Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Varen onder hoogspanning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Varen onder hoogspanning

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als kapitein en eigenaar van een multi-purposeschip vaart hij met regelmaat door de Golf van Aden, waar Somalische piraten op de loer liggen. De veiligheidseisen zijn de afgelopen jaren steeds verder verscherpt, zegt Ralph van Urk (53). „De spanning aan boord stijgt vooral op de momenten dat je aan- of afhaakt bij bewapende konvooien.

Enkele weken is hij bij vrouw en kinderen. Zijn schip “Roelof”, vernoemd naar zijn vader, vaart door. Het is via de bevrachter verhuurd. Stilliggen is er niet bij in een tijd waarin als gevolg van de wereldwijde crisis de prijzen drastisch zijn gedaald. „Het is echt wachten op betere tijden.” De zomerperiode heeft een groot voordeel, want dan komen ook vrouw en kinderen wekenlang aan boord. „Tijdens gewone reizen zie je elkaar soms twee of drie maanden niet. Dat is een van de schaduwzijden van dit bestaan. Daarom nemen we iedere gelegenheid te baat om toch bij elkaar te zijn.” Het varen zit hem in het bloed. Verschillende familieleden, onder anderen zijn vader, bezaten coasters. „Ik ben als baby op een schip gezet”, lacht Van Urk. Hij verbleef jarenlang met de rest van het gezin aan boord. „Als we aan wal waren, bezocht ik de Groen van Prinstererschool in Kampen, de school van Johan Vreugdenhil.” Ralph van Urk studeerde er op los. Hij volgde de Hogere Zeevaartschool in Rotterdam, maakte in Zwolle de Pabo af en deed in Utrecht een studie rechten. „Ook het onderwijs trok me, maar de vaart heeft het gewonnen. Mijn juridische kennis kan ik overigens aan boord goed gebruiken. Bij het minste of geringste heb je tegenwoordig met claims te maken.”

Luther
Bij zijn vader deed hij als matroos de nodige ervaring op. Na zijn studie en militaire diensttijd werd Van Urk stuurman op een kustvaarder van een oom. „Tot een andere oom me vroeg of ik met hem een coaster wilde kopen. Zo werd ik ondernemer.” De coaster droeg de naam Luther. „Mijn vader voer in die tijd op de Calvijn.” Toen zijn oom ermee ophield, werd de Luther verkocht en schafte Ralph van Urk zijn eigen schip aan, dat hij de naam Roelof gaf. „Dat was een 3000-tonner. Tot 2005, toen heb ik mijn huidige schip, een 8000-tonner, aangeschaft.” Opnieuw draagt het de naam Roelof. Met het zogenaamde multi-purpose-schip bevaart Van Urk de wereldzeeën. „Voorheen had ik vaak graan of staal aan boord, nu vervoeren we stukgoederen, die met behulp van twee vaste kranen op een van de drie dekken worden geplaatst.” Deze zogenaamde wilde vaart geeft meer onzekerheid, maar brengt Van Urk in vrijwel alle grote havensteden ter wereld. De bevrachter zorgt voor de goederen, Van Urk draagt samen met zijn staf zorg voor het logistieke proces. „Een heel gereken, want alles moet op de juiste plaats, waarbij je rekening moet houden met de stabiliteit van het schip én met het laden en lossen in een volgende haven. Je moet er elke keer wel met de kraan bij kunnen.” Een deel van de lading is afkomstig van hulporganisaties, waaronder de VN. Daarnaast worden er veel grote en zware machines en apparatuur naar en van het Verre Oosten gebracht, vaak met een gewicht dat te zwaar is voor het vliegtuig en te groot voor vervoer over spoor. Hij toont foto’s van een kraakinstallatie voor de olie-industrie. „Met het plaatsen hiervan ben je twee dagen bezig. Want het mag in een storm niet gaan schuiven.”

Kofie op de brug
Van Urk vaart onder de Nederlandse vlag. Zijn 12- tot 14-koppige bemanning bestaat voor een flink deel uit Indonesiërs en Filippino’s. Een deel van hen was al werkzaam op het schip, dat hij in Singapore kocht en dat in 1992 op een Duitse werf is gebouwd. De staf, eerste en tweede stuurman en eerste en tweede machinist, komt uit Nederland. „Matrozen kun je moeilijk krijgen in Nederland. Iedereen die hier naar zee wil, volgt de zeevaartschool en wordt officier.” De Nederlandse kapitein-eigenaar hecht aan een goede relatie met de bemanning en zet zich in voor het verkleinen van de afstand tussen matrozen en officieren, zonder aan gezag in te boeten. „We drinken ’s ochtends en ’s middags gezamenlijk koffie. Voor sommige matrozen was dat heel bijzonder, want die waren nooit eerder op de brug geweest. Hooguit om die schoon te maken. Ik vind iedereen aan boord even belangrijk, je moet allemaal het zeemanschap in je vingertoppen hebben en op elkaar aan kunnen.” Dat laatste is soms van levensbelang. Niet alleen bij stormen of andere onverwachte gebeurtenissen, maar de laatste jaren ook bij het varen door de Golf van Aden, waar Somalische piraten in vissersbootjes speuren naar schepen. Ze hebben raketwerpers en machinegeweren bij zich en proberen bemanningen te gijzelen met de bedoeling grote sommen geld van de rederijen te innen. Enige tijd geleden kwam daarbij een kapitein om het leven. Een flink deel van het gebied wordt nu bewaakt door uit heel de wereld afkomstige oorlogsschepen. Doorlopend patrouilleren er een stuk of twintig, maar dat biedt niet altijd voldoende veiligheid. „Soms kan er tussen het ene en het andere oorlogsschip wel 500 mijl afstand zijn. Dat is dan onvoldoende om snel hulp te bieden.”

Radiostilte
De gevaarlijke situatie ontstond twee tot drie jaar geleden. Tegelijkertijd won de route richting het Verre Oosten aan belang als gevolg van een aanzwellende goederenstroom over water. In het meest onveilige deel wordt gezamenlijk gevaren, in aanwezigheid van enkele marineschepen. Landen organiseren de konvooien, waarbij andere schepen zich kunnen aansluiten. „Best lastig, vindt Van Urk, want je moet niet alleen precies op tijd bij de start aanwezig zijn, maar kunt ook niet een tijd in die omgeving stilliggen. Deelname geeft aan de andere kant wel een zekere rust, je merkt dat bij de bemanning ook. De spanning stijgt weer bij de kop en de staart.” Enkele keren was het gevaar dichtbij. Van Urk hoorde dat een collega 15 mijl voor hem werd aangevallen. „Gelukkig is dat mislukt. Maar het kwam wel heel dichtbij.” Het spannendste moment deed zich voor op een zondag. De bij de Gereformeerde Gemeente van Nunspeet aangesloten kapitein wilde net met de zondagse kerkdienst beginnen, toen drie bootjes met volle snelheid op de Roelof afkwamen. „Nu gebeurt het, dachten we, maar enkele mijlen voordat ze bij ons waren, bogen ze af. Ik heb dat als bijzonder ervaren. Waarom het zo ging, zullen we nooit weten.” De escortes beperken zich tot een gebied van drie dagen varen. Een Nederlands bedrijf regelt voor Van Urk de contacten tussen de Navoschepen, EU-organisaties en andere betrokkenen. „Zij zorgen ervoor dat we kunnen aansluiten bij een konvooi. Tijdens het escorte zelf worden geen contacten met de buitenwereld gelegd. Het is radiostilte, om te voorkomen dat piraten iets te horen krijgen waar ze hun voordeel mee kunnen doen.”

Prikkeldraad
De talloze vissersscheepjes in de regio zorgen altijd voor hoogspanning, zegt hij. „Er zijn natuurlijk wel goede vissers onder, maar velen hebben een dubbel beroep: gewoon vissen en vissen naar schepen. Een beter bestaan voor deze mensen zou de oplossing zijn. Er is internationaal wel aandacht voor, maar er is geen organisatie die het initiatief neemt of kan nemen.” De veiligheidseisen zijn gaandeweg opgevoerd. Zo heeft de Roelof een zogenaamde groene zone aan boord, een door stalen wanden afgesloten ruimte waarin de bemanning zich in het uiterste geval kan terugtrekken. Er kan verbinding met de buitenwereld worden gelegd en er bestaat de mogelijkheid om er minimaal een etmaal door te brengen. „Je hoopt natuurlijk dat het niet zover komt. Mochten piraten het schip proberen aan te vallen, dan ga je eerst zigzaggen en zo hard mogelijk varen. We hebben waterkanonnen aan boord en brengen in het betrokken gebied prikkeldraad aan de buitenzijde van de reling aan.” Regelmatig oefent Ralph van Urk zijn bemanning met de aan boord beschikbare vuurwapens. „Ik heb de benodigde vergunningen. Je probeert in het slechtste geval de kapers van het schip weg te houden. Het is niet de bedoeling hen neer te schieten. Je neemt zoveel mogelijk maatregelen, maar waterdicht is het natuurlijk nooit. Dat is alleen het schip.” Anderzijds kunnen de raketwerpers tot gevaarlijke situaties leiden, daarvan is hij zich bewust. „Je moet er niet aan denken dat zo’n ding zich door een raampje naar binnen boort.”

Kerkdiensten
Van Urk, die nieuwe bemanningsleden een Bijbel geeft, is de initiatiefnemer van de kerkdiensten aan boord. Voor hem het hoogtepunt in een drukke week. „Het moet natuurlijk in het Engels. Ik laat via een cd of dvd een meditatie van een Engelse of Amerikaanse predikant horen. Na de dienst is er koffie met gebak. De mannen kunnen een rooms-katholieke, islamitische of hindoeïstische achtergrond hebben of totaal niet met enige religie zijn opgevoed. Je kunt daarom ook geen meditaties laten horen met een diepgravende dogmatische inslag. Ter voorbereiding geef ik in de week eraan voorafgaand een stencil met informatie en de hoofdpunten uit.” De dienst, die goed wordt bezocht, geeft wel eens aanleiding tot vragen en gesprekken. Liefde en haat zijn belangrijke onderwerpen voor de internationale bemanning. „Sommige zaken zijn echt te lastig voor deze aarzelende luisteraars. Als het gaat over Gods boosheid zeg ik dat Die volmaakt is en niets van doen heeft met menselijke haat. Ondanks de boosheid van God op een mens wil Hij hem ook lief hebben, omdat de Goddelijke Liefde altijd sterker is.”

Gecompliceerd
Hoewel Van Urk met zijn achtergrond en opleiding ook gemakkelijk aan de wal aan de slag zou kunnen, blijft de zee trekken. „Het is een prachtig beroep en bovendien is het een roeping. De zorgen die deze gecompliceerde, grensoverschrijdende onderneming met zich meebrengt, zijn soms torenhoog. Maar dan kijk ik om me heen naar de mensen die al jaren naast me staan en van je afhankelijk zijn. Dat geeft een verantwoordelijkheidsbesef die iedere persoonlijke uitdaging en verandering direct naar de achtergrond laat verhuizen. Zonder Gods zegen vaart niemand wel. Dat ervaar ik in de praktijk heel duidelijk aan boord, ondanks de economische crisis en alle mogelijke gevaren.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 2010

Terdege | 84 Pagina's

Varen onder hoogspanning

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 2010

Terdege | 84 Pagina's