Huisjesmelker in crisistijd
Een doorsnee vastgoedondernemer is Cor Verkade niet. Naast zijn dagelijkse arbeid aan de Amsterdamse Herengracht is hij docent, lekenprediker, columnist voor de Reformatorische Omroep, voorzitter van stichting de Bijlmerkerk, fanatiek schaker en drijvende kracht achter een brede conservatieve partij in oprichting. „Je kunt van moderne heidenen niet verwachten dat ze op de SGP gaan stemmen.
Dagelijks verplaatst mr. Cor Verkade (47) zich met een simpel vouwfietsje naar het NS-station in zijn woonplaats Gouda, om daar met het vehikel plaats te nemen in de trein. Vanaf Amsterdam Centraal kart hij naar de Herengracht 74, waar hij het stalen ros aan de gietijzeren paal van een verkeersbord bevestigt. De begane grond van het statige herenhuis doet dienst als kantoor van Van Dam, Van Dam & Verkade, de verdiepingen erboven zijn verhuurd aan expats.
Als 22-jarige student belandde de welbespraakte domineeszoon ongepland in het onroerend goed. „Ik huurde een kamer in een studentenhuis aan het Brederoplein in Utrecht”, vertelt hij op een terrasje aan de gracht. „Op een dag liet de huisbaas weten dat hij het pand ging afstoten. Ik heb hem gezegd dat ik het dan wel wilde kopen.” De weken erna trok de rechtenstudent langs banken om de benodigde 162.000 gulden bij elkaar te krijgen. Als alternatief voor een loonstrook nam hij het briefje mee waarop zijn basisbeurs stond vermeld. „Dat werd weggehoond.”
Met dezelfde vasthoudendheid ging de jongste zoon van ds. J.P. Verkade welgestelde particulieren uit de familie- en kennissenkring benaderen. „Ik kreeg 110.000 gulden bij elkaar, toen was de bron uitgeput. Uiteindelijk heeft de AMEV de resterende 52.000 gulden erbij gelegd.”
Koerier
Vader Verkade zag weinig in de transactie. „Hij waarschuwde me voor de gevolgen van een oorlog. ‘Dan zijn al je studenten weg.’ Over risicoanalyse gesproken! Ik denk dat ik het zakenbloed van hem heb geërfd. Voordat hij dominee werd, was pa boer. Het verhandelen van beesten vond hij het mooiste onderdeel van het vak. In handelen was hij beter dan ik. Kopen en verkopen vind ik met een christelijke levensovertuiging niet eenvoudig. Ik voel me meer thuis in de dienstverlening.”
Eerder zette de Utrechtse student al het bedrijfje Cor Couriers Contact op. „Van dinsdag op woensdag sliep ik nooit, maar bezorgde ik vijftig pakketjes. Daarmee had ik mijn weekloon binnen. Limburg en Twente werden bediend door studenten met een OV-kaart. Rond ’94 ben ik ermee gestopt.”
Het aankopen van studentenwoningen met geld van particuliere beleggers zette hij voort. Over onderhoud en studentenwoonwensen is hij duidelijk. „Ik heb mijn huurders altijd behandeld zoals ik zelf behandeld wilde worden: een lage huur en een huurbaas die zich zo min mogelijk laat zien. Alles wat nodig is laten we nu doen door vakmensen, maar als studenten meer dan het noodzakelijke willen, berekenen we de gevolgen daarvan voor de huur. Dan verdwijnen de meeste wensen als sneeuw voor de zon. Ik ben conservatief en wil de nieuwe generatie in dat gedachtegoed opvoeden. Elke wens heeft gevolgen. Niet alle kinderen leren dat nog van hun ouders.”
Vastgoed
De woning aan het Brederoplein maakt nog steeds deel uit van het vastgoed van Verkade. „Nu woont er onder meer een nichtje van me, hopelijk komen mijn eigen kinderen er te wonen als ze gaan studeren. Het is mijn bedoeling dat dit pand tot de jongste dag een door reformatorische christenen bewoond huis blijft.”
In 1998 richtte Verkade met Aren en Moshe van Dam een vastgoedonderneming op. De onroerendgoedportefeuille van de heren, voor RD-lezers bekend door hun gestaag weerkerende advertentie op de voorpagina van deze krant, omvat inmiddels ruim zestig panden, goed voor een kleine 85 miljoen euro en een huurwaarde van 6,2 miljoen euro. Het begon met studentenhuizen. Tegenwoordig kopen ze voornamelijk winkels op A-1-locaties in middelgrote Duitse steden en woonhuizen in Amerika.
De crisis weten ze handig te gebruiken. „Ons product – goedkope, veilige, flexibele geldleningen – is een stuk aantrekkelijker geworden. Vóór de crisis gaf de bank 5 procent en ons bedrijf 7 procent rente, nu geeft de bank rond de 1 procent en wij bieden 6 procent.”
De heren combineren het geld van ruim 230 particuliere geldverstrekkers, die vanwege de wet- en regelgeving tegenwoordig minimaal een ton moeten inleggen, met het van banken geleende geld en hun eigen vermogen. Hun verdiensten liggen in het verschil tussen de huuropbrengst en de uitgekeerde rente. „Het dure geld van particulieren mixen we met goedkoop geld van de banken.”
Gouden regels
Omdat de Amsterdamse vastgoedonderneming geen last van leegstand heeft en de meeste inkomsten uit de verhuur komen, heeft de economische malaise weinig invloed op het rendement. „Het kon mijn vader niks schelen als een koe door marktomstandigheden honderd gulden minder waard werd, zolang de melk die hij eruit haalde maar hetzelfde opbracht”, verklaart Verkade. „Ons vak heeft de negatieve benaming ‘huisjesmelker’. Ik zie die term als een geuzennaam. De één melkt koeien, de ander huizen. Wanneer je je aan het ethisch kompas van de Heilige Schrift houdt, is daar niets mis mee.”
De economische ellende is volgens de kleurrijke vastgoedondernemer te wijten aan de „haai-, naai-, graai-, paai-, aai- en snaaicultuur”. Zelf zegt hij zich te willen laten leiden door „meneer Calvijn”. „Die heeft zes gouden regels voor ons vak gegeven. Je behandelt andere mensen zoals je zelf behandeld wilt worden. Je neemt geen risico’s met andermans geld die je met je eigen geld niet zou willen lopen. Je vraag alleen rente voor zakelijk gebruikt geld. Je zorgt er altijd voor dat je wat geld beschikbaar houdt voor mensen in financiële nood. Je vraagt nooit meer rente dan met het geld kan worden verdiend. Ten slotte: dit werk moet je nooit fulltime doen. Wie zich aan deze regels hield, heeeft geen last van de crisis.”
Prediker
Het laatste advies van de Geneefse reformator brengt Verkade in praktijk door de woensdag vrij te houden als “papadag” en gemiddeld een dagdeel per week politicologie en rechten te doceren aan de Evangelische Hogeschool en de Christelijke Hogeschool Ede. „Niet met PowerPoint en dat soort dingen. Ik snap het niet, ik kan het niet, ik wil het niet. In een college wordt gedocéérd, graag zo boeiend dat iedereen luistert. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daarom ben ik binnen onze kerk, de Sint Jan van Gouda, ook betrokken bij het jeugdwerk. Om de vier weken verzorg ik op zondagmorgen voor de kindjes van zes de Bijbelvertelling, als enige vader. Om de twee weken doe ik dat op zondagmiddag voor de kindjes van dertien. Aan de jongeren van zeventien geef ik op dinsdagavond catechisatie.”
De domineeszoon erkent ruiterlijk dat de gemeente waartoe hij behoort een andere kleur heeft dan die waarin hij opgroeide onder de prediking van zijn vader. „Als ik zelf predikant was in onze gemeente, zou ik sommige accenten anders leggen, maar ik ben te hervormd opgevoed om in een afgescheiden gemeente te passen. En ik heb niet de vrijmoedigheid om naar een andere hervormde gemeente te rijden. Ik voel me thuis bij de houding van Pietje Baltus. Die bleef op haar plek en vermaande daar haar predikant. Laten we met elkander trachten die Pietje-Baltusgestalte te beoefenen.”
Als voorzitter van Stichting ‘de Bijlmerkerk’ heeft hij regelmatig contact met Amsterdamse migrantenkerken en evangelische gemeenten van eigen bodem. „Zo nu en dan krijg ik het verzoek om in een dienst een stukje uit ’s Heeren Woord uit te leggen. Ik heb niet de vrijmoedigheid om dat te weigeren. M’n laatste preek, op de boetedag van de Gereformeerde Gemeenten, ging over de tekst: ‘Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren’, een van de meest misbruikte teksten in reformatorische kring. De inhoud ervan is niet beperkend, maar juist heel ruim: lees Dächsel en de onvolprezen kanttekeningen bij onze Statenvertaling. Ooit hoop ik nog eens theologie te gaan studeren.”
Moderne heidenen
Voorlopig zit het er niet in. De zelfbewuste vastgoedondernemer werd penningmeester van de landelijke Vereniging Vastgoed Belang en voorzitter van Vastgoed Belang midden-Nederland. Hij heeft ook nog zijn wekelijkse column voor de Reformatorische Omroep, de 850 volgers op Twitter die hij dagelijks deelgenoot maakt van de oprispingen in zijn brein en de beoefening van de schaaksport her en der in het land. Via internet participeert hij in vijf digitale partijen. „Elke dag doe ik per partij een stuk of twee zetten. Schaken is belangrijk voor het intact houden van je denkvermogen.”
Voor stichting Hulp Vervolgde Christenen liet hij zich in het najaar zes dagen opsluiten in de gevangenis van het Roemeense Gherla, om aandacht te vragen voor christenvervolging wereldwijd. „Het was indrukwekkend om rond te lopen in de dodencel waar ds. Richard Wurmbrand maandenlang gemarteld is.”
Politiek beijvert hij zich met een aantal vrienden voor de vorming van een brede conservatieve partij. Voor de volgende Kamerverkiezingen moet die er zijn. „Elk weldenkend mens is conservatief”, verzekert Verkade. „De kern van het conservatieve denken is, dat de mens geneigd is tot alle kwaad en door opvoeding, maatschappij en overheid tot de deugden moet worden geleid. De SGP zit daar dicht bij, maar denkt nog te weinig na over de staatstaak. Die is Bijbels bezien miniem. In die minieme taak dient ze Gods dienares te zijn en zich niet met van alles en nog wat te bemoeien. Ook Elbert Dijkgraaf benadrukt dat regelmatig. Daardoor voel ik me zeer verbonden met zijn partij, maar je kunt van moderne heidenen zoals de meute aan deze gracht niet verwachten dat ze op de SGP gaan stemmen. Voor hen moet die conservatieve partij er komen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juli 2014
Terdege | 84 Pagina's