Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitstervende tradities van Staphorst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitstervende tradities van Staphorst

9 minuten leestijd

Nergens in Nederland lijken de oude tradities zo levend als in Staphorst. Maar ook daar kalven ze af. „De realiteit trekt zich niks aan van wat ik leuk vind.

De boerderij van Dirk Kok (66) ligt in Rouveen. Voor buitenstaanders vormt het dorp een eenheid met Staphorst, maar de plaatselijke bevolking weet beter. Zeker op zondag. Kok is een geval apart. Van 1982 tot 2012 beheerde hij als Rouvener de museumboerderij in Staphorst. Ook zijn eigen boerderij kan zo worden getypeerd. Hij betrok het achterste gedeelte. Moeder Kok, 91 jaar oud, huist voorin. Tegen de zijgevel van de boerderij staat een blauw geschilderd melkrek.
Op het pleintje voor de eeuwenoude hervormde kerk van Rouveen prijkt het beeld van een boer met twee melkbussen op een kar. Het herinnert aan het feit dat in 1998 de melkbus ook hier werd verdrongen door de melktank. Achter de kerk ligt het graf van Frederik Allard Ebbinge Wubben, grondlegger van de gemeente Staphorst. Op initiatief van Kok werd de zwaar verwaarloosde zerk in 2014 gerestaureerd.
Vanaf Rouveen gaat het richting Staphorst. Aan weerszijden van de 12 kilometer lange weg door de twee lintdorpen liggen de karakteristieke, met riet gedekte boerderijen. „Iedereen werd hier boer of trouwde met een boer”, vertelt Kok. „Iemand van gelijk bezit. Toen in de jaren zestig de zoon van een gegoede boer met de dochter van een arbeider trouwde, was dat maandenlang onderwerp van gesprek.” Geleidelijk gebeurde het vaker, teken van de nieuwe tijd. De Staphorsters plegen te zeggen dat alle vernieuwingen vanaf buurtschap De Lichtmis komen. Via Rouveen. „Ze worden het eerst opgepakt door de gereformeerden, dan volgen de hervormde PKN’ers, vervolgens druppelen ze door in Staphorst”, zegt Kok.

Kaasfabriek
De landbouwgrond raakte door vererving steeds meer versnipperd. Ieder sjouwde met bakjes mest naar het eigen stukje land. De kleine boeren gingen er een baan bij zoeken of kozen volledig voor loondienst. In steeds meer boerderijen werd de stal omgevormd tot tweede woning. De overgebleven boeren zijn vrijwel allemaal geëmigreerd naar de buitengebieden. In 1987 fuseerden de laatste melkfabriekjes van Rouveen en Staphorst tot de Coöperatieve Zuivelfabriek Rouveen, waar ze uitsluitend kaas maken.
In het oude kerkje van de vrijgemaakten zitten tegenwoordig de hersteld hervormden van Rouveen, Hasselt en Zwolle. De in 1930 geïnstitueerde oud gereformeerde gemeente kreeg onlangs voor het eerst in het bestaan een eigen voorganger. Proponent Romkes uit Urk nam het beroep aan.
Kok kent in het tweelingdorp bijna iedereen, ongeacht de kerkelijke kleur. De gereformeerd vrijgemaakte Rouvener heeft een zekere voorkeur voor de mentaliteit van de Staphorsters. „Dat is toch wat ander volk. Wat puurder, en meer betrokken op elkaar.” Tot zijn verdriet ziet hij ook onder hen de burenhulp nu afbrokkelen. „De gemoedelijkheid van de streekromans is weg. Iedereen gaat mee met de stroom. De bedrijven zijn zwaar gemechaniseerd, zowel de agrarische als de andere.”

Handwevers
In het overgangsgebied tussen Rouveen en Staphorst adverteert H. Troost door een bord in de tuin met Staphorster stipwerk. „Wi’ woont hier en Henk woont an de achterkant”, vertelt veehouder in ruste Harm Troost ongevraagd. De huisvlijt valt onder zijn echtgenote. „De vrouw doet dat al 42 jaar. Ik zal ze even halen. Ze zit net een boterhammetje te eten, want ze is naar Zwolle en Meppel ‘ewes.”
De 73-jarige Aaltje, gehuld in de traditionele dracht, is zichtbaar content met het onverwachte bezoek. „Reclame is altijd goed”, lacht ze. Een stuk van de voormalige deel is ingericht als winkel voor het vervaardigde goed. Met stipwerk versierde klompen, bloempotten, glazen, dienbladen, eierdoppen, schaaltjes, kaarsen, riemen, kleerhangers... Zoon Jan maakt de stempels. “Volg ons op Facebook”, adviseren kleurige letters op een stuk papier. „Dat is iets van Jan”, zegt Aaltje. „En mama lift mee.”
Voor de klederdrachtdragers in het dorp wordt het steeds lastiger om de uitzet, voorzien van stipwerk, op peil te houden. In 1976 maakte Kok zich op verzoek van de gemeente Staphorst het handweven eigen, omdat de handwevers in Meppel ermee stopten. Door de terugloop van de klederdracht in Staphorst en Rouveen kwamen de weefgetouwen in de museumboerderij terecht.

Mutsen
Op een afgelegen ruilverkavelingsboerderij in het buitengebied restaureert Femmigje Koster (79) Staphorster mutsen. Of ze maakt uit drie oude één nieuwe. „Ze mag het graag doen, maar ze verdient er geen cént an”, brult Albert, haar hardhorende echtgenoot. De bejaarde boerin schat dat beide dorpen samen nog zo’n zeshonderd klederdrachtdraagsters tellen. Terwijl ze de koffie gereedmaakt, klaagt ze haar nood over het ontbreken van nieuwe materialen. Ze moet steeds meer improviseren. „Maar ik doe het graag.”
Terwijl voor allochtonen alle jurken en mutsen gelijk zijn, zien de dragers feilloos de verschillen in motieven, kleuren en versiersels, passend bij de verschillende levensomstandigheden. Femmigje, gekleed in de lichte rouw, overwoog nooit om over te stappen naar de burgerdracht. „Mijn haar is er ook niet geschikt voor.”
In de opkamer staan twee antieke kabinetkasten, gevuld met textiel. De kleinere kast met serviesgoed etaleert de rijkdom van de familie. „We hebben het niet allemaal zelf verdiend”, relativeert Femmigje. „Dit is van de oma’s en weet ik wie allemaal.” Het viel haar destijds zwaar om het dorp te verlaten. Nu is ze blij dat ze buitenaf woont. „Staphorst is Staphorst niet meer. Ook de meisjes gaan studeren, ze komen met een jongen van buiten het dorp thuis en willen de kleren niet meer aan. Bij ons draagt alleen de oudste nog het Staphorster goed. Zo verandert alles.”

Sint Pieter
Van de verschillende molens die Staphorst bezat, is alleen De Leijen nog over. Het café dat op de plaats van het molenaarshuis werd gebouwd, is omgevormd tot restaurant De Molenmeester, een begrip onder fijnproevers in de regio. Van de korenmolen rijden we naar het centrum van ‘de streek’: de grote kerk. In 1952 werd de oude kruiskerk gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In 1991 volgde uitbreiding, om plaats te kunnen bieden aan de groeiende massa hervormde kerkgangers. „Dit is de Sint Pieter van Staphorst”, zegt Kok.
De leegstaande pastorie uit 1909, aan de overzijde van de straat, heeft de omvang van een weeshuis. „Ideaal voor asielzoekers”, vindt de voormalige handwever. „Je kunt er met gemak vijftig in kwijt.”
De zondagse diensten in de sinds 2004 hersteld hervormde gemeente beginnen om half tien en twee uur. De vroege aanvang van de middagdienst komt voort uit de agrarische traditie. De boeren hoefden zich daardoor maar één keer te verkleden. Voor de vrouwen was dat niet weggelegd, weet Kok. „’s Morgens vroeg trokken ze de werkdracht aan, na het melken de tussendracht, voor de kerkgang het zondagse goed. Uit de kerk kleedden ze zich gedeeltelijk om, rond half twee ging de zondagse dracht weer aan. Na de dienst moesten ze opnieuw in de werkkleren, voor het melken. Als dat gedaan was, pakten ze het opknappersgoed.”
Nog even en de verkleedpartijen zijn definitief verleden tijd. „Het is de realiteit”, stelt Kok berustend vast. „Die trekt zich niks aan van wat ik leuk of vervelend vind. Ik heb nog meegemaakt dat de mannen en vrouwen hier gescheiden zaten. Allemaal in klederdracht. Schitterend! Het was een museum op zich. Maar het gaat allemaal voorbij, ook in Staphorst.”


Staphorst
Aantal inwoners:

10.000, inclusief bijbehorende dorpen 16.600.
Oppervlakte:
136 km2, inclusief bijbehorende dorpen.
Kerken:
Hersteld Hervormde Kerk (4600), Hervormd Rouveen-Staphorst (2600), Hervormde gemeente De Rank (1150), Gereformeerde Kerk Staphorst-Rouveen (600), Gereformeerde kerk vrijgemaakt (285), Evangeliegemeente Bethel (125).
Typisch Staphorst:
Klederdracht, Staphorster stipwerk, Staphorster boerderijen
Landschap:
Weide, coulisselandschap


Staphorster kost
Stip: een kluit boekweitpap met bovenin een kuiltje waarin uitgebakken spek en een eetlepel stroop worden gedeponeerd, als variant van pannenkoeken.

Proemenkreuze: een brij van in karnemelk gekookte bloem, waaraan rozijnen en pruimen of abrikozen worden toegevoegd. Proemenkreuze wordt zowel warm als koud gegeten, als dessert. Het gerecht kan ook als groente bij de aardappelen worden geserveerd.


Ds. Tj. de Jong
Ds. Tj. de Jong (1942-2014) kwam ter wereld in het Friese Rinsumageest. Na zijn studie theologie werd hij in 1969 beroepbaar gesteld in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij nam het beroep van de hervormde gemeente te Nieuw-Lekkerland aan, een dorp in de Alblasserwaard. Kort daarvoor trad hij in het huwelijk met Kunie van Gammeren, die bij hem in de klas had gezeten. Na Nieuw-Lekkerland diende hij de hervormde gemeenten van Garderen (1974), Poortvliet (1980), opnieuw Garderen (1985) en Staphorst (1992). Van 1977 tot 1980 was hij zendingspredikant in Rhodesië, het huidige Zimbabwe.
In Staphorst en omgeving werd ds. De Jong niet ten onrechte beschouwd als de machtigste man van het dorp. De IKON-documentaire ‘Staphorst in tegenlicht’ schetste zijn grote invloed in kerk en politiek. Hij was voorzitter van de SGP, de grootse partij in de Overijsselse gemeente. Door zijn kerkelijke gemeente werd hij op handen gedragen. Op 1 mei 2008 ging hij als predikant in de Hersteld Hervormde Kerk “onvrijwillig” met emeritaat. Ook daarna hield hij in Staphorst groot gezag.


Stipwerk
Staphorster stipwerk is een in Staphorst toegepaste techniek waarmee versieringen op de traditionele klederdracht worden aangebracht. Het gebeurt met behulp van stempels: klosjes waarop spijkers zijn bevestigd. Die worden in de textielverf gedoopt. Zowel de motieven als de kleuren van de stippen hebben hun betekenis. Vanaf de jaren zestig ging men de techniek ook gebruiken voor het versieren van allerlei voorwerpen, mede voor toeristische doeleinden.


Museumboerderij
Wie zich een beeld wil vormen van het Staphorst in vroeger jaren, moet een bezoek brengen aan de museumboerderij in het centrum van het dorp. Het woongedeelte van de traditionele Staphorster boerderij is in originele staat bewaard. De bewoners sliepen in bedsteden. De voormalige stal van de museumboerderij fungeert als expositieruimte voor het tentoonstellen van streekdracht, sieraden en volkskunst. De totale collecte bestaat uit 5000 objecten. Een groot deel daarvan ligt in het depot. Dat maakt het mogelijk om wisselende exposities samen te stellen.


Dialect
’t Vleis veur de roet’n en de botten op bedde
Al het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon

Hi-j lek weh ’n Gaellemuniger (Genemuidenaar)
Het gaat hem voor de wind

Ik heb gien wenk iend d’oog’n had
Ik heb geen oog dicht gedaan

Ee ef trek aan de rok
Zij heeft veel aantrekkingskracht op jongens.

Niet zoe emmel
Niet zo netjes

Now zuj’t em
Dat krijg je er van!

Een duuzendste merakel
Een heel klein kansje


Toerisme in Staphorst
Toerisme wordt voor Staphorst geleidelijk een belangrijker bron van inkomsten. Liefhebbers van fietsen kunnen in deze streek, niet ver van Nationaal Park Weerribben-Wieden, hun hart ophalen. In de maanden juli en augustus worden op drie achtereenvolgende woensdagen de Staphorster dagen gehouden, met onder meer demonstraties van oude ambachten. In en om Museum Staphorst zijn klederdrachtshows te zien. Dat maakt niet ongedaan dat de doorsnee toerist liever een klederdrachtdraagster ‘in het wild’ ziet: op de fiets, of de ramen lappend op een keukentrapje. In 1937 is in de Algemene Plaatselijke Verordening vastgelegd dat het verboden is “iemand op of aan de weg zonder diens toestemming te fotograferen”, maar aan die bepaling houdt vrijwel niemand zich. Zeker niet nu het met de traditionele dracht naar het einde gaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 augustus 2016

Terdege | 84 Pagina's

De uitstervende tradities van Staphorst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 augustus 2016

Terdege | 84 Pagina's