Eén of zeven?
„...dit zijn de zeven geesten Gods” Openbaring 4 : 5 (slot)
Dat was dezer dagen de vraag van een jongere uit de gemeente: Is er nou één Pinkstergeest, of zijn er zeven? Wat ingewikkeld allemaal...” „En u zegt dat wel vaker, aan het begin van de dienst.” En dat klopt: de groet van de HEERE.
De tekst over „zeven geesten” staat in Openbaring. Het ‘gordijn’ gaat even opzij en de profetie aan Johannes laat ons een geopende hemel zien. Wat moet er door hem heengegaan zijn... Lijkt de stroom van de Pinkstergeest niet gestuit te worden door de wereldmachten van die dagen?
Toen heeft God Johannes bemoedigd. Openbaring is vooral tróóstboek. „En ziet, er was een troon gezet in de hemel, en er zat Een op de troon (...), in het aanzien de steen Jaspis en Sardius gelijk.” Het is, met een lied: „God, enkel licht, voor Wiens gezicht niets zuiver wordt bevonden”
Zet dat een púnt? Is dat het eind van het verhaal? Nee, er is iets beslissends gebeurd: „Heer’, waar dan heen, tot U alleen, Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot Uw troon de weg ons weer ontsloten.” Om deze trouw van God is er om de troon: die regenboog. En Gods volk weet wat dat betekent: genade! Onverdiende trouw.
En vóór de troon: zeven vurige fakkels. Eén Geest Gods, maar met Zijn veelvuldige werking. En in het verband: de verbinding aan de zeven gemeenten van Christus. Evenzeer naar Philadelphia, met haar kleine kracht, als naar Efeze, de voornaamste. Alle diep afhankelijk van de bediening des Geestes. Bediening uit Gods volheid.
Tegelijk de dure roeping om daar alle vertrouwen aan te schenken! En is dat laatste niet waar ik die jongere met z’n vraag op moest wijzen? Niet eens op Zacharia’s profetie zozeer (vervulling van het woord over de zevenarmige kandelaar en de olie uit de twee olijfbomen). En niet eens de Joodse uitleg van zeven aartsengelen. Evenzeer niet eens de namen aan de Heilige Geest gegeven (Geest van gebeden, Geest van het zoonschap, Geest der heiligheid, Geest der waarheid enzovoort). Maar: op de dure roeping zelf fakkeldrager te zijn, drager van licht in een donkere wereld!
De Heilige Geest is op de Pinksterdag uitgestort. Dat kan en hoeft niet herhaald te worden. Wat wij nodig hebben, is de vervúlling uit de volheid Gods. Dode harten, dode levens moeten worden levendgemaakt... Uit geestelijke dorheid, lauwheid, ongeïnteresseerdheid, twijfel en ongeloof weggehaald, en terugkeer tot „de eerste liefde” (Efeze, Openb. 2:4 en 5).
Zo alleen ervaren we: deze Geest is ook míj gegeven, om mij door een waar geloof aan Christus en al Zijn weldaden deel te doen hebben (Zondag 20, Heidelb. Catechismus). In het boek Handelingen (van de Heilige Geest, ten diepste!) staat dat er voortdurend gebéden wordt (bijvoorbeeld 12:5) En houden we dan wel genoeg rekening met wat de Geest (in Zijn volheid) doet?
„Het Woord werkt door” en de Geest overtuigt! Eén voorbeeld (we lezen eroverheen, maar het kan zó bemoedigen) uit Hand. 4 vers 1: „En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen daarover tot hen de priesters.” Verrassend is vervolgens Hand. 6 vers 7: Joses, een levíet, kwam tot geloof en gaf zijn bezit. En in Hand. 6 vers 7: een talrijke schare van príesters gaf gehoor aan het geloof.
Dit wil zeggen: Eerst is er een keiharde muur van Joods ongeloof. Dan raakt er één steen los uit die muur. En het duurt niet lang, of de hele muur valt om!
De volle werking van Christus’ Geest in óns leven geschiedt „juist wanneer men zulks het minst verwacht” (huwelijksformulier).
O Geest, wakker de gloed toch aan, totdat wij in vuur en vlam weer staan. Tot de glorie van de HEERE, onze God!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juni 2011
Terdege | 100 Pagina's