Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Requiem voor Auschwitz

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Requiem voor Auschwitz

„Alle slachtoffers verdienen het dat we ze gedenken”

14 minuten leestijd

Meer dan tien jaar lag de dodenmis in een kast. Roger Rathgeb kon er niet toe komen om zijn Requiem voor Auschwitz te voltooien. Nu is het toch klaar en bereiden professionele zigeunermusici uit heel Europa de première voor. „Bij elke toon zal ik me iemand voorstellen die in Auschwitz is omgekomen.”

Het is niet direct een locatie waar je Roma of Sinti verwacht. De woningen langs het straatje in Lemiers lijken bedoeld voor honkvaste bejaarden. Roger (55) en Piroschka (39) Rathgeb zijn relatief jong en hebben reizigersbloed.
Met een groep musici zwierven ze rond over de wijde wereld. Tot het trekken hen werd verboden, en ze op een vaste plek moesten gaan wonen.
Hun kampje in Vaals, honderd meter van de Duitse grens, wordt nu gesaneerd. Daarom bewonen ze tijdelijk een bejaardenwoning in het kerkdorpje bij Vaals. Ze schikken zich in hun lot. Op het kampje kunnen ze straks een fraai chaletje betrekken, maar ze hadden veel liever hun oude wagen gehouden. „We trekken nu in de vakantie een paar weken in een camper rond. Dan spelen we zigeunertje. Het echte reizen is kapot gemaakt.”
De familie van Roger, klein van omvang, woont in Zwitserland. De van oorsprong Tsjechische, Zwitserse en Duitse familie van Piroschka, die werd gedecimeerd door de Holocaust, streek in het Duitse Stolberg neer. Het kampgemeenschapje in Vaals fungeert als alternatieve familie. „We waren een van de laatste kampjes in Nederland waar ze bijna elke avond nog om een kampvuur zaten. Ook dat mag straks niet meer. We worden gedwongen om te leven als burgers: ieder in zijn eigen huis.”

Zigeunerleven
De Zwitserse Sinto koos pas als tiener voor de muziek. Piroschka groeide er vanaf de wieg mee op; de familie Triska bestond uit rondtrekkende muzikanten en artiesten. Eerbiedig toont ze de foto’s die een fascinerend beeld geven van het zigeunerleven van haar voorgeslacht.
Fraai uitgedoste mannen die in een elitair Berlijns restaurant musiceren.
De hele familie voor een ouderwetse woonwagen. Ooms en tantes die plechtig de wereld in kijken. „Dit was mijn oma. Als meisje heeft ze nog voor keizer Frans Jozef gedanst, en voor de Russische tsaar. En dit is mijn vader, die speelde viool, bas en gitaar.” Op een foto die bij een klooster werd gemaakt, staat naast twee priesters haar evenbeeld. „Mijn moeder.”
In haar jeugd deed de familie niet anders dan muziek maken. Betaald en onbetaald, tot in de late uren.
„Ook om de herinneringen aan de oorlog te verdringen, denk ik nu. Ik leerde accordeon spelen en deed volop mee. Tot ik zeventien jaar was. Toen vond mama me te oud om nog samen met de mannen te spelen. Ik had de leeftijd om te trouwen, zo ging dat toen. De mannen maakten muziek, als vrouw was je voor het huishouden. Ik ben wel liederen blijven schrijven.”
Elf jaar geleden trad ze in het huwelijk met Roger, nadat haar eerste man was overleden. Ze zijn net terug van het treinstation in Aken. Daar hebben ze Riccardo Sahiti opgehaald. De vijftigjarige Roma-dirigent is vanuit Frankfurt am Main naar Lemiers gekomen, om het door Rathgeb geschreven Requiem voor Auschwitz nog een keer door te nemen. Maat voor maat, deel voor deel.
Enthousiast bladert de orkestleider door het werk; zo nu en dan wijst hij op een kleine oneffenheid. „Ik ben geen vakman”, verontschuldigt Rathgeb zich, maar daarmee doet hij zichzelf volgens Sahiti tekort. „Zelfs de grootste componisten hebben dit soort foutjes gemaakt. De kunst van het componeren is de grootste gave die een mens kan bezitten. Veel groter dan het uitvoeren van een werk.”

Strijkorkest
Piroschka heeft voor de gasten spaghetti bolognese gemaakt. Terwijl Sahiti de pastadraden om zijn vork wikkelt, vertelt hij bevlogen over zijn jeugd als telg uit een vermogende zigeunerfamilie in Joegoslavië. Na zijn jeugdjaren in Servië studeerde hij aan het conservatorium van Belgrado, aansluitend vier jaar aan het bekende Tsjaikovski Conservatorium in Moskou. In 1992 kwam hij voor zijn werk naar Frankfurt. Daar stichtte hij in 2001 de Philharmonischer Verein der Sinti und Roma, een strijkorkest dat grotendeels uit zigeunermusici met een conservatoriumopleiding bestaat.
„Zo’n orkest is er nooit eerder geweest”, verzekert de Roma-dirigent trots. „De Roma en Sinti hebben de eeuwen door muziek gemaakt, dat behoort tot de kern van onze cultuur, maar tot tien jaar geleden was er geen professioneel orkest dat onze muzikale erfenis kan vertolken.”
Het Requiem voor Auschwitz beschouwt hij als een van de hoogtepunten in de muziekliteratuur van de Roma. „Het is een prachtig stuk, heel zuiver en harmonieus. Het past helemaal in de klassieke traditie. Deze compositie zal volgens mij de komende eeuwen bekend blijven.”

Requiem
In 1998 begon Rathgeb, bekend onder zijn artiestennaam Roger Moreno, aan het componeren van de dodenmis. Aanleiding was een bezoek aan Auschwitz. „Ik moest daar op een Roma-festival spelen. Toen ik er toch was, heb ik een bezoek gebracht aan het kamp. Die gelegenheid heb je niet elke dag. Laat ik er alleen dit van zeggen: ik had een halfjaar nodig om weer boven water te komen en alles te verwerken.”

Het lijden van de Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog was hem allang bekend. „Onze familie heeft er niet mee te maken gehad, omdat we in Zwitserland woonden, maar ik had er natuurlijk wel het nodige over gehoord en gezien.”
Toch veroorzaakte het bezoek aan Auschwitz een emotionele lawine die hem voor zijn gevoel vermorzelde. Hij hoopte zich van de druk te bevrijden door het componeren van een muziekstuk voor alle slachtoffers van Auschwitz.
Een requiem leek hem de meest geschikte vorm. „Eerst moest ik uitvinden hoe zo’n dodenmis is opgebouwd. In de bibliotheek van Maastricht vond ik de partituur van het requiem van Giuseppe Verdi met de complete Latijnse tekst, en een vertaling in het Engels en Duits. Vooral de tekst was voor mij belangrijk. Als ik muziek componeer, reageer ik altijd op de zeggingskracht van de woorden.”

Oratorium
Het requiem past in de klassieke muziektraditie, maar heeft ook zigeunermotiefjes. „Ik heb me niet aan een bepaalde stijl gebonden.” Eerder componeerde hij al twee Spaanse rapsodieën en een symfonie. „En ik ben bezig met een oratorium over de lange reis van de zigeuners in de achterliggende duizend jaar. Van India tot West-Europa. Als het requiem aanslaat, krijgen sommige dirigenten misschien ook interesse voor mijn andere klassieke composities.”
De Sinto-componist overwoog aanvankelijk de tekst van het requiem in het Romanes te vertalen. Hij zag er later weer van af. „Je wekt daarmee de indruk dat het werk alleen voor de omgebrachte Sinti en Roma is geschreven. Daarom heb ik de Latijnse mistekst gehandhaafd. Het Latijn is universeel.”
Binnen drie weken had hij zes van de acht delen klaar. Daarna lag het project bijna tien jaar stil. „Mijn inspiratie was op, er kwam niets meer. Dat heeft geduurd tot 2007. Toen werd ik gebeld door Albert Siebelink, directeur van het International Gipsy Festival. Hij beloofde me dat hij ervoor zou zorgen dat het requiem zou worden uitgevoerd. Die druk had ik nodig om het af te maken, al heeft dat nog een aantal jaren geduurd. Nu ben ik met Riccardo de laatste hoekjes aan het bijschaven. Hij is professioneel musicus, ik heb zelfs geen muziekschool gehad. Pas op mijn vijfendertigste jaar heb ik het notenschrift geleerd.”

Angst
Doel van het requiem is voor de Sinto het verbinden van volkeren en religies. Zelfs Auschwitz is meer dan eens een oord van twist. Vanwege de vraag welke slachtoffers herdacht moeten worden en hoe dat moet gebeuren. „Ik wil geen keuze maken. Alle slachtoffers verdienen het dat we ze gedenken. Voor het merendeel waren het Joden, maar er zijn ook Sinti en Roma gedood, er zijn Polen gedood, er zijn Tsjechen gedood, Russen, zelfs Duitsers… Joden, katholieken, protestanten, ze zaten allemaal in dezelfde ellende.”
Zelf groeide hij op in een protestants gezin, maar op jonge leeftijd nam hij afstand van de kerk. Piroschka bleef trouw aan haar streng rooms-katholieke opvoeding. Regelmatig woont ze een dienst bij in de benedictijner abdij van Vaals. „Het geloof is voor mij heel belangrijk.”
Ze zocht er ook rust als een ondefinieerbare angst in haar binnenste opvlamde. Een gevoel van naderend onheil, dat ze niet kon verklaren.
„Mijn vader was ook vaak angstig. Dat werd alleen maar erger. Hij vertelde soms over de oorlog, dat hij met zijn familie voortdurend moest vluchten, maar bij het ouder worden kreeg ik het gevoel dat hij iets verzweeg. Ik was de dertig al gepasseerd toen ik ontdekte dat hij in Auschwitz heeft gezeten. Daarover heeft hij nooit gesproken. Waarschijnlijk wilde hij ons die verhalen besparen, omdat ze té erg waren. Of hij heeft ze verdrongen.”
„Daardoor dragen ook de kinderen de last van het verleden mee”, zegt Roger. „Ze zijn beschadigd door de nachtmerries en het soms onvoorspelbare gedrag van hun ouders. De verhalen hebben ze niet meegekregen, wel de angst en het wantrouwen.”

Kruisweg
Een maand voor het sterven van haar vader, twee jaar geleden, was Piroschka met Roger in Auschwitz- Birkenau. „Jarenlang durfde ik er niet naartoe. Toen ik zag dat het overlijden van papa dichtbij kwam, heb ik mezelf ertoe gedwongen. Hij is geboren in Katowice, een stad in Polen, niet ver bij Auschwitz vandaan. Ik was er nog nooit geweest en ontmoette voor het eerst Poolse familieleden.”
De gang door Auschwitz ervoer ze als het bewandelen van een Kruisweg, van statie naar statie. „Alles wat Jezus is aangedaan, maakten ook de slachtoffers in Auschwitz mee”, klaagt ze met schrille stem. „Ze werden vals beschuldigd, zonder reden veroordeeld, bespogen, uitgekleed, geslagen en ter dood gebracht. Het enige wat de beulen je niet konden ontnemen, was het geloof.”
Behalve een vloed van tranen meende ze in Auschwitz ook haar diepgewortelde angst te hebben achtergelaten, maar de restanten blijken nog steeds aanwezig. Vooral wanneer de rechts radicalen zich roeren.
„Elk jaar marcheren die in april door Aken en Stolberg, met vele honderden. Je weet dat zij niets van zigeuners moeten hebben.”
„Dat geldt voor de meeste mensen”, stelt Roger vast. „Zolang zigeuners op een viool of een accordeon spelen, worden ze geaccepteerd. Zodra we rondreizen en bij iemand om water vragen, is het al mis. In Nederland zijn we nog het meest geaccepteerd, omdat ze hier al eeuwen met culturele minderheden te maken hebben.”

Tabor
Zijn eigen zigeunerorkestje is het bewijs. Tabor verbindt alle soorten bloed. De gebroeders Moro en Tsjawo Adell, die allebei gitaar spelen, komen van oorsprong uit Frankrijk. Hun vader maakte naam als accordeonist. Meer dan eens trad hij op met de Amsterdamse Johnny Meijer, de ‘Koning van de accordeon’, die twee keer wereldkampioen accordeonspelen werd. De boomlange Jan Hallema, die de contrabas bespeelt, is een onvervalste Fries. Hij belandde door het werk van zijn vader in Limburg en woont nu net over de Belgische grens. Omdat de huizen daar de helft goedkoper zijn.
Het repertoire van Tabor bestaat voor een belangrijk deel uit authentieke zigeunerliederen, gezongen in het Romanes. „Levensliederen die vroeger alleen rond het kampvuur werden gezongen”, zegt Roger. „Sinds twee jaar spelen we ook werk dat we zelf hebben gemaakt.” Weerkerend thema in de zigeunerliederen is het reizigersleven van weleer. Als Piroschka ze zingt, sluit ze de ogen en voelt ze zich weer het kind dat meereist met de familie Triska. Van uitvoering naar uitvoering, of zingend rond het kampvuur.

Gebed
De laatste jaren ging ze niet minder dan Roger gebukt onder de barensweeën die vooraf gingen aan de geboorte van het Requiem voor Auschwitz. „Hij was met niets anders bezig. Zelfs voor zijn familie had hij geen tijd. De ene keer was hij optimistisch, de andere dag vol vertwijfeling en depressieve gevoelens. Dan zag hij het niet meer zitten.”
Zelf putte ze kracht uit het piëtistische gebed dat ze trouw elke dag bidt. Uit de slaapkamer haalt ze het bidprentje waarop het gebed is afgedrukt.

,Heiligstes Herz Jesu, Quelle alles Guten, ich bete Dich an, ich glaube an Dich, ich hoffe auf Dich, ich liebe Dich und bereue alle meine Sünden. Dir schenke ich dieses mein armes Herz, mache es demütig, geduldig, rein und in allem, Deinen Wünschen entsprechend. Gib, o guter Jesu, dass ich in Dir und Du in mir lebst. Beschütze mich in Gefahren, tröste mich in Trübsal und Betrübnissen. Gewähre mir die Gesundheit des Leibes und der Seele, Deinen Segen für alle meine Werke und die Gnade eines heiligen Todes. Amen’

Andere zigeunermusici tonen weinig interesse voor het muzikale monument voor de slachtoffers van Auschwitz. „In de eerste plaats omdat dit een compleet ander genre is dan ze gewend zijn”, verklaart Roger.
„En het betreft een thema dat ze liever doodzwijgen. Het hoort bij de taboes van onze cultuur.”
„Een zigeuner richt zich op vandaag”, zegt Piroschka. „Wat geweest is, is geweest. En wat morgen gebeurt, is nog onbekend.”

Afsluiting
De wens van Roger om het requiem voor het eerst uit te voeren op het terrein van het voormalige vernietigingskamp, tijdens de jaarlijkse herdenking van de bevrijding van Auschwitz, kon niet worden gerealiseerd. „De directeur vond het een mooi idee, maar zei: ‘Als ik daarmee begin, willen ze allemaal concerten gaan geven.’ Dat kan ik me wel voorstellen.
We hebben nog naar een kerk in Auschwitz gezocht, maar dat leverde niets op. De ene was te klein, in de andere stond geen orgel. Het is een stuk voor een compleet symfonieorkest met orgel en een achtstemmig gemengd koor van zo’n tachtig zangers en vier solisten. Daarvoor is niet elke locatie geschikt. Uiteindelijk is het de Nieuwe Kerk in Amsterdam is geworden.”
Slapen doet hij vrijwel niet meer. „Ik vind het verschrikkelijk spannend en tel de dagen af.” Voor Piroschka geldt hetzelfde. De eerste uitvoering van het requiem ziet ze als de afsluiting van het oorlogsverleden. „Bij elke toon zal ik me iemand voorstellen die in Auschwitz is omgekomen. Alle achterliggende jaren heb ik voor Roger gebeden, dat het hem zou lukken om het requiem af te ronden. Dat gebed is verhoord. Nu bid ik dat het aan het doel zal beantwoorden.”

Voor meer informatie:
www.requiemforauschwitz.eu

---
Het levenswerk van Roger Rathgeb
De uitvoering van het Requiem voor Auschwitz is te danken aan de organisatoren van het International Gipsy Festival. Geschoolde componisten en orkestleiders zijn enthousiast over het werk. Het wordt uitgevoerd door de Philharmonischer Verein der Sinti und Roma uit Frankfurt, onder leiding van Riccardo M. Sahiti. Het door de Roma-dirigent opgerichte orkest bestaat grotendeels uit professionele Sinti- en Roma-muzikanten, afkomstig uit verschillende Europese landen. De première van het requiem vindt plaats op 3 mei in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Daarna zal het worden uitgevoerd in Tilburg, Krakau, Boekarest, Frankfurt, Praag en Boedapest. Koren en solisten uit de betreffende landen zingen de koorpartijen en de solodelen.

---
Zigeunermusicus
Roger Rathgeb kwam in 1956 ter wereld in Zürich, als zoon van een Zwitserse man en een Sinto-vrouw. Sinds 1971 verdient hij onder de artiestennaam Roger Moreno de kost als muzikant. Hij speelt vooral accordeon, maar is ook thuis op de viool, de gitaar en de contrabas. In 1980 kwam hij met zijn Zwitserse band naar Nederland. Daar leerde hij Sintimusici kennen, die hem overhaalden om te blijven. Hij maakte deel uit van het rondreizende zigeunerorkest Tucsi (1980-1986), het Gypsy Swing Quintett (1987-2007) en het Triska Ensemble (2000-2008). Sinds 2008 is hij muzikaal leider van het zigeunerorkest Tabor. Zijn vrouw Piroschka is de zangeres. Roger Moreno speelde onder meer voor leden van de koninklijke familie en voor de premiers Van Agt, Den Uyl, Lubbers en Kok.

---
De Shoah van de Roma
Dat miljoenen Joden door de nazi’s zijn verdelgd, is algemeen bekend. Aan de systematische vernietiging van zigeuners werd lange tijd amper aandacht besteed. Mede omdat ze veel minder georganiseerd en geregistreerd waren dan de Joden.
De zigeunervervolging kwam wat later op gang, maar verliep volgens hetzelfde patroon en leidde naar hetzelfde doel: de vernietigingskampen. Naar schatting kwamen in de Tweede Wereldoorlog tussen de 400.000 en 500.000 Roma en Sinti om het leven. Volgens de nazi’s waren ze asociaal en crimineel. In de concentratiekampen kregen ze als herkenningsteken een Z op hun linkerarm getatoeëerd.
De beruchte kamparts Josef Mengele gebruikte Roma-kinderen voor zijn medische experimenten. Op 16 december 1942 bepaalde Heinrich Himmler dat alle zigeuners gedeporteerd moesten worden naar Auschwitz-Birkenau. Velen waren al buiten de kampen gedood.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 maart 2012

Terdege | 108 Pagina's

Requiem voor Auschwitz

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 maart 2012

Terdege | 108 Pagina's