Een splijtzwam
Peter Frans Koops: "Het gaat om de botsing tussen de islamitische en de westerse cultuur"
De wijze waarop moslims dienen te worden tegemoetgetreden, leidt tot heftige discussies. De ideeën van Wilders laten ook christenen soms niet onberoerd. Anderen moeten niets van hem hebben. „Ik bid voor hem even veel als voor de moslims.
De ‘Wilders van het dorp’ wordt hij wel genoemd. Peter Frans Koops (43) uit Bunschoten- Spakenburg heeft in zijn lokale Spakenburgse Vrijheids Partij (SVP) een islamparagraaf opgenomen die nauw aansluit bij de ideeën van de PVV van Geert Wilders. De tot de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt behorende Koops vindt dat er in Nederland maar twee politieke partijen zijn die het gevaar van de islam voldoende onderkennen. „Dat zijn de SGP en de PVV. De SGP vanwege artikel 36, dat de overheid opopdraagt valse godsdiensten te weren, Wilders door zijn krachtige opstelling in de publieke discussie over de islam.” Zelf neigt Koops ertoe om PVV te gaan stemmen. Met het vrouwenstandpunt van de SGP kan hij niet goed uit de voeten. „Soms aarzel ik nog wel eens.”
Hoofddoekjes Koops is al acht jaar raadslid in zijn woonplaats. Tot voor kort maakte hij onderdeel uit van de lokale partij Betaalbaar Bunschoten (BB), maar na interne ruzies werd hij vorig jaar juni geroyeerd. Bij de recente verkiezingen wist hij op eigen kracht een zetel in de wacht te slepen. Hij is tevreden over ‘zijn’ dikke 500 stemenmen, iets meer dan Wilders in de gemeente Bunschoten bij de verkiezingen voor het Europese Parlement wist te behalen. „We kunnen alleen maar verder groeien. Ik was al langer gegrepen door de standpunten van Wilders over veiligheid, drugsbeleid en de aanpak van hangjongeren. Sinds enkele jaren ben ik me gaan verdiepen in de islam. Ik ben zelf docent wiskunde op een vmbo-school in Barneveld en kom de hoofddoekjes in mijn klassen tegen. In Barneveld wonen flinke groepen Turken en Marokkanen.” Hij prijst de boeken van arabist Hans Jansen en van Anne van der Bijl over de vervolging van christenen in moslimlanden en nam kennis van ideeën van Bart Jan Spruyt en islamcriticus Ben Kok. „En niet te vergeten de SGP-nota “Islam in huis”. Zelf stemde Koops in voorbije decennia SGP, CU of CDA. Van de CU moet hij niets meer hebben, het CDA kreeg zijn stem alleen om strategische redenen. „De islamkritiek zie ik ook bij de staatkundig gereformeerden, maar die doen hier niet mee. Bovendien zijn ze niet daadkrachtig genoeg.”
Haatzaaien
Christenen kunnen goed terecht bij de PVV, is de stelling van Koops. Het ontbreken van een bijbels fundament onder de partij, die een conservatief- liberaal karakter heeft, vindt hij geen probleem. Net zomin als de steun van Wilders aan de Gay Pride of aan de verruiming van de winkelopenstelling op zondag. „Dergelijke ethische zaken zijn niet zo overheersend binnen de PVV, die ook kritisch is over prostitutie en euthanasie. Bovendien lukt het de kleine christelijke partijen niet meer om enige verandering te brengen in de standpunten met betrekking tot abortus of het homohuwelijk. Dat is in de politiek echt een gepasseerd station. Het gaat nu vooral om de botsing tussen de islamitische en de westerse joodschristelijke cultuur.” Net als Wilders meent Koops dat het gevaar van de islam wordt onderschat. „Het gaat niet om de moslims, maar om de ideologie. Om wat de Koran daarover zegt, over haatzaaiende redevoeringen en de jihad. Veel moslims hier belijden met de mond wat anders dan ze denken, ze leiden een dubbelleven. Ze mogen liegen als het gaat om de islam.” De Spakenburger is niet bevreesd dat Wilders zich op enige termijn tegen de kerken zal keren. „Hij staat voor de joods-christelijke traditie.”
Gesteggel
Koops erkent dat er gematigde groepen zijn. In Bunschoten-Spakenburg zelf wonen bijvoorbeeld geen radicale moslims. „Er is hier alleen een groep Turken, met een eigen verenigingsgebouw dat ze gebruiken als een soort moskee.” Maar tegen het bouwen van een echte moskee zal de SVP zich verzetten. Dat staat klip en klaar in het programma. Dat vermeldt verder - naast alle lokale onderwerpen - de wenselijkheid van een burkaverbod op straat, het tegenhouden van islamitisch onderwijs, geen gesluierde kleding gerelateerd aan de moslimcultuur in openbare functies en een verbod op gescheiden inburgeringscursussen. „Ik zie het meedoen van de SVP vooral als een signaal richting de aarzelende overheid. Kijk maar naar het burkaverbod. Dat is wel aangenomen, maar sindsdien wordt er alleen maar gesteggeld over allerlei juridische haken en ogen.” De PVV heeft de boot afgehouden toen Koops een verzoek indiende om zijn partij om te vormen tot een lokale PVV-afdeling. „Maar die vraag ligt open voor 2014.”
Wilderspruik
Het lukte hem met grote moeite om vier kandidaten voor zijn lijst te vinden. Drie van hen zijn volgens hem praktiserend christen. „Ik ben met verschillende mensen in gesprek geweest, maar angst weerhield hen. Ze waren bang voor een associatie met de PVV in de familie, voor hun kennissenkring, reacties op hun werk en in de kerk.” Zelf is hij tot op heden niet bedreigd. Wel komen er in reacties op de site van de partij, waarop hij zelf een weblog bijhoudt, en in de plaatselijke media uitingen van onbegrip en spot. Zo is de afkorting SVP al eens gebruikt voor “Snel Vertrek Peter.” Niet echt leuk vindt hij het tonen van een foto van hem met een Wilderspruik. Koops, die gehuwd is en twee zoons heeft, ligt er evenwel niet echt wakker van. „Ik kan wel tegen een geintje en heb een dikke huid. Ik ben niet echt bang. Er is er Een die boven alles staat.”
Oude Efeze
Mustafa Uzunhasanoglu (52) moet niets hebben van de redenering van Peter Frans Koops. De in de moslimwereld opgegroeide inwoner van Kampen ziet met lede ogen aan hoe de islamdiscussie Nederland in twee kampen verdeelt. Dat ook christenen zich achter Wilders scharen, kan hij echter wel begrijpen. „Wilders spreekt ook hun taal. Ja is ja en nee is nee. Een doorsnee politicus in Nederland zegt van alles, maar geeft geen echte antwoorden.” De in Noord-Turkije geboren en getogen Uzunhasanoglu heeft een bijzondere levensgeschiedenis. Hij werkt een aantal jaren als gastarbeider in Irak, maar moet het land verlaten bij het uitbreken van de Eerste Golfoorlog. „Ik had wat gespaard en probeerde in het zuidwesten van Turkije een nieuw bestaan op te bouwen.” Mustafa leidt eind jaren tachtig toeristen naar de overblijfselen van het oude Efeze. „Zonder iets te weten van de belangrijke plaats die deze stad in de Bijbel innam.” In die omgeving ontmoet hij zijn huidige vrouw Tamar, afkomstig uit Kampen, en eveneens werkzaam in de toeristische sector. „Dat zij christen was, maakte voor mij niet zoveel uit. Ik kwam uit een liberaal milieu en was in die tijd alleen nog maar op papier moslim.” Hun besluit om in Turkije een bestaan op te bouwen, wordt echter doorkruist door een aanslag van de Koerdische PKK op Duitse toeristen. „Er waren plotseling geen klanten meer en ik zou ontslag krijgen. Omdat Tamar zich onveilig voelde, zijn we in 1993 naar mijn schoonouders gegaan.” Zij vindt snel weer werk en twee maanden later kan Mustafa aan de slag bij een betonfabriek in Lelystad. Daar werkt hij nog.
Ouderling
Op verzoek van zijn echtgenote gaat Mustafa mee naar de hervormde Broederkerk in Kampen. „Ik was onder de indruk van het bidden, het zingen en het preken, maar had meer menselijke warmte verwacht. Ik miste mensen die mijn vele vragen konden beantwoorden.” Enkele jaren later sluit hij het christelijk geloof in zijn hart. „Toen kon ik zelf in de Bijbel lezen. Ik nam kennis van de wijze waarop Jezus met mensen omging en ik werd van hem vervuld. Ik ben toen gedoopt en heb belijdenis gedaan.” In 2002 wordt hij in zijn kerk tot ouderling gekozen, een ambt waarvan hij recent na twee periodes van vier jaar afscheid nam. Uzunhasanoglu zet zich sinds zijn overgang tot het christelijk geloof in voor zijn gemeente, is actief in een bijbelkring en probeert in gesprekken moslims te overtuigen. „Ik kreeg twee soorten opmerkingen. Allereerst van moslims die nauwelijks iets voor hun geloof doen. Zij reageerden fel en konden me niet begrijpen. Gelovige moslims echter waren wonderlijk genoeg veel milder als ze hoorden dat ik tot het christendom was overgegaan.” Hij bekent bang te zijn geweest. „Ik was bang dat men mij iets aan zou doen. Dat ben ik nu niet meer, ik kan prima overweg met mijn familieleden en ben nu zover dat ik overweeg om hier in de buurt de moskee te bezoeken om het gesprek aan te gaan.”
Kruistochten
Dat laatste, daar gaat het volgens hem om. De inwoner van Kampen vindt de islam over het algemeen niet gevaarlijk. „Maar je moet niet lijdzaam toekijken, zoals vele christenen doen. Moslims zijn gedreven en gericht op daden. De meesten weten van de theorie niet zoveel en ze hanteren een oudtestamentische denkwijze. Oog om oog, tand om tand. Dat je bidt voor je vijanden kunnen ze niet volgen. Maar dat is nog geen extremisme. Natuurlijk is er een minderheid die verkeerde gedachten heeft, maar daar zitten de andere moslims ook mee in hun maag.” Over sommige gewelddadige teksten in de Koran denkt Mustafa genuanceerd. „Het is maar waar je de accenten legt.” Hij geeft een voorbeeld. „De geschiedenisboeken van Turkije staan vol met feiten over de kruistochten. Toen trokken mensen, die met de mond beleden God en hun naaste lief te hebben, naar het Midden- Oosten om vervolgens iedereen die niet-christen was af te slachten.” Dat wil niet zeggen dat hij voorstander is van een slap optreden. „De politiek moet Wilders de wind uit de zeilen nemen door concrete antwoorden te geven op vraagstukken van openbare orde en veiligheid. Die tolerante houding werkt verwarrend, er moet stevig worden optreden. Daar zijn de moslims in dit land bij gebaat. Dat willen ze zelf ook.”
Vrouwenstandpunt
Integratie is de beste oplossing, denkt Mustafa. „Dat betekent niet dat iemand zijn geloof aan de kant hoeft te zetten. De verschillen hoeven niet te worden weggepoetst, maar provoceren is uit den boze. Ik raad moslims aan om terughoudend te zijn bij het bouwen van hoge minaretten, het oprichten van islamitische scholen en het dragen van burka’s. Dat maakt hun eigen leven alleen maar zuurder.” Politiek kan hij zich vinden in de koers van de ChristenUnie. „Hoewel ik niet ver van de SGP vandaan sta.” De wijze waarop die partij door andersdenkenden, onder meer voor wat betreft het vrouwenstandpunt, wordt bejegend, noemt hij „oneerlijk.” Van het CDA moet hij niets hebben. „Dat is in de praktijk ver verwijderd van de bijbelse normen.” Christenen dienen zich in zijn ogen actiever op te stellen. „We kunnen moslims niet winnen door een kruisje te dragen. Symbolen zeggen hen niets. Maar we moeten harten veranderen. Ik begin niet over de drie-eenheid of wat je wel of niet moet eten. Je kunt het ijs breken door te vertellen over Jezus Christus en wat Hij heeft gezegd. Op een liefdevolle manier, zonder daar direct wonderen van te verwachten.”
Bidden voor de vijand
Bidden voor je vijand is niet altijd eenvoudig, zo illustreert Mustafa Uzunhasanoglu met een voorbeeld. „Mijn broer zat al een aantal jaren achter de tralies vanwege linkse politieke activiteiten. Toen ik hem bezocht, was hij in hongerstaking vanwege de slechte omstandigheden. Hij protesteerde toen ik hem zei dat ik voor hem én voor de cipiers zou bidden. ‘Bid niet voor vijanden’, zei hij, ‘die martelen ons elke dag.’ Toch heb ik het gedaan en de opdracht van Jezus ook daar gevolgd. Mijn broer is na tien jaar vervroegd vrijgelaten. Verschillende lotgenoten van hem hebben het niet gehaald.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 maart 2010
Terdege | 100 Pagina's