Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloven tegen het gevoel in

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloven tegen het gevoel in

Ds. D. Heemskerk: „Emotie is geen eigenschap van het zaligmakend geloof, integendeel''

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het pastoraat komt hij ze veelvuldig tegen: mensen die gevoel verwarren met geloof. Of omgekeerd. De relatie tussen die twee is het onderwerp van het jongste boek van ds. D. Heemskerk. „De opvallendste ontdekking voor mezelf was dat de Bijbel nergens over gevoel spreekt in onze betekenis van het woord.

In zijn boeken komt ds. D. Heemskerk openbaar als een kenner van de oudvaders. Ook voor het schrijven van Geloof en gevoel baseerde hij zich voornamelijk op werk van theologen uit de 17e en 18e eeuw. „Ik vind dat die in het algemeen veel helderder onderwijs geven dan hedendaagse schrijvers. Dat viel me ook bij dit onderwerp weer op. Neem de wezenlijke onderscheiding van Erskine tussen de zekerheid van het gevoel en de zekerheid van het geloof. Die vind je duidelijk terug in Gods Woord en is ook van groot belang in het pastoraat. In onze kerkelijke kringen houden we de zekerheid van het gevoel vaak voor de zekerheid van het geloof. Met alle gevolgen daarvan. Na al die jaren van predikantschap weet ik hoezeer mensen hun gevoel als uitgangspunt nemen, en hoe veel vragen dat kan geven: Wat is nu gevoel en wat is geloof?”
De hersteld hervormde predikant schreef zijn jongste boek op verzoek van uitgeverij Den Hertog. „En omdat ik het een belangrijk onderwerp vind.” Zichzelf typeert hij als „vrij nuchter. Meer rationeel dan emotioneel. Al ben ik zeker niet zonder gevoelens. Wie kent die niet?”"

Prediking
Zijn karakter kleurt ook zijn prediking. „Essentieel is voor mij dat je als predikant bij de bron blijft: het Woord. Wat zegt de tekst? Met daaraan verbonden de vraag: Wat is de betekenis voor ons? Het Woord moet de bevinding bepalen. Niet andersom. Dan ga je over elke tekst hetzelfde raster leggen.”
De enkele keer dat hij als hoorder in de kerk zit, wordt hij ook persoonlijk het meest gesticht door gedegen tekstverklaring. „Dus geen schemapreken, waarbij je vooraf al weet wat er gezegd gaat worden. Ik houd ook niet zo van allerlei verhaaltjes erbij, hoewel veel mensen dat aangenaam vinden. Soms wordt het juist onder het vertellen van een anekdote doodstil in de kerk. Dat vind ik beangstigend. Het Woord moet het doen. Dat is de lijn die ik ook bij de oudvaders vindt. Hun prediking is uitleg en toepassing van de Schrift, zonder allerlei franje eromheen.”
Zijn huiver ziet ds. Heemskerk bevestigd in het pastoraat. „Je ontmoet mensen die dwepen met dominees die veel verhaaltjes vertellen. Die herinneren ze zich nog allemaal. Vraag je naar teksten waarover werd gepreekt, dan blijft het stil. Dat vind ik veelzeggend. De grappige gebeurtenissen en klinkende uitspraken hebben zich vastgezet in het geheugen, het Woord is vergeten. Je bent dan terug bij Rome. Daar dienden de beelden eerst als boeken der leken, later verdrongen ze het Woord. Dat gevaar ligt vooral op de loer bij emotionele mensen. Het geeft een gang die niet altijd even vast en in de Schrift gegrond is.”

Hart
Doel van de prediking is voor de predikant uit Genemuiden dat het hart wordt geraakt. Waarbij hij afstand neemt van de gebruikelijke invulling van dat begrip. „Wij zijn gewend dat wordt gezegd, met een klop op de borst: ‘Het moet hiér zitten.’ Met alle respect, daar zit het fysieke hart, meer niet.
Het geloof begint met kennis, de verlichting van het verstand. ‘Toen opende Hij hun verstand, dat ze de Schriften verstonden.’ Daniël zegt in zijn schuldbelijdenis: Wij hebben niet verstandelijk acht gegeven op Uw Woord. Na het verstand komen de wil en de genegenheden.
Met elkaar vormen ze de kern van de mens. Dat bedoelt de Bijbel met het woord hart, zo wordt er ook in onze belijdenisgeschriften over gesproken. Zoals het natuurlijke hart het bloed door het gehele lichaam pompt, zo vernieuwt de Heilige Geest ons hele bestaan.”
Het gevoel liet ds. Heemskerk in zijn omschrijving van het hart achterwege.
„De opvallendste ontdekking voor mezelf was dat de Bijbel nergens over gevoel spreekt in onze betekenis van het woord. Emotie is geen eigenschap van het zaligmakend geloof. Integendeel, het geloof is een vaste grond van de dingen die men hoopt, terwijl ons gevoel onderhevig is aan allerlei slingeringen.”

Ongeneeslijk ziek
Een deel van het boek Treatise concerning religious affections van Jonathan Edwards werd vertaald onder de titel Geen geloof zonder gevoel. „Een mooi boekje”, vindt de auteur van Geloof en gevoel, „maar de titel dekt volgens mij de lading niet en ik vind die ook niet gelukkig gekozen. Er is niet alleen gevoel zonder geloof, maar ook geloof zonder gevoel. Kenmerk van een sterk geloof is juist dat het zich vastklemt aan Gods Woord, dwars tegen het gevoel in.”
Hoewel hij beducht is voor de emotiecultuur in evangelische kringen, ligt daar voor ds. Heemskerk niet de doelgroep van zijn nieuwe publicatie.
Lachend: „Ik heb niet de illusie dat ik daar hoge verkoopcijfers zal halen. Het boek is vooral geschreven met het oog op de gereformeerde gezindte. Daar vind je op andere wijze hetzelfde. ‘Je zult toch eerst wat moeten voelen?’ In preken gebruik ik soms het voorbeeld van mensen die van de arts te horen krijgen dat ze ongeneeslijk ziek zijn. Al voel je daar dan nog niets van, het is wel waar. Zo is het ook met de roeping van God. We moeten ons uitgangspunt niet nemen in het gevoel, maar in Zijn Woord. Daardoor roept Hij ons. Hij heeft recht op ons. David zegt in Psalm 119: ‘HEERE! Gij hebt geboden dat men Uw bevelen zeer bewaren zal!’ Om dan te vervolgen met de smeking: ‘Och, dat mijn wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren.’ Die twee moeten we bij elkaar houden. In de juiste volgorde. Het begint met het gebod. We hebben een plaats gekregen op het kerkelijk erf en verkeren onder het aanbod van genade. Dat is niet vrijblijvend. In de strijd tegen de remonstranten hebben de Dordtse vaderen heel evenwichtig vastgehouden aan de bijbelse leer dat God ons ernstig en welmenend nodigt.”

Gevoelsgeloof
In Geloof en gevoel introduceert de auteur de term gevoelsgeloof. „Kinderen van God kunnen tijden hebben dat ze meer op hun gevoel steunen dan zich verlaten op het onwankelbare Woord van God. Thomas wilde eerst zien en voelen, dan pas geloven. Jezus wijst hem daarvoor niet af, maar zegt wel: ‘Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.’ Ik verwees al naar het eerste vers van Hebreeën 11: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet.’ De gevoelszintuigen zijn daarbij uitgeschakeld.”
Predikanten hebben er volgens de hersteld hervormde voorganger op toe te zien dat ze het gevoelsgeloof niet aanwakkeren. „Door meer aandacht te besteden aan gevoelens dan aan de beloften van God, waar het geloof op rust. Hoe vaak kom je in onze kringen niet tegen dat mensen de gang naar het Avondmaal laten afhangen van hun gevoelens op dat moment. Dat kan versterkt worden door de prediking. Dat je meer geworpen wordt op je ervaringen dan op Christus, de grond der zaligheid.”

Avondmaal
In zijn opvattingen weet ds. Heemskerk zich gesteund door de belijdenisgeschriften en de formulieren voor de bediening van Doop en Avondmaal. „Het laatste formulier zegt: ‘Wij komen niet tot dit Avondmaal om daarmede te betuigen dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn. Integendeel, aangezien wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus zoeken, zo bekennen wij daarmede dat wij midden in de dood liggen.’
Afgelopen week heb ik gepreekt over Nicodemus. Die komt ongenood tot Christus, midden in de nacht. Hij is farizeeër, maar weet weinig van het werk der zaligheid. Van de term wedergeboorte begrijpt hij niets. Toch is hij welkom. Maar tot Jezus komen betekent niet dat je gearriveerd bent.
Als Nicodemus met zijn eigengerechtigheid onderwijs krijgt van de hoogste Profeet en Leraar, is dat diep ontdekkend. Hij raakt alles kwijt, en leert in die weg dat hij een volkomen Zaligmaker nodig heeft. Dat is een leerschool, een proces.
Een hoofdstuk verder lezen we over de Samaritaanse vrouw, die in de grofste óngerechtigheid leefde.
Zonder enig zondebesef, zonder schuldkennis. Tot Jezus haar vragen gaat stellen. De vraag is dus niet wat wij voelen en meemaken voordat we tot Hem gaan, maar of we ons laten gezeggen door Zijn ontdekkende onderwijs.”

Remonstrantisme
De verkondiging van het Evangelie afhankelijk maken van gevoelens bij de hoorders, beschouwt de schrijver van Geloof en gevoel als de meest subtiele vorm van remonstrantisme.
„Onze Dordtse vaderen hebben dat goed gezien. De remonstranten hamerden op de noodzaak van nederigheid en kleinheid. Dán ben je geschikt voor het Evangelie. Voorbeelden als Nicodemus en de Samaritaanse vrouw laten zien dat Christus voor álles plaats moet maken. Dat is ook in onze gereformeerde gezindte een moeilijke les. Dat blijkt wel uit allerlei onbijbelse uitdrukkingen die zijn ontstaan. Ik durf niet te zeggen dat er geen authentieke ervaringen achter schuil kunnen gaan, maar ze komen niet overeen met het Schriftuurlijke spreken.”
De gang door meerdere gemeenten leerde de predikant dat het geloofsleven niet alleen wordt gekleurd door de inhoud van de prediking, maar ook door levensgang en karakter. „Iemand die na een leven van openbare zonden krachtdadig tot bekering is gekomen, beleeft bepaalde zaken anders dan iemand die van jongs af de Heere leerde vrezen. Emotionele mensen liggen voor andere gevaren bloot dan bedachtzame mensen. Ook daar geeft de Bijbel voorbeelden van. Petrus en Johannes stonden op dezelfde grond en brachten dezelfde boodschap, maar de wijze waarop ze die uitdroegen en hoe ze op de omstandigheden reageerden, verschilde behoorlijk.”

Lodenstein
Het lezen van bekeringsgeschiedenissen wordt door ds. Heemskerk niet aangemoedigd. „De beste, de eerlijkste, de eenvoudigste en de betrouwbaarste staan in de Bijbel. Ik ben nog nooit een bekeringsgeschiedenis tegengekomen die eindigt als het boek Jona. In hedendaagse levensbeschrijvingen ontbreekt die eerlijkheid vaak. Daar komt bij dat de geestelijke ervaringen van mensen zoals gezegd worden gekleurd door levensgang en karakter. Daarom is het zo gevaarlijk om de christen als norm te nemen. Nodig is dat we leren steunen op de vastheid van het Woord. Dat dient ook in het pastoraat de enige maatstaf te zijn. Terug naar de Schrift! Dat voorkomt tegelijk dat we het geestelijk leven van mensen die karakterologisch anders in elkaar zitten dan wijzelf verdacht maken. De mate van gevoel en emotionaliteit hoeft niets te zeggen over de waarheid van het geloof en bevindingen. Mensen bij wie de tranen over de wangen lopen, kunnen innerlijk minder geraakt zijn dan mensen die je nooit ziet huilen. Bepalend is de vrucht. Wat werkt het Woord uit?”
Ontroerend is voor de hersteld hervormde predikant het sterven van de oudvader Jodocus van Lodenstein, die zich in zijn preken en gedichten laat kennen als een gevoelig mens.
„Een vriend vroeg hem of hij de genade van God voelde. Waarop Lodenstein antwoordde: ‘Ik voel niets, maar ik weet dat in de Heere Jezus Christus is de volheid van genade, en ik leg mij neder op dat zoutverbond, dat onveranderlijk is.’ Kijk, dat is niet oppervlakkig, dat is diep. Héél diep.”

N.a.v. ‘Geloof en gevoel’, door ds. D. Heemskerk; uitg. Den Hertog, Houten; 122 blz.; € 12,90.

 


Geloof en gevoel
Origineel is de titel niet, maar hij dekt wel volledig de inhoud van het boek. In het eerste deel van Geloof en gevoel gaat de auteur in op de kenmerken van het waar geloof, nadat hij eerst ongeloof, historisch geloof, wondergeloof, tijdgeloof, gevoelsgeloof en schijngeloof heeft behandeld. Het tweede deel schetst kort de betekenis van gevoel en emotie. Het slot van het boek is gewijd aan de verhouding tussen geloof en gevoel. Centrale boodschap is dat het ware geloof juist niet op het gevoel steunt, maar op de gewisse beloften van God in het Evangelie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 april 2011

Terdege | 108 Pagina's

Geloven tegen het gevoel in

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 april 2011

Terdege | 108 Pagina's