Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op zoek naar Woordverkondiging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op zoek naar Woordverkondiging

7 minuten leestijd

Twee dagen na zijn geboorte werd Ruud Bouwmeester al gedoopt, vanwege de oorlogsdreiging. Terwijl zijn ouders en de peter en meter toekeken, sprengde de priester het doopwater op zijn voorhoofd. Van de Rooms-Katholieke Kerk nam de inwoner van Loenen afstand, maar tot zijn blijdschap werd zijn doop door de Gereformeerde Gemeenten erkend.

Devoot knielt een Afrikaanse vrouw in de Mariakapel van de Sint-Janskathedraal in het centrum van ’s-Hertogenbosch.
Dan plaatst ze een waxinelichtje op de daarvoor bestemde standaard voor het beeld van Maria, de moeder Gods. En de ‘Zoete lieve Vrouwe van deze stad’, laat een inscriptie op een van de pilaren weten.
Ruud Bouwmeester (72) kijkt met gemengde gevoelens toe. Meer dan vijftig jaar was ook hij lid van de Moederkerk. De oude Antonius van Paduakerk in Eindhoven, waar hij werd gedoopt, viel in 1973 onder de slopershamer.
Na zijn huwelijksdag kerkte hij regelmatig in de Sint-Jan. „Toen was het hier op zondagmorgen nog een volle bak.” De immense koperen doopvont staat achter een gesloten hek, maar de dienstdoende suppoost is gaarne bereid voor deze gelegenheid de sleutel te halen.
Hij krijgt niet dagelijks bezoekers die waarde hechten aan hun doop.
De wieg van Bouwmeester stond in Eindhoven, waar zijn vader een kruidenierswinkel van Philips runde. „Vanwege de dreiging van Engelse bombardementen op Philips ben ik twee dagen na mijn geboorte al gedoopt. Na de oorlog ging mijn vader voor zijn broer een administratiekantoor in Roosendaal leiden
Tijdens de oorlog zijn vier kinderen geboren, na de oorlog vijf. Ik zie ons nog met z’n elven aan tafel zitten. Als een nieuw brood werd aangesneden, plaatste moeder het tussen haar borsten en zette ze er met het broodmes een kruis op. ‘In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ Dat zei ze er altijd bij.”

Spannend
Van de doop van jongere broers en zussen herinnert hij zich weinig. „Mijn ouders maakten een afspraak met meneer pastoor. In de Rooms-Katholieke Kerk is de doop een familiegebeurtenis, die op foto’s en tegenwoordig op video wordt vastgelegd.
Na afloop gingen de peter en meter mee naar huis, kregen we wat lekkers en werden cadeautjes uitgedeeld. De peter en meter waren een soort voogd op geestelijk gebied. Bij het ouder worden ging ook ik me verantwoordelijk voelen. Als oudste lummel van veertien jaar had ik zo’n beetje de zorg voor het kleine grut.”
Terwijl de kerkelijke betrokkenheid van zijn ouders geleidelijk afnam, bleef Ruud een trouw zoon van de Moederkerk. Mede door het onderwijs van de nonnen en paters van de Sainte-Marieschool in Roosendaal. Voor schooltijd bezocht hij de vroege dienst in de Sint- Janskerk. Op achtjarige leeftijd nam hij voor het eerst deel aan de heilige communie. „Dat was heel spannend. Je liep mee naar de knielbank voor het altaar. Na het knielen moest je de ogen sluiten en stak je de handen onder het kleed, want je mocht niet aan de hostie komen. Die werd op je tong gelegd.”
Uit eigen initiatief meldde hij zich aan voor het kinderkoor van de Paterskerk. „We zongen de liederen nog in het Latijn. De regels waren strak. Omdat ik in een seizoen twee keer afwezig was geweest, mocht ik niet mee met het jaarlijkse busreisje. Terwijl ik al gereed stond met mijn rugzakje met boterhammen.”

Bijbelkennis
Tijdens zijn militaire diensttijd zat hij meer bij de dominee dan bij de aalmoezenier. „De pracht en praal in rooms-katholieke kerken stoorden me. Zo heeft Christus het nooit gewild. Op politieke verhaaltjes zat ik al helemaal niet te wachten. Ik snakte naar Woordverkondiging. De legerpredikant gaf op mijn vragen antwoorden vanuit de Bijbel. In de Rooms-Katholieke Kerk is de Bijbel een gesloten boek. De mooiste diensten had je met missionarissen die op verlof waren, die hadden een boodschap.”
Door zijn werk bij de politie kwam Bouwmeester in Den Haag terecht.
Na de nachtdienst ging hij regelmatig in een kerk nabij het politiebureau ter communie. In uniform, omdat het niet was toegestaan in burger te reizen.
„De priester stelde dat niet op prijs. Volgens hem was het ook niet nodig om na een nachtdienst naar de kerk te komen. Dat stak me behoorlijk. Ik kreeg bovendien steeds meer vragen bij de inhoud van de leer, vooral bij de verering van Maria.”
In 1965 huwde hij met Laura. Het huwelijk werd ingezegend in een rooms-katholieke kerk.
„Laura kwam uit een zeer praktiserend gezin. Dat veranderde toen een zeer dominant familielid overstapte naar de Jehova’s Getuigen. Het gevolg was dat op den duur alle anderen afhaakten. Ik bleef wel naar de kerk gaan, omdat ik grote waarde hecht aan trouw. We hebben samen onze kinderen nog laten dopen, in de hoop dat ze daar uit persoonlijke overtuiging een vervolg aan zouden geven.”

Goede spoor
Op het Politie Verkeersinstituut in Apeldoorn kwam de roomskatholieke politieman in contact met reformatorische christenen.
„Voornamelijk jongens uit Veenendaal, die op maandagmorgen de preek van zondag bespraken. Soms corrigeerde ik ze, want ik had inmiddels enige Bijbelkennis. Halverwege de jaren tachtig kocht ik op een boekenmarkt op Texel een Bijbel. Die ben ik helemaal gaan lezen. Dat was een bijzondere ervaring.”
In oktober 1997 overleed zijn eerste vrouw na een langdurig ziekteproces door kanker. „Kort voor haar sterven zijn we nog naar Lourdes geweest. Zij wilde dat heel graag. Ik heb haar met liefde begeleid, maar had er veel moeite mee dat in Lourdes niet Christus maar Maria centraal staat.”
Na het overlijden van zijn echtgenote trok Bouwmeester zich twee keer een week terug in een klooster. „Geestelijk was ik nog steeds op zoek. Ik bezocht allerlei kerken, maar vond het nergens. Totdat ik na het sterven van Laura op een zondagmorgen in de gereformeerde gemeente van Beekbergen belandde. Die dienst sprak me bijzonder aan. Bij dominee Schreuder, destijds predikant in Beekbergen, vond ik eindelijk waar ik behoefte aan had. Uitleg en verkondiging van de Bijbel, zonder poespas erbij. Ik genoot ook van het zingen van de psalmen. Daar kun je je hart in kwijt. Alleen aan de entourage moest ik even wennen. Toen ik de eerste keer de kerkenraad zag binnenkomen, dacht ik dat er iemand was overleden.”

Genade
In de Veluwse gereformeerde gemeente vond hij niet alleen geestelijk voedsel, maar ook een nieuwe levensgezel. „Na ons trouwen ging ik elke maandagmorgen naar dominee Schreuder, voor privéonderwijs. Hij heeft me echt op het goede spoor gezet. Het deed me bijzonder goed dat mijn rooms-katholieke doop werd erkend. Op een gegeven moment was ik zo ver dat ik naar de belijdeniscatechisatie mocht. Later heb ik ook nog de cursus godsdienstonderwijs van de Gereformeerde Gemeenten gevolgd.”
Van zijn broers en zussen is er niet één meer praktiserend rooms-katholiek. „Toch noemen ze mij een ‘afvallige’. Dat is typisch rooms. Naar de kerk gaan ze zelden, maar als ze in het nauw zitten, doen ze een schietgebedje tot Maria. Ook mijn eigen kinderen gaan bijna niet meer naar de kerk. Het enige wat ik kan doen, is bidden of God hun ogen opent, zoals Hij dat ook bij mij heeft gedaan.”
Sommige kleinkinderen bleven ongedoopt. „Dat doet pijn. Ik ben niet snel geëmotioneerd, maar als een klein kindje wordt gedoopt, houd ik het niet droog. Het is toch geweldig dat God verzekert dat Hij de God van dat kind wil zijn. Daar gaat het om. We moeten het hebben van Zijn genade.”


Ruud Bouwmeester
Rudi Gerardus Maria Petrus (Ruud) Bouwmeester groeide op in een rooms-katholiek gezin, als oudste van negen kinderen. Na het vervullen van zijn militaire dienstplicht koos hij voor een loopbaan bij de politie. Hij beëindigde die als docentexaminator aan het Politie Verkeersinstituut te Apeldoorn, in de rang van inspecteur. Twee jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw trad hij in het huwelijk met een wijkverpleegkundige uit de Gereformeerde Gemeenten. Inmiddels is het echtpaar lid van de hersteld hervormde gemeente te Apeldoorn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2013

Terdege | 100 Pagina's

Op zoek naar Woordverkondiging

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2013

Terdege | 100 Pagina's