Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aangedikt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aangedikt

2 minuten leestijd

In het Kamergebouw staat momenteel een interessante tentoonstelling. Op een groot wandbord vergelijken studenten van de TU Delft door middel van foto’s en tekeningen tien parlementsgebouwen met elkaar.
Wat opvalt is dat elk gebouw, mede door de gekozen vorm en afmetingen, zijn eigen sfeer ademt. Het maakt bijvoorbeeld nogal wat uit of een volksvertegenwoordiger, zoals in het Britse Lagerhuis, zich op een minieme afstand van “tweeënhalve zwaardlengte” van zijn tegenstander bevindt, of dat zijn opponent, zoals in Zweden, ruim vijftien meter bij hem vandaan staat. Nederland kiest, met een afstand van circa zeven meter, voor de gulden middenweg.
Welk parlementsgebouw is mooier, welk beter? Ik zou het niet durven zeggen. Wat ik wel weet, is dat Nederland sinds 1992, toen de oude vergaderzaal met de groene bankjes werd ingeruild voor de huidige, er link op is vooruitgegaan.
Dat laatste is niet iedereen met mij eens. De vorig jaar overleden D66-politicus Van Mierlo bijvoorbeeld bleef altijd terugverlangen naar de oude, wat benauwde vergaderzaal, met de volgens hem zo kenmerkende
“wilde-beesten-geur”.
Toch was die oude zaal niet te handhaven. Toen de Tweede Kamer in 1956 werd uitgebreid van honderd naar honderdvijftig leden, was de ruimte te klein geworden. In de ooit voor twee mensen bedoelde bankjes moesten zich vanaf toen drie personen proppen. Hoe problematisch dat was, wist VVD’er Frans Weisglas altijd in een smeuïge anekdote te verwoorden. Als beginnend Kamerlid had hij zijn vaste stekje in een van die krappe groene bankjes, warm opgeborgen tussen twee volslanke collega’s: Annemarie Jorritsma en Erica Terpstra. Weisglas: „Als zíj opstonden, ging ík vanzelf mee omhoog.”
Echt gebeurd? Tuurlijk. Maar, euh, ook een beetje – hoe zal ik het zeggen? – aangedikt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 april 2011

Terdege | 92 Pagina's

Aangedikt

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 april 2011

Terdege | 92 Pagina's