Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

(Niet-)ritmisch zingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

(Niet-)ritmisch zingen

4 minuten leestijd

Het ritmisch zingen van de psalmen wint steeds meer terrein in de gereformeerde gezindte. Het heeft in de gereformeerde traditie de oudste papieren.
Zo zijn ze in Genève gezongen.
Eerlijk is eerlijk.
Volgens mij ook nog in een rap tempo want in elke zondagse dienst liet Calvijn de tien geboden zingen (elk gebod afgewisseld met ‘Heere ontferm U’), de twaalf artikelen, de lofzang van Simeon aan het slot van de dienst en een hele psalm. Daarbij werden slechts enkele psalmen, zoals Psalm 119, over verschillende zondagen verdeeld. De verdedigers van het ritmisch zingen hebben hiermee zeker een punt.

Ds. W.L. Tukker schreef eens: „Men haalt ook Calvijn aan, als men de nieuwe wijze van het zingen wil aanbevelen. Als men Calvijn aanhaalt, worden wij al een beetje voorzichtig, want die goede man heeft al heel wat nieuwigheden de kerk in moeten trekken. Wij willen van hen die zich op Calvijn beroepen, alleen dan wat aannemen, als zij zich ook in andere dingen als goede volgelingen van deze hervormer gedragen.”
Inderdaad grijpt men betreffende de liturgie nog wel eens terug op Calvijn maar geeft men niet thuis als het over zijn dogmatiek gaat.

Uit Tukkers citaat blijft de zinsnede „ook in alle andere dingen” bij me haken. Er werd in Genève namelijk ook gezongen zonder orgel. Van het tin van de orgelpijpen werden avondmaalsserviezen vervaardigd.
In plaats van een orgel fungeerde een kindercantorij.
Dat is een item dat de verdedigers van het ritmisch zingen vergeten.
Althans, ik ken geen enkele gemeente van gereformeerde snit waar men a capella zingt. Nog minder dat de kinderen van de basisschool onfeilbaar alle wijzen van de psalmen kennen en deze in de dienst ter ondersteuning voorzingen. Ze zouden dat wel kunnen met liedjes als van Elly en Rikkert maar dat is de bedoeling niet.

Feit is dat het zingen op hele noten in ons land sedert 1566 bij de gemeentezang gewoon was. De kerkmusici lieten voor en na de dienst ritmische bewerkingen horen. Onder anderen Sweelinck, Antonie van Noordt en Hendrik Spuij deden dat.
Overigens blijkt men zich niet geschaamd te hebben voor de psalmzang op hele noten. De geniale Bach heeft zelfs verschillende psalmmelodieën op hele noten geharmoniseerd. Ze zijn te vinden in zijn 371 Vierstimmige Choralsange, waaronder Psalm 8, 42 en 77/86.

Ds. Tukker gaf destijds toe dat het al of niet ritmisch zingen niet de grondprincipia van de kerk raakt maar hij was blij als hij in een dorpsgemeente weer eens ouderwets kon zingen, ook al haalde men dan wel eens wat breed uit. Hij was gesteld op orde en netheid, dus zal hij wel niet bedoeld hebben wat ds. J.T. Doornenbal eens schreef over een gemeentezang die hij ergens beluisterde: „De ene kant schreeuwde als een hert naar de waterstromen terwijl anderen de jacht reeds waren ontkomen.”
Het kan ook heel mooi zijn. Ik denk aan de uitzendingsdienst van een collega, jaren geleden, vanuit de Bovenkerk te Kampen. Willem Hendrik Zwart, die toen speelde, vertelde daarvan: „Man, man, wat langzaam. Ik wist niet wat me overkwam; ze hadden me ervoor gewaarschuwd. Het organiserend comité ouderheeft me vooraf wel een keer of tien gebeld: ‘Meneer Zwart, wij zingen heel langzaam hoor!’ (...) Twee dagen later: ‘Meneer Zwart, wij zingen echt veel langzamer dan u denkt’ (...) Drie dagen later: ‘Meneer Zwart, zo langzaam als wij zingen, heeft u nog nooit gehoord.’ En het was ook langzaam die zaterdagmiddag, maar er werd wel gezongen (...) indrukwekkend.’

Ik herinner me een interview gelezen te hebben met een arts uit onze kringen die aangaf dat zij, als zij op het ziekbed zou komen te liggen, opnames wenste te horen van niet-ritmische gemeentezang uit Genemuiden met bovenstem. Ik kan daar inkomen.
Persoonlijk kan ik zowel ritmische als niet-ritmische gemeentezang waarderen, als het maar goed gebeurt en het een of ander niet tot geestelijke graadmeter verwordt.
Overigens zou ik het ten zeerste betreuren als het zingen op hele noten tot het verleden zou gaan behoren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 2012

Terdege | 164 Pagina's

(Niet-)ritmisch zingen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 2012

Terdege | 164 Pagina's