Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkhuis aan het Rodezand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkhuis aan het Rodezand

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het bedehuis van de Gereformeerde Gemeente in Oudewater was maar klein. De kerkgangers kwamen binnen via de kosterswoning. Zestien jaar geleden had de laatste dienst plaats. „Een kerkdeur moeten sluiten is erg.

Het donkerrode balkenplafond in het vroegere kostershuis is hetzelfde gebleven. Verder herkent M. Muilwijk (57) echter weinig in de kerk waar hij 25 jaar geleden zijn ambtelijke loopbaan begon.
Hij was hier de laatste diaken. Voor het eerst is hij er weer terug; hoewel: „Ik heb weleens door de ramen gegluurd.” Hij ontmoet er A.F.M. van der Burg weer, de veehouder uit Rietveld met wie hij bij de notaris zat. „We hadden een mooie boerderij, en ik deed ook wat bouwactiviteiten”, zegt Van der Burg. „Deze kerk kocht ik om een leuke klus te hebben, maar mijn vrouw wilde vanwege haar gezondheid naar de bewoonde wereld, dus we zijn hier zelf gaan wonen.”
De verbouwing duurde tweeënhalf jaar en pakte rigoureuzer uit dan hij had voorzien. „Bij de koop had ik niet in de gaten dat de spanten verrot waren. Dus we haalden het hele dak eraf en brachten een stalen constructie aan. In de kosterswoning trof ik vier vroegere vloeren aan, op elkaar. Toen we echter de kerkvloer openmaakten, schrok ik: de ondergrond was zo zacht als boter en moest eerst worden verstevigd.”
Ook sporen van vroegere verbouwingen werden zichtbaar. „De oplopende kerkvloer was geëgaliseerd.” Voor de preekstoel werd het fundament van de zeskantige katheder zichtbaar die er ooit stond, toen preeklezen nog niet vanaf de kansel gebeurde.

Metamorfose
Van der Burg voegde het huiskamertje, het keukentje en het gangetje van de koster samen en maakte er een keuken van. De kerkzaal werd huiskamer. Waar de kerkenraadsbankjes stonden, staat een bed. Op de plaats van de kansel hangt een grote klok.
De lage galerij werd omhoog gebracht. Boven het liturgisch centrum kwam een tweede galerij, met de andere verbonden door een loopbrug van glas. Op beide galerijen prijkt een kerkraam, afkomstig uit de oude achtergevel. Ook de halfronde ramen in de nieuwe achtermuur zijn een herinnering aan het kerkelijke verleden.
Op de vroegere galerij bevindt zich nu de badkamer. Het kostersgezin moest hier een paar treden op naar hun twee slaapkamers. Die zijn nu samengevoegd. Dakspant en trekstangen herinneren aan vroeger; alleen zat er toen nog geen ledverlichting op de stang boven de huiskamer.
Consistoriekamer en toilet, achter de kansel, maakten plaats voor een glazen overkapping. De consistoriekamer was alleen bereikbaar via de kerk. „Het deurtje was laag”, zegt Muilwijk. „Een lange student stootte er zijn hoofd heel hard.”

Harmonium
Van der Burg kocht de grond achter de kerk, die tot de stadsboerderij van de Weeskamer behoorde. Hij verplaatste de hooiberg achter het buurhuis en rooide een groot aantal hoge bomen. Nu staat er een lange rij bloeiende hortensia’s in zijn tuin.
De Gereformeerde Gemeente had de aardappelschuur naast het kostershuis gekocht en er een fietsenschuur van gemaakt. Erachter lag het tuintje van de koster. Tegen de kerkmuur groeiden druiven. Bij de verkoop werd het perceel gesplitst en maakte de schuur plaats voor een woning.
In de kosterswoning woonde ouderling B. Pols en daarna koster N.A. van Wijngaarden. „Van Wijngaarden was ook organist, op een harmonium met stofzuigermotor. Als ds. J. Karens binnenkwam, zag hij het gangetje vol mensen staan, terwijl de koster op de galerij achter het orgel zat. De predikant wees de mensen dan zelf een plaats.”

Thuislezers
Muilwijk komt uit Ottoland. „De oud gereformeerde ds. M.A. Mieras doopte de kinderen van de mensen uit de Alblasserwaard die ’s zondags niet kerkten. Zo werd ik dooplid van een vrije vereniging, de latere Oud Gereformeerde Gemeente, in Bergambacht. Mijn ouders waren officieel hervormd, maar sloten zich later aan bij de Gereformeerde Gemeente in Nederland van Groot-Ammers. Een broer van mijn moeder, ds. S. de Jong, was echter erg tegen rijden op zondag, dus we lazen thuis. Ik werd in Bergambacht pas uitgeschreven toen ik in 1982 belijdenis deed in de Gereformeerde Gemeente van Stolwijk.”
Bij zijn trouwen in dat jaar kocht Muilwijk een boerderij aan de Papekopperstraatweg in Papekop. „Die namen zeggen het al: het is een roomse omgeving. We zijn in deze buurt de enigen van onze richting. Gelukkig was het kerkje in Oudewater op fietsafstand.”
Bij hun komst zat het nog driekwart vol, maar verscheidene gezinnen gingen later naar Woerden. Muilwijk werd op Dankdag 1991 diaken. De kerkenraad telde daarnaast twee ouderlingen, van wie er één in 1994 verhuisde. „We hebben geprobeerd weer een derde ambtsdrager te vinden, maar dat lukte niet”, zegt Muilwijk. „Ouderling J. de Groot uit Gouda werd door de classis toegevoegd als ouderling van advies en verleende hulpdiensten. Hij woonde de vergaderingen bij en leidde soms een leesdienst. Als er dan verschil van mening was – dat hadden we overigens zelden – gaf hij de doorslag. Zo ontmoette ik hem weer; hij was boerenknecht bij mijn vader geweest.”

Kleine kerkenraad
Als diaken deed Muilwijk „steeds meer ouderlingenwerk. Ouderling J. van Hell was door polio getroffen, dus ik deed bezoekwerk in de gemeente en verzorgde de avondsluitingen in het bejaardentehuis. Van Hell kon alleen ’s morgens lezen. ’s Avonds deed hij het gebed en las ik de preek.”
Muilwijk loopt door de huiskamer van Van der Burg en wijst: „Collecteren deed ik hier met zakken aan lange stokken. Dat betekende: eerst met de diaconiezak rond, en ook naar boven, want er zat naast de organist nog iemand op de galerij. Vervolgens met de kerkzak dezelfde route. Dan moest ik me soms haasten om op tijd terug te zijn als ik moest lezen.
Zo ging het tot de opheffing van de gemeente. Er werd van me gevraagd dat ik elke dienst aanwezig was. Als kleine kerkenraad ben je kwetsbaar. Het is wel gebeurd dat een ouderling vanaf zijn vakantieadres terugkwam om hier de leesdiensten te leiden.”
Oudewater is een stad. „Maar we waren een echte plattelandsgemeente, met nogal wat boeren. De meeste leden woonden buiten Oudewater. Het was een behoudende gemeente. Onderling was er een goede band. Er liggen hier veel herinneringen. Zoals aan vrouw De Ruyter, een doorgeleide vrouw. De weekdiensten voorzagen in een behoefte, ook voor mensen uit de omtrek.”

Naar Stolwijk
Consulent ds. C.A. van Dieren leidde op 29 oktober 2000 de laatste dienst. De meeste leden gingen naar Stolwijk. Muilwijks vrouw kwam daarmee terug in de gemeente waarin ze was opgegroeid. De kanselbijbel ligt bij hem thuis, het archief ging naar Stolwijk en daar kwamen de collectezakken van Oudewater in de consistoriekamer aan de muur te hangen.
Muilwijk overwoog te verhuizen. „Ik had hier eerst koeien gehad, later mestvarkens. In 1999 heb ik de veehouderij omgezet in een kwekerij van decoratiegroen. Ik had een boerderij bij Stolwijk op het oog, maar daar mocht ik geen kwekerij beginnen. Geen sprake van, zeiden ze op het gemeentehuis. Gras moest gras blijven. Dus toen zijn we in Papekop gebleven. Het betekent wel dat we voor elke kerkelijke activiteit de auto in moeten, 20 minuten heen, 20 minuten terug.”
Aanvankelijk was dat nog niet zo vaak, want Muilwijk was na de opheffing geen ambtsdrager meer. „Er werd gezegd dat ik wel als diaken naar Stolwijk kon overkomen, maar dat vond ik een beetje vreemd.” In het voorjaar van 2002 werd hij alsnog diaken, sinds najaar 2010 is hij ouderling.


Kerke Goed
In de smalle straat voor het vroegere kerkje is er zicht op de hervormde kerk. Daaruit zal het groepje mensen afkomstig geweest zijn dat in Oudewater een ledeboeriaanse gemeente begon. Achter de woning op Rodezand 26 bouwden ze een kerk. De gemeente ging teniet, maar later werden in hetzelfde kerkje opnieuw diensten gehouden: in 1930 werd een afdeling van de Gereformeerde Gemeente van Gouda gevormd. Ds. A. de Blois leidde op 8 september 1937 de institueringsdienst. Tien ouderlingen en twaalf diakenen gaven hun krachten aan de kleine gemeente.
Op de voorgevel prijkt nog steeds het jaartal 1869. Erboven plaatste bewoner Van der Burg een naam die aan het verleden herinnert: Kerke Goed. „In de loop der jaren heb ik allerlei mensen aan de deur gehad die weleens wilden zien wat er van de kerk was geworden waar ze vroeger diensten bijwoonden. De burgemeester komt ook een keer kijken; zijn schoonvader heeft hier nog gepreekt.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's

Kerkhuis aan het Rodezand

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 2016

Terdege | 196 Pagina's