Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienstbaar aan tekst én muziek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienstbaar aan tekst én muziek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Musicus Leander van der Steen heeft de smaakvan het componeren te pakken. De inkt van zijnnieuwste kerstcantate, Troost Mijn volk, is netdroog. Het 20-delige werk gaat donderdagavondin première in s werelds mooiste muziektempel:het Amsterdamse Concertgebouw. De Edenaargeniet met volle teugen van zon optreden,maar blijft nuchter. „s Ochtends speel ik bij eenkerstbijeenkomst met gehandicapten. Dat is netzo mooi om te doen.

Hij is verbaasd, „een beetje verwonderd” ook. Ruim voor de concertdatum was de Amsterdamse zaal uitverkocht. Er gingen 1700 kaarten de deur uit, naar mensen uit het hele land. „Ik ben er heel dankbaar voor”, zegt Leander van der Steen in zijn muziekkamer in Ede. „Een groot deel van de bezoekers is bij eerdere concerten van mijn koren geweest. Ze komen terug. Gelukkig.” In 2005 gaf Van der Steen voor het eerst een kerstconcert in de Rotterdamse Doelen. Een hele stap voor koren die op de Veluwe hun thuisbasis hebben. Mede dankzij de steun van uitgeverij Den Hertog in Houten en garage Broekhuis in Harderwijk als hoofdsponsors werd het concert een succes. Van der Steen: „We hebben het daarna twee keer herhaald, ook in Rotterdam. De keer daarna ging het mis. We kwamen er niet uit met de datum in de Doelen. We zijn toen verkast naar de Grote Kerk in Apeldoorn.” Die stap bleek, achteraf, de opmaat voor Amsterdam. „Ik had voor de grap gezegd: Ik zou met mijn koren best eens naar het Concertgebouw in Amsterdam willen. In 2010 ging die wens in vervulling. Opnieuw een volle zaal, en deze week weer. We gaan door met deze concerten en hebben besloten om de twee jaar met Kerst in het Concertgebouw op te treden. Bewust niet elk jaar. Ik wil voor deze concerten elke keer iets nieuws, iets speciaals te bieden hebben. Mijn muziek moet geen veelschrijverij worden. Dan komt het publiek niet meer terug.” De 39-jarige componist hecht sterk aan de relatie tussen tekst en muziek. „Neem mijn compositie over Psalm 42. Die psalm is natuurlijk overbekend. Toch probeer ik er dan iets origineels mee te doen, zodat de woorden opnieuw gaan leven.”

Getallen Van der Steen heeft een eigen sound als musicus. „De basis is de klassieke vormgeving. Mijn stijl is vroeg-romantisch. Ik denk dan aan componisten als Mendelssohn en de Weense klassieken: Mozart, Beethoven. Ik ben al vroeg volgegoten met klassieke muziek. Maar ik maak ook graag uitstapjes naar andere stijlen. Een trompettist zei ooit tegen mij: Jouw stijl is klassiek, maar je schuwt niet om, als dat functioneel is, een taptoesignaal te gebruiken zoals we dat op 4 mei doen.” Verrassend genoeg noemt Van der Steen nog een andere musicus die hem inspireert: pianist en componist Louis van Dijk. „Zijn cd “Musica di Gloria” heb ik stukgedraaid. Zijn stijl is anders, meer jazzy, maar hij kan ontzettend mooi kleuren met klanken. Elke toon bij hem is raak. Ik waardeer zijn lichte aanpak.” Eigenlijk is Van der Steen een muzikale alleseter. „k luister graag naar zware stukken van Grieg en Tsjaikovsky. Maar ook naar een eenvoudige mannenkoorbewerking van Klaas Jan Mulder. Als de muziek maar kwaliteit heeft.” Van der Steen kiest in zijn eigen koorzettingen bewust voor een sobere stijl. „k heb dan meer mogelijkheden om het orkest een zelfstandige positie te geven. Dat gaat in mijn muziek altijd een eigen weg. Ik houd er niet van de instrumenten hetzelfde te laten spelen als het koor zingt. Dan is de begeleiding niet meer dan een verdubbeling van de koorpartij.”

Van der Steen duikt achter de piano en speelt een deel uit zijn nieuwe kerstcantate, “Troost Mijn volk”. Snelle passages in de begeleiding ondersteunen het roepen in de woestijn uit de profetie van Jesaja. Van der Steen zingt enthousiast mee. „En dan komt hier ineens de tekst: ‘Zoekt de Heere terwijl Hij te vinden is.’ Dat past er zómooi bij. Om het zoeken muzikaal te verbeelden, heb ik een leidtoon nodig. Daar draait alles om in dit deel.” De musicus werkt, net als Bach, graag met getallen. „De woorden ‘Zoekt de Heere’ laat ik drie keer terugkomen, omdat ze zo belangrijk zijn. De derde keer net iets anders dan de eerste en de tweede keer. Waarom? Om niet voorspelbaar te worden.”

Muzikaal opgeladen De musicus grossiert in cantates. De eerste, “In de volheid van de tijd”, gaat ook over Kerst. Hij schreef het werk op teksten van Ed Kooijmans, leraar Nederlands op het Van Lodensteincollege. „ie eerste cantate was echt een leerproces. Ik had deel éé klaar en toen bleek het al Kerst te zijn... Het jaar daarop heb ik het stuk afgemaakt, maar ik had een maand nodig om weer op gang te komen. Ik zal dat nooit meer op die manier doen.” Van der Steen had intussen de smaak wel te pakken. Hij bleef cantates componeren: “Licht in de duisternis”, “Meer dan overwinnaars” en “Verwacht de komst des Heeren”. Voor de nieuwste cantate leverde zijn schoonvader, ds. J. van Amstel in Ede, de thema’s en de bijbehorende teksten. Het stuk beslaat 160 pagina’s muziek en duurt drie kwartier.

Terugkijkend naar al die grote werken, constateert Van der Steen een ontwikkeling bij zichzelf. „Ik ben steeds klassieker gaan schrijven, vooral in de orkestbegeleiding. Bij de uitvoering morgen in het Concertgebouw heb ik er twee professionele vocale solisten bij: een sopraan en een tenor. De noten zijn voor deze mensen geen enkel probleem, alles zit er gewoon helemaal in. Het gesprek gaat over de vraag: Hoe wil je het muzikaal hebben? Heerlijk is dat.” Gedreven: „Ik ga vaker duetten schrijven.” De componist is acht maanden met zijn jongste opus bezig geweest. „iet dat ik elke dag noten schreef, maar in m’n hoofd wel. Ik heb er zelfs een koor uit gedaan om meer tijd te hebben voor het componeren. Ik heb gewoon kruizen gezet in m’n agenda om dagdelen te blokkeren. Dát wil ik schrijven. Lang heb ik gedacht dat je componeren niet kon afdwingen. Toch wel. Vooral na een koorrepetitie heb ik altijd veel energie. Ik ben dan muzikaal opgeladen. In combinatie met de rust en de stilte van de late uurtjes ben ik heel productief. Dan zit ik hier in mijn muziekkamer met keyboard, koptelefoon en laptop te werken. Soms zou ik wel even het klooster in willen om dit vaker mee te maken.”

Psalm 72 vers 11

Waarom naar het Concertgebouw om kerkmuziek te zingen? „Er kwam ooit een man naar me toe na een concert in een kerk. Hij zei: ‘Het was prachtig, maar ik heb er niets van gezien, want ik zat achter een pilaar.’ Dat is het grote nadeel van oude kerken. In een concertzaal kan iedereen zien wat er gebeurt op het podium. Dat maakt de beleving van het concert intenser. De Doelen is een mooie zaal, maar het Concertgebouw is nog veel mooier. Een koor van driehonderd mensen klinkt er fantastisch, maar ook één contrabas.” Voelt Van der Steen zich de geslaagde musicus nu hij Amsterdam heeft bereikt? „Nee, het is echt niet zo dat ik zonodig naar het Concertgebouw moet. Het moet blijven gaan om de inhoud, om de eer van God, zowel in woord als in muziek. We besluiten het concert met het samen staande zingen van Psalm 72 vers 11: “Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen.” En dat in hartje Amsterdam. Heel bijzonder. Vergeet niet: Zo’n optreden in het Concertgebouw geeft een grote verantwoordelijkheid voor de koren, de solisten, maar ook voor mij als dirigent.”

Stichting De musicus maakt bij de kerstconcerten gebruik van al zijn koren: de Verenigde Veluwse Koren (VVK), die op vier plaatsen repeteren, en Cantilene uit Barneveld. Ook het jongerenkoor Heman uit Capelle aan den IJssel doet mee. „De VVK zijn het zingen van een grote cantate van huis uit niet gewend”, erkent Van der Steen. „Ze zongen voorheen vooral losse liederen, maar zijn hiernaartoe gegroeid. Ze gaan er voluit voor. Op de VVK zitten veel ouderen. Hun stemmen zijn gerijpt. Samen met de heldere stemmen van het jongerenkoor geeft dat een fraaie combinatie. Zo’n groot koor heeft wel een valkuil: dat het traag reageert, niet alert is. Daar moeten we met elkaar hard aan werken.” Hoewel Van der Steen zelf een amateurorkest dirigeert, Parlando, schakelt hij voor het concert in Amsterdam een professioneel ensemble in: l’ Orchestra Particolare. „Deze muzikanten trekken veel met elkaar op, dat kun je horen. Parlando was overigens wel zo bereidwillig om de begeleidingspartijen in te studeren en te spelen bij de generale repetitie met de gezamenlijke koren.” Recent werd speciaal voor het tweejaarlijkse kerstconcert in Amsterdam een stichting opgericht. In het bestuur zitten musicus Van der Steen, de zakenmannen Joost Fraanje van garage Broekhuis en Cees den Hertog van de gelijknamige uitgeverij in Houten, en VVKbestuurslid Evert Jacobs. „e zijn naar de notaris gegaan om de kerstconcerten voor de toekomst veilig te stellen”, zegt Van der Steen. „e willen graag iets moois blijven organiseren voor de gezindte. We hebben geen winstoogmerk, maar werken allemaal op onkostenbasis. Dat vind ik ijn. Het stimuleert mij te blijven denken vanuit de muziek, en niet composities te maken die commercieel goed liggen.” Vol lof is Van der Steen over het Concertgebouw als organisatie. „Erg professioneel. En je bent welkom. Je moet met een goed plan komen, muzikaal, organisatorisch en inancieel, maar dan krijg je ook alle medewerking. Als dirigent vind ik het fijn om op zo’n avond met koren en musici samen te werken waar ik een goede relatie mee heb. Dat is de basis om ontspannen muziek te maken met elkaar.”

Offer

Vijftien jaar is Leander van der Steen als zelfstandig musicus bezig. „Toen ik begon, dacht ik: Zou ik genoeg werk hebben? Dat is al die jaren zo geweest. Ik heb een lespraktijk voor orgel en piano van veertig leerlingen. Een deel geef ik thuis les, een deel in de Oude Kerk in Ede, waar ik organist ben. Daarnaast heb ik vijf koren. Ik ben dus elke avond weg. Dat is wel een offer, zeker nu onze kinderen ouder worden. Er staat tegenover dat ik overdag veel thuis ben. Parlando doe ik samen met collega Martien van der Zwan. Het orkest repeteert op zaterdagmorgen. Martien en ik kunnen erg goed samen. We voelen elkaar haarscherp aan. Ik laat al mijn muziek aan hem zien en horen. Hij geeft altijd een eerlijk oordeel.”

Parlando telt achttien leden en bestaat uit een volledige strijkersbezetting plus luit, hobo en klarinet. „Het orkest ontwikkelt zich naar een semi-professioneel niveau. Veel muziek moeten Martien en ik zelf arrangeren. Het orkest is ook goed in te zetten voor koorbegeleiding. Het zijn overwegend jonge spelers. Het is een feest om ermee te werken.” Wat arrangeren betreft, heeft Van der Steen veel aan zijn conservatoriumstudie gehad. „Zijn leraar voor dit vak was Willem Poot. Ik heb ontzettend veel van hem opgestoken. Dingen waarvan ik nog elke dag plezier heb. Overigens is het conservatorium de helft van je muzikale rugzak. De andere helft moet je zelf vullen als je aan de slag gaat als musicus.”

Boodschap van de Bijbel Wensen voor de toekomst heeft Van der Steen zeker. „Allereerst ben ik dankbaar voor wat ik nu doen mag. Ik wil graag op deze weg doorgaan. Maar ik zou graag een groot instrumentaal werk schrijven, bijvoorbeeld voor piano en orkest of orgel en orkest. Ook zou ik wel eens een grote psalmbewerking à la Mendelssohn willen componeren. Bij Cantilene zijn er plannen om zoiets uit te voeren. Met dat koor zing ik ook graag stukken als Psalm 103 van Eelke Mobach of Psalm 84 van Bert de Vries. Prachtige, tijdloze muziek. Eigenlijk is mijn hoofd een harde schijf, een vergaarbak met ideeën.” Wat drijft Van der Steen? „Ik probeer de boodschap van de Bijbel door middel van muziek dichter bij mensen te brengen. Ik denk dat ik daarin een eigen plek heb gekregen binnen de christelijke muziekwereld. Ik probeer met mijn aanpak kwaliteit te bieden en dienstbaar te zijn aan de tekst én de muziek. Dan maakt het me niet uit voor welk publiek ik optreed. Ik ga net zo enthousiast aan de slag met een koor dat zingt in een bejaardentehuis als met een concert in Amsterdam. Ik kan van beide warm worden. Net als van de samenzang zondags in de kerk. Laatst hoorde ik een preek over de relatie tussen schuldvergeving en het offer van Christus. Dan vind ik het prachtig om bij de psalm na de preek in het voorspel het lied “Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis” te verwerken.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 december 2012

Terdege | 215 Pagina's

Dienstbaar aan tekst én muziek

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 december 2012

Terdege | 215 Pagina's