Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De adelstand van de bedelstand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De adelstand van de bedelstand

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het werk van God is een vaste orde, die ds. J.J. van Eckeveld bij gelovigen over de hele wereld herkende. Tegelijk kreeg hij meer oog voor de variatie in de geestelijke gang van Gods kinderen. Aan beide lijnen wil de predikant recht doen met zijn boekje Is het ook voor mij?.

In de loop der jaren sprak ds. J.J. van Eckeveld (67) voor diverse groepen over de toe-eigening van het heil in relatie tot de heilsorde. Opvallend was de grote aandacht bij de hoorders, variërend van studenten tot ambtsdragers. „Het is een onderwerp dat mensen heel persoonlijk raakt, dat merk je.”

Hebt u er ook zelf mee geworsteld?
„Zeker. Al in mijn vroege jeugd ontmoette ik kinderen van God die met elkaar over het geestelijke leven spraken. Dat maakte diepe indruk op me, maar het was iets van een andere wereld. Ontzaglijk ver weg. Kijk ik op mijn leven terug, dan had ik al vroeg indrukken van het Woord, maar ik kon niet geloven dat die voortkwamen uit Gods werk in mijn hart.”

Waardoor veranderde dat?
„Als de Heere doorwerkt, komen er momenten dat je meer en meer overwonnen wordt door de majesteit van het Woord. Dan stelt het je diep schuldig en slaat het alle gronden buiten Christus in je leven weg, maar opent het ook het wonder van vrije genade. We hadden hier vroeger een oude ouderling die weleens zei: ‘Geloven is onmogelijk of het gaat vanzelf’. Zit je in jezelf rond te tobben, dan is het voor je gevoel onmogelijk dat God in gunst op je neerziet, maar als het Woord kracht doet, is het onmogelijk om niét te geloven.”

Worstelde u daarna nog wel eens met de vraag: Is het ook voor mij?
„Om eerlijk te zijn wel. Volgend jaar hoop ik veertig jaar predikant te zijn. In al die jaren heb ik duizenden preken gehouden, maar dat wil niet zeggen dat je persoonlijk in het heil mag delen. Met je ambt kun je God niet ontmoeten.
Vier en een half jaar geleden kreeg ik een hartinfarct, gevolgd door een hartstilstand in het UMC. Ik ben gereanimeerd en daarna gedotterd. Op de dottertafel besefte ik heel goed dat ik langs de rand van het graf was gegaan, en dat het gevaar nóg niet voorbij was. Ik lag daar als een arme, schuldige zondaar, dat doorleefde ik heel diep, maar ik mocht ook van harte voor Gods aangezicht zeggen dat ik de grond van mijn hoop buiten mezelf wist, in Christus. De Heere kwam toen zo dichtbij in Zijn gunst en ontfermen, zoals ik het nooit eerder had ervaren. Ik heb altijd vrees gehad voor de dood, maar die viel volkomen weg. Als de vrede met God in Christus je hart vervult, is de dood geen dood meer. Ik heb toen een ogenblik doorleefd wat het inhoudt dat een mens kan sterven, rustend op de verdiensten van Christus. Dat heeft een blijvende wending in mijn leven gegeven. Niet dat ik de zekerheid nu op zak heb, maar er is meer vastheid gekomen.”

Hoe verklaart u dat de vragen rond de toe-eigening van het heil onder orthodoxe christenen in andere landen minder spelen?
„Door mijn werk voor de zending ben ik op alle continenten geweest. Opmerkelijk vond ik dat in wezenlijke contacten met christenen uit andere culturen altijd de drie stukken van de Heidelbergse Catechismus doorklonken: de werkelijkheid van de zonde, het wonder van het werk van de Zaligmaker en het verlangen om voor de Heere te leven. De blijvende worsteling om de toe-eigening kom je inderdaad minder tegen. Wij staan in de traditie van de Nadere Reformatie. Die legde veel nadruk op de kenmerken van genade. De puriteinen deden dat ook, maar legden toch wat andere accenten, meer gericht op het vluchten tot Christus. Beide tradities zijn mij lief en wil ik bij elkaar houden. Richt je je uitsluitend op de kenmerken van genade, dan bestaat het gevaar dat je in jezelf blijft blikken, terwijl we het oog juist buiten onszelf moeten slaan, op Christus. De hervormde ds. J. van der Haar zei eens: ‘Het probleem is dat er onder ons meer tobbers zijn dan bedelaars.’ Met tobben blijf je in jezelf ronddraaien. Een bedelaar richt zich op een ander, om iets te mogen ontvangen.”

Hoe ziet u de samenhang tussen de orde van het heil en de toe-eigening van het heil?
„De orde van het heil geeft aan wat wezenlijke dingen zijn in het werk van God en de theologische samenhang daarvan. In de toe-eigening gaat het om de persoonlijke ondervinding van deze zaken in het hart.”

U constateert dat bij Calvijn sprake is van een zeer sobere orde van het heil, geconcentreerd op de vereniging met Christus door het geloof. Was hij daarin té sober?
„Zo zou ik het niet graag zeggen. Zeker in zijn preken ontmoet je een bevindelijk theoloog, maar bij Calvijn staat het onderwijs in de leer voorop. Zijn hoorders hadden net afscheid genomen van de Rooms-Katholieke Kerk. Daardoor was er een grote behoefte aan onderricht. Toen het gereformeerde protestantisme de staatsgodsdienst werd, ontstond de situatie waarin veel mensen de leer van de Reformatie verstandelijk op een rij hadden zonder de persoonlijke doorleving daarvan te kennen. Dat gaf de behoefte om sterker te onderscheiden wat werkelijk geestelijk leven is.”

Er kwamen theologen die zeventien schakels onderscheidden in de orde van het heil.
„Dan wordt het wel erg ingewikkeld, om dat beladen woord te gebruiken. Je kunt te ver gaan in het onderscheiden. Belangrijk is dat we de schakels in de keten van het heil terugvinden in de Bijbel. En dat de kenmerken niet gaan fungeren als een rijtje waarmee we bepalen waar we ons op de weg bevinden, of wat de volgende stand is die we zullen gaan beleven. Daar moeten we ook in de verkondiging geen aanleiding voor geven. De prediking mag nooit rust geven buiten Christus, maar moet tegelijk recht doen aan de vrijmacht van de Heilige Geest. ‘De wind blaast waarheen hij wil’, zegt de Heere Jezus over het werk van de Geest.”

Wat heeft het te zeggen dat de Heere Jezus na tal van genezingen sprak: ‘Uw geloof heeft u behouden’?
„Dat zelfs het kleinste geloof aan Christus verbindt. Wie met Hem verbonden is, kan niet meer verloren gaan. Wat dat betreft doen we er goed aan om dicht bij de theologie van Calvijn te blijven.”

Ryle benadrukte dat in de wedergeboorte alles wordt geschonken. Opwas in de genade is volgens hem meer zicht krijgen op dat wat God heeft gegeven?
„Die mening deel ik. De Heere geeft in de wedergeboorte niet een stukje van de zaak, maar de complete zaligheid. Het is als met een cadeau waarin verschillende voorwerpen zitten. Dat ontvang je als geheel, maar pas bij het uitpakken ontdek je wat er allemaal in zit. Zo wordt in de wedergeboorte alles geschonken, maar leer je in de weg van de geloofsoefeningen wat het geschenk omvat. Je raakt steeds meer verwonderd over wat er allemaal uit komt.
In de prediking moet niet alleen de gave van God verkondigd worden, maar ook wat het uitpakken van het cadeau inhoudt. Dat is Bijbelse kenmerkenprediking, tot vertroosting en tot zelfonderzoek. Waarbij we niet alleen aandacht hebben te besteden aan de kenmerken in het hart, maar ook aan de zichtbare kenmerken die de Bijbel noemt. Als het innerlijke werk Gods aanwezig is, komt dat uit in de vruchten des Geestes. Daar hoort de levenswandel helemaal bij.”

Wat is voor u de hoogste stand in het genadeleven?
„De adelstand van de bedelstand. De laatste woorden die men van Luther vond, op een briefje in zijn sterfkamer, waren: ‘Wij zijn bedelaars, dat is waar.’ Hoe verder je op de weg komt, hoe groter Christus wordt en hoe kleiner ikzelf. Daarom blijft het geloof, ook het bevestigde geloof, een toevluchtnemend karakter houden. Het is geen best teken als we boven de bedelaarsgestalte uit groeien.”


Boekinformatie
‘Is het ook voor mij?
De toe-eigening van het heil’, door ds. J.J. van Eckeveld, is een uitgave van Den Hertog, Houten; 91 blz.; € 12,90; ISBN: 978 90 331 2692 5.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2015

Terdege | 108 Pagina's

De adelstand van de bedelstand

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2015

Terdege | 108 Pagina's