier jaar geleden op en vroeg hem of hij de leiding wilde nemen. Zo ontstond het Elspeets Mannen Ensemble.
Van Asselt was al dirigent van drie mannenkoren en een gemengd koor, maar ervaring met een klein ensemble had hij niet. „De manier van werken is heel persoonlijk. Als er iets misgaat, spreek je iemand daar direct op aan. Dat doe je bij een groep van honderd man niet zo. Maar dat hebben we ook met elkaar afgesproken; iedereen accepteert het.
Van Asselt verwacht dan ook heel veel van de mannen. „Bij zon kleine groep is het verwachtingspatroon heel hoog. Je móét er iedere repetitie zijn, en je kunt niet gemist worden bij een concert. Maar zo gaat het ook in de praktijk: ze vinden het prachtig en zetten zich honderd procent in. Het wordt hun niet gauw te veel.
De dirigent hanteert geen speciale toelatingscriteria voor de tien zangers. „De meesten hebben zangles gehad, maar dat is niet speciaal een eis. Iemand die zich aanmeldt, weet dat hij een goede stem moet hebben. We zeggen altijd: Kom er een maand bij, zodat we kunnen kijken of het klikt. Van beide kanten.
Per jaar treden de Elspeter mannen zon vijftien à twintig keer op. Ze zingen daarbij een breed repertoire, van klassiek tot gospel en negro spirituals. „We kijken wat er van ons verwacht wordt.
Bewust zoekt Van Asselt naar muziek die speciaal voor kleine groepen geschreven is. „We willen per se niet hetzelfde repertoire zingen als grote mannenkoren. Wij zoeken naar de meer polyfone muziek, waarbij elke partij echt zn eigen stemlijn heeft. Zo zingen we veel van de Oostenrijkse componist Lorenz Maierhofer, die specifiek voor zulke groepen schrijft.
Binnenkort verschijnt de eerste cd van het Elspeets Mannen Ensemble. Van Asselt: „Daar is al veel naar gevraagd. Maar ik wilde eerst een breed repertoire opbouwen. Het gaat ons om kwaliteit. In maart maakte het ensemble in Nijmegen opnamen voor het EO-programma Nederland Zingt. Een compliment. „Als ze uit zichzelf bij je komen met zon vraag, is dat heel leuk.
Uitdaging
Ook Lennert Knops (1982) heeft een klein gezelschap onder zijn hoede: het Christelijk Jong Mannenkoor Jubilate Alblasserdam, ontstaan uit de mannenpartij van het jongerenkoor Chaverim.
„Drie jongens kwamen naar me toe met het idee; vorig jaar januari zijn we gestart. We hebben nu negentien leden, met als maximum vijf mannen per partij, dus twintig totaal. We willen het vooral klein houden.
Ervaring met een ensemble had Knops niet. „Mn andere koren hebben ledenaantallen van 50 tot 110. Voor mij is zon kleine groep ook een uitdaging.
Zijn zangers moeten een goede stem hebben en bij voorkeur noten kunnen lezen. „Over het algemeen zie je dat de mannen die zich aanmelden, bewust kiezen voor het kleine gezelschap. Vaak zijn ze redelijk zeker van zichzelf tijdens het zingen. Op de repetities besteed ik daarom vooral aandacht aan zangtechnische aspecten als ademsteun en articulatie.
Lastig is om de balans tussen de partijen te vinden, zegt de dirigent. „In een klein gezelschap luistert het heel nauw. Je moet bijna tot in perfectie alles voorbereiden, omdat elke stem telt. Heel belangrijk is bijvoorbeeld de uitspraak. „Omdat het zo kwetsbaar is, moet je streng zijn. En niet te snel denken dat het wel lukt. Daar hebben de mannen echt aan moeten wennen. Het vergt best veel van hen.
Er is ook een gevaar. „In een klein gezelschap denk je snel: hoe harder, hoe beter de mensen het horen. Maar juist het kleine en fijne werk levert de aandacht van je publiek op. Dan komt de koorklank ook beter naar voren dan bij fortissimo zang.
Al kan hij met Jubilate ook veel mannenkoormuziek zingen, het liefst schrijft Knops de muziek voor het ensemble zelf. „Met zon kleine groep vind ik het leuk om close harmony-arrangementen te schrijven. Laatst hebben we Psalm 26 in deze vorm ingestudeerd. De mannen moeten stemvast zijn, het zijn voortdurend spannende akkoorden en er wordt toegewerkt naar het laatste akkoord. Het is weer eens iets totaal anders; met een kleine groep is dat heel goed te doen.
Of hij speciale doelen heeft met Jubilate? „Het is een koor dat aan het groeien is, technisch gezien. Ik kijk dus nog niet te ver vooruit. Eerst maar eens goed op elkaar in gezongen raken. Als dat bereikt is, kun je je doelstellingen weer bijstellen.


„We zingen zelfs Russisch
Frans Vaders (27) uit Rotterdam zingt sinds 2004 in het Zeeuws Mannen Ensemble. Dat ontstond een jaar eerder, toen een paar Zeeuwse mannen een cursus stemvorming en zangtechniek volgden bij Jan van den Bos uit s-Gravenpolder. De zeventien mannen die nu het ensemble vormen, hebben als doel „een zo hoog mogelijk niveau te bereiken, aldus de site. Inmiddels zijn ze bezig met hun tweede cd-opname.
Vaders, afkomstig uit Krabbendijke, zingt naar eigen zeggen erg graag. Ervaring met een mannenkoor had hij niet, wel zong hij eerder op een jongeren- en een gemengd koor. „Een groot verschil is dat je in een ensemble als individu van groot belang bent voor je eigen partij en uiteindelijk natuurlijk ook voor het geheel. Je verdwijnt niet compleet in de massa van een groot koor.
Het Zeeuws Mannen Ensemble heeft „een zeer gevarieerd repertoire, zegt de bas. „We zingen psalmen, gezangen, geestelijke liederen, negro spirituals en volksliederen, en dat in een heel aantal talen: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Latijn en zelfs Russisch. Moeilijk en lastig is soms de uitspraak, maar gelukkig hebben we een paar talenwonders in ons midden...
Vaders geniet van het zingen in klein verband. „Ik ben er trots op dat wij met zon klein aantal ontzettend mooie muziek kunnen maken, waar we erg veel gevoel en emotie in leggen.
Wat zijn lievelingsrepertoire is? „De gelegenheidsliederen die we met Kerst en Pasen zingen, spreken me erg aan; ik kan mijn gevoel erin kwijt. En Latijnse stukken als Ave Verum en Adoramus te, Christe vind ik persoonlijk erg mooi.


„Stembeheersing blijft moeilijk
Zingen in een klein ensemble is spannend en moeilijker dan in een groter koor, zegt Mijndert van Doezelaar (47) uit Soest. Hij zingt nu zon vijf jaar in klein verband. Hij begon in 2004 in een klein ensemble in Woudenberg. Twee jaar geleden werd dat opgeheven, maar vorig jaar maakte het onder leiding van dirigent Evert van Dijkhuizen als mannenensemble Cantare een doorstart.
Cantare telt achttien mannen, waarbij Van Doezelaar als bas zingt. De klank is er, maar er moet hard gewerkt worden om iets moois te krijgen, zegt de stratenmaker van beroep. Eerder zong hij in een gemengd koor, later in een mannenkoor. „Bij een groot koor kun je nog wel eens iets te hoog of te laag zitten of iets te laat inzetten, maar dat kan bij zon klein gezelschap niet. Dat maakt het spannend. „Als je niet oplet, val je direct op. Je kunt je ook niet verschuilen achter een ander, want die staat er niet. Dus je moet bij de les blijven en je partij kennen.
Van Doezelaar noemt het ook leerzaam. „Het vraagt uiterste concentratie maar tegelijk krijg je tijdens de repetities heel wat lessen mee. Zangles is bij Cantare geen verplichting, maar zangervaring wel. Zelf heeft hij wel zangles, bij Marjo van Someren. „Als je na zo veel jaren zingen eindelijk les neemt, merk je pas hoe moeilijk het is om je stem te beheersen. Zingen kan gelukkig iedereen, maar stembeheersing is en blijft moeilijk.
Lastig noemt Van Doezelaar de opkomst van de leden. „Die moet goed zijn. Als er één niet komt, baal je. Je hebt elkaar nodig: je staat maar met vier man in je partij.
Het mooie van een kleine mannengroep vindt hij „de klank en de eendracht. Die zijn er niet zomaar. „Daar moet je aan werken, als dirigent en als leden. De klik moet er zijn.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juni 2009

Terdege | 92 Pagina's

De charme van een klein koor

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juni 2009

Terdege | 92 Pagina's