Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wonderbare kracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wonderbare kracht

Ds. M.M. van Campen: „Het ambt en de Geestesgaven zijn bij ons mijns inziens in onbalans”

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij groeide op met de klassiek reformatorische visie op de gaven van de Heilige Geest. Door zijn predikantschap in Rotterdam groeide bij ds. M.M. van Campen de twijfel daarover. „Ik zie de gereformeerde theologie als een prachtig kleed, maar de tafel van de Schrift is wel iets groter dan het kleedje.”

Een veelschrijver is ds. M.M. van Campen niet. Het is aan omstanders te danken dat recent De gereedschapskist van de Heilige Geest verscheen. „Ik weet me geroepen als dienaar van het Woord en heb geen schrijversambitie.” Toch kwam er een boek van zijn hand, door de ontwikkeling die hij in Rotterdam doormaakte. „Je wordt hier geconfronteerd met zaken waarmee ik in Goudswaard en Hedel nooit te maken heb gehad. Je zoekt dat niet, het komt ongevraagd op je bord. Een Surinaamse vrouw in Katendrecht die ik bezocht, vertelde me dat haar man bezeten was. Hij zag de raarste dingen, de sfeer was er heel vreemd. Ze vroeg me of ik hem beter kon maken. Verslagen ging ik naar huis. ‘Hoe kan ik die vrouw laten zien dat de God van de Bijbel, mijn Meester, de levende Heere is?’ Ik ben de boeken van dr. Paul gaan lezen, en las daarin dingen die ik meemaak in de pastorale praktijk.”
Drie jaar geleden las de predikant van de hervormd-gereformeerde Maranathakerk De stad Gods van Augustinus van kaft tot kaft door. „Dat confronteert je met een totaal ander denkklimaat. In hoofdstuk 20 gaat Augustinus in op de wondertekenen die in zijn tijd gebeurden. Dan vraag je je af: Hoe zit dat?” Tijdens zijn studieverlof in 2009 las hij De gaven van de Geest, door pinksterbijbelleraar Derek Prince, en Ouweneels boek De Geest van God. „Vooral het boek van Prince vond ik heel gefundeerd.”

Prekenserie
Een prekenserie over Paulus’ uitdrukking ‘Ik wil niet dat u onbekend zij broeders’ dwong de Rotterdamse predikant zich verder te verdiepen in het onderwerp. „Paulus gebruikt die zes keer, altijd in verband met essentiële thema’s: de positie van Israël, de wederkomst van de Heere Jezus, de rechtvaardiging door het geloof… De preek over deze uitdrukking in 1 Korinthe 12, het hoofdstuk over de Geestesgaven, heb ik voor het laatst bewaard. Omdat ik er niet goed raad mee wist.”
De reacties, zowel binnen de kerkenraad als uit de gemeente, brachten hem ertoe de negen genoemde gaven van de Geest afzonderlijk te behandelen. Mede om leiding te geven aan catechisanten. „Die komen met alle mogelijke kringen in aanraking, ook charismatische.”
Opmerkelijk is voor ds. Van Campen dat in reformatorische kring wordt gesproken over de bijzondere Geestesgaven. „Wat wij nu in onze gezindte nog zien en ervaren noemen we permanent, het overige bijzonder. Dat is nogal subjectief. Paulus noemt ze door elkaar, zonder onderscheid te maken. Na de preek over tongentaal ontdekte ik dat meerdere mensen uit mijn gemeente en hervormde gemeenten elders in het land in tongen spreken. Zonder daarmee te koop te lopen. Dat bevestigde me in de overtuiging dat deze gaven ook in onze kring latent aanwezig moeten zijn.”

Tot de enkels
Zelf voelt hij zich als iemand die tot de enkels in de rivier van Gods Geest staat. „Dat beeld uit Ezechiël 47 vind ik heel wezenlijk. Die rivier komt uit Gods heiligdom en vloeit langs het altaar. De Geest mogen we nooit verzelfstandigen. Hij komt van de Vader en de Zoon. Tegelijk is er wel de vraag: stellen we ons voor Zijn gaven open, of weren we die af.”
Illustratief is voor de predikant een ervaring uit zijn pastorale praktijk. „Ik kreeg een vrouw bij me die zwaar depressief was, omdat ze zich had ingelaten met tarotkaarten. Door een diepgaand gesprek ontdekte ik dat er een link lag met haar onvruchtbaarheid. Ze vroeg me om bevrijding. Met een collega-predikant heb ik dat besproken. We hebben de boze macht in de naam van Jezus bevolen uit te gaan. Die depressieve, onvruchtbare vrouw is nu een blijde moeder van kinderen. Niet door ons, maar dankzij de kracht van Gods Geest. Wij waren niet meer dan een instrument. Het zijn geen gaven die je permanent op zak hebt, zoals een muzikaal talent. God wil ze geven op het moment dat het nodig is, tot stichting en uitbreiding van zijn Koninkrijk.”

Hebt u het gevoel dat u voorheen geestelijk iets miste?
„Ja, in die zin dat ik iets wezenlijks over het hoofd zag. Paulus zegt dat zijn prediking in betoning van geest en van kracht was. Niet alleen zielen worden gered, mensen worden ook bevrijd van duistere machten. Of genezen van ziekten. Ik zoek dat niet, ik heb een afkeer van de sensationele genezingsdiensten in evangelische kringen, maar als dingen op je weg komen, kun je er niet aan voorbij gaan.
Twee jaar geleden kwam in onze gemeente een jongen die in de hardcore muziek had gezeten krachtdadig tot verandering. Dat heeft onder de jeugd heel veel gedaan. Anderen werden ook stilgezet, ze gingen Bijbelstudies houden. Catechisatie geven werd voor mij een lust in plaats van een last. Die jongen deed belijdenis, een paar maanden later kreeg hij een agressieve vorm van zaadbalkanker. Na de operatie ontstond ook een vorm van bloedkanker. Er ging een golf van emotie door de gemeente. Op Hemelvaartsdag 2009 hebben we een gebedssamenkomst gehouden. Een jaar later, met Pasen, vroeg die jongen of we de ziekenzalving wilden toepassen. We konden geen Bijbelse argumenten vinden om dat te weigeren, en hebben gewoon gedaan wat in Jakobus 5 staat. Dat leverde geen opzienbarende genezing op, maar innerlijk gaf het die jongen een geweldige rust. Niet lang daarna veranderde ook de medische situatie. Vorige week is hij getrouwd. Dat zijn toch verblijdende dingen.”

Wat verstaat u onder de gave van profetie?
„Paulus noemt het een spreken tot stichting, vermaning en vertroosting. Niet waarzeggen maar de waarheid zeggen, een door de Geest ingegeven woord dat de gemeente hier en nu nodig heeft. Dat was ook kenmerkend voor de boodschap van de profeten van het Oude Testament. Van daaruit was er ook een boodschap van heil voor de toekomst. In die volgorde.
Opvallend is dat Paulus deze gave niet exclusief verbindt aan het ambt, maar ook toepast op gemeenteleden. Dat kennen we overigens ook in onze eigen traditie. In Goudswaard heb ik nog een staartje van het gezelschapsleven meegemaakt. Predikanten kwamen soms van heinde en ver om onderwijs te ontvangen van een eenvoudige godvrezende vrouw. Paulus spreekt over vrouwen die bidden en profeteren met ongedekt hoofd. Wij maken ons vooral druk over die hoed, maar wat doen we met het begin van de tekst? We zijn zó selectief in het lezen van de Schrift.”

Ziet u ook ruimte voor profetie als voortgaande openbaring?
„Nee, de canon is afgesloten. Wel geloof ik dat de Heere ons door Zijn Geest bepaalde dingen die nog moeten gebeuren duidelijk kan maken. In Goudswaard bezocht ik soms Dirk Bouman, een thuislezer. Bij de watersnood van 1953 kreeg hij te geloven dat het water Goudswaard niet zou wegspoelen. Zijn vrouw was verschrikkelijk angstig, maar hij pakte een potlood, zette een streepje op de muur en zei: ‘Het water zal niet hoger komen dan hier.’ Dat kwam uit. Onder de bejaarde mensen in deze gemeente is de oude Biezepol een begrip. Die had van de Heere gekregen dat in de hervormde kerk van Rotterdam-Zuid nog tijdens zijn leven de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking zou klinken. In een wonderlijke weg is die belofte vervuld.
Dat past voor mij bij wat Paulus de gave van profetie noemt, die onlosmakelijk verbonden is met de gave van geloof. Niet het geloof in zijn algemene betekenis, maar geloof in de vervulling van een bijzondere belofte die de Heere wil geven.”

Wat doet u als zondag onder uw prediking iemand opstaat die zegt een woord van profetie te hebben?
„Dan zal ik hem vragen na de dienst naar de consistorie te komen. Paulus zegt dat profetieën moeten worden getoetst. Is een profetie naar de Schrift, dan mag die wat mij betreft in een volgende dienst naar voren worden gebracht. Er moet nog wel wat water door de Maas voor het zo ver is, maar zo ging het naar mijn stellige overtuiging in de vroege kerk. We hebben al wel huiskringen, onder leiding van een ouderling. Ik zou het geweldig vinden als binnen deze kringen door Gods genade deze gaven tot ontplooiing zouden komen.”

Is uw visie te combineren met de gereformeerde ambtsopvatting?
„Volgens mij wel. Paulus zegt zowel het een als het ander. Als ik zijn brief aan de gemeente van Korinthe lees, zie ik dat daar ruimte was voor de gaven van de Geest voor elke wedergeboren christen. In zijn pastorale brieven lees ik hoe hij opdracht geeft om ouderlingen aan te stellen. Die twee horen samen te gaan. De plantjes van de Geestesgaven moeten tot ontplooiing komen binnen de ambtelijke bloempot. Het ambtelijk gebinte is heilzaam, ik heb te veel misstanden gezien in kringen waar het ontbreekt, maar het moet geen harnas worden. De ambten zijn de gewrichten van het lichaam van Christus. Tegelijk heeft elk levend lid een gave en een taak binnen dat lichaam. Het ambt en de Geestesgaven zijn bij ons mijns inziens in onbalans.”

Wonderen noemt u een onmisbaar onderdeel van de Evangelieverkondiging. Hoe verhoudt zich dat tot Jezus’ woord in de gelijkenis van de arme Lazarus dat iemand die de Schriften niet gelooft ook niet zal geloven als iemand uit de doden opstaat?
„Een andere Lazarus staat wel uit de dood op. De tekenen waren er dus wel. De klassieke theologie zegt dat Jezus de wonderen deed door Zijn Godheid. Volgens mij ben je nauwkeuriger als je zegt dat Hij in Zijn menselijke natuur gezalfd is met de Heilige Geest en met kracht. Als Hij naar de hemel gaat, zegt Hij tegen Zijn discipelen: ‘Gij zult Mijn getuige zijn.’ Dezelfde Geest die op Christus zonder mate was, wordt uitgestort op Zijn lichaam: de levende kerk. Wat dat betekent, lees je in Handelingen. Wij leggen in onze traditie sterk nadruk op het hoorbare Woord, maar dat de boodschap een boodschap is van een levende Christus wordt bewezen door zichtbare wondertekenen. Met name op de grenslijn van licht en duisternis.
Behalve mijn theologische argument voor het blijvende karakter van de Geestesgaven is er een kerkhistorisch en missiologisch argument. De gereformeerde dominee D.G. Molenaar geeft in zijn boek De doop met de Heilige Geest een keur van historische illustraties uit alle mogelijke kerkelijke tradities. Ds. G. Boer was zeer onder de indruk van dit boek. Het bracht hem ertoe een studie van 1 Korinthe 12 tot en met 14 te maken. Ook Boer komt tot de conclusie dat we de gaven van de Geest niet kunnen beperken tot de begintijd van de nieuwtestamentische kerk.”

Hoe verklaart u dat in de hele kerkhistorie de nadruk op de Geestesgaven tot ontsporing, scheuring en sektarisme leidt?
„Als gereformeerde gezindte hebben we ook beslagen vensters, dat voorop. Wat de vraag betreft, we hebben ook de gave van onderscheid van geesten nodig. Dat is misschien wel de belangrijkste gave. Uit welke bron komt iets voort? Iets kan van de Heilige Geest zijn, maar ook uit een onreine geest voortkomen. Of uit je eigen geest. Denk aan de invloed van massapsychose. Waar je je gaat focussen op de gaven van de Geest los van de Vader en de Zoon, gaat het mis. Dan ben je als Laban, die enkel geïnteresseerd was in de geschenken van Abraham. Ga je je focussen op de Geestesgaven in de gemeente en je verliest het ambt uit het oog, dan krijg je wild vuur.
Het omgekeerde is ook waar. Als je je uitsluitend focust op ambtelijke structuren, blus je de Geest uit. Het is de kunst om met het badwater ook het kind niet weg te gooien. Als de sadduceeën met een strikvraag bij Jezus komen, zegt Hij tegen hen: ‘Gij weet niet de Schrift, noch de kracht Gods.’ Die twee moeten we bij elkaar houden.”

Welke invloed heeft uw verandering in visie op de Geestesgaven op het geheel van uw theologisch denken?
De gereformeerde theologie is mij lief en dierbaar. Ik zie die als een prachtig kleed, maar de tafel van de Schrift is wel iets groter dan het kleedje. Wij denken bij de charismata van de Geest meteen aan pinksterkringen. Dat is zowel Bijbels als historisch gezien onterecht. Ik geloof dat we leven in de eindtijd. Het paranormale en occulte is algemeen geworden, zeker in de grote stad. Je voélt soms de krachten van de duisternis. Zou God dan Zijn gemeente niet willen toerusten met de kracht van de Geest? Om niet alleen door het Woord, maar ook door de negen Geestesgaven te tonen dat er een God in de hemel is die regeert. De vrucht zal tonen wat de bron van de tekenen is. Wat werkelijk van de Geest is, brengt dichter bij de Heere en leidt tot een ootmoedige wandel met God.”

N.a.v. ‘De gereedschapskist van de Heilige Geest’, door ds. M.M. van Campen; uitg. Groen, Heerenveen;
152 blz.; € 9,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juni 2011

Terdege | 100 Pagina's

Wonderbare kracht

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juni 2011

Terdege | 100 Pagina's