Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit twee kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit twee kerken

Heleen Kramer-de Koster: „Ik heb gebeden of de Heere zijn ogen wilde openen

10 minuten leestijd

Ze groeien op in totaal verschillende kerkgenootschappen. De liefde voor elkaar is er, maar in de praktijk lijkt de kloof onoverbrugbaar. Hoe los je dat op? „We hebben moeten leren dat de oplossing niet bij ons zelf te vinden was. Toen het echte nood werd, gaf de Heere Zelf uitkomst.

De vrijstaande woning staat op een van de industrieterreinen van Urk. De loods erachter wordt verhuurd, iets verderop bevindt zich het bedrijf waarvan Herman Kramer (36) mede-eigenaar is, een zalmrokerij. Ze wonen er nu zes jaar. Het jonge echtpaar heeft drie kinderen, Hanna, Jesse en Matthias, in de leeftijd van vijf, vier en één jaar.
Acht jaar geleden hadden de Urker en de Zeeuwse niet kunnen denken dat het zo zou gaan. Ze ontmoeten elkaar doordat een uit Sliedrecht afkomstige vriend van Herman verkering heeft met een studiegenootje van Heleen (27), die op dat moment in Vlissingen de opleiding voor verpleegkundige volgt. „Zo zagen we elkaar voor het eerst. Daarna hadden we al snel telefonisch contact. Het duurt niet lang of Herman trekt een dagje naar Zeeland, om nader kennis te maken.
De verschillen zijn groot, ondanks het feit dat de wereld hen beiden als christenen beschouwt. Herman is lid van de Gereformeerde kerk van Urk, met drie kerkgebouwen, vijf predikanten en 5000 leden de volkskerk van het voormalige eiland. Heleen de Koster is aangesloten bij de Oud gereformeerde gemeente van s-Gravenpolder, die op dat moment een dikke 200 (doop)leden telt.
Heleen: „De verschillen zijn niet alleen uiterlijk. Herman droeg bijvoorbeeld zoals heel veel Urker jongens oorbellen, maar ik had het vooral moeilijk met de leer in zijn kerk. Met het verbondsautomatisme. Als we op dat punt niet op één lijn zouden zitten, konden wij niet verder. Dat kwam al vrij snel ter sprake. We kwamen er niet uit, het leek ons ten slotte vrij uitzichtloos. Twee keer ging de verkering uit, helemaal in het begin heel even en in het najaar van 2001.

Hamerslag
Voor zowel Herman als Heleen breekt een moeilijke maand aan, waarin ze geen contact hebben met elkaar. Heleen spreekt met haar ouders. Die tonen alle begrip, maar kunnen haar niet helpen. Een goede vriendin evenmin. „Bij mensen kon ik het ten diepste niet vinden. De worsteling was groot, totdat het echt nood werd, voor mezelf en voor Herman, omdat ik hem niet los kon laten, maar dat het zo ook niet ging. Ik heb gebeden of de Heere zijn ogen wilde openen.
Die vier weken duren gevoelsmatig heel lang. Ze komen weer bij elkaar nadat Herman zijn Zeeuwse vriendin heeft uitgenodigd voor de dertigjarige bruiloft van zijn ouders. Ze treft een andere houding bij de Urker, die bereid is om gezamenlijk Gods Woord en verklaringen daarvan nader te onderzoeken, vooral als het gaat om de toe-eigening van het heil. Tijdens een daaropvolgend verblijf op Urk gaan ze nog wel naar de ochtenddienst in de gereformeerde Petrakerk, maar s middags besluiten ze de dienst van ds. C. Bos te bezoeken. In de christelijke gereformeerde Schuilplaatskerk preekt hij uit Romeinen 6:1. „Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre.
Het staat in Hermans geheugen gegrift. „Het was voor mij als een hamerslag. Dat er een wonder moet gebeuren in een mensenleven en dat een mens alleen door genade kan zalig worden. Te denken de Heere te kennen, maar daarnaast ook mijn zondige leven aan te kunnen houden. Dat werd aan het wankelen gebracht. Ik heb de volgende dag dominee Bos gebeld en hem, samen met Heleen, in de pastorie opgezocht.
Samen gaan ze daarna -om de veertien dagen- op belijdeniscatechisatie bij deze predikant. Herman is al lid bij de Petrakerk. „Het ging ons vooral om het onderwijs. Voor mij was dat een openbaring, het wakkerde onze lust aan om verder te onderzoeken

Meisjes met rok
Ook Bart (48) en Margriet (47) Legemaat uit Harderwijk zijn uit totaal verschillende kerkgenootschappen afkomstig. Het leidde tot een zoektocht „die nog steeds doorgaat. Bart ziet er achteraf wel Gods leiding in dat hij door de kennismaking met Margriet in een bevindelijk gereformeerd milieu terechtkwam.
Bart Legemaat groeit in Doorn op in een gereformeerd gezin. „We hadden op het dorp vier kerken, de Hervormde, de Rooms-katholieke, die van ons en een klein kerkje waar we wel langs kwamen maar dat we niet kenden. Dat was de Oud gereformeerde gemeente. Mijn enige ontmoeting met de bevindelijke kring was op de School met de Bijbel. Er zaten in mijn klas een paar meisjes die altijd een rok droegen. Daar mochten we hen van de meester beslist niet mee plagen.
Aan de leemtes in zijn kennis komt snel een einde als hij in 1983 Margriet van der Weerd uit Barneveld ontmoet. Ze wonen vlak bij elkaar, in een studentenhuis in Ermelo. De microbiologisch analist Bart heeft er zijn eerste baan in het laboratorium van het Boerhaave Ziekenhuis, Margriet is psychiatrisch verpleegkundige in Veldwijk, het huidige Meerkanten. Ze komt uit Barneveld, waar ze opgroeit in een gezin met dertien kinderen dat kerkelijk is aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De Barneveldse raakt al snel verliefd op de met baard en snor getooide analist. Bart vindt haar „wel interessant. In eerste instantie dacht ik dat het bij leuk gepraat zou blijven. Het kon eigenlijk helemaal niet.

Grote autos
Het wordt een verkering met „veel ups en downs. Regelmatig was het uit, maar dan konden we elkaar toch ook niet meer missen. Op de zondagen in Barneveld gaat Bart mee naar de diensten van de plaatselijke Gereformeerde gemeente in Nederland, andersom bezoekt Margriet een enkele maal de Gereformeerde kerk van Doorn. „Ik had thuis al wel vragen bij de prediking en de uitverkiezing, overigens zonder gefrustreerd te raken. In de omgang met oudere psychiatrische patiënten word je snel volwassen. Toch voelde ik me in de kerk van Bart niet op mijn gemak. Ik was zon beetje de enige met een hoedje op en had moeite met de leer. Al spoedig gingen ze tijdens de weekenden Doorn naar de naburige Christelijke gereformeerde gemeente van Driebergen. „Ik vond dat wel heel pijnlijk voor de ouders van Bart. Dat zijn heel aardige mensen met een positief christelijk gezin. Ik zag er ook hoe men actief op zondagmiddag in groepjes de preek besprak. Maar inhoudelijk was het voor mij een brug te ver.
Anderzijds viel Bart de eerste tijd van de ene verbazing in de andere. „De preken waren een enorme schok voor mij. Oei, dacht ik, als dat waar is, dan klopt het bij ons niet. Dan is God niet zo liefdevol als ik dacht.
Hij zag ook minder positieve zaken. „Ik schrok van het materialisme. Ik weet nu dat er in mijn kerk sprake was van een onterecht activisme, maar een zekere lijdelijkheid werkt individualisme in de hand. Ik keek echt op van de grote autos en de luxe. Dat was ik niet gewend.
Margriet stuit tegelijkertijd op bedenkingen bij haar ouders. Ze vragen zich ongerust af of hun dochter niet gereformeerd zal worden. „Anderzijds merkte ik bij hen toch ook een zeker vertrouwen in me.

Geestelijk klimaat
In mei 2003 trouwen Herman en Heleen in Zeeland. Ds. Bos, die ze vaak hebben bezocht tijdens een periode waarin Heleen in het ziekenhuis in het naburige Lelystad werkte, kan door omstandigheden het huwelijk niet voltrekken. „Dat was niet gemakkelijk. Waar leidt onze weg naartoe? zo vroegen we ons af.
Heleen heeft het moeilijk met het geestelijk klimaat in de kerk waar ze in het begin van hun huwelijk naartoe gaan. Herman: „We zijn toen op lidmatenkring gegaan bij ds. Egas. Die stond in de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk. Zijn onderwijs is ons tot rijke zegen geweest. We zijn in feite door hem gevormd. In een preek in de Oud gereformeerde gemeente van s-Gravenpolder over het volk Israël dat binnendoor naar het beloofde land wilde, heb ik mezelf gezien. Als iemand die zelf de weg uitstippelt. Daarna hoorde ik een preek in diezelfde kerk over Efeze 5:15. Dat sprak mij erg aan.
Na een moeilijke tijd besluit het jonge echtpaar naar de Eben-Haëzerkerk te gaan, een kerk die Herman nog niet zoveel jaren eerder zag als „waar je niets mocht, met mensen in nette kleding. Heleen doet er belijdenis en hun kinderen worden er gedoopt.
Ze voelen zich er nu goed thuis. „We blikken in verwondering terug. We hebben er de leiding van de Heere in gezien. De Heere is hierdoor in ons leven gekomen. Dat is Zijn bedoeling geweest.

Radicaal
Met de familie is het contact goed gebleven. Heleen: „Mijn ouders hebben het enigszins op afstand moeten aanzien, ze wisten natuurlijk ook niet precies hoe het kerkelijke leven op Urk eruitzag. Het argwaan bij Hermans ouders is verdwenen. Ze behoren tot het deel van de gereformeerden dat bij de vorming van de PKN de gereformeerde kerk verliet en zich aansloot bij de christelijke gereformeerde Ichthuskerk. „Ik kan er nu met hen over praten.
Herman is de laatste jaren actief in de commissie barjona, die op zaterdagavond jongeren in het uitgaansleven op Urk aanspreekt. „Ik heb gezien hoe belangrijk de prediking is. Die moet radicaal zijn. Met minder dan bekering kan het niet.

Popmuziek
Uiterlijk past de gereformeerde Bart Legemaat zich langzaam maar zeker aan de tradities aan die hij ontmoet bij zijn vriendin Margriet. Ze discussiëren over onderwerpen als televisiekijken en popmuziek, naar aanleiding van de grote verzameling lps van Bart. Het duurt tot in het begin van het huwelijk voordat de laatste platen van de zolder verdwijnen. „Net als de televisie, die heeft ook nog een tijdje op zolder gestaan. Margriet waakt ervoor om hem te dwingen. „Ik vind dat je een stuk respect voor elkaar moet tonen en wilde dat hij ook op dit punt zelf zou moeten inzien dat bepaalde dingen niet samengaan.
Vanuit Ermelo gaan de twee vaak samen naar de hervormde kerk in Garderen. Margriet geeft er volgens haar „een grens mee aan, Bart denkt dan nog dat ze „wel zal bijtrekken.
Daarin komt verandering als ze de Gereformeerde gemeente van Ermelo bezoeken. Ze krijgen contact met de toenmalige predikant ds. Van Ravenswaay. „Hij heeft veel voor ons betekend. Hij heeft ons echt op weg geholpen. Die man had een brede kerkelijke blik en door persoonlijk contact begreep ik meer van de kerk en allerlei zaken daaromheen. Hij gaf me elke keer een duwtje, aldus Bart.
Als het in 1986 tot een huwelijk komt, worden ze door ds. Van Ravenswaay getrouwd. Later gaat Margriet ook bij hem op belijdeniscatechisatie. Om zijn kennis te vergroten, gaat Bart mee.

Worsteling
De aansluiting bij de Gereformeerde Gemeenten betekent niet het einde van Barts speurtocht. „Tot op de dag van vandaag gaat dat door, zeker als het gaat om belangrijke onderwerpen als doop en verbond. Ik lees veel van en over Bavinck. Ook bij Kuyper zie je calvinistische wortels, ondanks de aan hem toegeschreven leer van de veronderstelde wedergeboorte. Ik ben het geloof, dat ik al in de gereformeerde kerk had, nooit kwijtgeraakt, maar vraag me wel af of dat voldoende is. Hoe kijkt God tegen mij aan? Dat is een rijke vraag. Als je geen zekerheid hebt, ligt dat niet aan God. De uitverkiezing is voor ons verborgen. Geopenbaard is dat God niet wil dat iemand verloren gaat.
In 2006 heeft het echtpaar, dat nu twee kinderen heeft in de leeftijd van 21 en 17 jaar, zich aangesloten bij de Hersteld hervormde gemeente van Putten. Bart: „We gingen al regelmatig naar ds. P. de Vries in Elspeet. Bij mij ontstond een groeiend verlangen naar de hervormde kerk, die voor mij de afspiegeling is van een brede katholieke kerk. Een idealistische gedachte natuurlijk, maar toch...
Margriet volgde hem, maar geeft tegelijkertijd aan geen voorstander te zijn van een al te gemakkelijke overstap. „Het betekent ook een keus voor je nageslacht. Mag dat wel? Dat blijft een worsteling.
Ze kijkt anderzijds met dankbaarheid terug. „Vroeger dacht ik altijd dat ik niet echt tot God kon bidden, omdat dat voor een klein groepje mensen was weggelegd. Later heb ik gezien dat je Hem al je vragen en ook je dagelijkse zorgen mag toevertrouwen. God wil erom gevraagd worden, of iemand nu bekeerd is of niet. In tijden van zorgen in het gezin heb ik Hem al mijn noden mogen voorleggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 2009

Terdege | 92 Pagina's

Uit twee kerken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 september 2009

Terdege | 92 Pagina's