Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Wees mij genadig”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Wees mij genadig”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik herinner het me nog duidelijk uit mijn jeugdjaren. Twee jongens die aan het vechten waren op het schoolplein. Na een heftige worsteling moest een van hen het onderspit delven. Waarop de ander hem vroeg, terwijl hij hem in de houdgreep hield: „Smeek om genade. Alleen dan zou hij hem loslaten.

Hoewel die jongens niet veel van genade hadden begrepen, was dit voor hen beiden wel duidelijk: Ik laat je alleen gaan, wanneer je erkent dat ik gewonnen hebt. Nu vraag ik jou: „Weet jij wat genade is?”
‘Genade’ is zo’n bekend woord. Je hoort het in elke preek. Bij de herdenking van de Hervorming kwam het naar voren: ‘sola gratia’, alleen genade. Dat was een van de grote ontdekkingen van de reformatoren.
Heb jij het ook al ontdekt?
Het is alweer jaren geleden. Ik had gepreekt in de gemeente van Vianen. Na afloop van de preek kwam een oude man in zijn wagentje de consistorie binnen. Het bleek een oud-ouderling van de gemeente te zijn. Hij wilde graag nog even aan de jonge student die ik toen was een hand geven. Hij had een beroerte gehad en kon nauwelijks meer spreken. Onder tranen kwam er nog maar één woord over zijn lippen: Genade.
Waarom was dit voor die man en voor de Hervormers zo’n wezenlijk woord, dat het de inhoud van hun leven betekende? Laten we eens luisteren naar wat de Bijbel zegt.
Paulus schrijft aan de gemeente van Efeze: „Uit genade zijt gij zalig geworden.” Zalig worden en genade hebben dus alles met elkaar te maken. Prachtig hoe onze kanttekeningen dat woord zalig omschrijven: „dat is van de zonde en de straf verlost zijn en een erfgenaam van de eeuwige zaligheid geworden”.

Wij zijn zondaren, hebben Gods wet menigmaal overtreden en hebben daardoor de eeuwige straf verdiend.
Ik vraag heel eerlijk, op de man af: „Is dat de nood van jouw leven geworden?” Kun je eigenlijk niet verder leven omdat je weet: Ik moet voor Gods rechterstoel verschijnen en ik kan voor Hem niet bestaan. Ik moet gered worden van de vloek der wet, van de slavernij der zonden en van het eeuwige verderf?
Je voelt daarbij (en dat maakt je geheel hopeloos): Ik kan mij daarvan niet verlossen. Ik die geleerd heb om kwaad te doen, kan niets doen wat God aangenaam is. Hoe moet het nu met mij?
Wat wordt het dan een groot wonder, wanneer er in de kerk gepreekt wordt over genade. Genade voor goddelozen, genade voor opstandelingen, genade voor vijanden. Wat betekent dat toch? Wel dat God uit vrije gunst alleen jou verlossing aanbiedt van al je zonden en schuld. God is niets aan jou verplicht, jij hebt Hem alleen maar gekrenkt. En toch zegt Hij: Ik wil jou zalig maken, verlossen uit de macht van de zonden, je de straf kwijtschelden en je het eeuwige leven schenken.
Maar Heere, denk je misschien, hoe kan dat toch? Ik heb straf verdiend, hoe kunt U mij dan toch zalig maken? Dat kan, zo luidt het goddelijke antwoord, omdat Mijn Zoon voor jou de straf heeft willen dragen. Hij heeft met Zijn leven willen betalen voor de schuld van verloren zondaren. Hoor maar wat Hij uitgeroepen heeft op Golgotha: „Het is volbracht.”
Op dat kruis schittert Gods genade voor zondige mensen. Jezus, Gods Zoon, kwam uit liefde naar de wereld om daar door lijden en sterven zondaren met God te verzoenen.

Daarom kan die wonderlijke boodschap klinken uit de mond van Jesaja: Komt, koopt en eet, zonder prijs en zonder geld. Je kunt dus de zaligheid verkrijgen om niet, gratis. Je hoeft er niets voor te betalen. Is dat niet het grote wonder voor jou in je hulpeloosheid?
Je kunt immers niets betalen. Nu betekent genade: Er is betaald. Zonder enige verdienste van jouw kant wil de Heere aan jou vergeving schenken. Buig dan je hoofd eerbiedig voor deze genadige Koning. Bied Hem al je zonden en schuld aan. Belijd Hem: Ik heb zwaar gezondigd en straf verdiend. Waarop er dan nog maar één bede overblijft: „Wees mij genadig.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 november 2013

Terdege | 100 Pagina's

„Wees mij genadig”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 november 2013

Terdege | 100 Pagina's