Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vuur maken? Veiligheid staat voorop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vuur maken? Veiligheid staat voorop

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er gaat niets boven een gezellig knapperend (haard)vuur. Maar voor het zover is... Hoe maak je een goed vuur en hoe houd je het brandend zonder gevaar voor de omgeving?

Bijna iedere man is dol op vuurtje stoken, of dat nu binnen of buiten is. Vuur fascineert, dat is zeker. Het verwarmt en verlicht, maar het kan ook verwoesten.
Een vuurtje maken mag buiten op de meeste plaatsen dan ook niet zo maar. In de bebouwde kom is het in ieder geval verboden en ook in de vrije natuur mag het lang niet overal. Houd dus de plaatselijke regels goed in de gaten en lees de borden.
In een lange droge periode worden de regels nog eens extra aangescherpt. Begrijpelijk, want een vonkje kan dan al genoeg zijn om vele hectaren bos en hei te verwoesten.

Veilig kampvuur
Hoe maak je een goed en vooral veilig kampvuur? Let op de ondergrond, de omgeving en de wind. Maak nooit een vuur direct op begroeide bosgrond of op de hei. Kaal zand is de beste ondergrond.
Zorg ervoor dat in een straal van minstens een meter om het vuur heen alles “brandvrij” is. Blijf ver uit de buurt van hooibergen, schuren, tenten en auto’s. Let ook op overhangende takken.
Houd altijd blusmateriaal onder handbereik. Dat hoeft geen poederblusser te zijn; zand en/of water is ook prima. Maak geen vuur als het hard waait.

Heb je de juiste plek gevonden, dan kun je aan de slag. Vrouwen en kinderen moeten zich even afzijdig houden; vuur maken is mannenwerk. Laten ze maar alvast goed brandhout gaan zoeken; het liefst dode takken die nog niet zijn gaan rotten. En graag droog hout, want anders rookt het vuur te veel.
Voor een goed vuur heb je brandstof en zuurstof nodig. En om het aan te krijgen, moet de temperatuur hoog genoeg zijn. Dat klinkt simpel, maar valt in de praktijk vaak flink tegen.
We beginnen met tondel. Dat is de officiële naam voor gemakkelijk brandbaar materiaal. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld verpulverde dennenappels, droge houtkrullen, watten (uit de EHBO-trommel) of (wat minder romantisch) gewoon aanmaakblokjes of proppen papier. Ook pluizen uit de wasdroger zijn heel brandbaar. Niet zo vreemd dat dit apparaat nogal eens de oorzaak is van een woningbrand.
Er is zelfs een paddenstoel die als tondel gebruikt kan worden en daaraan zijn naam heeft te danken: de tonder- of tondelzwam. Die vind je aan verzwakte of dode boomstammen. De grote bruine sigaar (grote lisdodde) is ook prima voor het aanmaken van een vuurtje, net als berkenschors. Verder kun je gras, mos of bladeren gebruiken, mits die goed droog zijn.

Piramide
Om de tondel komen wat dunne takjes, in piramidevorm opgestapeld. Als je met een scherp mes inkepingen maakt in de kleine takken, zullen ze sneller vlam vatten. Aan de kant waar de wind vandaan komt, laat je een kleine opening. Om het aanmaakhout stapel je een nieuwe piramide van dikkere takken. Met een lucifer of aansteker steek je de tondel aan; zo nodig even blazen en je vuur brandt.

Na een poosje stook- en kijkplezier moet het vuur ook weer uit. Dat moet zorgvuldig gebeuren, zodat je zeker weet dat er niets meer kan gebeuren als je weg bent. Laat het vuur in geen geval brandend achter! Besprenkel het vuur met water en verspreid het hout en de kooltjes. Als je de verbrande resten kunt aanraken, is het goed. Strooi er voldoende zand overheen. Voel nog een keer met de hand of het vuur echt helemaal uit is. Pas dan mag je naar huis!

Thuis
Een vuur in de open haard kun je op dezelfde manier aanmaken, maar in de meeste gevallen zul je dan wel aanmaakblokjes bij de hand hebben. Bij de oude methode legde je het aanmaakhout onderop en daarbovenop de grotere blokken. De nieuwste methode werkt juist andersom. Leg onder in de kachel of open haard vier wat grotere houtblokken kruiselings op elkaar en leg daarop het aanmaakhout. Daartussen komen de aanmaakblokjes. Helemaal bovenop wat kleine sprokkelhoutjes. Hierdoor zal het vuur van boven naar beneden aangaan. Gevolg: minder rook en minder vervuiling van de schoorsteen. In dit filmpje laat de brandweer zien hoe het moet: https://www.youtube.com/watch?v=KnLUiFD_yp8

Met aanmaakblokjes kun je zelfs zonder aanmaakhout de open haard aan krijgen. Zoek twee stukken hout met een vierkante vorm. Leg ze vlakbij elkaar en klem er twee of drie blokjes tussen. Steek die aan en leg er een blok hout dwars overheen. Na een kwartiertje heb je een mooi vuur, als het hout tenminste droog is. Goed droog hout bevat minder dan 20 procent vocht. Met een speciale vochtmeter (te koop vanaf circa 20 euro) kun je dat zelf meten.
Ook thuis geldt bij een open haard dat het vuur (vrijwel) uit of goed afgeschermd moet zijn, voordat je weggaat of naar bed gaat!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's

Vuur maken? Veiligheid staat voorop

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's