Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veilig in Jezus’ armen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veilig in Jezus’ armen

4 minuten leestijd

Op 12 februari is het een eeuw geleden dat in de Amerikaanse plaats Bridgeport Fanny Crosby haar laatste levensadem uitblies. Een maand later zou ze 95 jaar zijn geworden.
Fanny Crosby wordt een van de meest productieve schrijfsters van gezangen genoemd. Ze heeft er wel achtduizend op haar naam staan. Toen Fanny zes weken was, kreeg ze een oogontsteking vanwege een hevige kou. Als gevolg van een verkeerde oogbehandeling werd ze blind.
Omdat haar vader stierf toen ze nog maar een jaar was, werd ze opgevoed door haar moeder en grootmoeder. Zij, beiden lid van een methodistische gemeente, hielpen haar al vroeg hele Bijbelgedeelten uit het hoofd te leren.
Fanny’s blindheid heeft haar nooit moedeloos gemaakt. Toen ze negen was, schreef ze een gedicht met de volgende passage: „Oh what a happy soul I am, Although I cannot see (...) How many blessings I enjoy, That other people don’t.” („Wat ben ik toch gelukkig, hoewel ik blind ben. Wat mag ik toch veel zegeningen genieten, die anderen niet kennen.”)
Later zei ze: „Het schijnt voorbestemd te zijn door de gezegende voorzienigheid Gods, dat ik mijn hele leven blind zou zijn. En ik dank Hem voor deze toebedeling. Als mij morgen volledig aards zicht werd aangeboden, zou ik dat niet accepteren. Ik zou misschien geen gezangen tot Gods lof gezongen hebben, als ik afgeleid zou zijn geweest door de mooie en interessante dingen rondom mij (...) Als ik in de hemel kom, zal het eerste gezicht dat mijn ogen zal verblijden dat van mijn Heiland zijn!”
Als iemand medelijden toonde om haar blindheid of een onvriendelijke uitlating deed over de arts die haar ogen verkeerd had behandeld, antwoordde ze: „Geef de dokter niet de schuld. Hij is waarschijnlijk al overleden, maar als ik hem kon ontmoeten, dan zou ik hem zeggen dat hij mij onbewust de grootste gunst ter wereld heeft bewezen.”
Toen Fanny vijftien jaar was, ging ze naar een blindenschool in New York. Daar leerde ze piano en gitaar spelen. Op haar 24e schreef ze een eerste dichtbundel, met als titel ‘Het blinde meisje’. Ze trouwde op 27-jarige leeftijd met een blinde musicus. Samen kregen ze een dochtertje, dat al jong stierf.

Het meest populaire lied dat Fanny dichtte, was ‘Veilig in Jezus’ armen’. Aan de totstandkoming van dat lied zit een bijzonder verhaal. Eens liep ze op straat in New York, toen er bij een ongeluk paniek uitbrak. Een moeder kwam met haar kind in het gedrang, zodat ze haar kind liet vallen. Ze raapte het huilende kind vervolgens op en suste het met de woorden: „Wees maar stil, je bent veilig in moeders armen.” Die woorden lieten Fanny niet los.
In diezelfde tijd kwam ene heer Doane bij haar op bezoek, met een melodie waarop hij een lied geschreven wilde hebben. Fanny trok zich terug en nog steeds denkend aan de woorden van die troostende moeder dichtte ze ‘Veilig in Jezus’ armen’. Bij de begrafenis van de Amerikaanse president Ulysses Grant in 1885 zong ze dit lied. Bij vele gelegenheden is het later gezongen. Of het altijd terecht was, laten we over aan de Hartenkenner en Nierenproever.
In ieder geval was het lied ook van grote betekenis in het leven van de vrouw van Johan Gonlag. Over het geestelijk leven van haar en haar man verscheen in 1960 een boekje, met een voorwoord van ds. C. Smits. Ontroerend is wat er staat van haar broertje Bertus, die op tienjarige leeftijd overleed. Hij mocht weten geborgen te zijn in het bloed van het Lam. Toen zijn moeder met een vrouw bij zijn bed kwam en huilden, zei hij tegen de verpleegster: „Laat die vrouwen weggaan”, terwijl hij het lied van Fanny Crosby begon te zingen:

Veilig in Jezus’ armen,
veilig aan Jezus’ hart;
daar in Zijn teer erbarmen,
daar rust mijn ziel van smart.


Het werd bij zijn begrafenis ook door de kinderen van de zondagsschool gezongen, net als bij president Ulysses Grant van Amerika.

Ds. M. van Kooten, Elspeet

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 februari 2015

Terdege | 84 Pagina's

Veilig in Jezus’ armen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 februari 2015

Terdege | 84 Pagina's