Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven met een dwarslaesie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven met een dwarslaesie

Ytje Stevens-Roorda: „Ik heb ongelooflijk veel gekregen''

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens interviews moeten anderen de dictafoon aanzetten. Al bijna dertig jaar zit Ytje Stevens-Roorda (48) in een rolstoel, nadat ze bij een zwemongeval een hoge dwarslaesie opliep. De journaliste vertelt op openhartige wijze over haar moeilijke momenten. „Ondanks alles heb toch altijd kunnen genieten van het vele dat ik wel gekregen heb.

Naast een van de kasten in de ruime woonkamer liggen stapels boeken op de grond. Ze verontschuldigt zich bij voorbaat. „Ik heb onlangs alle boeken uitgezocht en doe er zon vierhonderd weg. Maar ik moet ze nog doorzoeken op briefjes of persoonlijke aantekeningen. Ik heb vanochtend nog aan mijn man Ben gevraagd of het hier wel voldoende was opgeruimd. Het tekent een vaker voorkomend dilemma. „Ik heb echt voldoende hulp, maar ik wil die niet met van alles opzadelen. Ben heeft het al druk genoeg. Maar toch zie ik het graag netjes.
Ze wordt voortdurend met haar neus op de feiten gedrukt. „Steeds weer ontdek ik hoe afhankelijk ik ben van de hulp van anderen. Als de lift ermee stopt en ik kan niet bij het knopje om dat te melden. Of wanneer ik aan de keukentafel te veel voorover leun en niet meer terug kan.
Ytje Stevens heeft de beschikking over een Fokuswoning in de wijk Beijum, aan de noordkant van de stad Groningen. Volledig aangepast op rolstoelgebruik en met tal van andere voorzieningen. Het onderkomen werd haar in 1982 als het ware in de schoot geworpen. „Er waren hier toen vijftien van deze woningen gebouwd, verspreid over de hele wijk. Er is een unit van waaruit altijd hulp kan worden geboden. Dag en nacht is de zogenaamde adl-hulp oproepbaar. Een geweldige oplossing.

Elektrische schok
Ytje Roorda groeit op in het Groningse Zuidhorn, als de middelste in een vrijgemaakt gereformeerd gezin met negen kinderen. „Mijn vader was dierenarts. Voor kinderen het mooiste beroep dat je je kunt voorstellen. Ik ging vaak met hem mee en heb daar heel goede herinneringen aan.
Ze behaalt in Groningen haar havo-diploma en wil de verpleging in. Maar voor die tijd, het is 1980, wacht een reis met een vriendin naar Zuid-Afrika. Onderweg van Kaapstad naar Johannesburg, in het plaatsje Mosselbaai, gebeurt het tijdens een duik in een meertje. „Het voelde alsof ik een elektrische schok kreeg. Ik kon niet meer bewegen en me ook niet omkeren.
Een van de aanwezige vriendinnen schakelt vertegenwoordigers van de EHBO-post in, die haar met behulp van een plank uit het water halen. Ytje wordt naar het plaatselijke ziekenhuis gebracht. „Ze vertelden me daar dat ik een shock had en dat ik morgen weer zou kunnen zwemmen. Ik wist dat dat niet waar was. Ze wordt de volgende dag overgevlogen naar Kaapstad. „Daar kwam ik in een ziekenhuis waarin veel andere mensen met een dwarslaesie waren. Rugby is daar zon beetje de volkssport en dat veroorzaakt vaak dit letsel.
Mijn vriendin is al die tijd gebleven. Ze kon in het ziekenhuis aan het werk. Toch was het verblijf daar niet zo vreselijk als velen denken. Ik lag op bed en dat is minder confronterend dan wanneer je direct met een rolstoel te maken krijgt. Bovendien was ik in de gelegenheid om na te denken, te bidden en te praten en daardoor misschien ook te verwerken. Alleen mijn ouders, een zus en mijn vriend, nu mijn man, hebben me bezocht. Ik moest er niet aan denken dat ik in mijn woonomgeving al die verdrietige mensen aan mijn bed zou hebben gehad. Daar had ik toen geen behoefte aan.

Niet wanhopig
Een dominee van de vrijgemaakte zustergemeente uit Kaapstad leest tijdens zijn bezoek aan Ytje uit Romeinen 8 vers 28: En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
„Achteraf gezien is het misschien niet zon handige tekst in dit geval, maar voor mij was de inhoud toch heel bepalend voor mijn leven tot nu toe. Dat viel echt op zn plek. Later kwam een predikant op bezoek uit Johannesburg, 2000 kilometer verderop. Hij las ook uit Romeinen 8, vers 28. Ik moet bekennen dat ik nooit, nooit de waaromvraag heb gesteld. Ik heb altijd geloofd dat God er zijn bedoelingen mee had. Wat dat precies is? Daarover kan ik alleen maar filosoferen. Vast staat dat ik heel afhankelijk ben geworden. Als dat niet zo was geweest, had ik veel meer de neiging gehad om alles zelf te regelen.
Ze denkt nog regelmatig terug aan haar tijd in het ziekenhuis in Zuid-Afrika. „Soms verlang ik ernaar terug om mij zo dicht bij God te voelen. Het was niet zo dat ik stralend in bed lag met de gedachte dat alles goed zou komen. Ik was zeker verdrietig, maar beslist niet wanhopig. Ik wist dat God dichtbij was en dat hij voor me zou zorgen. Iemand schreef me in die tijd dat hij zich kon voorstellen dat ik op deze manier niet verder wilde leven. Ik was daar heel verbaasd over

Heel bijzonder
Na vijf maanden ziekenhuis volgen vier maanden revalidatie. In augustus 1981 komt Ytje terug in Nederland. „Ook hier heb ik nog vier maanden gerevalideerd, vooral om te leren omgaan met verschillende hulpmiddelen. Ik weet nog goed dat ik mijn eerste rolstoel op 5 december kreeg. Een mooi sinterklaascadeau, zei mijn ergotherapeut... Ik zag dat toen niet zo, hoewel de rolstoel me wel een zekere onafhankelijkheid bood.
Hoewel het aanvankelijk de bedoeling is om de ouderlijke woning aan te passen, ziet Ytje het aanbod van een Fokuswoning in Beijum als een betere oplossing. Ze gaat er samen met een zus wonen. „Toen stond ik voor de vraag wat ik verder moest gaan doen. Ik heb verschillende mogelijkheden op een rij gezet en gekozen voor de lerarenopleiding Nederlands en maatschappijleer. Dat gaf veel stage en ik zou kunnen uitproberen of dat lukte. Dat bleek zo te zijn. De opleiding was in Groningen. Direct nadat ik klaar was, verhuisde de opleiding naar Leeuwarden. Alsof ze op mij hadden gewacht. Dat was heel bijzonder, zoals zo veel dingen in mijn leven.
In 1984 trouwt ze met Ben Stevens. Ze krijgen twee kinderen, een zoon en een dochter, nu 19 en 22 jaar. „Hoewel de dokter had gezegd dat het goed kon, heb ik dat echt als een wonder ervaren.

Journalistiek
Twaalf jaar lang, van 1991 tot 2003, staat ze voor de klas. „Ik vond het heel erg leuk, maar op het laatst ging het voorbereiden me tegenstaan. Toen ben ik gestopt en zag ik op internet een deeltijdopleiding journalistiek bij Windesheim. Dat leek me wel wat. Maar hoe moest ik iedere dinsdag naar Zwolle? We hebben wel een aangepaste auto en verschillende mensen die voor me rijden, maar dat was toch heel lastig. Toen bleek iemand van onze kerk iedere dinsdag naar haar ouders in de buurt van Zwolle te gaan. Zij heeft me op school en weer thuis gebracht, drie jaar lang.
In 2006 vindt ze werk als freelance journalist voor het Nederlands Dagblad. „Ik draag zelf onderwerpen aan, op het terrein van gezondheid, onderwijs, kerk en dergelijke. Ik vind veel interessant, vooral onderwerpen waar ik wat meer over wil weten. Je komt met zaken in aanraking waarvan je het bestaan niet wist. Mijn eerste artikel ging over Alzheimer cafés, ik had daar nooit van gehoord.
Als ze interviews afspreekt, vertelt ze vooraf de betrokkenen over haar beperkingen. „Ik heb niet gehad dat dat op moeilijkheden stuitte. Hij of zij moet voor mij wel de dictafoon zelf aanzetten.

Briefwisseling
Thuis typt ze met behulp van spalken, omdat ze wel haar armen, maar niet haar handen kan gebruiken. „Het typen gaat best wel snel. De laatste jaren maak ik soms gebruik van spraakherkenning.
Van januari tot september 2008 verschijnt in het Nederlands Dagblad een briefwisseling van Ytje met Diny van Bruggen, over leven en sterven, angst, karakters, lichamelijke ongemakken, genezing en optimisme. Diny van Bruggen is jarenlang kinderarts en oprichtster van hulporganisatie De Brug in Cambodja. Ze is tijdens de briefwisseling al enige tijd ongeneeslijk ziek door kanker.
„Ik kende haar al jaren via een andere vriendin. De brievenserie begon met een rondzendbrief van Diny, waar ik weer op reageerde. Toen ik het voornemen had een serie over mensen die in een terminaal stadium te verkeren te schrijven, benaderde ik haar. Toen kwam ze zelf met het idee om onze briefwisseling te publiceren. Ik heb daar lang over nagedacht en ten slotte ingestemd. De brieven zijn in de krant geplaatst, in de hoop dat anderen er wat aan zouden hebben. We zijn doorgegaan totdat Diny in het hospice werd opgenomen. Diny van Bruggen is op zaterdag 21 februari 2009 op 63-jarige leeftijd overleden.

Genezingsbijeenkomsten
Ondanks haar handicap heeft Ytje „iedere dag ook kunnen genieten. Ik heb ongelooflijk veel gekregen. Een fantastische man en kinderen, we mogen hier wonen, ik heb veel hulp van familie en vrienden en behoor tot een fijne kerkgemeenschap.
Ytje geeft op verzoek lezingen over de wijze waarop ze zich, ondanks haar zware handicap, weet te redden. „Ik heb dat gedaan voor het UWV, voor jongeren met een handicap en voor vereniging Dit Koningskind. Dat heeft ook moeilijke kanten. Soms krijg je verwijten in de trant van jij hebt een man of jij krijgt altijd positieve aandacht en hebt makkelijk praten, maar ik ben alleen. Ik begrijp dat wel. In die situatie heb je er niet altijd wat aan als iemand je voorhoudt dat je moet uitzoeken waar je goed in bent.
Genezing heeft ze nooit gezocht. „Verschillende mensen hebben daarom gebeden. Ik mijd genezingsbijeenkomsten liever. Ik geloof dat God bij mij is en niet dat Hij belooft dat ik weer zal lopen.
Ytje voegt eraan toe dat de praktijk van alledag „natuurlijk niet altijd even makkelijk is. Bijna iedere dag kom ik wel iets tegen wat lastig is omdat het me niet lukt. En ik heb momenten dat ik bang ben dat het zo voorbij kan zijn. Dat heb ik in mijn leven aan den lijve ondervonden.
Ze heeft vooral last van haar beperkingen in de zorg voor haar man, die recent voor de tweede keer is geholpen aan een agressieve vorm van huidkanker. „Het gaat nu goed met hem, hij is vol vertrouwen. Maar toen hij een wondontsteking had, kon ik zelf niet zorgen. Dan regel je wel van alles, maar daar blijft het bij. Dat zou je op zon moment graag anders willen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2009

Terdege | 92 Pagina's

Leven met een dwarslaesie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2009

Terdege | 92 Pagina's