De grootste openluchtgevangenis
Jan Vermeer: „Wie in Noord-Korea rondloopt, waant zich in een geestelijke woestijn”
Hij bezocht meerdere malen Noord-Korea en sprak in Zuid-Korea langdurig met vluchtelingen uit het land van dictator Kim Jong-Il. Jan Vermeer gebruikte de informatie voor een roman over het leven van een Noord-Koreaan die tot geloof komt. „Ik ben geraakt door die verhalen. Geen land ter wereld zit er zo op slot.
Tijdens het gesprek staat Jan Vermeer op en loopt hij naar de grote wereldkaart, die aan de wand hangt in een van de werkruimten van Open Doors. Hij wijst naar de verschillende werelddelen. „Wat ik zo wonderlijk vind, is dat God op Zijn eigen wijze werkt. In Europa en Amerika is dat vooral door Zijn Woord, maar op plaatsen waar dat niet verkondigd mag worden, heeft Hij andere middelen. Zo richtte Hij zich in het Midden-Oosten vaak in de vorm van dromen tot de mensen. Je ziet de laatste jaren dat ze daar via internet de bijbelse boodschap kunnen bemachtigen. Je hoort sindsdien minder over dromen. In het Verre Oosten zie je soms dat gebedsgenezingen het middel zijn om de weg voor het Evangelie te banen.” Hij schrijft erover in zijn boek “Kameraad Zhang”. Dat handelt over een 19-jarige inwoner van Noord-Korea, die halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw zijn mooie toekomst in duigen ziet vallen als de familie wordt uiteengerukt door een heftige hongersnood. In het boek - fictie gebaseerd op feitelijke verhalen van vluchtelingen met wie Vermeer sprak - speelt gebedsgenezing een niet onbelangrijke rol. Dat opent de ogen van een leeftijdsgenote van Zhang, die hij daarna over de Bijbel kan vertellen. Onder andere omstandigheden was dat niet mogelijk geweest. Zhang is een voorbeeld van een Noord-Koreaan die pas na veel omzwervingen en tegenslagen besluit God te volgen. Hij moet dat uiteindelijk met de dood door een executiepeloton bekopen. Maar niet nadat hij in het diepste geheim het Woord van God in zijn omgeving heeft doorgegeven.
Oudtestamentisch
Jan Vermeer voert zijn lezers naar het duistere Noord-Korea, de nummer één op de lijst van landen als het gaat om christenvervolging. „Wie in Noord-Korea rondloopt, waant zich in een geestelijke woestijn. Het is alsof God zich hier teruggetrokken heeft en zich heeft laten vervangen door beeltenissen van Kim Il-Sung, die hoog boven steen en dorpen uitrijzen. In zekere zin heeft Noord-Korea iets oudtestamentisch. Lees het boek Jesaja en hoofdstuk na hoofdstuk lijkt van toepassing te zijn op dit land met zijn draconische regime.” Wie vertrouwt op Jezus, riskeert in het land een verblijf in een concentratiekamp waar de omstandigheden vergelijkbaar zijn met die in de gruwelijke dodenkampen van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Vermeer relativeert de veelbesproken wonderen. „Net als in Jezus’ tijd zijn wonderen spaarzaam. Het regime van Kim Jong-Il, de zoon van de nog overal en altijd letterlijk aanbeden Kim Il-Sung, heeft iets absurds. In zijn nawoord beschrijft Vermeer een gebeurtenis in zijn eerste nacht in Noord-Korea. „Het Kim Il-Sung-plein in Pjongjang was afgeladen vol. Tienduizenden kinderen tussen de naar schatting vijf en twaalf jaar waren aan het oefenen om de Geliefde Leider eer te brengen. Door de speakers klonken angstaanjagende, onverstaanbare orders. Sommige kinderen marcheerden als volleerde soldaten. Anderen zaten op de grond en steunden met hun hoofd op hun knieën. Ze kregen een tik als ze niet wakker bleven.” De goddelijke verering van de leider(s), het verkliksysteem dat extra punten oplevert, concentratiekampen en dwaze vijandbeelden zijn typerend voor het land. Aangevuld met de altijd durende poppenkast om toeristen de indruk te geven in welk een paradijselijke omgeving men zich bevindt, heeft dat iets surrealistisch. Tegelijkertijd wordt het gewone volk uitgebuit door de top, met als gevolg hongersnoden, die vervolgens weer aan de Amerikanen worden toegeschreven. Tegenstanders gaan de concentratiekampen in. Soms verdwijnen hele gezinnen.
Keuzes
Vermeer, die enkele malen per jaar voor Open Doors landen bezoekt waar christenen worden vervolgd en meerdere malen in Noord-Korea was, is erdoor getroffen. „Het is mijn levensdoel om verhalen van vervolgde christenen door te geven. Noord- Korea kwam het meest intensief op mijn pad. Ik ben ook in Zuid-Korea geweest en heb daar uitgebreide interviews gehad met Noord-Koreaanse vluchtelingen. Samen met de beelden die ik aan Noord-Korea overhield, leverde dat stof voor een boek op. Een boek over de grootste openluchtgevangenis ter wereld.” Het verhaal is verzonnen. „Er zijn stukjes geromantiseerd, maar het geeft vooral een reëel beeld hoe het er is en hoe het voor iemand is daar op te groeien en tot geloof te komen. Voor welke keuzes kom je dan te staan?” Voor hem was zijn eerste boek ook een persoonlijke uitdaging. „Kan ik wel een boek schrijven? Dat was voor mij een vraag. Ik heb een journalistieke opleiding gevolgd, maar als journalist neem je meer afstand tot de mensen die je beschrijft. Met een roman kun je echt dicht bij iemand komen.”
Concentratiekampen
Vermeer schat het aantal christenen in het 23 miljoen inwoners tellende land op circa 400.000. „Precieze getallen hebben we uiteraard niet.” Van hen verblijven er tussen de 50.000 en de 70.000 in de beruchte concentratiekampen. Overigens vormen zij een minderheid tussen alle ‘politieke’ gevangenen die de kampen bevolken. „Er zijn vijf tot zeven grote kampen. Daarnaast zijn er zo’n twintig kleinere, mobiele kampementen. Die worden opgezet op plekken waar speciale werkzaamheden moeten worden verricht.” De kampen zijn vaak verdeeld in twee compartimenten. Wie in het heropvoedingsdeel belandt, kan nog vrij komen. Voor de anderen geldt dat niet. „Christenen komen direct in dat deel van de kampen waaruit nooit iemand meer wordt vrijgelaten.” In zijn boek schrijft Vermeer over de gang van Zhang naar zo’n kamp. Zhang treft er de vreselijkste taferelen. Mensen met afgesneden oren en andere verminkingen zijn geen uitzondering. In combinatie met het harde werken leidt dat ertoe dat vrijwel alle gevangenen voortijdig om het leven komen.
China
De kern van de Noord-Koreaanse christenen bestaat uit families die al voor de Koreaanse oorlog in 1950 waren overgaan tot het christendom. „Van generatie op generatie is het geloof in het geheim overgebracht en binnen de families gebleven. Zij hebben een behoorlijke kennis van de Bijbel. Die kennis is veel minder bij de groep die als vluchtelingen in China in aanraking is gekomen met christenen daar.” Vermeer is redelijk positief over de ontwikkelingen in het grote buurland. „Het staat op de lijst van christenvervolgingen nog altijd op de dertiende plek, maar het gaat er in veel opzichten de goede kant op.” Het aantal vluchtelingen is de laatste tijd weer sterk afgenomen want China en Noord-Korea hebben na een tijdelijke losse benadering de grenzen weer hermetisch gesloten en afgegrendeld. De hongersnoden van halverwege de jaren negentig en ook nu weer - volgens Open Doors liggen, net als een aantal jaren terug, in sommige gebieden opnieuw kinderen dood langs de wegen - hebben de handhaving van het reisverbod binnen het land doen afbrokkelen. „Daardoor kwamen christenen ook met anderen in aanraking.” Het is Vermeer opgevallen dat er tamelijk veel gebedsgenezingen hebben plaatsgehad. „Veel mensen zijn ziek als gevolg van de honger en narigheid. Is iemand eenmaal op het gebed genezen, dan is er ook ruimte om uit de Bijbel te vertellen.”
Grassoep
In de afgelopen vijftien jaar is de steun voor Kim Jong-Il, de huidige leider, fors afgebrokkeld. Werd en wordt zijn vader nog als een god vereerd, bij velen zijn de schellen van de ogen gevallen door de hongersnoden, de bezoeken aan China en het gedrag van de regeringsleiders, die zich in weelde baden terwijl het volk op straat sterft en wordt geadviseerd van grassprieten soep te koken. „De mentaliteit is echt veranderd”, aldus Vermeer. „Kim Jong-Il wil zijn zoon Kim Jong-Un als opvolger, maar die heeft een nog mindere status. De kliek rondom de leider probeert echter met alle macht de huidige situatie te handhaven. Anders zijn zij hun privileges kwijt. Wij denken dat het regime daarom zo om zich heen slaat. Het incident met de torpedo, die werd afgevuurd op een Zuid-Koreaans schip, is misschien onderdeel van de strategie om de aandacht af te leiden. Maar dat weet je nooit, het kan ook wel een vergissing zijn geweest.” Ingrijpen van buitenaf is praktisch onmogelijk. „Noord-Korea heeft naar verhouding het grootste leger ter wereld, ongeveer één miljoen soldaten, en bezit vermoedelijk kernwapens. Seoel is bereikbaar voor raketten vanuit het noorden en niemand weet hoe het volk zou reageren bij een inval. Verandering moet daarom van binnenuit komen.” Vermeer hoopt dat dat een keer gebeurt. Wanneer? „Dat is in Gods Hand, dat is Zijn beslissing.”
Jan Vermeer
Jan Vermeer is een schuilnaam. De 31-jarige schrijver, werkzaam bij de organisatie Open Doors, wil zijn naam en ook een foto van hem uit de media houden om te voorkomen dat hij een volgende keer niet meer Noord-Korea binnen mag. Open Doors probeert de arme Noord-Koreanen te helpen. Dat gebeurt door voedsel, medicijnen, kleding en niet te vergeten Bijbels het land binnen te smokkelen. Het blijft een druppel op een gloeiende plaat, beseft ook Jan Vermeer. „Ter illustratie: Als we naar China een paar miljoen Bijbels en boeken per jaar weten te brengen, zijn dat er naar Noord-Korea een paar duizend.” Een voordeel is wel dat Open Doors via contacten in het land ervoor zorgt dat de hulp vrijwel altijd goed terechtkomt. „Het voedselprogramma van de VN richt zich ook op Noord-Korea, maar men heeft er vaak geen idee van waar het belandt. Meestal niet op de goede plek, vrezen wij.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 2010
Terdege | 84 Pagina's