Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een volhouder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een volhouder

Hoofd bouw van “De 7 Provinciën” Aryan Klein: „Ik wil graag het verhaal achter de schepen vertellen”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een valse start en geldgebrek hebben de bouw van De 7 Provinciën vertraagd. Nu vordert de enorme klus weer gestaag. Het duurt echter nog vele jaren eer de replica van het vlaggenschip van Michiel de Ruyter af is. Aryan Klein wordt er niet moedeloos van. „Maar we hebben wel heel Nederland nodig.

Hoog steken de spanten van het houten schip-in-aanbouw omhoog. De leermeesters en hun leerlingen zijn op de Bataviawerf in Lelystad bezig met de 17e eeuwse centenbouwmethode. De centen, de buitenste tijdelijke verbinding tussen de spanten, maken de rompvorm zichtbaar. Die wordt daarna verder ingevuld, waarna een eerste laag dekbalken volgt. Maar dan zijn we vermoedelijk al weer twee jaar verder. „Dat is een cruciaal moment, weet Aryan Klein. „Dan kun je echt in het schip staan en is het alsof je je in een houten kathedraal bevindt. Bij de Batavia steeg het aantal bezoekers fors na het aanbrengen van een eerste deklaag.
Het 43-jarige hoofd bouw van De 7 Provinciën zwaait sinds 2003 de scepter over de bouwactiviteiten van de werf. In dat jaar neemt hij het stokje over Willem Vos, die met pensioen gaat. Hij haast zich om een vergelijking met zijn voorganger onmogelijk te maken. „Die was scheepsbouwmeester, een eretitel voor een bijzondere man. Ik ben hier hoofd bouw en heb ik die hoedanigheid wel een flink deel van Willems werk overgenomen. Maar ik ben meer degene die het proces moet aansturen en verantwoordelijk voor het overleg met de scheepvaartinspectie, met researchafdelingen en historici. De laatste jaren komt er het onderhoud van de Batavia bij.
Klein zet zijn eerste stappen op de werf als vrijwilliger. „Onder Vos heb ik acht jaar als leermeester meegebouwd aan de Batavia. Hij is lange tijd ook actief als gids voor relaties en bijzondere gasten. De wijze waarop hij een rondleiding doet, verraadt de gedreven liefhebber die in korte tijd zoveel mogelijk historische en culturele elementen op zijn gehoor probeert over te brengen. „Ik wil graag het verhaal achter de schepen vertellen. Over de Batavia, die de een beeld geeft van de handelsvaart in de Gouden Eeuw, en over De 7 Provinciën, symbool van de admiraliteit en belangrijk voor de politieke ontwikkelingen in die tijd.

Opnieuw beginnen
De Batavia is nog niet af als, aangedreven door het succes van het VOC-schip dat in 1994 maar liefst 300.000 bezoekers trekt, in 1995 de kiel van de 7 Provinciën wordt gelegd. „Achteraf gezien ging het te voortvarend, aldus Klein, van oorsprong jachtbouwer. Hij ziet met lede ogen aan hoe een lange reis van de Batavia naar Australië de werf in de problemen brengt. De publiekstrekker is weg, het aantal bezoekers loopt sterker terug dan verwacht en de kosten van de reis van het schip vallen hoger uit. Twee jaar lang ligt het werk aan De 7 Provinciën stil. Aryan Klein, op dat moment lid van het managementteam, buigt zich over een plan van aanpak om de bouw weer vlot te trekken. Hij mag dat zelf uitvoeren en wordt tot hoofd bouw benoemd. Het nieuwe bouwteam, bestaande uit deskundige leermeesters ondersteund door specialisten van buitenaf, komt tot de conclusie dat er in feite opnieuw moet worden begonnen. Uit berekeningen van externe bureaus blijkt dat de waterverplaatsing van het schip 1200 ton bedraagt, 400 ton te weinig voor een stabiele situatie. Vervolegsn wordt er een nieuw lijnenplan en een wetenschappelijk schaalmodel gemaakt van het schip dat zon belangrijke rol speelde tijdens de oorlogen met Engeland. „We hebben toen een deel van de bouw moeten over doen. Een van onze vrijwilligers noemde het terugbouwen, een mooie omschrijving. Maar kwam erop neer dat we de zaak op nul zetten.
Dat de bouwers van de 17e eeuw zonder de technische middelen en ingewikkelde berekeningen in één keer een stabiel schip wisten te bouwen, is volgens Klein te danken aan hun enorme ervaring. „Van vader op zoon werden houten schepen gebouwd, honderden en misschien wel duizenden jaren achtereen. Ze wisten uit ervaring dat steeds beter vorm te geven. Hoe de vorm moest zijn, waar je het beste de mast kon plaatsen, noem maar op.

Elk dubbeltje omdraaien
De bouw van de replica, de activiteiten in de werkplaats, de smederij, het atelier waar houtsnijwerk wordt vervaardigd en de tuigerij (de zeilmakerij ging vorig jaar door brand verloren en moet nog een nieuw onderkomen krijgen), trekken de laatste jaren ongeveer 100.000 bezoekers per jaar. Te weinig, meent Klein. In de oorspronkelijke plannen is uitgegaan van een groei tot boven de 200.000 betalende bezoekers per jaar, vooral als gevolg van de aantrekkingskracht van Bataviastad, het aangrenzen Nieuw Land Erfgoedcentrum en enkele attracties in de regio. Hard nodig, omdat alleen al het Deense eiken voor De 7 Provinciën miljoenen euros kost. „De bezoekers vormen onze belangrijkste inkomstenbron, samen met 9000 donateurs en wat bijdragen uit verschillende fondsen. Zonder onze 250 vrijwilligers die helpen bij rondleidingen, aan de kassa, bij de bouw en telefooncentrale, kunnen we het echt niet. We moeten zelf onze broek ophouden en daardoor elk dubbeltje omdraaien.
Om die reden is het aantal vaste krachten laag gehouden. Het totale personeel bestaat uit zestien mensen, waarvan er een tiental is betrokken bij de bouw en het onderhoud van de historische schepen. Het grootste deel van hen is werkzaam als leermeester. Zij begeleiden jonge werkzoekenden of re-integranten die moeilijk aan de slag kunnen komen.

Bureaucratie
De Flevolandse organisatie Concern voor Werk levert de werkkrachten aan de werf. Daar zit eveneens een belangrijke inkomensbron: de loonkosten van de mensen worden grotendeels gesubsidieerd. „Ze krijgen een vergoeding, werken aan hun arbeidsritme en doen in teamverband sociale vaardigheden op. Heel belangrijk in deze tijd waarin individualisme hoogtij viert en jonge mensen groot worden in een wegwerpcultuur.
Tot Kleins grote spijt zijn nog steeds niet alle stoelen -veertig in getal- bezet. „Hooguit de helft. Grootste boosdoener is de bureaucratie van de door regelgeving gehinderde uitkerende instanties. „We hebben hier onlangs minister Donner op bezoek gehad. Ook hij is er voorstander van om bijvoorbeeld mensen met een deeltijdwerkeloosheidsuitkering in te zetten op de werf. Maar met zon uitspraak ben je er nog niet, dan begint het pas. Ik hoop dat het als gevolg van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dit najaar lukt om meer mensen binnen te halen. Jongeren kunnen hier heel veel leren. In de houtbewerking, in de metaal en in de beeldsnijderij. Zo is iemand die hier twee jaar heeft gewerkt nu aan de slag gegaan bij restauratiewerkzaamheden aan de Sint Jan in Den Bosch.

Geen snelle sprint
Zelfs al zou er voldoende geld zijn, dan is Aryan Klein nog geen voorstander van een snelle afbouw van het schip, in zijn soort het grootste ter wereld. „We maken een tijdreis en wil je dat goed doen dan is het goed om het ambachtelijke karakter onder de aandacht te brengen. Het is een complex geheel met een kruisbestuiving tussen toerisme, scholing, historici en cultuur. Hij wordt er niet moedeloos van dat er soms maandenlang achtereen nauwelijks veranderingen aan het schip zijn te bespeuren. „Voor dit werk moet je een volhouder zijn, het is een zaak van lange adem. Een marathon, geen snelle sprint. Wel hoopt hij dat het aantalbezoekers aantrekt, zeker als volgend jaar het 25-jarig bestaan van de werf wordt gevierd. „In feite hebben we zon 150.000 bezoekers per jaar nodig. Dan voeren we ook het bouwtempo op.
Klein verzorgt zelf een vlotte rondleiding. Langs de werkplaatsen en over het schip. „We staan nu op de plaats waar de onderste poorten komen. Er komen nog heel wat meters bij. Je praat over een hoogte gelijk aan een gebouw van acht verdiepingen.Binnen staat en hangt een deel van het kleurrijk geverfde houtsnijwerk voor de achtersteven. De tentoonstelling wordt verder gesierd door platen van Willem van der Velde, de oorlogscorrespondent van de Gouden Eeuw. Dankzij zijn minutieus en precies uitgevoerde prenten hebben de bouwers een uitstekend zicht op de buitenkant van de 7 Provinciën. En dat komt goed van pas, want van het oorspronkelijke bestek is niets terug te vinden. En dat geldt eveneens voor het schip zelf. Alleen in Rotterdam staat een bronzen kanon dat met aan zekerheid grenzende waarschijnheid afkomstig is van De 7 Provinciën.

Eerste plekken houtrot
Iets verderop ligt de Batavia afgemeerd. Het toenemende onderhoud aan het schip baart Klein zorgen. „Regenwater is het grootste gevaar. Dat dringt op allerlei plekken door en kan zich op bepaalde plekken verzamelen. We hebben, ondanks alle conserveringsmethoden, al de eerste plekken met houtrot ontdekt. Hij hoopt dat de rijksoverheid de komende jaren over de brug komt. „Het zou goed zijn als de Batavia als een jong monument wordt erkend, waardoor we voor onderhoudssubsidies in aanmerking komen. Waarom niet? De Van Nelle fabriek in Rotterdam is toch ook op de lijst gezet?
Gedreven houdt hij een betoog over het belang van de historische projecten voor de jeugd. „Werken hier is een lifestyle, zo kun je dat wel zeggen. Ik zie het als een voorrecht dat ik hier mag zijn.Of hij, in navolging van Willem Vos die met de titel mister Batavia werd getooid, ook de benaming mister van De 7 Provinciën zal krijgen? Hij lacht. „Ik hoop dat dat gaat lukken. Maar dat is dan wel de verdienste van het hele team. En als je het op macroniveau beziet, hebben we heel Nederland nodig.


De 7 Provinciën
Oorspronkelijk is de 7 Provinciën gebouwd in 1665 voor de Rotterdamse Admiraliteit. In zijn gloriejaren was het het vlaggenschip van admiraal Michiel Adriaenz. De Ruyter. Onder hem maakte het vele zeeslagen mee. Na bijna 30 dienstjaren werd het schip in 1694 afgedankt. Mede vanwege zijn beroemde bevelhebber is De 7 Provinciën een schip dat tot de dag van vandaag tot de verbeelding van velen spreekt.
De naam verwijst naar de staatsvorm van de Nederlandse Republiek in de 17e eeuw. Tussen 1581 en 1795 bestond de republiek uit 7 souvereine gewesten: Holland, Gelderland, Zeeland, Friesland, Utrecht, Overijssel en Stad &Lande van Groningen. Brabant en Limburg waren de zogenaamde generaliteitslanden; zij werden bestuurd vanuit den Haag en hadden geen eigen vertegenwoordiging in de Staten-Generaal. Het landschap Drente werd als te onbeduidend gezien om met de anderen mee te mogen doen.
De 7 Provinciën was een groot schip. Het had een lengte van ruim 46 meter en een breedte van ruim 12 meter. Het aantal zeilen, inclusief stag- en lijzeilen, bedroeg 18. Het voor oorlogsdoeleinden gebouwde schip telt 80 bronzen kanons en had op hoogtijdagen tussen de 700 en de 800 man aan boord. De echte bemanning bestond uit 420 koppen.

www.bataviawerf.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 augustus 2009

Terdege | 76 Pagina's

Een volhouder

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 augustus 2009

Terdege | 76 Pagina's