Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kasteelvrouwe van Nederhoven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kasteelvrouwe van Nederhoven

6 minuten leestijd

Het onderhoud van het kasteeltje met de omringende tuin kan soms drukken. Toch zou Johanna van Basten Batenburg-Dahmen niet graag afscheid nemen van Nederhoven. „Je hebt met zon huis een molensteen aan je hals, maar die is nog niet zo zwaar dat we zeggen: We leggen het bijltje erbij neer.

De herfsttooi van het geboomte rond Nederhoven is van een ontroerende pracht. Een honderd meter lange lindenlaan verbindt de edelmanswoning met de Nieuwstraat in Beegden. Eeuwenoude eiken en beuken vormen een erewacht rond het monumentale pand, dat in 1614 als jachthuis werd gebouwd op de fundamenten van de oude Neerhof. De houten tafel voor de gevel ligt vol druiven. „Die moeten een beetje narijpen", zegt Johanna van Basten Batenburg, geboren Dahmen (79). „Daarna wordt er jam van gemaakt, door een vriendin van me. Zelf ben ik bezig met de peertjes en de kweeën."
Als jong meisje bracht ze de zomervakanties op Nederhoven door, vaak met haar grootouders. „Het was in die tijd een zomerverblijf waar de hele familie gebruik van maakte." De slotgracht en de tuin vormen een eldorado voor vogels, die laag en hoog kunnen nestelen. De es, de ginkgo en de metasequoia torenen boven Nederhoven uit. „Als u meer over de ginkgo wilt weten, moet u de gedichten van Goethe lezen", adviseert de vrouw des huizes.

Zomerverblijf
Tot de Franse Revolutie was Nederhoven een leen van de graven van Horn. De middeleeuwer Meinhart van Lövenich wordt in de archieven vermeld als eerste leenman. De dood maaide in zijn familie veel levens jong af. Daardoor wisselde het huis snel van bewoners, maar wel door vererving. Tot het in 1887 werd aangekocht door de Roermondse koopman Reinier Johan Willem Dahmen, groothandelaar in landbouwzaden. Met echtgenote Marie Josèphe Dieudonnée geboren Tissen ging de overgrootvader van de huidige bewoonster het kasteeltje als zomerverblijf gebruiken. In de oude keuken hangen twee geschilderde staatsieportretten. „Dat zijn ze", lacht mevrouw Van Basten Batenburg. „Ik ben geboren in hun huis in Roermond."
Aan de zomervakanties in Beegden kwam een eind door de inval van de Duitsers. Het kasteeltje werd gevorderd. Na de bevrijding moest het verplicht worden verhuurd, vanwege het gebrek aan woonruimte in de naoorlogse jaren. „Er kwamen twee families te wonen."

Kostschool
Vader Dahmen, die rechten studeerde, begon zijn loopbaan bij het openbaar ministerie in Roermond en eindigde als rechter in Maastricht. Johanna, de oudste dochter in het orthodox rooms-katholieke gezin met zeven kinderen, was voorbestemd om haar moeder tot steun te zijn. In 1946 ging ze voor zes jaar naar de kostschool van de zusters van de Sociëteit van het Heilig Hart in Vaals. „Je hoort vaak negatieve verhalen over die internaten, maar ik heb er veel geleerd. Wel miste ik mijn broers en zusjes. Je mocht maar vijf keer per jaar naar huis."
Na het afronden van de kostschool zat ze een jaar op de huishoudschool, werkte ze als au pair in Frankrijk en hielp ze haar moeder in het omvangrijke huishouden. In 1959 trad ze in het huwelijk met de acht jaar oudere Eugène van Basten Batenburg en verhuisde ze met hem naar Arnhem.

Koetshuis
In 1963 werd de verplichte huur van Nederhoven opgeheven. Vader Dahmen, die alle opstal binnen de gracht en de tuinmuur van de familie overnam, liet het huis voorzien van elektriciteit, water, sanitair en verwarming. Later kwam ook de boerderij in handen van de rechter. In 1965 ging hij Nederhoven permanent bewonen. De rechter scheef zijn vonnissen in de bibliotheek naast de woonkamer. De buiten de tuinmuur gelegen boerderij en het omringende land bleven bezit van de familie.
Om wat meer gerief te hebben, verhuisde de eigenaar van Nederhoven in ’69 naar de oude paardenstallen, die hij liet verbouwen tot een sfeervol onderkomen. Sindsdien spreek de familie van ‘het koetshuis’. Zijn vrouw overleed er in 1983, hij in 1993.
Op verzoek van de familie betrokken Johanna en Eugène in 1988 het kasteel, om een oogje op vader te houden. „Mijn man had een adviesbureau, dus hij kon zijn zaken grotendeels thuis achter de telefoon doen. Na het overlijden van vader hebben we eerst het huis en het koetshuis overgenomen. Naderhand de hele kern, dus ook de boerderij en de zeven hectare grond rond het huis."
Vrienden en bekenden vonden het een onbegrijpelijke stap, maar Johanna wist zich moreel verplicht haar vader bij te staan en de zorg voor het landgoed over te nemen. Uit vrije wil. „Mijn mooiste jeugdherinneringen zijn aan deze plek verbonden. De wandelingen, het licht, het bezoek... Al kunnen we dit kleine landgoed nu ons eigendom noemen, we weten heel goed dat we het maar voor een tijd te leen hebben. De bedoeling is dat we het stokje op een goede manier doorgeven aan een volgende generatie. Mijn man ervaart dat net zo. Die is geboren op kasteel Holtmühle in Tegelen en kwam hier in zijn vroege jeugd al jagen."

Subsidie
Met het pensioen van Van Basten Batenburg en de bescheiden inkomsten uit de pacht van de boerderij probeert het echtpaar Nederhoven in stand te houden. Voor de buitenkant van het huis verleent de overheid subsidie, maar de administratieve rompslomp die daarbij hoort is een drama geworden. „Je moet een zeer gedetailleerd plan indienen. We wachten nu op de goedkeuring van de aanvraag voor de komende zes jaar. Je hebt met zo’n huis een molensteen aan je hals, maar die is nog niet zo zwaar dat we zeggen: We leggen het bijltje erbij neer. Zeker niet." De heer des huizes, inmiddels 87 jaar oud, neemt een groot deel van het tuinonderhoud voor zijn rekening. Zijn echtgenote fungeert als gastvrouw. Het koetshuis doet nu dienst voor bed and breakfast. Over verhuur spreekt de vrouwe van Nederhoven liever niet. „Ik zeg altijd: ‘Wij hebben logees’. Dit huis en de omgeving hebben een verhaal. Dat wil ik mensen laten proeven. Het is hier prachtig wonen, daar willen we anderen van mee laten genieten."

Inrichting
Eens per jaar komen alle broers en zussen Dahmen met hun kinderen naar Beegden. Voor de jaardienst van hun ouders. „Die zijn hier in Beegden begraven. Na de dienst komt de hele club naar Nederhoven en drinken we koffie. Met vlaai erbij, dat hoort zo in Limburg."
Onder de vier kinderen is er momenteel geen een die de behoefte voelt om de taak van pa en ma over te nemen. „Dus gaan we gewoon door. Ik hoop dat Nederhoven in de familie blijft, maar je kunt je kinderen niet verplichten deze verantwoordelijkheid op zich te nemen."
Zelf had ze nooit spijt van haar komst naar Nederhoven. „Wel dacht ik soms: Oei, oei, het is toch meer dan ik had bedacht. Je springt in het water en je moet maar zien dat je boven blijft. Het water verandert niet, dus je moet je oefenen in het zwemmen en soms even een knopje in je hoofd omzetten. Als je dat niet kunt, kom je in een inrichting terecht. Ik zie vooral de mooie kant van het wonen op deze prachtige plek."

www.landgoednederhoven.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2013

Terdege | 188 Pagina's

Kasteelvrouwe van Nederhoven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2013

Terdege | 188 Pagina's