Naar de dorpsschool of in de file?
Dilemma! Doe je je kinderen naar de christelijke dorpsschool? Of breng je ze met de auto naar een verder weg gelegen school voor reformatorisch onderwijs?
WEL
„Ik vind het belangrijk dat er een christelijke school in het dorp blijft bestaan.” Dat is een van de redenen waarom Heidi Jansen (38) uit Garderen haar drie kinderen naar de christelijke dorpsschool Prins Bernhard heeft gedaan.
Twijfelen over die keuze doet ze niet. Ook al gaan er kinderen bij haar uit de kerk - Heidi is hersteld hervormd - naar een reformatorische basisschool. „Natuurlijk, onze kinderen zitten in de klas bij kinderen die anders denken dan wij. Ze besteden de zondag anders, luisteren naar popmuziek of kijken televisie. In onze maatschappij is het nu eenmaal zo dat niet iedereen hetzelfde denkt. Dat geeft voor ons als ouders openingen om met de kinderen in gesprek te gaan. Waarom besteden wij de zondag zo? En: waarom hebben wij geen televisie?”
Dat haar kinderen vriendjes en vriendinnen van school meebrengen die zelf niet naar de kerk gaan, heeft volgens Heidi ook een positieve kant. „Als ze bij ons eten, beginnen wij met gebed en lezen we gewoon uit de kinderbijbel. En we hopen dan natuurlijk dat het iets bij hen uitwerkt.”
Volgens Heidi kan het gevaar van reformatorische onderwijs zijn dat ouders de godsdienstige opvoeding bij school neerleggen. „Maar het is en blijft eerst een taak van de ouders.”
De oudste twee kinderen Jansen gaan inmiddels naar de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn en Uddel. „Een reformatorische school, ja. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle jongeren die daarop zitten hetzelfde denken. Ook nu komen onze kinderen met vragen. Gelukkig zijn ze inmiddels gewend die thuis te stellen.”
NIET
De dichtstbijzijnde school is zo’n 3 kilometer bij het huis van Bea Vonk Noordegraaf (42) in Nieuwveen vandaan. Het is een rooms-katholieke. Die school is volgens Bea niet te vergelijken met de dorpsscholen op de Veluwe. „Als er al een verhaal uit de Bijbel wordt verteld, wordt het gebracht als een sprookje.”
De reformatorische school in Amstelveen, De Akker, waar haar vier kinderen nu naartoe gaan, ligt zo’n 13 kilometer verderop. Dat vindt Bea geen punt. „Dat onze kinderen op die school zitten, ligt in het verlengde van onze doopbelofte. Gods onveranderlijke Woord is de grondslag, en dat is merkbaar. Ik ben blij met deze school, waar elke dag de Bijbel opengaat en kinderen geleerd wordt alle zorgen maar ook de fi jne dingen voor de Heere neer te leggen in het gebed. Daarnaast is er aandacht voor Bijbelkennis. De kinderen leren bijvoorbeeld ‘Namen en feiten’, elke week een psalmversje of in groep 7 en 8 een catechismusvraag.
Ik vind niet dat je moet verwachten dat kinderen op zo’n jonge leeftijd al getuige kunnen zijn. Punt hier in de omgeving is ook dat de kinderen zich al snel genoeg moeten gaan verdedigen. Ze spelen met kinderen uit de buurt die katholiek zijn of niet geloven.
De rit naar school duurt meestal zo’n halfuur, afhankelijk van de drukte. Om de fi les voor te zijn, vertrekt het gezin al voor half acht. Een reformatorische middelbare school zit er mogelijk niet in voor de kinderen. „Dus vind ik het fi jn dat ze nu bagage meekrijgen waar ze straks verder op kunnen bouwen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 april 2012
Terdege | 92 Pagina's