Thuis in Huizen stond de Bron centraal
Alle drie werden ze dienaar van het Woord. De broers ds. Jacob, dr. Lambert en ds. Wim Westland, allemaal emeritus hervormd predikant, kijken met dankbaarheid terug op hun opvoeding in Huizen.
Een hervormd bolwerk, dat was Huizen ongeveer een halve eeuw geleden. De predikantenbroers Westland brachten er hun jonge jaren door. Vader werkte er als gemeenteambtenaar en was actief in de hervormde kerk. „De helft van het dorp was destijds hervormd. Zo had Huizen verschillende hervormde scholen. Zondags liep je te midden van een stroom mensen naar de kerk”, zegt dr. L. Westland in de woonkamer van zijn broer ds. Jac. Westland in Putten.
De drie broers komen uit een gezin van zes kinderen. De jongens werden allemaal predikant, hun drie zussen gingen het onderwijs in.
Psalm 43
Het gezinsleven in Huizen was gestempeld door het geloof, zeggen alle drie de broers. Vader Jan Westland was onder meer ouderling en zondagsschoolmeester en zat in een evangelisatiecommissie.
De kinderen speelden thuis kerkje. Ds. Jac. Westland: „De dominee ging dan op het meterkastje zitten, de gemeenteleden zaten op de trap.”
De broers brachten in Huizen het evangelisatieblad Echo van de Inwendige Zendingsbond (IZB) rond. In latere jaren was ds. L. Westland eindredacteur van dat blad. Ds. Jac. Westland: „In een nieuwbouwwijk van Huizen rukte iemand de deur open en schreeuwde de bewoner: ‘Ik wil dat blaadje niet!’ Even later heb ik de Echo toch stiekem door de bus gedaan.”
Ds. W. Westland: „Je bent geschokt als mensen niets van de Heere Jezus moeten hebben.”
Dr. L. Westland: „We ervaren als broers geestelijke verbondenheid die teruggaat op onze jeugdjaren. Al zijn er tussen ons nuanceverschillen. De ene Bron stond centraal in ons ouderlijk huis. Dat was heel waardevol.”
Ds. Jac. Westland: „Op Oudejaarsavond las vader altijd uit Openbaring 22. En op zondagmorgen bad hij of het rijk van de duivel afgebroken en het rijk van Christus opgebouwd mocht worden.”
Ds. W. Westland: „Om kwart voor negen moesten we op zondagochtend allemaal aan tafel zitten.”
Ds. Jac. Westland: „Vader was een nuchtere man en steunde op de trouw van God. Moeder was, zoals ze dat vroeger zeiden, een bekommerde ziel. Maar ze werd wel uitgedreven naar Christus. Ze was gesteld op de prediking van mensen als ds. H.A. de Geus, die onder meer in De Bilt stond, en van ds. C.B. Holland. Hij was de predikant die op 1 oktober 1944 in de Oude Kerk van Putten bad en zong met de honderden mannen die tijdens de razzia van Putten zijn weggevoerd.”
Het overlijden van moeder Gerritje Westland in 1995 staat de drie broers in het geheugen gegrift. Ds. Jac. Westland: „Moeder was dementerend. Heel verdrietig. Ze was opgenomen in een verzorgingshuis in Huizen. Al haar kinderen stonden rond haar sterfbed. We hebben gezongen en gebeden. Toen we psalm 43 vers 4 – „Dan ga ik op tot Gods altaren” – zongen, stierf moeder. Dat was indrukwekkend.” Ds. W. Westland: „Ook het overlijden van vader in 1991 en onze zus Jannie in 2001, die nog maar 61 jaar was, maakte indruk.”
Hebreeuwse boeken
Jacob (of Jaap) en Lambert, die in leeftijd weinig van elkaar verschillen, konden goed leren. Op de lagere school sloegen ze een klas over. Dr. L. Westland: „Ik was best streberig. Op mijn tiende wilde ik al naar het christelijk lyceum in Hilversum. Toen ik een jaar of 15 was, werd een leeftijdgenoot uit mijn directe omgeving doodgereden. Dat maakte diepe indruk op me. Ik vroeg mezelf af: Waar gaat het nu werkelijk om in dit leven? Die gebeurtenis is ook van invloed geweest om de weg te gaan naar het predikantschap.”
Ds. W. Westland, ook leergierig, volgde het spoor van zijn oudere broers. „Ik heb me wel eens afgevraagd: Moet ik als derde jongen uit hetzelfde gezin nou óók predikant worden? Toch wist ik mij geroepen. Mijn broers hebben wel een beetje de weg voor mij gebaand. Zo kon ik van Jacob Hebreeuwse boeken gebruiken. In de zomer, voordat ik de theologische opleiding zou beginnen, heb ik me het Hebreeuwse alfabet alvast eigen gemaakt.”
Niet sentimenteel
De broers leidden elkaars bevestigingsdiensten. Ds. W. Westland: „Dat deden we niet op een sentimentele manier, dat zit niet in ons karakter. Natuurlijk ervaren we een bloedband, maar die meten we tijdens een bevestigingsdienst niet breed uit. Dat heeft te maken met onze kohlbruggiaanse achtergrond: Geen aandacht voor de vrome mens. Alles in Christus, niets in de mens.”
Dat de predikantenbroers elkaars kansels bestegen, stuitte ook wel eens op weerstand, zegt ds. W. Westland. „Dan wilde de consulent zijn beurt niet afstaan. Maar iedere keer konden we critici overreden.”
Dr. L. Westland: „Toen ik op 6 juni 1985 in Utrecht promoveerde, waren mijn twee broers paranimfen.”
Geen ruzie
Voor adviezen gingen de drie dominees Westland niet zozeer bij elkaar te rade, maar meer bij collega’s in de directe omgeving. Of bij vader Westland.
Ds. W. Westland: „Toen ik net predikant was, belde ik iedere zaterdagavond met vader in Huizen. Mijn eerste gemeente was Veen. Een nuchter, maar ook roerig volkje. Een belangrijk advies van vader was: ‘Zorg dat je nooit ruzie maakt, anders moet je het weer goed maken’.”
Zijn broers lachen. „Zo’n advies van vader herkennen we helemaal. Hij was een wijs man.”
In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren ds. Jac. en W. Westland verbonden aan gemeenten die aan elkaar grenzen. Ideaal vonden ze dat niet. Ds. W. Westland: „Mijn broer stond in Ede, ik in Lunteren. De noordkant van Ede en de zuidkant van Lunteren grenzen aan elkaar. Ik kreeg wel jongeren uit de gemeente van mijn broer op catechisatie, zoals boerenjongens uit het buitengebied.”
Genade
De vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, in 2004, en het ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk lieten de drie predikantenbroers niet onberoerd. Ds. W. Westland diende gemeenten die uit elkaar vielen. „Hoewel de scherpe kantjes er nu wat af zijn, laat de scheuring nog steeds zijn sporen na. Pas was ik bij een afscheidsdienst. Aan het ene tafeltje zaten PKN’ers, aan het andere HHK’ers. Ik heb de mensen aan beide tafels de hand geschud, en ben zelf maar op een andere plek gaan zitten.”
Intussen is een zoon van ds. W. Westland in diens voetsporen getreden. Ds. W.J. Westland is predikant van de hervormde gemeente in Lelystad. Ds. W. Westland: „Het is heel wonderlijk dat onze zoon van jongsaf het predi-kantambt wilde bekleden. Een andere zoon is heel anders. Die zei ooit: ‘Pa, al die begrafenissen leiden, dat lijkt me niets.’ Waarop ik antwoordde: ‘Maar ik heb ook te maken met geboortes en trouwerijen’.”
Ds. Jac. Westland: „Het is verblijdend als al je kinderen en kleinkinderen bij de kerk willen blijven.”
Ds. L. Westland: „Het is genade als God doorwerkt van geslacht op geslacht.”
Volgende keer: drie verpleegkundigen uit één gezin.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 augustus 2016
Terdege | 92 Pagina's