Andreas, de eerste discipel van de Heere Jezus?

In de komende maanden willen we D.V. luisteren naar wat Gods Woord zegt over “de twaalve” die de Heere Jezus riep om Zijn discipelen, Zijn leerlingen, te zijn. Op één uitzondering na zijn zij de eerstelingen van Zijn nieuwtestamentische gemeente. Niet toevallig staan hun namen op de fundamenten van het nieuwe Jeruzalem.
Terwijl we in alle vier de evangeliën gegevens vinden die ons verder kunnen helpen, ligt het toch voor de hand te beginnen met Johannes 1. Dit gedeelte wordt “de lentetijd van de Kerk” genoemd. Hier zien wij hoe het nieuwe leven ontspringt waar Christus verschijnt. De discipelen zijn lenteboden.
Een vraag die dan onmiddellijk aan de orde komt, is: Wie was de eerste discipel? Johannes 1 lijkt een duidelijk antwoord te geven: dat was Andreas. Maar is dat niet vreemd? Andreas wordt, elke keer wanneer we over hem lezen, de broer van Simon Petrus genoemd. De eerste lezers van de Evangeliën wisten blijkbaar wel wie Petrus was, maar Andreas kenden ze niet. Bij hem was een toelichting nodig. Eigenlijk is het bij ons niet anders. Vraag de kinderen om een paar discipelen te noemen. Gegarandeerd dat Petrus de eerste is. En Andreas? Als hij genoemd wordt, dan zeker niet als eerste. Hij is een man in de schaduw: “de broer van...” Daar komt bij dat Mattheüs (10:2), als hij het lijstje van de discipelen noteert, begint met “de eerste, Simon, gezegd Petrus”.
Hoe dan ook: Johannes, die ons wat meer over Andreas meedeelt, schrijft dat Andreas één van de twee was, die Jezus gevolgd waren. Vermoedelijk was Johannes zelf de andere, maar dat vermeldt hij niet. Andreas de eerste. Hoe? Deze visserman uit Galilea was onder de prediking van Johannes de Doper terechtgekomen. Deze had gesproken van en gewezen op Jezus. Toen was hij Jezus gaan volgen. Het Griekse werkwoord betekent zoiets als het oor geven aan iemand, namelijk aan Jezus. Hij was door dat onderwijs gegrepen. Jaren later wist hij nog precies hoe laat dat gebeurde. Dat is het geheim van de eerste discipel: de prediking horen en Jezus volgen.
Is het ons geheim?

1. Andreas hoorde de boodschap van een door God gezonden prediker. Hoe kun je weten dat God iemand zendt en waarom is dat zo nodig (Rom.10:13-15)?
2. Een gezegde luidt: “De ziel die Jezus zoekt, is reeds door Hem gevonden.” Is dat waar. Ligt daar troost in?
3. Jongere, aan wie of wat leen jij het oor? Blijkt dat uit je leven? Anders gezegd: wie of wat volg jij?
4. Kinderen, in vers 39 wordt Jezus Rabbi genoemd, in vers 42 Messias, Christus. Wat betekenen die namen? Blijkt daaruit dat Andreas al wat geleerd heeft?

Ds. J. Westerink, Urk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen