Uitgeknokt
Joop Gottmers:
Hij was een van de grootste drugshandelaren van Nederland. De voormalige Europees bokskampioen was ook verslaafd en wilde een einde aan zijn leven maken. „God zelf verhoedde dat, aldus Joop Gottmers, die het moment markeert als het begin van de ommekeer. Hij heeft zijn leven in een boek opgetekend. „Iedereen moet dit weten.
Hij woont in een smal straatje in holen. Samen met dochter Melanie, zijn vrouw Martine en haar zoon Lucas. De vroegere miljonair moet nu rondkomen van een dikke 1500 euro per maand. Hij lacht. „Het is een van de meest gestelde vragen tijdens lessen of lezingen. Heb je nog steeds zoveel geld?” Joop Gottmers (47) helpt zijn publiek vervolgens snel uit de droom. Zijn vroegere compagnon Frank - een geingeerde naam - is er met alle miljoenen vandoor gegaan. Joop kan er nu niet meer mee zitten. Hij is blij dat het geld hem niet meer in verleiding brengt om dingen te doen die indruisen tegen Gods geboden. „Natuurlijk is het makkelijk, we moeten nu eerst sparen als we iets willen kopen. Maar dan ben je er wel superblij mee.” Zijn verleden laat hem niet los. Gottmers vertelt er dagelijks over in zijn ontmoetingen met jongeren als preventiewerker voor de christelijke stichting Voorkom. In het dagelijks leven is het niet altijd eenvoudig. Hij staat in de politieannalen nog altijd als vuurwapengevaarlijk te boek. „Zelfs mijn benen en armen worden als wapens omschreven. Als ik onverhoopt met de auto te hard rijd en ze tikken mijn kenteken in, begint er in de politieauto van alles te knipperen.”
Lange haren
Zijn boek “Knock-out” heeft bij hem opnieuw het nodige losgemaakt. Samen met Henk Stoorvogel, de voorganger van de evangelische gemeente van Zwolle die zijn levensgeschiedenis op papier zette, was er sprake van een ware herbeleving. „Om het juiste gevoel te krijgen, hebben we tal van plaatsen uit het verleden opgezocht en zijn we naar vechtfestivals geweest. Dat was heel erg zwaar. Toen ik mijn ervaringen op papier zette, kon ik op het laatst niet meer schrijven van de spanningen. M’n nek en schouders blokkeerden gewoon.” Zijn lange haren, een overblijfsel uit de jaren zeventig, heeft hij altijd gehouden. Joop draagt ook nog graag een ketting om zijn hals, maar de dure gouden spullen van weleer zijn verdwenen. Hoewel het minder wordt dankzij zijn werk op scholen (zie kader), stuit de ooit zo gevierde bokser op mensen die twijfelen aan zijn ommekeer. „Toen ik in 2003 in holen terugkwam, precies tien jaar nadat de politie me had opgepakt, had het reformatorische volksdeel daar zeker moeite mee. Ik beweerde christen te zijn geworden. Was dat wel waar? Ik ben een keer gevraagd om in een kerk te spreken voor een club Zeeuwse plattelandsvrouwen, maar werd uiterst koel ontvangen. Het wantrouwen spatte ervanaf. Ik begon direct met de opmerking dat ze allemaal met een boog om me heen zouden hebben gelopen, als ik zwaar verslaafd voor de ingang had gelegen. Toen ik dat zei, veranderde er wat. Heel die kerk brak.”
Boksles
Joops jeugd was, zoals hij dat zelf omschrijft, ‘bizar’. Geboren in Rotterdam, groeide hij, na een korte tussenstop in Dalem (bij Gorcum), op in Halsteren, waar zijn vader een café had gekocht. Uit een eerder huwelijk van zijn vader heeft Joop een halfbroer. De rol van zijn gewelddadige vader loopt als een rode draad door zijn leven. Hij ontleende er ook de titel van zijn boek aan: „Vader sloeg moeder knock-out. Niet één keer, maar telkens weer. Mijn vader, Leendert Gottmers, stond bekend om zijn onverschrokkenheid. Als er iets te vechten viel, sprong hij erbovenop. Hij heeft nooit echt gewerkt, is altijd een sjacheraar geweest. Mijn vader had drie cafés op Katendrecht, Rotterdam, en zat in het onroerend goed. Zijn voornaamste kwaliteit was zijn vermogen welbemiddelde dames aan de haak te slaan.” Het gezin was in twee kampen verdeeld. Vader had maar één echte zoon, Joop. Zijn moeder vormde met zijn halfbroer eveneens een koppel. Het was zijn vader die Joop al op jonge leeftijd naar boksles stuurde, om zich te kunnen verdedigen tegen de jeugd in Halsteren, die de jongen met zijn Rotterdamse accent pestte. Aangemoedigd door Leendert Gottmers, groeide Joop ongewild uit tot een knokker van formaat. „Als ik er nu op terugblik, was mijn vader mijn afgod. Ik trainde voor hem en was door hem geprogrammeerd om in mezelf te geloven.”
Amfetaminelab
Joop werd in 1989 Europees bokskampioen middengewicht en in die zelfde tijd Nederlands kampioen thaiboksen. Hij ontpopte zich als een geduchte vechtersbaas, kreeg de eerste aantekeningen op een strafblad, was portier in disco’s en stapte door toedoen van de eigenaar van een sportschool in de cocaïnehandel. Zijn leven was gevuld met uitgaan, drank en seks met talloze vrouwen. Ook zelf raakte hij zwaar verslaafd. Na een gevangenisstraf van drie jaar ging het van kwaad tot erger en werd hij een van de grootste drugshandelaren van Nederland, met contacten in de Amsterdamse onderwereld. Hij was verantwoordelijk voor de grootschalige import van hasj en bezat een eigen amfetaminelaboratorium. „Ik verdiende toen 50.000 gulden per uur.” Maar alles eindigde in ruzie, verslaving en bedrog. Joop kreeg een dochter van een van de vriendinnen met wie hij samenwoonde, maar ook die relatie liep stuk. „De mensen met wie ik samenwerkte, bedrogen me en mijn beste vriend ging er met mijn geld vandoor. Een andere vriend schoot zich in mijn bijzijn door zijn hoofd. Naar later bleek, zat hij tot over zijn oren in de gokschulden.” Problemen met de onderwereld leidden ertoe dat zelfs zijn kind niet meer veilig was. Uiteindelijk blijft hij alleen over. „Ik had alleen nog maar de drugs.”
Bijbel
Op 3 mei 1998 wilde Joop zelfmoord plegen. „Op mijn verjaardag. Ik zat op de bank, met een pistool naast me. Toen ging de bel en stonden de jongens die ik later die ochtend boksles zou geven voor de deur. ‘Lang zal-ie leven’, zongen ze. Ze hadden een cadeau voor me gekocht. God verhoedde dat ik de hand aan mezelf zou slaan. Zo heb ik dat later gezien.” Nog diezelfde dag wist hij met zijn snelle BMW aan een klopjacht van de politie te ontkomen. Hij dook onder bij criminele vrienden. Voor hen zocht hij een koper van een antiek serviesje en hij kwam zo bij een antiquair in Halsteren, die hij vluchtig kende. „‘Rust heb je niet’, zei hij tegen me. ‘Nee’, antwoordde ik, waarop hij zei dat dat kwam omdat ik God niet kende. Ik werd boos. ‘Jij spoort niet echt’, heb ik hem gezegd, maar zijn woorden bleven ook daarna in mijn hoofd rondspoken. Toen ik een aantal dagen daarna hem weer opzocht, nodigde hij me uit voor een bijbelstudieavond in Halsteren.” Het was het begin van een weg van vallen en opstaan. Tijdens zijn eerste bijbelstudieavond droeg Joop nog een kogelvrij vest en had hij een pistool op zak. Hij gebruikte nog volop cocaïne en ging met criminele vrienden om, maar bezocht ondertussen ook af en toe de evangelische gemeente De Oesterschelp in holen. Toen hij alsnog werd gearresteerd, kreeg hij van de dienstdoende cipier een Bijbel, waarin hij hele dagen las
Gezinshereniging
Hij leunt achterover op de bank in de kleine woonkamer van de woning in holen en kijkt me doordringend aan. „Het is niet normaal wat ik heb meegemaakt. Alles wat de wereld te bieden heeft, heb ik gehad. Ik ben de hele wereld over geweest, ging twee keer per jaar met vakantie naar Aruba en kon kopen wat ik wilde. Als geluk te koop was geweest, had ik het gehad. Maar ik heb gemerkt dat het niet te koop is.” Hij vervolgt: „Zonder God is je leven niets. De wereld heeft niets te bieden.” Daarom heeft hij, na lang aandringen van vrienden en bekenden, zijn levensweg op schrift laten stellen. Daarin verhaalt hij niet alleen van zijn gewelddadige en criminele voorgeschiedenis, maar ook van zijn vrijspraak door de rechter. En ook van de periode daarna, waarin hij rust vindt in het geloof, trouwt met Martine, die hij via De Oesterschelp leerde kennen, en de gezinshereniging door de thuiskomst van dochter Melanie. De zorg voor haar is een andere rode draad in zijn leven. Na vele jaren bij de (verslaafde) moeder te zijn geweest, is Melanie tot zijn grote verwondering en geluk sinds enige tijd weer bij hem. „Dit boek is echt voor iedereen. Voor christenen die worstelen met hun geloof als het niet gaat zoals ze willen, maar ook voor niet-christenen. Ik wil hen voorhouden dat ze moeten leren op God te vertrouwen. Mijn hartenwens is dat op elk politiebureau en in iedere gevangenis “Knock Out” komt te liggen, om de gedetineerden te bemoedigen en ze op een uitweg te wijzen. Het is de duivel die wil dat je twijfelt. Daarom is God kennen niet genoeg, want de duivel kent Hem ook. Nee, je moet God ook liefhebben, dat staat in de Bijbel. Ik ben zelf een werktuig van de duivel geweest, weet het uit ervaring.” Zijn bekering bracht hem ook tot hetinzicht dat de band met zijn vader een verkeerde was. „Hij overleed in 1992. Ik zat dagenlang aan zijn sterfbed, nadat in overleg met de artsen was besloten hem geen vocht meer toe te dienen.” Hij heeft er diepe spijt van dat hij medeverantwoordelijk was voor het laten uitdrogen van zijn vader. „Vreselijk, ik zie dat nu als een straf. Maar na zijn overlijden ging ik gewoon door, zei dat het me niets kon schelen en ging er vol in om hem de laatste eer te bewijzen.”
Verkrampt
Hij aait zijn hond Loekie, die bij hem op de bank kruipt. Het dier herinnert hem aan een zware periode in zijn leven. „Ik had het dier al toen ik nog verslaafd was.” Doorgaan tot het uiterste tekende altijd zijn leven. Joop Gottmers traint nog steeds, maar het beheerst niet meer zijn leven. „Na tien jaar kent niemand nog de kampioenen van weleer. Het was ook bijna een streven naar volmaaktheid. ‘Wat heb ik het nu goed’, schoot het door me heen, toen ik enkele jaren geleden de hond uitliet terwijl aan de andere kant van de wereld hele landen werden geteisterd door een tsunami. Ik heb altijd verlangd naar vrede en rust. Ik wil niet meer streven.” Zijn natuurlijke drang om door te zetten, is ook een valkuil. „In 2006 gaf ik aan de lopende band lessen en lezingen. Martine zat als een zielig hoopje alleen, ik had aan vijf minuten thuis zijn genoeg. Toen ben ik heel erg ziek geworden, mijn spieren waren helemaal verkrampt en ik lag maanden op bed. Ik begreep het eerst niet, maar het was later of God aan mij vroeg: ‘Wat heb je met mijn geschenk, met Martine, gedaan?’ Alles draaide weer om mij. Ik moest leren ook aan haar te denken en vraag nu steeds toestemming voor het afspreken van lezingen en het houden van interviews. Toen ben ik weer opgeknapt. God geeft me iedere keer weer een spoedcursus. Ik vind dat je, ook al ben je druk voor de kerk of wat dan ook, altijd eerst moet zorgen dat het thuis in orde is.”
Vergeving
Zijn leven was zonde, zegt Joop. Het heeft ertoe geleid dat hij veel mensen om vergeving heeft gevraagd. Dat lukte niet in alle gevallen. „Ik heb zoveel gevochten, dat ik me al die vechtpartijen niet meer herinner. Ik heb ook veel vrouwen verdriet gedaan.” Zijn enthousiasme benut hij op een andere wijze. „Ik voel me meer evangelist dan preventiewerker en wil daar echt voor gaan. Daarom heb ik ook dit boek geschreven. Ooit schreef voormalig bendelid Nicky Cruz een boek. Dat leidde tot de oprichting van Teen Challenge. Wereldwijd ontstonden er afdelingen. Mijn diepste wens is dat mijn boek ten goede komt aan de uitbreiding van het werk van Voorkom. En dat niet ik, maar God daarvan de eer krijgt.” Hij heeft een tijd geworsteld met de vraag of er een boek zou moeten verschijnen. „Allereerst was er de vraag of ik er wel rijp voor was. Je leert tot aan je dood. Was ik geestelijk volwassen genoeg om het te doen en zou God daardoor aan zijn eer komen?” Daarnaast waren er vragen over de reacties van bekenden uit de onderwereld. „Daarom zijn sommige namen gefingeerd en zijn enkele details weggelaten. Maar wat er staat is voor honderd procent juist. Ik ben ook niet bang meer. Twaalf jaar is in criminele organisaties een lange tijd; heel veel mensen uit die tijd zijn niet meer in leven.” „Ik heb nog maar één wens: dat anderen de Heere Jezus leren kennen. Ik hoop dat mijn boek bijdraagt aan het besef dat je geen rust en vrede vindt in de wereld, maar dat je de hemelse rust moet zoeken.”
Alcohol, soften harddrugs
Vier dagen per week geeft Joop Gottmers voor stichting Voorkom voorlichting op scholen. Op openbare scholen moet hij het evangelische deel van zijn verhaal steeds vaker beperkt houden. „Ik heb gelukkig goede contacten, maar ze willen niet al te veel van de Bijbel horen.” Ook op reformatorische middelbare scholen is hij een graag geziene gast. Door zijn enthousiasme en ook door zijn levensverhaal hangen scholieren aan zijn lippen, weet de inwoner van Tholen. „In de drukste klassen is het vaak het meest stil.” Hij wijst de jongeren niet alleen op de gevaren van harddrugs, maar ook op die van alcohol en softdrugs. „Wat Nederwiet wordt genoemd is enorm verslavend. Het beleid in Nederland is een ramp. Dat geldt ook voor alcohol. Als je dat op de drugslijst zou zetten, hoorde het oficieel bij harddrugs. Ik pleit er altijd voor om gebruik van alcohol tot de leeftijd van 21 jaar te verbieden.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juni 2010
Terdege | 92 Pagina's