Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hoeveelste ben jij?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hoeveelste ben jij?

Frans Jan Roos: „Hooguit valt op dat oudste kinderen wat consciëntieuzer zijn”

7 minuten leestijd

In opvoedkundige tijdschriften wordt ersoms grote betekenis aan toegekend: de plekin de kinderrij. Die zou bepalend zijn voor depersoonlijkheidsontwikkeling van kinderen. Frans Jan en Gertrude Roos herkennen het niet.„Ik heb de indruk dat andere factoren veelbelangrijker zijn.

Ze houden niet van een doorsnee bestaan. Op jonge leeftijd trokken Frans Jan en Gertrude Roos naar de dunbevolkte Canadese provincie Alberta, waar Frans Jan onderwijzer werd op de Calvin Christian School in Monarch. Van Canada verkasten ze naar het Groningse platteland. Recent verhuisden ze naar een bouwvallige boerderij aan een zandpad buiten Emst, in verband met de benoeming van Roos tot hoofd van de reformatorische basisschool in Gortel: 37 leerlingen groot. Hun eigen gezin, dat zes kinderen telt, levert een belangrijke bijdrage. De oudste is inmiddels dertien, de jongste vier.

Hun opvoedingsstijl typeren de ouders als duidelijk maar niet autoritair. „We zijn heel open naar de kinderen en geven hen een grote mate van vrijheid. Wel zijn er basisregels.” Het nut daarvan gingen ze, naarmate het gezin groter werd, steeds meer zien. Zo hecht Gertrude eraan dat de kinderen na thuiskomst uit school hun jas ophangen, de schoenen op de juiste plek zetten en hun tas uitpakken. „Ben je daarin niet consequent, dan werkt het niet meer.” Belangrijk voor Frans Jan is dat ze op tijd aan tafel zitten als de maaltijd gereed is. „We hebben hier een enorm groot terrein om het huis, dus ik ga ze niet opzoeken. Als ik fluit, moeten ze komen.”

Realistischer
Gertrude heeft niet de indruk dat de plek van een kind in de rij haar gedrag beïnvloedt. Als er al verschil in benadering is, dan heeft dat veel meer te maken met praktische factoren. „Tanja, onze oudste, lazen we voor het naar bed gaan behoorlijk lang voor. Dat gaat niet meer als je er zes hebt. Ik moet m’n aandacht nu veel meer verdelen.”

„Je ideeën over opvoeden veranderen geleidelijk ook”, merkte Frans Jan. „Bij de eerste had ik een vastomlijnd beeld. ‘Zo gaan we het doen.’ Dat lukte ook best aardig, want je had alle tijd. Bij een volgende blijkt het niet te lukken. Je wordt daardoor een stuk realistischer. We houden nu veel meer rekening met het karakter van het kind. Ze zijn zo ontzettend verschillend, dat je niet kunt werken met een standaard recept. Het stellige is er bij mij grotendeels af. We hebben nu nog de regel dat de computer uitsluitend wordt gebruikt voor zinvolle bezigheden, maar ik weet nu al dat we dat in de praktijk niet volhouden.” De huisvader leerde ook zijn beperkingen zien. „We komen allebei uit een groot gezin, en hebben daar heel goede herinneringen aan, maar op bepaalde punten wilden we het beter doen dan onze ouders. ‘Die fout begaan we niet.’ Dat is een vergissing. De dingen in mijn vader waaraan ik me stoorde, zie ik nu bij mezelf.”

Ondergeschikt
Veel bepalender dan de plaats in de kinderrij is voor Roos karakter en geslacht. „Met een makkelijk kind ga je anders om dan met een moeilijk kind, een jongen benader je anders dan een meisje.” De invloed van de geboortevolgorde is in de optiek van de onderwijzer nog het sterkst bij de oudste. „Niet alleen voor een ouder is bij de eerste alles nieuw, dat geldt ook voor het kind zelf. Als eerste in het gezin gaat het naar de grote school, als eerste naar catechisatie. De oudste baant zo de weg, waardoor voor volgende kinderen alles minder spannend is.” Het ouderpaar uit Emst verbindt aan de eerstgeboorte geen bijzonder plichten. „We zullen nooit zeggen: ‘Jij bent de oudste, wees nou ook de wijste.’ Wel geven we de oudsten veel verantwoordelijkheid ten opzichte van de jongere kinderen. Als wij weg zijn, past Tanja op. Alieke vindt het dan leuk om de club bezig te houden. Ze is daar heel goed in. Beter dan de oudste. Die heeft weer andere kwaliteiten.” Ook binnen de klas ziet Roos stereotypen over oudste, middelste en jongste kinderen niet bevestigd. „Hooguit valt op dat oudste kinderen wat consciëntieuzer zijn. Ik denk dat de ontwikkeling van een kind bepaald wordt door een complex van factoren. Na de geboorte van Bernt hadden we gedurende langere perioden meerdere mensen over de vloer. Daardoor was zijn vroege jeugd toch wat anders. Gerjan heeft zich door ons verblijf in Alberta tot een uitgesproken buitenkind ontwikkeld. Dat zet zich hier voort. Alle factoren die de persoonlijkheidsontwikkeling beïnvloeden, hebben ook nog eens invloed op elkaar. Dat maakt het lastig om vast te stellen hoe groot de betekenis van één bepaalde factor is, maar volgens ons is de plek in de kinderrij van ondergeschikt belang.”


Praktische adviezen

 Pin kinderen niet vanuit stereotiepe beelden vast op hun plek in de kinderrij.
 Geef verantwoordelijkheid niet altijd aan de oudste.
 Neem de kinderen een keer apart mee.
 Betrek zo mogelijk alle kinderen bij belangrijke gebeurtenissen.
 Geef elk kind de ruimte de dingen op zijn of haar manier te doen.
 Besef dat elk kind uniek is, geschapen door God.

Drs. W.C. Polinder, orthopedagoog


Drs. Wim Polinder: „Pas op voor stereotypen over de plek in de kinderrij”

Het was de Oostenrijkse psychiater Alfred Adler (1870-1937) die een theorie ontwikkelde over de invloed van de plaats in de kinderrij. De oudste wordt volgens Adler meestal een leider, de middelste een vredestichter, de jongste een rebel.

Hoewel de theorie van Adler tot vandaag populariteit geniet, zijn er volgens orthopedagoog
en theoloog drs. Wim Polinder de nodige kanttekeningen bij te plaatsen. „Opvoeden is een ontzettend complex gebeuren, waarin allerlei zaken een rol spelen. De leeftijd en ervaring van de ouders, het temperament van een kind, het geslacht, het aantal kinderen in een gezin, het leeftijdsverschil tussen de kinderen.
Van grote invloed is ook de opvoeding die ouders zelf hebben gehad. Die bepaalt in sterke mate de ruimte die ze aan hun eigen kinderen geven en de verwachtingen die ze van hen hebben. De plaats van een kind in de kinderrij is mijns inziens zeker niet de meest bepalende factor in de persoonlijkheidsontwikkeling. De betekenis ervan wordt soms sterk overdreven.”
Typerend is voor Polinder het populaire boek ‘he birth order book: Why you are the way you are’, van de Amerikaanse psycholoog dr. Kevin Leman. Op de achterflap is te lezen: ‘Oudste in een gezin, de middelste of de Benjamin? Lees wat dit betekent voor je carrière, je kinderen en je huwelijk.’ „Kijk, dat vind ik zwaar overtrokken.”

Overbescherming
De orthopedagoog uit Bodegraven, in het dagelijks leven docent godsdienst aan Hogeschool Driestar Educatief, is van mening dat de invloed van de plaats in de kinderrij het duidelijkst naar voren komt bij de oudste.
„Bij het opvoeden van een eerste kind is voor de ouders alles nieuw. „Dat geeft vaak een stuk voorzichtigheid, soms overbescherming.
Tegelijk zie je dat ouders de neiging hebben een oudste kind meer te stimuleren tot zelfstandigheid en in te schakelen bij activiteiten in het gezin. Er kan ook een extra beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel zijn.
Als oudste moet je een voorbeeld zijn voor de jongere kinderen. Oudste kinderen zijn ook wat meer geneigd rekening te houden met de opvattingen van de ouders.”
Bij jongste kinderen is een tegenovergestelde tendens te zien. „Ouders hebben soms de neiging die klein te houden. Voor de jongste geldt sowieso dat hij te maken heeft met broertjes en zusjes die alles beter kunnen. In een groot gezin is er het risico dat de jongste vanwege de drukte wat aan zijn lot wordt overgelaten.”

Stereotypen
Middelste kinderen hebben de minst uitgesproken positie. „Terwijl de oudste en de jongste relatief sterk op de ouders gericht zijn, zouden middelste kinderen meer naar leeftijdsgenoten trekken. Ze zouden door hun wat grijzere positie ook meer moeite doen om de aandacht te trekken.”

Bewust houdt Polinder in zijn verwoording een slag om de arm. „Twee onderzoekers van de universiteit van Zürich hebben 1500 studies op dit gebied met elkaar vergeleken. Op grond daarvan stelden ze in een artikel in Science dat de positie in de kinderrij van verwaarloosbare
invloed is op de ontwikkeling van het kind. Ze spraken zelfs over de mythe van de eerstgeborene.
Ik herken het patroon ook binnen ons eigen gezin niet.
In het algemeen zou ik willen zeggen: pas op voor stereotypen over de plek in de kinderrij. Het gevaar bestaat dat je op grond daarvan de kinderen op een bepaalde manier gaat benaderen. ‘Een oudste is zus, een jongste zo.’ Dan wordt het een zichzelf vervullende profetie.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 oktober 2009

Terdege | 100 Pagina's

De hoeveelste ben jij?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 oktober 2009

Terdege | 100 Pagina's