Gelouterd door de gevreesde ziekte
In de bestrijding van kanker is grote vooruitgang geboekt. Ook de psychische gevolgen krijgen veel meer aandacht dan voorheen. Maar voor de geestelijke vragen die de ziekte oproept, heeft de medische wereld nog steeds geen antenne. „Ik was gereed om te sterven en moest voor mijn gevoel weer terug naar het leven.
Voor medici begint Piet Oevermans (57) een mirakel te worden. Ze gaven hem begin 2007 hooguit twee jaar. Hij leeft nog steeds. Aanvankelijk leken zijn buikklachten onschuldig. Omdat ze bleven aanhouden, liet de chirurg een CT-scan maken. „Toen zagen ze een kwaadaardig gezwel in de dikke darm, dat al was uitgezaaid naar het buikvlies en de lever. Als je zo’n bericht krijgt, dringt het niet echt tot je door. Het is als met optrekkende mist. Geleidelijk ga je de dingen scherper zien.”
In het verdriet was er bijzondere troost. „Voor de operatie las ik Psalm 54. Daar heb ik veel aan gehad. De volgende dag bleek dat Miep thuis dezelfde Psalm had gelezen.
Ook zij was erdoor bemoedigd. We ervoeren dat als een bijzondere vingerwijzing naar boven.”
De geplande serie van acht chemokuren werd na de vierde kuur afgebroken, vanwege ernstige bijwerkingen. „Ik was totaal doof. Op advies van de oncoloog ben ik overgestapt op een ander medicijn, niet ter genezing maar ter verlenging.” De afbraak van het bloed was voor de kankerspecialist in 2008 reden een volgende kuur uit te stellen. „Het is bij uitstellen gebleven. De chirurg en de oncoloog zijn inmiddels met pensioen en ik leef nog. Zonder dat ik word behandeld.”
Om de vier maanden reist de inwoner van Werkendam met zijn echtgenote naar Rotterdam, voor controle in de Daniel den Hoed Kliniek.
„Het weekend ervoor is het hier niet gezellig”, zegt Miep. „Dan zijn we allemaal wat stug tegen elkaar, door de spanning. Als de uitslag goed is, moet je ook dat een plek geven.” De eerste jaren na de tijding dat haar man ongeneeslijk ziek was, zette ze geen muziek op. In het voorjaar plantte ze geen viooltjes. „Dat was voor mijn gevoel ongepast. Te meer omdat Piet zijn fuchsia’s wegdeed, terwijl het kweken daarvan zijn grote hobby was.” Op een dag zette ze aarzelend toch maar een cd op. In het voorjaar pootte ze weer viooltjes. Piet heeft alweer zo’n dertig fuchsia’s.
Verwondering
Over de begeleiding door hun toenmalige predikant heeft het christelijke gereformeerde echtpaar enkel lof. „Hij had niet alleen oog voor de geestelijke kant, maar ook voor de psychosociale en maatschappelijke gevolgen van kanker. Dat is heel belangrijk, want al die elementen grijpen in elkaar. Door de chemokuren voel je je heel ziek. Dat heeft invloed op je psyche en je geestelijk leven.
De ene dag was ik vol moed en vertrouwen, een volgende dag bad ik met Elia: ‘Heere, neem mijn ziel maar weg’. Dominee De Boer voelde mijn stemming haarfijn aan. Dat merkte je uit wat hij zei en wat hij las. Bij die man kon ik echt alles kwijt, ook mijn negatieve gevoelens. Die steun, in woord en daad, is voor ons van geweldige betekenis geweest.”
Zijn huis moest de timmerman verkopen, omdat de baas bij wie hij kort daarvoor was begonnen hem ontsloeg. Miep raakte door de combinatie van een betaalde baan en de zorg voor haar man burn-out. Voor hun verstandelijk gehandicapte zoon ging het echtpaar noodgedwongen op zoek naar een ander thuis. „Soms waren we heel opstandig”, erkent Miep, „maar de zorgen hebben ons gelukkig niet uit elkaar gedreven. Dat is niet vanzelfsprekend. Er zijn kankerpatiënten die helemaal op zichzelf gericht raken. Terwijl je ook als vrouw en kinderen de gevolgen van de ziekte ondervindt.”
Naast de zorgen en teleurstellingen waren er de dagen van verwondering. De koper van het huis bood hen de gelegenheid er te blijven wonen. Voor hun zoon vonden ze een reformatorische instelling waar hij zich thuis voelt. „Dan mag je zien dat er Een is Die boven alles staat.”
Japanse kers
Miep is nog wel op zoek naar een nieuwe balans in haar leven. „Je stelt je in op de maximaal twee jaar die je samen nog mag hebben. De begrafenis is geregeld, onze zoon is uit huis geplaatst, onze oudste dochter is eerder getrouwd, zodat pa er nog bij kon zijn. Dan zijn die twee jaar om, en pa leeft nog. Na drie jaar leeft hij nóg. Inmiddels is het zes jaar. De mensen om je heen verwachten dat je overloopt van dankbaarheid. We zíjn ook dankbaar, maar je leven is niet als voorheen.
Vaak hebben we de vraag gesteld: Wat heeft God hiermee voor?”
De ziekte heeft ook op de kinderen zijn weerslag. „Als ik me niet lekker voel, en onze gehandicapte zoon is thuis, dan komt hij naast me zitten en wijkt niet van mijn zijde”, zegt Piet. „Ook onze jongste dochter heeft psychisch een forse knauw gehad.” Toch weet het Werkendamse echtpaar zich in een aantal opzichten rijker dan in de tijd voor de ziekte die alles anders maakte. „We zijn allebei gevoeliger geworden, zowel emotioneel als geestelijk. Daardoor lees je de Bijbel bewuster en leef je bewuster. Elk voorjaar gaan we naar een plek in de Biesbosch waar dan een kolossale Japanse kers in bloei staat. Onder die boom zeggen we tegen elkaar: Weer een jaar voorbij, en we mogen nog steeds samen zijn.”
In november bezochten ze voor de zesde keer de ontmoetingsdag van stichting Winstuitverlies. Daar hoeven ze hun vaak gemengde gevoelens niet uit te leggen. „Lotgenoten hebben aan een half woord genoeg.”
Sterfelijkheid
Oprichter van Winstuitverlies is Henk-Jan Koetsier (45). De stichting wil er zijn voor (ex-)kankerpatiënten en hun verwanten die steun en troost zoeken in Gods Woord. Het belangrijkste middel om dat doel te verwezenlijken, zijn de twee contactdagen die elk jaar worden gehouden. ’s Morgens is er de lezing door een predikant, bij voorkeur iemand die van nabij weet wat kanker inhoudt, en het verhaal van een ervaringsdeskundige. ‘s Middags gaan de bezoekers uiteen in subgroepen: patiënten, partners, jongeren, nabestaanden en betrokkenen.
Bij de inwoner van Nunspeet, regiomanager bij Stichting Ontmoeting, werd in 1992 de ziekte van Hodgkin geconstateerd. Een jaar na afronding van de behandeling keerde de kwaal terug en volgde een veel ingrijpender medisch traject. Met het gewenste resultaat, maar de gevolgen van beide behandelingen trekken een blijvend spoor. „Ik ben sneller moe, mijn schildklier is aangetast en mijn spieren in het bestralingsgebied verbindweefselen.”
Ook psychisch blijft de ziekte hem achtervolgen. „Dat zie ik bij vrijwel alle mensen die kanker hebben gehad. Je weet nu bij ondervinding dat je sterfelijk bent. Dat geeft een heel andere kijk op het tijdelijk leven.”
Andere man
De behoefte om zijn gevoelens met gelijkgezinde lotgenoten te kunnen delen, bracht Koetsier tot de oprichting van Winstuitverlies. „Ik was destijds gereed om te sterven en moest voor mijn gevoel weer terug naar het leven. Deze beleving heb ik met weinig mensen kunnen delen.
Dat maakt eenzaam. Daarbij komt de vraag welk doel God met mijn leven heeft. De meeste mensen kunnen zich bij deze vraag en worsteling niets voorstellen, maar op de contactdagen van Winstuitverlies ben ik hierin geen eenling.”
Het is vooral de overeenstemming in geloofsvragen die de contactdagen voor de bezoekers waardevol maakt. „Vaak kunnen ze het psychische en het geestelijke niet van elkaar onderscheiden”, ontdekte Tineke Koetsier. „Zelf heb ik daar ook vreselijk mee in de knoop gezeten.
Je hebt tijdens zo’n ziekteproces allerlei gevoelens waarvan je niet weet hoe je ze moet duiden.
Een ander punt dat ik van veel partners hoor, is dat ze een andere man hebben teruggekregen. Dat herken ik. Omgekeerd heeft Henk-Jan een andere vrouw gekregen. Voor zijn ziekte hing ik helemaal aan hem. Op een gegeven moment moest ik hem in alles verzorgen. Tal van taken nam ik van hem over. Die geef je na twee jaar niet zomaar meer uit handen. Samen moet je naar een nieuw evenwicht zoeken. In de partnergroep van Winstuitverlies voel ik me echt begrepen.”
Leven
Als voorzitter van de reformatorische stichting voor kankerpatiënten staat Koetsier geregeld aan het graf van betrokkenen bij Winstuitverlies.
Soms komt hij uit het lood geslagen terug. „Op de laatste contactdag raakte ik in gesprek met een jonge vrouw. De ziekte was bij haar teruggekomen en niet meer behandelbaar. Ze had een prognose van enkele maanden. Over dé troost uit het Woord kon ze nog niet spreken.
Dat greep me heel erg aan. Het laat zien dat winst uit verlies niet vanzelfsprekend is.”
Integendeel, weet Tineke. „Zeker in niet-kerkelijke kring leidt kanker vaak tot echtscheiding.” Toch steunde ze van harte het idee van haar man om de stichting Winstuitverlies te noemen. „Hoe zwaar het ziekteproces ook was en de gevolgen soms nog zijn, de balans slaat bij ons door naar de kant van de winst. We hebben ervaren dat God echt een God van wonderen is.
Medisch gezien was Henk-Jan na de behandeling absoluut onvruchtbaar, maar we hebben nog twee kinderen gekregen.
Nog groter is, dat zijn ziekte voor mij geestelijk tot winst is geworden. Henk-Jan was voor mij alles.
Toen ik afscheid van hem nam, omdat alles erop wees dat hij ging sterven, raakte ik mijn alles kwijt.
Dat heeft de Heere gebruikt om me aan Hem te verbinden. Tegen alle verwachting in mocht ik mijn man behouden, maar hij is nu niet meer mijn enige steun. Ik heb een Hogere ontvangen.”
www.winstuitverlies.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 januari 2013
Terdege | 92 Pagina's