Vluchtheuvel aan de Kerkweg
J. de Jager: „We hebben geen kerkverband nodig om ons te bekeren, dat moet van boven komen”
De vrijzinnigheid in Lekkerkerk was voor leden van de hervormde gemeente reden om een evangelisatie te stichten. Later kwam daar een Gereformeerde- Bondsgemeente uit voort, maar de evangelisatie bleef bestaan. „Een echt evangelisatiemens wordt niet gauw een bonder en omgekeerd.
De huizen aan de langgerekte Kerkweg in Lekkerkerk staan klem tegen elkaar. De evangelisatie is voor de argeloze voorbijganger nauwelijks zichtbaar. Het lage gebouwtje ligt wat naar achteren. Sober, zonder toren. Dat ornament past bij de Grote Kerk aan de Lek, waaraan het dorp z’n curieuze naam ontleent, niet bij de vluchtheuvel aan de Kerkweg.
De tafel en stoelen in de consistorie zijn van zwaar eikenhout, maar aan de wanden ontbreken de gebruikelijke foto’s van voorgangers. „Mensverering past niet zo bij ons”, lacht J. de Jager (62), voorzitter van het evangelisatiebestuur. Volgens de statuten telt dat vijf leden, maar door de krimp van het aantal verenigingsleden zijn het er nog maar drie. A. Zaanen (52), in het dagelijks leven werktuigbouwkundige, combineert de functie van secretaris en penningmeester. Veehouder E.C. de Haaij (65) maakt het bestuur compleet. De Jager werd gedoopt in de Christelijke gereformeerde kerk van Sliedrecht. Na de verhuizing naar Lekkerkerk sloten zijn ouders zich aan bij de Oud gereformeerde gemeente van Krimpen aan den IJssel. Omdat ze principieel tegen het gebruik van een auto op Gods dag waren, kerkten ze zondags in de evangelisatie. Voor Zaanen is de evangelisatie de kerk waarin hij opgroeide. Zijn grootvader was er jarenlang voorzitter. Gedoopt werd hij door de oud gereformeerde
ds. M.A. Mieras, tijdens een doordeweekse dienst in een vrije gemeente te Bergambacht. „Het doopbewijs is pas jaren later gemaakt. Zo ging dat. Het vrije van dit soort gemeenten en evangelisaties vind je op meerdere terreinen terug.”
Vrijzinnig
De hervormde leden van de evangelisatie, in getal destijds ongeveer even groot als het oud gereformeerde deel, lieten hun kinderen in de Grote Kerk van Lekkerkerk dopen. Door een rechtzinnige dominee, onder verantwoordelijkheid van de vrijzinnige kerkenraad.
„Later gingen zowel de hervormde als de oud gereformeerde predikanten hier dopen. Ze namen dan een ouderling mee, want wij kennen als vereniging geen ambten. Huisbezoek gebeurde meestal door de predikant of een ouderling van de gemeente waar de mensen officieel lid waren. Eerwaarde heer De Redelijkheid gaf hier jarenlang catechisatie en ging op ziekenbezoek. Na hem is gecatechiseerd door ds. S. de Jong, ouderling Herman Bas van de Gereformeerde gemeente in Nederland te Alblasserdam, ds. A.J. Wijnmaalen en kandidaat G.J. Blankers. Vooral ds. De Jong en ds. Wijnmaalen hebben veel voor ons betekend. Na hun emeritaat gingen ze ook in de zondagse diensten regelmatig voor.”
Het evangelisatiebestuur functioneert in de praktijk als kerkenraad met beperkte bevoegdheden. De Jager leidt op zondag de leesdiensten. In het verrichten van huis- en ziekenbezoek is het huidige bestuur terughoudend. „Niet iedereen is ervan gediend. We doen het alleen als mensen het op prijs stellen. Wij staan niet in een ambt, dat maakt je positie kwetsbaar.”
Scheuring
De stichting van een Gereformeerde-Bondsafdeling door een aantal leden van de evangelisatie veroorzaakte in 1955 grote interne beroering.
„Tot die tijd zat het hier vol. Uit de buurtschappen Opperduit en Schuwacht kwamen hele families naar de evangelisatie. Ongeveer de helft van de leden heeft zich aangesloten bij de Gereformeerde-Bondsgroep, waaruit later de gemeente ’t Venster is ontstaan. Die scheuring heeft behoorlijk diepe sporen getrokken. De verhouding is altijd afstandelijk gebleven. Een echt evangelisatiemens wordt niet gauw een bonder en omgekeerd.” In 2003 werd het voortbestaan van de evangelisatie in Lekkerkerk bedreigd door de verhuizing van voorzitter
N. den Ouden naar Nieuw-Lekkerland. „Die stond er in het preeklezen ten slotte bijna alleen voor. Zijn vertrek riep de vraag op of er nog wel een opvolger kon worden gevonden.”
Met het aantreden van De Jager en Zaanen kwam er weer perspectief. De Jager was al eerder verkozen, maar had toen nog geen vrijmoedigheid. „Het is best heel wat. In 2003 durfde ik door de situatie geen ‘nee’ meer te zeggen. Doordeweeks hebben we om de twee weken een dominee, maar op zondag is het bijna altijd leesdienst. Dan moet er wel iemand zijn om te lezen.”
Rijden
In de weekdiensten gaan voornamelijk predikanten van de Hersteld Hervormde Kerk voor. „Ds. Rijken,
ds. Heemskerk en ds. Zweistra komen hier al tientallen jaren.” Ook predikanten van vrije gemeenten zijn welkom in Lekkerkerk. „We zijn onafhankelijk, dus daarin kunnen we onze eigen lijn trekken. Als een predikant in zijn eigen gemeente of kerkverband een conflict heeft, is dat voor ons geen reden om hem af te schrijven. Dat zouden we alleen doen als de leer in het geding is.”
Van het aanvankelijke uitzien naar herstel van de vaderlandse kerk is weinig over, erkent De Jager. Voor de huidige leden is de evangelisatie het kerkelijk thuis. Het aantal kerkgangers is geslonken tot zo’n 25, onder wie veel bejaarde weduwen. De doordeweekse diensten trekken dertig tot zeventig bezoekers, afhankelijk van de voorganger. Veel jongeren die in de evangelisatie opgroeiden, kozen na hun huwelijk voor een nabijgelegen woonplaats met een kerk en een school van eigen signatuur. „Wij hebben acht kinderen”, illustreert De Jager. „Zeven daarvan wonen inmiddels buiten Lekkerkerk. Er wordt gesproken over bloei van bepaalde gemeenten, maar in werkelijkheid is sprake van samenklontering ten koste van kleine gemeenten.”
Daarnaast verloor de evangelisatie leden die op zondag gingen rijden naar de gemeente waartoe ze formeel al behoorden. „Wij zeggen wel eens tegen elkaar: ‘Als de mensen de zondagsopvatting van onze jonge jaren hadden behouden, zat het hier nog vol.’ Ik veroordeel hen niet, maar zelf heb ik die stap nooit willen nemen.”
Vervlakking
Predikanten gingen in de ontwikkeling voorop. Zelfs voorgangers uit behoudende kringen rijden op zondag van kansel naar kansel. Waarmee ze ook voor het kerkvolk de drempel verlaagden. „Diverse inmiddels overleden predikanten hebben we vanaf de stoel horen waarschuwen tegen het rijden op zondag. Moet je nu de parkeerterreinen bij hun eigen kerken eens zien. Zo snel kan het gaan. Waar het volk vroeger mee zwoegde, kan er vandaag mee door.”
Voor De Jager, voormalig staflid van de Algemene Inspectiedienst, laat die uiterlijke verandering iets zien van de innerlijke vervlakking binnen de gereformeerde gezindte. „De wereld doet een enorme aanslag op ons allemaal.” Toch maakt hij van het rijden op zondag geen criterium waarop predikanten die in de evangelisatie voorgaan, worden beoordeeld. „Wel houdt het bestuur vast aan de aloude lijn dat we niet willen dat een predikant ten behoeve van het voorgaan in Lekkerkerk op zondag rijdt. Waardoor we zondags zelden meer een dominee hebben. De enkeling die nog steeds niet op zondag rijdt, blijft meestal in zijn eigen gemeente.”
Overjarig koren
Het gevolg is dat de voorzitter van de Lekkerkerkse evangelisatie vrijwel het hele jaar twee keer per zondag een preek leest. Wie die taak overneemt als hij ziek wordt, is nog onduidelijk. „Ik ben zeer benieuwd. Daar hoef ik zelf in ieder geval niet voor te zorgen.” Zaanen kucht bedachtzaam. „Je denkt daar natuurlijk wel eens over, maar daar ben je zomaar niet uit. Dit soort zaken wordt opgelost als de situatie daar is. We zullen de mensen in ieder geval niet naar huis sturen. Tot nu toe heeft het gelukkig nooit gespeeld.”
Voor de leesdiensten put De Jager uit het overjarig koren van Nederlandse, Engelse en Schotse oudvaders. Daarnaast kiest hij preken van predikanten en oefenaars die in Lekkerkerk voorgingen. „Ook wel eens een keer van een dominee van de Gereformeerde Gemeenten of de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Voorheen werden alleen preken van voor 1834 gelezen, maar dat hebben we losgelaten. Preken van nog levende predikanten lezen we nog steeds niet. Voor de avonddiensten gebruik ik nu de Catechismusverklaring van
ds. Van Reenen.”
Omdat de evangelisatie formeel niet meer is dan een vereniging, werd het sacrament van het Heilig Avondmaal er nimmer bediend. „De meeste leden weten niet beter, maar sommigen ervaren het wel als een gemis. Mensen die er gebruik van willen maken, zijn aangewezen op hun eigen gemeente.”
Zelfstandigheid
Het kleine kuddeke in Lekkerkerk participeert niet in een verband van vrije gemeenten. „We hechten aan onze zelfstandigheid”, verklaart De Jager. „Dat heeft ook te maken met het feit dat we hier vanaf het begin met twee kampen te maken hebben gehad: hervormden en oud gereformeerden. Worden we hersteld hervormd, dan houden de oud gereformeerden het voor gezien. En omgekeerd. Laten we het gewoon maar houden zoals het is. We hebben geen kerkverband nodig om ons te bekeren, dat moet van boven komen. Geloof en bekering zijn een eenzijdig werk van God.”
Bij het vervullen van de leesdiensten vraagt hij zich meer dan eens af of de preken nog vrucht zullen afwerpen. „Het is een donkere tijd, waarin het hier en nu ons zo in beslag neemt. Zien we op onszelf en de toenemende wereldgelijkvormigheid in onze gezindte, dan kunnen we de toekomst niet anders dan met zorg tegemoetzien. Toch geeft Gods Woord soms weer nieuwe moed en krachten. Gods welbehagen zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan, en daarmee ook de openbaring van Zijn onbegrijpelijke zondaarsliefde. We hoeven geen mensen te behagen, het gaat om Gods eer. Hij is niet anders dan getrouw, maar daar staat onze ontrouw tegenover! Het is enkel genade wanneer deze eenvoudige samenkomst ook voor ons nageslacht bewaard mag blijven.”
Beth-Séfer
Het bestuur beseft dat, tenzij er een wonder gebeurt, de dagen van de evangelisatie zijn geteld. „Het zou naïef zijn om daar de ogen voor te sluiten”, zegt Zaanen. „We weten hoe het in Krimpen aan de Lek is gegaan. Daar zijn ze een paar jaar terug gestopt. Soms denk je: Wanneer zal dat hier het geval zijn? Aan de andere kant mogen we weten dat God niet verandert. En je voelt je verantwoordelijk voor de mensen die hier altijd hebben gekerkt. Zolang die elke zondag komen, durven wij de deuren niet te sluiten.”
Op vrijdagavond is er in ieder geval nog een redelijke aanloop, door Beth-Séfer. De in 1976 opgerichte interkerkelijke bibliotheek, met een eigen bestuur, is ondergebracht in het gebouw van de evangelisatie. „We willen mensen uit onze gezindte een alternatief bieden voor de lectuur uit de openbare bibliotheek. De lezers komen uit de Oud Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, ’t Venster en de evangelisatie. De drempel naar onze doordeweekse diensten is voor mensen van ’t Venster hoog, maar bij Beth-Séfer kunnen we elkaar gelukkig nog vinden.”
Volgende keer (slot): Spiegel voor geordende kerken.
Tussen hervormd en oud gereformeerd
In 1923 wordt in Lekkerkerk de vereniging Nederlandsche Hervormde (Gereformeerde) Evangelisatie opgericht. Aanleiding is het ontbreken van de orthodoxe prediking in het dijkdorp aan de rivier de Lek. Door de stichting van een evangelisatie krijgt het groepje dat al enige tijd samenkomsten belegt in de schuur van een timmerbedrijf een formele status.
Op 6 augustus 1924 wordt de vereniging bij Koninklijk Besluit erkend. De doelstelling is tweeledig. In de eerste plaats ‘de bevordering van de prediking van de zuivere gereformeerde leer (…) en afschaffing van reglementen en besluiten, welke boven Gods Woord in de Nederlandse Hervormde Kerk worden gehandhaafd’. In de tweede plaats ‘de ondersteuning van behoeftige gereformeerde leden der Nederlandse Hervormde Kerk of dezer evangelisatie, zover de kas dit toelaat, nadat de kosten tot instandhouding der evangelisatie zijn voldaan’. Volgens de statuten is het belangrijkste middel om het doel te bereiken het organiseren van godsdienstoefeningen ‘waar alleen op mogen treden diegenen, welke lid zijn van de Nederlandse Hervormde Kerk’. Die bepaling wordt al snel losgelaten, door afgescheidenen die zich bij de evangelisatie aansluiten. Hun verzoek om ook afgescheiden en vrije voorgangers uit te nodigen, wordt gehonoreerd. Op 28 april 1929 krijgt de evangelisatie een eigen voorganger in de persoon van C. Kramp, die eerst vooral voorgaat in vrije groepen en later predikant in de Oud Gereformeerde Gemeenten zal worden. Tot 1933 is hij verbonden aan de Lekkerkerkse evangelisatie, dan vertrekt hij naar een evangelisatie in Borne. Zijn pastorale taken worden overgenomen door de hervormde godsdienstonderwijzer A. de Redelijkheid uit Ouderkerk aan den IJssel.
De toenemende kloof tussen de officiële doelstelling van de vereniging en de gegroeide praktijk is voor een aantal hervormde leden van de evangelisatie reden om in 1955 een afdeling van de Gereformeerde Bond op te richten. Die gaat eigen diensten beleggen, aanvankelijk in een school. Uit de Gereformeerde-Bondsafdeling ontstaat in 1985 deelgemeente ’t Venster, die veel hervormd bloed wegzuigt uit de evangelisatie aan de Kerkweg. Die blijft naast oud gereformeerde voorgangers hervormde predikanten uitnodigen uit de kring van Het Gekrookte Riet, sinds 2004 de rechterflank van de Hersteld Hervormde Kerk. Op zondagen worden preken gelezen door bestuurslid J. de Jager.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 augustus 2011
Terdege | 84 Pagina's